Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 995
beheerscht, ware het niet, dat in de socialisten
vrees een even ongelukkige factor op den
voorgrond is getreden.
Het conservatieve Journal des D
batsverheugt zich natuurlijk over de houding van
zijn Belgische geestverwanten, maar het kan
toch niet nalaten op te merken, dat deze
gevaarlijk spel hebben gespeeld, omdat »vele
Katholieken aanhangers zijn van het christelijk
socialisme, dat niet minder betreurenswaardig
is dan het andere."
Overigens moet men de zelfverloochening
der doctrinair-liberalen bewonderen: tenge
volge van hunne houding is van hunne vroeger
zoo machtige partij zoo goed als niets over
gebleven, ? daar thans in het Parlement tegen
over 111 clericalen, 29 socialisten en 9 radi
calen slechts 3 liberalen staan.
Sociale,
MiiiiiiiimiiiiiHiiHiiiHiiiiiiiiiitiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiitinnnniiiiiiiiiiiiiniiiiiiii
Na de KiesreclitnitljreiilM,
Langzamerhand maken de partijen zich
gereed, den mageren buit te verdeelen, die
van Houten's kiesrecht heet. Op sommige
oogenblikken zou men zich gaan afvragen,
of er wel iets te verdeelen valt. In ieder ge
val, de partijen moeten zich ten strijde rus
ten, en wanneer zij straks in slagorde staan
geschaard, zal het grootste deel van de aan
dacht worden gevraagd door de groep, die zich
de werkliedenpartij bq uitnemendheid noemt,
de socialistische. De socialisten zelf laten zich
niet gaarne allen in een adem noemen. De
parlementairen beschouwen zichzelf als de
eenig overblijvende socialistenpartij, zoodra het
werkliedenkiesrecht ook maar in geringe mate
wordt verwezenlijkt ; volgens hen zal er van
de revolutionairen slechts een kleine groep
anarchisten, bourgeois zegt de heer van der
Goes, overblijven. Nu is dit zeker : bij den
strijd over de vraag, of men al dan niet van
de tegenwoordige politieke machtsmiddelen
zal gebruik maken bij de propaganda voor
de sociaal-democratie, zullen de revolutionaire
socialisten wel het onderspit delven, zoodra
de praktijk gelegenheid geeft, de kwestie
op te lossen. Daarmede is echter niet ge
zegd, dat dan ook een eenige en onver
deelde socialistische partij den
Nederlandschen proletarier tot zich zal roepen. Wanne 3r
wij ons niet blind turen in n richting, maar
naar alle kanten heenzien, kan ook in dit
opzicht het buitenland ons wijzer maken.
Zoo is het er zeer verre van, dat in Frank
rijk, hoewel daar nu toch sedert vijf en twin
tig jaar het algemeen kiesrecht onverstoord is
uitgeoefend, alle socialisten onder n hoed
zijn gevangen.
De Fransche werkliedenbeweging is onder
ling veel meer verdeeld dan bijv. de Duitsche.
In het Fransche Parlement hebben o. a. 35
socialistische afgevaardigden zitting, die, zoo
al met behulp van alle socialisten van hun
district gekozen, toch dikwijls eerst een
socialistischen tegencandidaat hebben moeten ver
slaan, om slechts bij de herstemming, tegen
over den bourgeois-candidaal, door den ver
slagene te worden gesteund. Ook is het wel
is waar het streven der verstandigste leiders,
om alle schakeeringen, zoo niet te doen samen
smelten, dan toch een vaste massa te doen
vormen op gewichtige oogenblikken; maar
feitelijk bestaan er drie socialistische partijen
in Frankrijk, en daarnaast nog in allerlei
kleuren getinte onafhankelijken. Men heeft
er de Allemanisten ; de propagandisten van
het onvermengde vakvereenigingsleven, dat
ook in Nederlandsche vakbladen, bijv. deze
week nog in den Sigarenmaker werd verdedigd.
Allen die nu nog buiten de vakbeweging
staan", zoo schreef dit blad, «moeten daarin
worden opgenomen.dan zullen de partijen weg
vallen". Zoodra de partijen iets willen doen, al
dus is haar redeneering, hebben zij de
vakvereenigingen noodig; het omgekeerde da aren tegen
is niet het geval. Volgens deze meening is de
algemeene werkstaking het einde de
bourgeoismaatschappij, en zullen de vakvereenigingen
van haar den faillieten boedel overnemen. De
zoo denkende Hollandsche socialisten om
vatten in de door hen gedachte vakvereeni
gingen de meest conservatieven en de meest
vooruitstrevenden; de Allemanisten daaren
tegen zijn van de conservatieven niet gediend.
Slechts 150 werkliedenbonden, en daaronder
vele kleine behooren tot hun organisatie.
De Sigarenmaker wil alleen onderscheid maken
tusschen kerkelijke en niet-kerkelijke vak
lieden, de Allemanisten zijn zeer wantrouwend
gestemd tegen al wat zich niet volbloed
socialist noemt.
Terwijl Allemane zelf een mandaat hard
nekkig weigert, hebben een vijftal zijner
vrienden zich laten afvaardigen naar de
Kamer. Deze mannen staan onder een zeer
strenge partij -controle. Van de 9000 francs
die zij als vergoeding voor reis- en verblijf
kosten ontvangen, moeten zij 5000 francs
storten in de partijkas; eenigen van hen, die
dat weigeren, zijn dan ook afgescheiden van
de fractie, en rekenen zich tot de onafhan
kelijken". Tengevolge van hun gehoorzaam
heid aan den wil der partij plegen de Alle
manisten zichzelf de meest democratische
socialisten te noemen, en met dat verguldsel
slikken zij de onaangenaamheden, aan hun
mandaat meer dan aan dat van eenig ander
afgevaardigde verbonden.
Op een geheel andere wijze zijn de
Blangisten revolutionair, die ook vijf vertegen
woordigers in de Kamer tellen. Zij zijn de
overblijfselen van de Commune; hun organi
satie bestaat uit plaatselijke comité'g, ver
bonden door een «comitérevolutionaire central"
zij weigerden »zich te laten sluiten in het
enge keurslijf van formules", hun bedoeling
is, de revolutie af te wachten en dan zich
van de massa meester te maken; het collec
tivisme zal, volgens hen. zich tot op zekere,
niet te bepalenhoogte, in de toekomst vol
trekken ; maar wat na de revolutie zal komen,
zullen zij zien die haar beleven; voorspel
lingen dienaangaande zijn ijdel. Vaillant is
de meest populaire hunner aanvoerders.
De Guesdisten, Marxisten, Parti ouvier
francais, of hoe men ze noemen wil, vormen
wat in Nederland de parlementairen zijn.
Ook zij hebben hun Kamerleden, ten getale
van vier. Zij nemen ook lieden op, die niet
van handenarbeid leven, gelijk trouwens
te verwachten is van een partij die op den
voorgrond een streng dogmatisch geloof: het
geloof in Marx, stelt. Langzamerhand hebben
zij zich van de propaganda in de vakver
eenigingen gewend tot de propaganda in de
politiek, dientengevolge zijn bij hen de leiders,
in tegenstelling van de Allemanisten, bijzon
der invloedrijk. Hun organisatie loopt uit op
een nationalen raad", waar de hoofden de
lakens uitdeelen, terwijl de Allemanisten er
slechts een jaarlijks opnieuw gekozen secre
tariaat op nahouden, dat den wil der meer
derheid uitvoert. Zij zijn machtig in het
Noorden, de Allemanisten in het Oosten van
Frankrijk en te Parijs.
Behalve deze drie partijen zijn er nog tal
rijke, reeds met een enkel woord genoemde
onafhankelijke" socialisten; mannen die aan
het Boulangistisch kabaal hebben meegedaan,
gewezen radicalen, enz. Tot hen behooren
bekende figuren als Jaurès en Millerand.
Voor hun herkiezing behoeven zulke
schismatici meestal niet beangst te zijn, omdat deze
pleegt te liggen in de hand van het
verkiezingscomitédat hen in de Kamer bracht, en
hun eenige zorg dus is, dit comiténaar hun
hand te zetten.
Nu kan het wel niemand's bedoeling zijn,
aan te toonen, dat in Nederland ook een
dergelijke versnippering der sociaal-democratie
is te verwachten; veel minder nog, haar aan
te bevelen. Maar wel is er reden om met
den toestand in Frankrijk voor oogen, niet
te vast te gelooven aan een onmiddellijk ver
dwijnen van de zoogenaamde
revolutionairsocialistische partij in Nederland, zoodra, na
de invoering van Van Houten's kieswet, de
parlementairen optreden als de veroveraars
van de politieke macht voor de
sociaaldemokratie.
Dat er een wijziging zal komen van taktiek,
mag wel als vaststaand worden aangenomen;
maar wij zijn nu eenmaal een volk van club
jes. Eigenbelang, heersch- en eerzucht, en
een merkwaardige liefhebberij in het berijden
van stokpaardjes, maken het tot stand komen
van een groote partij bijna een
onmogenlijkheid; en de Prinzipienreiterei, de zucht tot
theologiseeren, is bij onze werklieden precies
even sterk, als bij de oudere politieke partyen.
Het komt misschien eenmaal zoover, dat zij
in n slagorde optrekken tegen den
gemeenschappelijken vijand, maar grijsaards zullen
dat niet meer aanschouwen.
F. M. C.
Een figuur uit de vrouwenbeweging.
Mevrouw Jeanne Schmahl is een geleerde en
een apostel. Zij strijdt sedert vijftien jaar, met
onvermoeiden ijver, voor de verovering der vrou
wenrechten. Zij heeft de Acant-Courricre gesticht,
het orgaan voor deze propaganda. Zij heeft den
afgevaardigde Goirand op het denkbeeld gebracht,
een wetsontwerp dat aan de vrouw het recht
toekent, »om uit de hand van den patroon het
geld te ontvangen dat zij zelf heeft verdiend, en
erover te beschikken zonder bijstand van den
man". Zij heeft de inertie der wetgevers weten
te breken, en heeft een theorie opgesteld over
de evolutie der vrouw door alle eeuwen heen, in
het heden en in de toekomst. Zij is zeer dapper,
maar zeer voorzichtig; de groep harer volgelingen
wint met den dag aan invloed, en gehoorzaamt
blindelings aan haar impulsies. De overige »groote
feministen" verafschuwen haar en behandelen haar
als een eerzuchtige. Zij geeft voor minachting
minachting terug.
Ziehier wat zij verhaalt over de geschiedenis en
de kansen van het ontwerp Goirand. Het is, gelijk
de lezer weet, door de Kamer aangenomen. »Wij
zijn voor den Senaat. Ik hoop dat wij binnen
een maand of drie de zege zullen hebben be
vochten. Maar dan moet er geen enkele kink
in den kabel komen. Waarlijk, het is geen sine
cure, het in beweging brengen van onze parle
mentaire machine ! Eerst waren de Kamerleden
vijandig gezind. Zij moesten een voor een worden
overgehaald." Jaren lang, wanneer iemand aan
mevrouw Schmahl werd voorgesteld, vroeg zij :
»Kent gy een Kamerlid ?" En als het antwoord
bevestigend was, voegde zij er bij : »Wees dan
zoo goed en geef mij een woord van aanbeveling
voor hem." Dan zocht zij hem op, en liet niet
van hem af, vóór hij aan zijde gtond Zoo won
zij honderd vijftig stemmen, en dezen sleepten de
anderen mede. Op dezelfde w^jze wordt nu de Se
naat bewerkt. De senatoren zijn welwillende en
zachtaardige lieden, maar zy drijven den eerbied
voor principes tot in het bijgeloovige, en velen van
hen vreezen, dat het ontwerp Goirand het gezag van
den vader zal verzwakken. De afgevaardigden
hadden hetzelfde bezwaar en hebben dan ook de
voorwaarde gesteld, dat de onwaardigheid van den
vader moet zijn gebleken. Mevrouw Schmahl acht
dit met de eene hand terugnemen, wat men haar
met de andere heeft gegeven. In negen van de
tien gevallen zal de vrouw de moed missen, om
de hulp van den rechter in te roepen. Zij weet
voorbeelden aan te halen, even erg als onze Cath.
Alberdingh Thijm er in het Weekblad mededeelde,
en erger.
De vrouwen in het algemeen verzetten zich
niet tegen het streven dezer propagandiste, maar
de vrouwen der vrouwenbeweging maken het haar
zeer moeilijk. Zij heeft Par\js verlaten op het
het oogenblik dat het feministencongres er bijeen
kwam. Van de coëducatie, van de gelijkstelling
van man en vrouw voor het bekleeden van open
bare betrekkingen, van vrouwenkiesrecht, wil zij
niets weten. Daarvoor is het nog bij lange na de
tijd niet!
De moeilijkheid van het oogenblik voor de
vrouw is volgens mevrouw Schmahl deze, dat zij
niet weet, of zij zal gaan trouwen, of zelf haar
levensonderhoud zal moeten verdienen. Haar op
voeding moet dus op twee mogelijkheden zijn
berekend. In Engeland breidt de derde se.rc zich
met verontrustende snelheid uit. De derde sexe,
dat zijn jonge meisjes die van den teedersten
leeftijd af al te veel hebben wielgereden, football,
cricket, lawntennis gespeeld en zich aan andere
mannelijke uitspanningen hebben overgegeven.
Haar armen en kuiten zijn sterk, maar ten koste van
wat de klassieke schoonheid van Venus Callipygos
uitmaakt. Zij hebben geen heupen, geen hals; zij
vormen zich zeer laat en zeer slecht; zij zijn onge
schikt voor het moederschap en missen geheel en
al het cachet, dat miss Helyett haar populari
teit bezorgde. Zij maken den indruk van vaag
volgroeide, haastig opgeschoten jonge mannen,
en om die gelijkenis te volmaken, dragen zij het
haar kort, stijve boorden, vesten en nauwslui
tende rokken. Het is leelijk, maar het is mode,
en zijn er trotsch op, dat het zoo is
Mevrouw Schmahl kan weten wat zij zegt, want
zij is Engeland opgevoed.
Nieuwe persprocessen in Duitschland.
De redacteur en uitgever van de DctittscJie
Gürlnerzeitiiiifj werd veroordeeld tot een geld
boete van 5 Mark, omdat de naam van den
verantwoordelyken redacteur niet in zijn blad was
te vinden. Hij verdedigde zich met het dreige
ment, dat zoo hij werd veroordeeld, een lange rij
van gelijksoortige processen zou moeten volgen,
en na het tegen hem gewezen vonnis koos hij uit
een aantal van de meest uiteenloopende organen,
die zich aan hetzelfde verzuim hadden schuldig
gemaakt, het jongste nummer van de Münchener
Flief/ende Bliitter, en reikte dit aan de recht
bank over, tengevolge waarvan deze gedwongen is
ook dit blad te gaan vervolgen. Daarna komt
nummer drie, dan nummer vier, en zoo vervol
gens. Het perspioces kan het nog ver brengen !
Inhoud van verschillende bladen.
Het Handelsblad. 11 Juli. De plaag der
scho tlexatnens."
12 Juli. lloeion." Het Amerikaansche moeran."
13 Juli. De werkstaking dt-r glassliipe-rs te Maas
tricht", T, door Mr. J. Kruseman, 14 Juli II (slot).
10 Juli. Belasting op staatsschuld." De uit
voerrechten in Indie." Atjeh."
17 Juli. l : l(i." ..China in Holland."
De Standaard. 10 Juli. Exceptie".
13 Juli. Edelen".
15 Juli. Oneerlijke concurrentie" I.
De Tijd. 10 Juli. Goede berichten uit lialiü".
11 Juli. De radicale stakoravrienden."
13 Juli. Allard Fierson in de Gridd herdacht",
door l'r. A. van Kerkhof)', o. c.
14 Juli. Over de Munt-quaestie" VIII.
15 Juli. ,,Na do Belgische verkiezingen" I. 1G
Juli. II islot).
Het Centrum. 7 Juli. Encycliek over de een
heid der kerk," III, l Juli IV, 'J Juli V, 10 Juli VI,
11 Juli VII, 12 Juli VIII (slot).
A m s t. C r t. 10 Juli. Onder de vroede mannen."
Do Nederlandsche Staatsschuld".
11 Juü. Prof. Winkler's ontslag."
14 Juli. Tegen het hcilslegery"
15 Juli. Nederlandsche Gas-ingonieurs aan het
werk."
1G Juli. Prof. Winkler's ontslag."
II e t Nieuws v. d. Dag. 10 Juli. Tweeërlei
moraal,'' door L. (onderzoek naar hst vaderschap.)
11 Juli. Na het eindexamen H. B. S.", door dr.
A. Halberatadt, te Leeuwarden.
13 Juli. Eeu letterkundige schat," door M. S.
16 Juli. Het transport van gewonde eu zieke mili
tairen in Indië," door Sie Pandjang.
De T e l e g r a a f. 14 Juli. Noord-Holland en de
Jenever" III, door Th. W. v. d. Woude. 15 Juli IV
(slot;.
N. E o 11 e r d. C r t. 10 Juli. Kolonel Stemfoort."
12 Juli. Praeadviezen over het pachtcontract". I,
14 Juli II, (slot.)
De Maasbode. 10 Juli. Bondgenootschap", I.
11 Juli, II.
12 Juli. Do daling der prijzen". Onze mar
telaren".
14 Juli. lledaction eu Afgevaardigden."
15 Juli. Overdrijving.1'
Hot V a d e r l a n d. 12 en 13 Juli. Het Burger
lijk Wetboek ginds en hier."
H a a g s c h Dagblad. 12 en 13 Juli.
Staatskuudig overzicht der week."
14 Juli. Een kwestie van gevoel, maar ook van orde."
L" t r. Dagblad 12 Juli. Souvereiniteit" i.
15 Juli, Een kunstenaars-iiaklauk".
Arnh. C t. 10 Juli. Fataliteit."
11 Juli. Een pleidooi voor de doodstraf door oeu
tegenstander."
13 Juli. De Eerste Kamer en de kieswet."
15 Juli. Vijftig jaar spoorwegen."
U
ziek
In aansluiting aan mijn vori? artikel, wil ik
thans nog iets over de uitvoering van De Tempe
liers zeggen, welk werk veel succes had bij een
zeer talrijk publiek.
De muziek van Bouman klinkt aangenaam en
is over het geheel vloeiend en praktisch geschreven.
Men kan deze muziek zonder inspanning volgen en
op veel plaatsen toont de componist dat hij gevoel
heeft voor stemming en kleur.
Wel zijn die in den regel te weinig volgehouden
of ontwikkeld en zon men, zoowel wat schildering
als wat instrumentatie betreft, gaarne meer climax
wenschen,omdat de belangstelling ouder het luisteren
nog wel eens verflauwt, doch het libretto is van
dien aard dat het zeer weinig geschikt is een com
ponist te inspireeren, en het is mij niet recht dui
delijk wat de heer Bouman in dezen tekst wel
gezien heeft.
Ook heb ik bezwaar tegen het geven van een
lijst van hoofdmotieven in dezen vorm, die verwach
tingen opwekt die niet vervuld worden, want van.
eene consequente of logische ontwikkeling van die
motieven is niet al te veel sprake.
De Heer Bouman heeft dit werk meer in den
ouderen stijl gecomponeerd, waar het libretto ook
aanleiding toe gaf.
De Tempeliers is echter de eerste opera van dezen
componist en dus kan men moeilijk verlangen dat
dit werk in alle opzichten iets geeft dat geheel
voldoet. Het is alleen als proeve te beschouwen.
En als zoodanig heb ik den indruk gekregen dat
zoodra Bouman een beteren tekst ter zijner be
schikking zal hebben ik vermeen dat zulks het
geval is en hij op grond van de ervaring, nu
opgedaan, meer innig verband tusschen woord en
toon zal weten te brengen, hij een werk zal kun
nen geven dat onze dramatische kunst ten goede
kan komen.
Ik zon het jammer vinden mijne opmerkingen
te verzwijgen, want deze componist verdient serieus
besproken te worden, doch het behaalde groote
succes dat ook mij veel genoegen deed mag
geen oorzaak zijn dat verzwegen wordt wat ik
zwak vind in dit werk, en daar dit nog meer de
algemeene muzikale behandeling raakt dan alleen de
details, heb ik mijualgemeenen indruk vooropgesteld.
De handeling is even weinig boeiend als de
verzen, die soms iets ongewild komisch hebben en
dit voorzeker is niet geschikt een componist het
hoogste te doen geven wat hij geven kan.
De uitvoering was beslist f oed te noemen. Onder
leiding van den componist marcheerde bijna alles
zeer vlot. Vooral heb ik met genoegen het
Goudsche koor gehoord, dat een zeer goeden, soms
schoenen klank ontwikkelde en met veel juistheid
en intelligentie de koorfragmenten vertolkte.
Het Utrechtsche orkest van den heer
Hutschenruijter hield zich uitstekend en verdient onverdeeld
geprezen te worden, wat de muzikale interpretatie
betreft.
De solisten, Mevr. Engelen?Sewing uit Amster
dam en Mej. Hanau uit Utrecht, hebben hare
partijen evenals de heeren Orelio, CJrlus, Dijker,
van Duinen en Spaanderman de hun toebedeelde
rollen met veel toewijding en ieder naar de kracht
van hare of zijne gaven vervuld.
Bij allen bleek het streven, dit werk zoo waardig
mogelijk te vertolken. Dit nobele streven, de
groote belangstelling van het publiek en vele
kunstenaars voor een nieuw Nederlandsch toonwerk,
de toewijding van de Goudsehe Commissie, die het
plan op zoo uitstekende wijze verwezenlijkt heeft,
is een schooue bladzijde in ons muziekleven, en
bewijst dat men meer belang begint te stellen in
ons scheppend streven, en dat is voorzeker het
krachtigste middel om in de toekomst een nationale
muziek te verkrijgen, want wie heeft moed te
blijven scheppen wanneer hij overal twijfel of
onverschilligheid ontmoel, en wanneer men vooraf
geneigd is te veroordeelen omdat het een Hollaudsch
werk is.
In dit opzicht hebben wij zeer veel aan het
initiatief en den invloed van de Ned.
oonkunsteiiaarsvereeuiging te danken en daarom was het
niet meer dan natuurlijk dat het bestuur van die
Vcreeniging thans ook acte de présencc gaf en
den componist bij monde van den heer Heinze
hulde bracht voor zijn streven in het belang van
onze niuzikaal-dramatische kunst en hem tevens
een fraaieu lauwerkrans overhandigde.
Het is even natuurlijk dat de commissie en het koor
den componist met kransen huldigden, doch deze
beide lichamen hebben den schoonsteu krans gevloch
ten, door de wijze waarop zij aan dit feest (want dit
was het) luister hebben bijgezet. En het indirect
voordeel van dit concert is, dat men te Gouda nu
heeft kunnen ervaren hoe men ook in kleine plaatsen
uitvoeringen kan geven, die den toets der kritiek
kunnen doorstaan wanneer alle krachten zich
verecnigen tot n doel en hun taak met zooveel
liefde volbrengen.
Eendracht maakte ook daar Macht.
De nieuwe directeur van de Orkestschool alhier
heeft het goede voorbeeld van zijn voorganger
(sedert een paar jaar gegeven) gevolgd en niet
alleen de einduitvoering doch ook de examens voor
belangstellenden toegankelijk gesteld.
Ik heb de vorige jaren van die gelegenheid
gaarne gebruik gemaakt en daardoor was ik in staat
een indruk \veertegevcu van de wijze waarop
het onderwijs aan die instelling gegeven wordt en
met groote waardeering daarvan melding te kunnen
maken.
Door zenuwachtigheid toch kunnen de leerlingen,
wanneer zij voor een talrijk publiek komen wel
eens zóó ongelukkig spelen of zingen, dat men
vaak ten onrechte een bepaald ougunstigen in
druk van het onderwijs in die vakken krijgt. Op
de examens heeft men meer gelegenheid te zien
oj> welke 'wijze het onderwijs gegeven wordt ui.
hoe de technische ontwikkeling wordt behandeld,