De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 19 juli pagina 2

19 juli 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 995 beheerscht, ware het niet, dat in de socialisten vrees een even ongelukkige factor op den voorgrond is getreden. Het conservatieve Journal des D batsverheugt zich natuurlijk over de houding van zijn Belgische geestverwanten, maar het kan toch niet nalaten op te merken, dat deze gevaarlijk spel hebben gespeeld, omdat »vele Katholieken aanhangers zijn van het christelijk socialisme, dat niet minder betreurenswaardig is dan het andere." Overigens moet men de zelfverloochening der doctrinair-liberalen bewonderen: tenge volge van hunne houding is van hunne vroeger zoo machtige partij zoo goed als niets over gebleven, ? daar thans in het Parlement tegen over 111 clericalen, 29 socialisten en 9 radi calen slechts 3 liberalen staan. Sociale, MiiiiiiiimiiiiiHiiHiiiHiiiiiiiiiitiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiitinnnniiiiiiiiiiiiiniiiiiiii Na de KiesreclitnitljreiilM, Langzamerhand maken de partijen zich gereed, den mageren buit te verdeelen, die van Houten's kiesrecht heet. Op sommige oogenblikken zou men zich gaan afvragen, of er wel iets te verdeelen valt. In ieder ge val, de partijen moeten zich ten strijde rus ten, en wanneer zij straks in slagorde staan geschaard, zal het grootste deel van de aan dacht worden gevraagd door de groep, die zich de werkliedenpartij bq uitnemendheid noemt, de socialistische. De socialisten zelf laten zich niet gaarne allen in een adem noemen. De parlementairen beschouwen zichzelf als de eenig overblijvende socialistenpartij, zoodra het werkliedenkiesrecht ook maar in geringe mate wordt verwezenlijkt ; volgens hen zal er van de revolutionairen slechts een kleine groep anarchisten, bourgeois zegt de heer van der Goes, overblijven. Nu is dit zeker : bij den strijd over de vraag, of men al dan niet van de tegenwoordige politieke machtsmiddelen zal gebruik maken bij de propaganda voor de sociaal-democratie, zullen de revolutionaire socialisten wel het onderspit delven, zoodra de praktijk gelegenheid geeft, de kwestie op te lossen. Daarmede is echter niet ge zegd, dat dan ook een eenige en onver deelde socialistische partij den Nederlandschen proletarier tot zich zal roepen. Wanne 3r wij ons niet blind turen in n richting, maar naar alle kanten heenzien, kan ook in dit opzicht het buitenland ons wijzer maken. Zoo is het er zeer verre van, dat in Frank rijk, hoewel daar nu toch sedert vijf en twin tig jaar het algemeen kiesrecht onverstoord is uitgeoefend, alle socialisten onder n hoed zijn gevangen. De Fransche werkliedenbeweging is onder ling veel meer verdeeld dan bijv. de Duitsche. In het Fransche Parlement hebben o. a. 35 socialistische afgevaardigden zitting, die, zoo al met behulp van alle socialisten van hun district gekozen, toch dikwijls eerst een socialistischen tegencandidaat hebben moeten ver slaan, om slechts bij de herstemming, tegen over den bourgeois-candidaal, door den ver slagene te worden gesteund. Ook is het wel is waar het streven der verstandigste leiders, om alle schakeeringen, zoo niet te doen samen smelten, dan toch een vaste massa te doen vormen op gewichtige oogenblikken; maar feitelijk bestaan er drie socialistische partijen in Frankrijk, en daarnaast nog in allerlei kleuren getinte onafhankelijken. Men heeft er de Allemanisten ; de propagandisten van het onvermengde vakvereenigingsleven, dat ook in Nederlandsche vakbladen, bijv. deze week nog in den Sigarenmaker werd verdedigd. Allen die nu nog buiten de vakbeweging staan", zoo schreef dit blad, «moeten daarin worden opgenomen.dan zullen de partijen weg vallen". Zoodra de partijen iets willen doen, al dus is haar redeneering, hebben zij de vakvereenigingen noodig; het omgekeerde da aren tegen is niet het geval. Volgens deze meening is de algemeene werkstaking het einde de bourgeoismaatschappij, en zullen de vakvereenigingen van haar den faillieten boedel overnemen. De zoo denkende Hollandsche socialisten om vatten in de door hen gedachte vakvereeni gingen de meest conservatieven en de meest vooruitstrevenden; de Allemanisten daaren tegen zijn van de conservatieven niet gediend. Slechts 150 werkliedenbonden, en daaronder vele kleine behooren tot hun organisatie. De Sigarenmaker wil alleen onderscheid maken tusschen kerkelijke en niet-kerkelijke vak lieden, de Allemanisten zijn zeer wantrouwend gestemd tegen al wat zich niet volbloed socialist noemt. Terwijl Allemane zelf een mandaat hard nekkig weigert, hebben een vijftal zijner vrienden zich laten afvaardigen naar de Kamer. Deze mannen staan onder een zeer strenge partij -controle. Van de 9000 francs die zij als vergoeding voor reis- en verblijf kosten ontvangen, moeten zij 5000 francs storten in de partijkas; eenigen van hen, die dat weigeren, zijn dan ook afgescheiden van de fractie, en rekenen zich tot de onafhan kelijken". Tengevolge van hun gehoorzaam heid aan den wil der partij plegen de Alle manisten zichzelf de meest democratische socialisten te noemen, en met dat verguldsel slikken zij de onaangenaamheden, aan hun mandaat meer dan aan dat van eenig ander afgevaardigde verbonden. Op een geheel andere wijze zijn de Blangisten revolutionair, die ook vijf vertegen woordigers in de Kamer tellen. Zij zijn de overblijfselen van de Commune; hun organi satie bestaat uit plaatselijke comité'g, ver bonden door een «comitérevolutionaire central" zij weigerden »zich te laten sluiten in het enge keurslijf van formules", hun bedoeling is, de revolutie af te wachten en dan zich van de massa meester te maken; het collec tivisme zal, volgens hen. zich tot op zekere, niet te bepalenhoogte, in de toekomst vol trekken ; maar wat na de revolutie zal komen, zullen zij zien die haar beleven; voorspel lingen dienaangaande zijn ijdel. Vaillant is de meest populaire hunner aanvoerders. De Guesdisten, Marxisten, Parti ouvier francais, of hoe men ze noemen wil, vormen wat in Nederland de parlementairen zijn. Ook zij hebben hun Kamerleden, ten getale van vier. Zij nemen ook lieden op, die niet van handenarbeid leven, gelijk trouwens te verwachten is van een partij die op den voorgrond een streng dogmatisch geloof: het geloof in Marx, stelt. Langzamerhand hebben zij zich van de propaganda in de vakver eenigingen gewend tot de propaganda in de politiek, dientengevolge zijn bij hen de leiders, in tegenstelling van de Allemanisten, bijzon der invloedrijk. Hun organisatie loopt uit op een nationalen raad", waar de hoofden de lakens uitdeelen, terwijl de Allemanisten er slechts een jaarlijks opnieuw gekozen secre tariaat op nahouden, dat den wil der meer derheid uitvoert. Zij zijn machtig in het Noorden, de Allemanisten in het Oosten van Frankrijk en te Parijs. Behalve deze drie partijen zijn er nog tal rijke, reeds met een enkel woord genoemde onafhankelijke" socialisten; mannen die aan het Boulangistisch kabaal hebben meegedaan, gewezen radicalen, enz. Tot hen behooren bekende figuren als Jaurès en Millerand. Voor hun herkiezing behoeven zulke schismatici meestal niet beangst te zijn, omdat deze pleegt te liggen in de hand van het verkiezingscomitédat hen in de Kamer bracht, en hun eenige zorg dus is, dit comiténaar hun hand te zetten. Nu kan het wel niemand's bedoeling zijn, aan te toonen, dat in Nederland ook een dergelijke versnippering der sociaal-democratie is te verwachten; veel minder nog, haar aan te bevelen. Maar wel is er reden om met den toestand in Frankrijk voor oogen, niet te vast te gelooven aan een onmiddellijk ver dwijnen van de zoogenaamde revolutionairsocialistische partij in Nederland, zoodra, na de invoering van Van Houten's kieswet, de parlementairen optreden als de veroveraars van de politieke macht voor de sociaaldemokratie. Dat er een wijziging zal komen van taktiek, mag wel als vaststaand worden aangenomen; maar wij zijn nu eenmaal een volk van club jes. Eigenbelang, heersch- en eerzucht, en een merkwaardige liefhebberij in het berijden van stokpaardjes, maken het tot stand komen van een groote partij bijna een onmogenlijkheid; en de Prinzipienreiterei, de zucht tot theologiseeren, is bij onze werklieden precies even sterk, als bij de oudere politieke partyen. Het komt misschien eenmaal zoover, dat zij in n slagorde optrekken tegen den gemeenschappelijken vijand, maar grijsaards zullen dat niet meer aanschouwen. F. M. C. Een figuur uit de vrouwenbeweging. Mevrouw Jeanne Schmahl is een geleerde en een apostel. Zij strijdt sedert vijftien jaar, met onvermoeiden ijver, voor de verovering der vrou wenrechten. Zij heeft de Acant-Courricre gesticht, het orgaan voor deze propaganda. Zij heeft den afgevaardigde Goirand op het denkbeeld gebracht, een wetsontwerp dat aan de vrouw het recht toekent, »om uit de hand van den patroon het geld te ontvangen dat zij zelf heeft verdiend, en erover te beschikken zonder bijstand van den man". Zij heeft de inertie der wetgevers weten te breken, en heeft een theorie opgesteld over de evolutie der vrouw door alle eeuwen heen, in het heden en in de toekomst. Zij is zeer dapper, maar zeer voorzichtig; de groep harer volgelingen wint met den dag aan invloed, en gehoorzaamt blindelings aan haar impulsies. De overige »groote feministen" verafschuwen haar en behandelen haar als een eerzuchtige. Zij geeft voor minachting minachting terug. Ziehier wat zij verhaalt over de geschiedenis en de kansen van het ontwerp Goirand. Het is, gelijk de lezer weet, door de Kamer aangenomen. »Wij zijn voor den Senaat. Ik hoop dat wij binnen een maand of drie de zege zullen hebben be vochten. Maar dan moet er geen enkele kink in den kabel komen. Waarlijk, het is geen sine cure, het in beweging brengen van onze parle mentaire machine ! Eerst waren de Kamerleden vijandig gezind. Zij moesten een voor een worden overgehaald." Jaren lang, wanneer iemand aan mevrouw Schmahl werd voorgesteld, vroeg zij : »Kent gy een Kamerlid ?" En als het antwoord bevestigend was, voegde zij er bij : »Wees dan zoo goed en geef mij een woord van aanbeveling voor hem." Dan zocht zij hem op, en liet niet van hem af, vóór hij aan zijde gtond Zoo won zij honderd vijftig stemmen, en dezen sleepten de anderen mede. Op dezelfde w^jze wordt nu de Se naat bewerkt. De senatoren zijn welwillende en zachtaardige lieden, maar zy drijven den eerbied voor principes tot in het bijgeloovige, en velen van hen vreezen, dat het ontwerp Goirand het gezag van den vader zal verzwakken. De afgevaardigden hadden hetzelfde bezwaar en hebben dan ook de voorwaarde gesteld, dat de onwaardigheid van den vader moet zijn gebleken. Mevrouw Schmahl acht dit met de eene hand terugnemen, wat men haar met de andere heeft gegeven. In negen van de tien gevallen zal de vrouw de moed missen, om de hulp van den rechter in te roepen. Zij weet voorbeelden aan te halen, even erg als onze Cath. Alberdingh Thijm er in het Weekblad mededeelde, en erger. De vrouwen in het algemeen verzetten zich niet tegen het streven dezer propagandiste, maar de vrouwen der vrouwenbeweging maken het haar zeer moeilijk. Zij heeft Par\js verlaten op het het oogenblik dat het feministencongres er bijeen kwam. Van de coëducatie, van de gelijkstelling van man en vrouw voor het bekleeden van open bare betrekkingen, van vrouwenkiesrecht, wil zij niets weten. Daarvoor is het nog bij lange na de tijd niet! De moeilijkheid van het oogenblik voor de vrouw is volgens mevrouw Schmahl deze, dat zij niet weet, of zij zal gaan trouwen, of zelf haar levensonderhoud zal moeten verdienen. Haar op voeding moet dus op twee mogelijkheden zijn berekend. In Engeland breidt de derde se.rc zich met verontrustende snelheid uit. De derde sexe, dat zijn jonge meisjes die van den teedersten leeftijd af al te veel hebben wielgereden, football, cricket, lawntennis gespeeld en zich aan andere mannelijke uitspanningen hebben overgegeven. Haar armen en kuiten zijn sterk, maar ten koste van wat de klassieke schoonheid van Venus Callipygos uitmaakt. Zij hebben geen heupen, geen hals; zij vormen zich zeer laat en zeer slecht; zij zijn onge schikt voor het moederschap en missen geheel en al het cachet, dat miss Helyett haar populari teit bezorgde. Zij maken den indruk van vaag volgroeide, haastig opgeschoten jonge mannen, en om die gelijkenis te volmaken, dragen zij het haar kort, stijve boorden, vesten en nauwslui tende rokken. Het is leelijk, maar het is mode, en zijn er trotsch op, dat het zoo is Mevrouw Schmahl kan weten wat zij zegt, want zij is Engeland opgevoed. Nieuwe persprocessen in Duitschland. De redacteur en uitgever van de DctittscJie Gürlnerzeitiiiifj werd veroordeeld tot een geld boete van 5 Mark, omdat de naam van den verantwoordelyken redacteur niet in zijn blad was te vinden. Hij verdedigde zich met het dreige ment, dat zoo hij werd veroordeeld, een lange rij van gelijksoortige processen zou moeten volgen, en na het tegen hem gewezen vonnis koos hij uit een aantal van de meest uiteenloopende organen, die zich aan hetzelfde verzuim hadden schuldig gemaakt, het jongste nummer van de Münchener Flief/ende Bliitter, en reikte dit aan de recht bank over, tengevolge waarvan deze gedwongen is ook dit blad te gaan vervolgen. Daarna komt nummer drie, dan nummer vier, en zoo vervol gens. Het perspioces kan het nog ver brengen ! Inhoud van verschillende bladen. Het Handelsblad. 11 Juli. De plaag der scho tlexatnens." 12 Juli. lloeion." Het Amerikaansche moeran." 13 Juli. De werkstaking dt-r glassliipe-rs te Maas tricht", T, door Mr. J. Kruseman, 14 Juli II (slot). 10 Juli. Belasting op staatsschuld." De uit voerrechten in Indie." Atjeh." 17 Juli. l : l(i." ..China in Holland." De Standaard. 10 Juli. Exceptie". 13 Juli. Edelen". 15 Juli. Oneerlijke concurrentie" I. De Tijd. 10 Juli. Goede berichten uit lialiü". 11 Juli. De radicale stakoravrienden." 13 Juli. Allard Fierson in de Gridd herdacht", door l'r. A. van Kerkhof)', o. c. 14 Juli. Over de Munt-quaestie" VIII. 15 Juli. ,,Na do Belgische verkiezingen" I. 1G Juli. II islot). Het Centrum. 7 Juli. Encycliek over de een heid der kerk," III, l Juli IV, 'J Juli V, 10 Juli VI, 11 Juli VII, 12 Juli VIII (slot). A m s t. C r t. 10 Juli. Onder de vroede mannen." Do Nederlandsche Staatsschuld". 11 Juü. Prof. Winkler's ontslag." 14 Juli. Tegen het hcilslegery" 15 Juli. Nederlandsche Gas-ingonieurs aan het werk." 1G Juli. Prof. Winkler's ontslag." II e t Nieuws v. d. Dag. 10 Juli. Tweeërlei moraal,'' door L. (onderzoek naar hst vaderschap.) 11 Juli. Na het eindexamen H. B. S.", door dr. A. Halberatadt, te Leeuwarden. 13 Juli. Eeu letterkundige schat," door M. S. 16 Juli. Het transport van gewonde eu zieke mili tairen in Indië," door Sie Pandjang. De T e l e g r a a f. 14 Juli. Noord-Holland en de Jenever" III, door Th. W. v. d. Woude. 15 Juli IV (slot;. N. E o 11 e r d. C r t. 10 Juli. Kolonel Stemfoort." 12 Juli. Praeadviezen over het pachtcontract". I, 14 Juli II, (slot.) De Maasbode. 10 Juli. Bondgenootschap", I. 11 Juli, II. 12 Juli. Do daling der prijzen". Onze mar telaren". 14 Juli. lledaction eu Afgevaardigden." 15 Juli. Overdrijving.1' Hot V a d e r l a n d. 12 en 13 Juli. Het Burger lijk Wetboek ginds en hier." H a a g s c h Dagblad. 12 en 13 Juli. Staatskuudig overzicht der week." 14 Juli. Een kwestie van gevoel, maar ook van orde." L" t r. Dagblad 12 Juli. Souvereiniteit" i. 15 Juli, Een kunstenaars-iiaklauk". Arnh. C t. 10 Juli. Fataliteit." 11 Juli. Een pleidooi voor de doodstraf door oeu tegenstander." 13 Juli. De Eerste Kamer en de kieswet." 15 Juli. Vijftig jaar spoorwegen." U ziek In aansluiting aan mijn vori? artikel, wil ik thans nog iets over de uitvoering van De Tempe liers zeggen, welk werk veel succes had bij een zeer talrijk publiek. De muziek van Bouman klinkt aangenaam en is over het geheel vloeiend en praktisch geschreven. Men kan deze muziek zonder inspanning volgen en op veel plaatsen toont de componist dat hij gevoel heeft voor stemming en kleur. Wel zijn die in den regel te weinig volgehouden of ontwikkeld en zon men, zoowel wat schildering als wat instrumentatie betreft, gaarne meer climax wenschen,omdat de belangstelling ouder het luisteren nog wel eens verflauwt, doch het libretto is van dien aard dat het zeer weinig geschikt is een com ponist te inspireeren, en het is mij niet recht dui delijk wat de heer Bouman in dezen tekst wel gezien heeft. Ook heb ik bezwaar tegen het geven van een lijst van hoofdmotieven in dezen vorm, die verwach tingen opwekt die niet vervuld worden, want van. eene consequente of logische ontwikkeling van die motieven is niet al te veel sprake. De Heer Bouman heeft dit werk meer in den ouderen stijl gecomponeerd, waar het libretto ook aanleiding toe gaf. De Tempeliers is echter de eerste opera van dezen componist en dus kan men moeilijk verlangen dat dit werk in alle opzichten iets geeft dat geheel voldoet. Het is alleen als proeve te beschouwen. En als zoodanig heb ik den indruk gekregen dat zoodra Bouman een beteren tekst ter zijner be schikking zal hebben ik vermeen dat zulks het geval is en hij op grond van de ervaring, nu opgedaan, meer innig verband tusschen woord en toon zal weten te brengen, hij een werk zal kun nen geven dat onze dramatische kunst ten goede kan komen. Ik zon het jammer vinden mijne opmerkingen te verzwijgen, want deze componist verdient serieus besproken te worden, doch het behaalde groote succes dat ook mij veel genoegen deed mag geen oorzaak zijn dat verzwegen wordt wat ik zwak vind in dit werk, en daar dit nog meer de algemeene muzikale behandeling raakt dan alleen de details, heb ik mijualgemeenen indruk vooropgesteld. De handeling is even weinig boeiend als de verzen, die soms iets ongewild komisch hebben en dit voorzeker is niet geschikt een componist het hoogste te doen geven wat hij geven kan. De uitvoering was beslist f oed te noemen. Onder leiding van den componist marcheerde bijna alles zeer vlot. Vooral heb ik met genoegen het Goudsche koor gehoord, dat een zeer goeden, soms schoenen klank ontwikkelde en met veel juistheid en intelligentie de koorfragmenten vertolkte. Het Utrechtsche orkest van den heer Hutschenruijter hield zich uitstekend en verdient onverdeeld geprezen te worden, wat de muzikale interpretatie betreft. De solisten, Mevr. Engelen?Sewing uit Amster dam en Mej. Hanau uit Utrecht, hebben hare partijen evenals de heeren Orelio, CJrlus, Dijker, van Duinen en Spaanderman de hun toebedeelde rollen met veel toewijding en ieder naar de kracht van hare of zijne gaven vervuld. Bij allen bleek het streven, dit werk zoo waardig mogelijk te vertolken. Dit nobele streven, de groote belangstelling van het publiek en vele kunstenaars voor een nieuw Nederlandsch toonwerk, de toewijding van de Goudsehe Commissie, die het plan op zoo uitstekende wijze verwezenlijkt heeft, is een schooue bladzijde in ons muziekleven, en bewijst dat men meer belang begint te stellen in ons scheppend streven, en dat is voorzeker het krachtigste middel om in de toekomst een nationale muziek te verkrijgen, want wie heeft moed te blijven scheppen wanneer hij overal twijfel of onverschilligheid ontmoel, en wanneer men vooraf geneigd is te veroordeelen omdat het een Hollaudsch werk is. In dit opzicht hebben wij zeer veel aan het initiatief en den invloed van de Ned. oonkunsteiiaarsvereeuiging te danken en daarom was het niet meer dan natuurlijk dat het bestuur van die Vcreeniging thans ook acte de présencc gaf en den componist bij monde van den heer Heinze hulde bracht voor zijn streven in het belang van onze niuzikaal-dramatische kunst en hem tevens een fraaieu lauwerkrans overhandigde. Het is even natuurlijk dat de commissie en het koor den componist met kransen huldigden, doch deze beide lichamen hebben den schoonsteu krans gevloch ten, door de wijze waarop zij aan dit feest (want dit was het) luister hebben bijgezet. En het indirect voordeel van dit concert is, dat men te Gouda nu heeft kunnen ervaren hoe men ook in kleine plaatsen uitvoeringen kan geven, die den toets der kritiek kunnen doorstaan wanneer alle krachten zich verecnigen tot n doel en hun taak met zooveel liefde volbrengen. Eendracht maakte ook daar Macht. De nieuwe directeur van de Orkestschool alhier heeft het goede voorbeeld van zijn voorganger (sedert een paar jaar gegeven) gevolgd en niet alleen de einduitvoering doch ook de examens voor belangstellenden toegankelijk gesteld. Ik heb de vorige jaren van die gelegenheid gaarne gebruik gemaakt en daardoor was ik in staat een indruk \veertegevcu van de wijze waarop het onderwijs aan die instelling gegeven wordt en met groote waardeering daarvan melding te kunnen maken. Door zenuwachtigheid toch kunnen de leerlingen, wanneer zij voor een talrijk publiek komen wel eens zóó ongelukkig spelen of zingen, dat men vaak ten onrechte een bepaald ougunstigen in druk van het onderwijs in die vakken krijgt. Op de examens heeft men meer gelegenheid te zien oj> welke 'wijze het onderwijs gegeven wordt ui. hoe de technische ontwikkeling wordt behandeld,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl