De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 5 juli pagina 5

5 juli 1896 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 993 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. l* v00:$ DAME£. ?i De ideale Vronw naar PESTALOZZI en SCHILLEK De geëmancipeerde Vrouw der 19e eeuiv. Zoo gaat de zon van den morgen tot den avond langs hare baan. Uw oog bemerkt geen haver schreden, uw oor ver neemt niets van haren loop. Maar als zij ondergaat dan weet gij, dat zij weder op zal gaan en voortwerken om de aarde te verwarmen tot hare vruchten rijp zijn. Lezer, het is veel wat ik zeg, maar ik vrees niet het te zeggen. Dit beeld van de groote Moeder die over de aarde broedt, is het beeld van iedere vrouw die haarhuis tot een tempel Gods verheft en den Hemel verdient aan haren man en hare kinderen. PESTALOZZI Uenhard und Gerlrud." Daar binnen wount dan Een eerbare huisvrouw De moeder der Kindren, Zij helpt er de meisjes Regeert er de knapen En leert er met wijsheid De jeugd en de grijsheid, En zamelt en wint Voor Ega en Kind. Zoo vult zij met schatten De geurige laden, En vlecht om de spinklos De snorrende draden, En stapelt haar zind'lijke Kastplanken vol Met hagelwit linnen En sneeuwblanke wol; En weet zoo aan 't nutte Nog sieraad te geven Het gansche leven. SCHILLER Lied van de Klok''. Aldus Pestalozzi en Schiller over de Vrouw. Het is veel gezegd, als groote denkers iets zeg gen, maar ik vrees niet de eerste te zijn die er iets tegen zegt. Idealistische vrouwtjes zijn het, die «Gertrud's door Pestalozzi en Schiller gemodelleerd, want zij waren zelf idealisten. Wat zouden zij staan kijken van de geëman cipeerde vrouw der 19e eeuw. Heeft Pestalozzi ons overschat als de broedhennen der Maatschappy ? Verre van daar! Onze roeping als broedkippen zijn we getrouw gebleven, maar we zyn geëmancipeerde klokhennen ge worden, en het beeld van Pestalozzi is te schoon om het niet even uit te werken door alle eeuwen heen sprak de man : gy de zorg voor het kieken, ik de eieren. Zietdaar plichten en rechten in twee woorden. Het standpunt der hen tegenover den haan in het huwelijk: »gij past op de kuikens, ik de eieren." Daarenboven wordt de wereld, dank zy de wetenschap, langzamerhand een machinale broedery, men wyte het dus niet aan moeder Gertrud als er «skolvers" onder heur broedsel zijn. Ach! van de onzichtbare fee, die weldoende Engel des huizes, zijn wy de beelddraagsters niet met onze wijde mouwen en golfrokken. En de wevende spinnende moeder uit Schillers lied is ook overbodig geworden met al die lingeries en confectiemagazijnen. Slechts de geurige laden, daarin bleven we der traditie getrouw. Maar geleerde, telegrafeerende, doceerende, creërende, pessimeerende of alles braveerende en probeerende en toch nog coketteerende vrouwen zyn wy' geworden en met dat al geen rechte Gertruds. De wetenschap moge dienstbaar gemaakt worden als middel van bestaan voor de ongehuwde en om het huwelyk te ontkomen?, zij leidde nimmer de vrouw op den weg der volmaakte moeder en opvoedster. Elke verruiming van onzen horizon ontvoert ons aan het alles omvattende kleine cirkeltje »Moeder en kind." Men zou ons eene school willen stichten voor des levens school. Waar is de man die ons eene Fröbelmethode schrijft voor de ziel? De mislukkingen in zake opvoeding, kunnen niet voorkomen worden door uitgebreider leer plan of studiejaren. Daar zy'n oorzaken voor, waar de vrouw mach teloos en hulpeloos tegenover staat. De vrouw die thans als mensch zelfstandig denkt, en vaak den man op zijde streeft is als vrouw, als moeder, als opvoedster vooral, nog immer wat ze eeuwig was, de willooze machine overgeleverd aan een régulateur, Man geheeten. Ja, er zy'n mannen die ingeschreven wetten willen reglementeeren in hunne hanenwijsheid. Zy zyn oorzaak dat zoo menige moeder te moede is, als de brave klokhen die na '21 dagen broedens zonder ruste, zich de weelde ziet ge gund een mank kieken te bezitten. De vrouw zijn al de weeën van het moederschap, haar komt ook het recht toe het kind tot op zekere hoogte alleen op te voeden. Er zijn mannen geweest die het heil der aarde wachtend van de vrouw, hare geestelijke slavernij hebben opgeheven; hun streven was edel, doch de moeder baat de meerdere ontwikkeling niet, het geeft haar slechts dieper besef van hetgeen heur ontbreekt. Deze mannen waren idealisten en zij vergaten dat het huwlijk geen idealen toe stand schept voor de vrouw. Door de meerdere ontwikkeling kon geen betere opvoedster gevormd worden, maar is geproduceerd dat tweeslachtig wezen half man, half vrouw, dat fronts draagt en den naam geëmancipeerd. Van opvoedsters pro Deo zijn we herschapen in theoretisch- systematisch-onpractische vrouwen en moeders. Dit is veel gezegd, maar niet te veel. De er varing leert, dat de wetenschap niet schiep de ideale vrouw. De wetenschappelijke vrouw is in huiskamer, keuken en kelder geen harmonische verschijning. Is er vaak misplaatst. De wetenschappelijke kookster is niet bepaald onmisbaar voor tafelgenot. De systematische opvoedster is een dissonant in het koraal der natuur. Waar zal men, nu de wetenschap faalde, de ideale zoeken! De vrouw die door Harmonie van hoofd en hart, uitgaande van haar huis een wereldaccoord zal stemmen, lieflijk als een a Capella koor en gewyd als een psalm. Waar zal men haar vinden! Op een fiets, in het zwembad ! In een luchtballon! Aan de trapèze ! Op Congres of Wedren? in Katheder of Spreek gestoelte ? Waar, o hemel, vindt men de ideale vrouw en moeder van Pestalozzi en Schiller ! Er is maar een antwoord mogelijk ! Nevens den idealen man in een ideaal huwlyk. Aan U, o Heer der schepping en Meester der vrouw, wiens meerderheid wij volgaarne erkennen, mits ge de meerdre zijt, aan wiens voeten onze nedrige plaats is, zoo ge maar de gave bezit ons tot U opteheffen; aan U in wie der vrouw haren Czaar wil zien, hem kronende met zijn Kroon, aan U door de natuur zelf boven ons gesteld, ons te voeren in het Koningrijk van het ideale. M Alt A. Parus. (Slot). 't Is me als hoor ik hier en daar zeggen: »Nu ja, maar zoo iets kan alleen te Parijs voor komen. Te Pary's, nu de geheele beschaafde wereld het als 't hoogste rekent zich te hullen en te omringen met de Bon Marchéhandelt ook in meubels artikelen van smaak en weelde, daar gefabriceerd." Zij, die op deze wijze het succes zouden willen afscheiden van het systeem, stel ik voor een bezoek te brengen aan de Bedford Park Stores te Londen, thans een zeer mooie zaak, die ge schapen werd door Miss E. Richardson, omdat deze zich onweerstaanbaar tot handeldrijven voelde aangetrokken. Ook daar is en was het fondament: onbeperkte betrouwbaarheid, en de uitslag bekroont het werk. Nooit had zij moeite, tegen matige rente, geld te krijgen, wanneer zij haar bedrijfskapitaal wilde vergrooten. Een nog meer in het oogloopend voorbeeld in dezelfde richting en stad is William Whiteley, die ook van niet af begon en nu een reuzenzaak drijft, waarvan hij kan zeggen en dit is zijn groote trots nooit werd er een stuiver aan advertentie of annonce besteed; de clientèle vormde steeds de reclame. Langzamerhand heeft Whiteley zijn zaak uitgebreid; nu kan men er koopen, ja wat niet ? Behalve alle soorten van manufacturen en huishoudelijke artiken, ook vleesch, visch, gevogelte, groenten en vruchten, niet slechts in bussen, maar ook versch, en in dien staat is het vleesch van runderen en var kens zelf gefokt en van eigen gekweekte hoen ders, want Whiteley heeft boerderijen, ook kweekerijen, zoo voor groenten en vruchten van den kouden grond, als voor die, welke slechts in warme kassen en broeibakken tieren. Niet slechts onbereid, maar ook klaar gemaakt, worden alle spyzen en gebakken geleverd, en de expeditie laat niets te wenschen over. In die stores vindt men bovendien afdeelingen van levende vogels en honden, meer of minder zeldzaam; voor wapenen en jachtbenoodigheden; voor rijtuigen ; voor kunst en verder al het denk en ondenkbare. Ook kan men door William Whiteley roerende en onroerende goederen koopen, huren of laten taxeeren. Wie een huis wil hebben heeft slechts de firma Whiteley stand, prijs en vereischten op geven, en na korten tijd bereiken hem aanbie dingen. Wie goed heeft te verschepen, kan dit doen door bemiddeling dezer firma, want ook daarvoor is een afzonderlijk departement, even als voor het aannemen van feesten door heel het konink rijk. Dan nog is een afdeeling voor de levering van steenkool. Als ware dit alles nog niet genoeg, zoo is Whiteley in de laatste jaren bovendien zijn eigen meubel- en manufactuurfabrikant geworden werkplaatsen als paleizen. Men moet het zien om te gelooven dat zien, wat do stores althans betreft, is niet moeilyk, want een ieder heeft vrijen toegang, kooper of slechts bezoeker. Ook voor den vreemdeling is gezorgd: de »banking and monetary department" wisselt, geeft geld op credietbrieven en doet al wat er meer tot dit vak behoort. Deze reuzenzaak wordt gedreven door een een hoofdig bestuur; William Whiteley is chef' en ziel der zaak ; niets gaat buiten hem om. Wilt ge een bewijs V De beste inrichting en nauwkeurigste admini stratie voorkomt niet altijd eenig misverstand of verzuim. Bij deze firma komen dus ook wel eens abuizen voor. liet dringend verzoek van den chef is, dat in dergelijke gevallen er hem persoonlijk kennis van worde gegeven door op het adres «private" te zetten. Nog nimmer heeft iemand een dergelijk gewaarborgd schrijven aan de lirma gericht, of Whiteley heeft hem eigenhandig zijn leed over het abuis betuigd, met verzekering, dat herhaling zou voorkomen worden. Ligt in dat eigenhandig antwoorden niet reeds het be wijs, dat onnauwkeurigheden uiterst zeldzaam zijn, zou anders de chef er tijd voor kunnen vinden ? En zou in zulk een uitgebreide zaak misverstanden en abuizen niet enkel en alleen zoo zeldzaam voorkomen, omdat elk der ge mployeerden terdege weet, wie de teugels van het bewind in handen heeft 't Niet slechts dus te Pary's, maar ook elders zyn groote winsten te behalen door stipte eerlijkheid en algeheele toewijding, zoo door mannen als door vrouwen, seijt liet roort! Amst. 23 Mei '9G. ELISE A. HAIGIITON. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIHIIIIIIIllllll iiiiiiiinimuH De Grande tfeiituiite''. Hporicostnmcit : llicycle, Amazone, BcrymslutiHt. Noitnou. Moilehoiulen. U'loemenmaken. Dat de week van Longchamps »la grande semaine" heet, is niet enkel om den Urand-l'rix; de week begint al met het bloemencorso en de groote steeple-chase te Auteuil, en met iederen dag neemt de belangstelling (in paarden, in weddenschappen en in modes) toe, tot met den Grand-Prix de Paris alles zijn hoogtepunt bereikt heeft. De laatste veertien dagen vóór Auteuil kent men in de groote ateliers dag noch nacht niet, en de ambitieuse werksters, die in dezen goeden tijd vier dubbel verdienen, zouden raar opkijken als men haar met den achturigen werkdag aan boord kwam. Zelfs in de nachten tusschen Auteuil en den Grand-Prix wordt soms, onder de inspiratie van het oogenblik, nog het model geïnproviseerd dat het definitieve zal blijken. De stoften waren, gelijk wij meldden, foulard, batist, linon en mousseline, de garneering vooral entredeux en kant, valenciennes, gele kant, guipure, maar ook Chantilly en de andere kostbaar der kanten. Men kon in den vorm der rokken een ueiging opmerken om de ruimte weer meer naar achteren te brengen, iets waar de goede naaisters toch nooit geheel van afgeweken zijn, ook onder de strengste heerschappij der jnpecloc'te. Over de mouwen spraken wij een vorige maal; de mouw is nu geheel glad, van boven een weinig wijd, met korte dof als epaulette. Deze dof intusschen leent zich tot de meest fan tastische variatiën; een der best kleedende is, hem vlak vóór den bovenarm zoo in te nemen, dat de lange gladde mouw uit een opgenomen draperie te voorschijn komt. Eene andere is, de epaulet op het buitenste van den arm zoo te laten uitloopen, dat de stof tot aan de hand toe een steeds smaller wordend bouillonévormt, dat op de mouw schijnt te liggen. De mouw valt over de hand tot op de vingers; dit benedenste gedeelte wordt ook wel in punten of hoeken ge deeld, en daar met zoo dikke gerucheerde tulle of mousseline chitfon gevuld, dat ze wijd uitstaan. Wat het corsage betreft, zijn de modevormen legio. Boleros en revers, geheele corsages met entredeux of met lint doortrokken, Louis XVI met korte of lange basques en revers, zich openend op een plastron van allerlei kant arrangementen. Iets nieuws is het volgende: het corsage is zoowel van voren als van achteren met breede rechte plooien belegd; deze geven, wanneer vooral de twee middelste van onderen wat ruim zijn genomen of wat nonchalant behandeld zy'n, de illusie van een los corsage; intusschen zorgt men wel, dat het eigenlyke corsage zoo aansluitend is als men maar verlangt. Eene variatie hiervan is, maar enkel voor zér slanke tailles geschikt, de plooien horizontaal te nemen; de afwisseling tusschen het zeer aansluitend corsage en de dwarse eenigzins dikke opgelegde plooien is zeer origineel. Wy vermeldden reeds het costuum van Deo de Mérode, het was bestudeerd eenvoudig. Crème batist, met groote bloemen n jour geborduurd, op een transparant van gele zijde, bedekte geheel rok, corsage en mouwen; alleen de nauwe, hooge gedrapeerde kraag en het ceintuur waren van sterk gele zijde; het ceintuur tweemaal om de taille geslagen, met een eleganten strik en recht afhangende einden van achteren. De mouw, niet te wijd van boven, zou bijna over de geheele hand gevallen zijn, was niet de benedenruimte geheel gevuld geweest met gedoft mousselinechiflon. Zwarte stroohoed, chapeau bergere, de rand met zwart fluweel gevoerd en van voren hoog opstaande ; garnituur van zwarte tulle met panache van zwarte veeren, en om den bol een smal gouden galon met een diadeem van gele kant daarboven, men kon meenen eene kroon te zien. ?j; ?X- 't* De venvonderly'ke uitbreiding, die het wielrijrlcn als sport bijna plotseling genomen beeft, maakt dat de groote modeiirma's met deze liefhebberij ernstig gaan rekening houden. De twee rich tingen in het tietscostuum zijn die van den pan talon en van den rok; ieder heeft hare bezwaren. De rok is lastig; den pantalon vindt men in Engeland en bij ons unladylike. Het vernuft der dameskleermakers heeft zich dan ook ge scherpt op het uitvinden van een costuum, dat tegelijk gemakkelijk en goed kleedend zou zijn, waarmee men o}> de fiets niet gegeneerd zou zijn in physieken zin. en run de fiets niet gegeneerd in moreelen zin. De firma Ilirsch meent, op het voetspoor van Engclsche, luilorn in dit opzicht volkomen geslaagd te zijn. De bij dit nummer gevoegde modeplaat met sportcostumen geeft een bicycle-rok, die aan alle vereischten voldoet. Hij deelt zich (niet meer op zijde, waarvan wij vroeger een Engelsen model vermeldden, maar wat heel lastig was) maar van voren en van achteren op zekere hoogte in tweeën, en valt zoo om het fietsrad heen, zonder de draagster ook maar eenigzins in hare bewegingen te be lemmeren. De rok kan ook nog met xrwyw omhoog geknoopt worden, en valt, als de draagster de fiets verlaten heeft, in gewonen vorm om hare knieën. Men kan zich in het magazijn zelf van de doelmatigheid overtuigen; de lirma heeft een salon-bicycle (onbewegelijk, van bamboe) uit Engeland laten komen, met verstelbaar zadel en trappers, waarop de dames kunnen probeeren of de rok haar past. Ook een atelier-paard voor amazonen staat De amazone is nog steeds het eenvou dige Engelsche model; de ideeën van de hertogin d'Uzès en andere Fransche jageressen om het hubit a Ja franyaise en verdere totj/ère-costumen van vroeger tijd weer op te halen, hebben in Engeland geen weerklank gevonden, en in alle sport geeft Engeland nog den toon aan. Het corsage voor het fietscostuum wordt zeer verschillend genomen : bolero met lichte blouse, die in den rok gestoken wordt; of het corsage zelf in den rok, of een open corsage met groote heerenrevers op wit of gekleurd overhemd, hooge boord, lavallière, jabot of cravate, of smoking, al naar den smaak. De hoed moet zoo gekozen worden, dat hij weinig weerstand biedt aan den wind, dus geen veeren, geen bloemen, geen breede randen; gerecommandeerd wordt daarvoor een kleine marinehoed van gemelangeerd stroo of effen linnen met een enkel klein veertje, of een reishoedje van heel fijn vilt, zoo licht als stroo, assorti aan de kleur het costuum. De stoften waaruit deze costumen gemaakt worden, zijn heel eenvoudig, maar moeten heel solide zijn. Men heeft daarvoor »homespun", »covercoat", en de »real English government serge," die ook in de Engelsche marine gebruikt wordt. Voor de wandelcostumen voor bergreizen heeft men daarenboven de Lodenstoffen uit de Beiersche hooglanden en het Salzkammergut; ze zijn grof maar doelmatig. Men kan van deze costumen den rok met pattes omhoog knoopen; de jacquettes kunnen bij koude en sneeuwstorm tot hoog aan den hals dichtgemaakt worden. * * * Beleeft de Fransche minister Barthou eer aan zijne mooie jonge vrouw, die in haar GrandPrix-toilet de glorie van de regeeringstribune was, minder genoegen geeft hem zijn halfjarig zoontje en de nourrice daarvan. Een radicaal blad Le Jour heeft de iwiinou, een stevige boerin, met den kleinen zuigeling Barthou voor een der ramen van het ministerie zien zitten, en daarover een berichtje vol flauwiteiten geschreven, als: »de bébé-Barthou zuigt alsof hij al de fonds secrets van het ministerie maar voor 't verslinden had"; »het departement is nu een chambre de nourrice geworden," enz. In plaats van die lafheden te ignoreeren is de jonge minister (misschien wel onder den invloed van zijne mooie en gefêteerde vrouw) boos geworden en heeft aan de reporters van Lc, Jour den toegang doen weigeren; nu valt de heele kleinere radicale pers, Jour, Rappd, Peltte Jii'i»ibli</tie hem met kinderachtige praatjes aan; er gaat geen dag voorby of men vindt iets als : ->De minister van oorlog heeft de schildwach ten voor de woning van zijn collega Barthou doen inrukken. Dumanet, de soldaat van de bekende noiiHOit, was jaloersch, en de heer Barthou, die enkel voor de noimo/i, van zijn zoontje leeft, wil geen andere soldaten meer voor het depar tement." Of een advertentie met witte letters : »Zuignesschen-Barthou, nadere informatiën aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken", of: »De journalisten, die kleine berichten uit het ministerie willen hebben, doen alle moeite om de gunst der bewuste 'iioimon te winnen; een syndicaat is gevormd om haar een lait-d'honneur aan te bieden." Of »Te Oléron zijn de ruiten van de herberg »Le veau-qui-tette" ingegooid. Al te scherpzinnige lieden willen daarin een groote politieke toespeling zien," enz. * * * Niet enkel kleeren hebben de moderne honden noodig, maar ook oppassers. »Twee Yorkies," verklaarde onlangs een Engelsche hertogin, »hebben meer oppassing nooding en geven meer last dan een baby." De Yorkie is de modehond van het oogenblik; met hem rivaliseeren de »ruby spaniel", waarvoor onlangs 100 guinjes gegeven werd, en de Griffion Bruxellois, door de koningin van Belgiëin de mode gebracht. De Italiaansche »greyhound'; en de «Chelsea pug" begin nen hun tijd gehad te hebben ; de King Charles en Prince Charles komen weer op, als in ouden tijd. Een ijverig lid van de Engelsche Ladie's Kennel Association, Mrs. Graves, prijst de poedels aan, als niet mooi maar intelligent. Ook de kunstenaars die met geleerde honden reizen, kunnen dit getuigen. De hertogin van Newcastle heeft een bijna unieke Piussische »Borzois", lady I'robyn een buitengewoon merkwaardig Japansch schoothondje. Overigens is het op de tentoonstelling van de Ladie's Kennel Association gebleken, dat de dames met meer enkel speelgoedhondjes patroniseeren, maar ook flinke groote, en dat de meeste eigenaressen zich moeite had den gegeven om haar honden redelijk gehoor zaam en welopgevoed in te zenden. * * Een vorig jaar maakten wij met veel ingeno menheid melding van de Handleiding bij het maken van papieren bloemen, door E. M. A. van Onsenoord-Otto. Wij roemden het boekje als duidelijk, eenvoudig, flink uitgegeven, de platen waren talrijk en helder, de aanwijzingen zeer volledig. Blijkbaar is het publiek het met ons eens geweest; nu reeds is een herdruk noodig; schrijfster en uitgevers (de firma Van Ilolkema & Wareiidorfj hebben genoegen van hun werk. Aan dezen nieuwen druk is nog iets toegevoegd, het maken van bloemen van doek (nansouck of satinet); wie zich eerst wat getraind heeft op het maken van papieren bloemen kan zich dan verder toeleggen op de tweede soort, en later ook zeker wel fluweel, zijde, veeren, metaal en wat er verder bijbehoort om een volledige fleuriste te maken, annexeeren. liet boek heet nu Ifundleidiiiy bij liet maken- nut lilucinen run jiujtiei' en, duel,-; men kan er klaproos en lelie, pioen, aster en camelia, geraniums en allerlei soorten van i rozen, anjelier en tulp, gezamenlijk een veertig tal typen, ieder in hun verschillende nuances, naar vervaardigen; een afzonderlijk hoofdstuk is | gewijd aan »het opmaken van bloemenmandjes." E-e,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl