Historisch Archief 1877-1940
No. 995
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
VOO El DAMEjS.
Parus.
in.
(SAINT.LAZAKE).
Ik zag, ik zag, wat jij niet zag; dat herin
nert het bekende kinderkamerspel. Welnu, mijn
gedachten gaan op dit oogenblik in die richting
en loopen tot het andere uiterste: het graf. Ik
denk aan de vrouw, en wat er van haar kan
worden bij misdeelden aanleg of ongunstige om
standigheden. Wat ik daaromtrent te Parijs waar
nam, gaat samen met de wetenschap, dat al heel
weinig niet-officiëele personen, in ieder geval geen
enkel Nederlander, zoomin man als vrouw, dit
zagen en naar alle waarschijnlijkheid ooit zullen
te zien krijgen de vrouwengevangenis
SaintLazare.
Door het Comitévan het feministen-congres
had de directeur zich laten vermurwen om, tegen
alle gewoonten in, genoemde gevangenis voor be
zoekers toegankelijk te stellen. De permissie
luidde: tien dagen achtereen zal aan een tiental
vrouwen slechts vrouwen, geen mannen om
3 uur 's middags gelegenheid gegeven worden de
gevangenis te bezichtigen." Aan belangstellende
congresleden. ontbrak het niet.
Saint-Lazare is een eeuwenoud gebouw. Dit
eene bijvoeglijk naamwoord karakteriseert eigenlijk
reeds ten volle alles wat uiterlijk en indeeling
aangaat. Eeuwenoud is voor publieke gebouwen
dikwijls ook voor particuliere synoniem met
dikke muren, kleine vensters, steile trappen, on
regelmatige indeeling ; in n woord : somber tot
akelig wordens toe.
AI het genoemde vindt men te Saint-Lazare en
is oorzaak, dat er telkens opnieuw stemmen op
gaan tot de Regeering, verzoekende dit gebouw
te slechten, te slechten tot den grond toe. Er
bestaan echter nog andere grieven tegen haar en
deze reiken verder dan het metselwerk zij raken
de daarheen verwezenen.
Ontbreken in deze gevangenis de cellen niet,
toch is zij geen cellulaire inrichting, en dient als
boetplaats hier raken wij het teere punt
voor overtreedsters van alle soorten en graden.
Voor de manlijke misdadigers bestaan verschillende
gevangenissen : zij worden te eener of te anderer
plaatse achter slot en grendel gezet al naar den
aard en zwaarte van het misdrijf geen politiek
misdadiger wordt tot dagelijkschen omgang ge
dwongen met moordenaars of inbrekers. Waarom
dan tusschen de vrouwelijke ook geen onderscheid
gemaakt ? Dat het zeer goed kan, bewijst b.v.
ons land, waar te Gorinchem een strafgevangenis
is voor vrouwen, veroordeeld voor levenslang, of
tot tijdelijk voor meer dan vijf jaar; te Oestgeest
een Rijkswerkinrichting voor vrouwen onder toe
zicht gesteld wegens bedelarij of landlooperij; te
Montfoort een Rijksopvoedingsgesticht voor meisjes.
Waarom niet? terwijl daar bovendien een talrijke
schare wordt veroordeeld, en niettemin met den
nek wordt aangezien, ook wel ten onrechte, door
velen van haar, die zich voor den strafrechter
hadden te verantwoorden. Het zal wel gemaks
halve wezen en omdat de overheid heimelijk denkt:
»'t Geldt maar vrouwen; met haar behoeft men
zooveel omslag niet te maken." Ik dacht juist
dat vrouwen gekenmerkt worden, dikwerf tot
brandmerkens toe, voor gevoelig; in dit geval
alzoo afwezigheid van sentiment te onderstellen,
gaat niet aan. En dat het aldus ook werkelijk
niet zoo is, wordt nader bevestigd door een stukje
levensgeschiedenis van een vrouw, wier stijl doet
vermoeden welken weg zij bewandelt om als
volksredenaarster blijvend ingang te vinden.
Neen, ik ben niet met u en de andere dames
van liet congres Saint-Lazare gaan bezichtigen.
Voor mij was dat niet noodig; niet doordien ik
deze gevangenis, of andere, als bezoekster heb leeren
kennen, o neen! maar omdat ik er zelf in opge
sloten ben geweest. Ik weet bij ondervinding, hoe
men zijn keel als toegeknepen gevoelt, wanneer
men die zware ijzeren deuren achter zich hoort
toesluiten; ik ken het afschuwelijke gevoel, geschei
den te zijn van het leven, de bezielde wereld, zijn
verwanten en allen, die men lief heeft!
Ik heb gevangen gezeten, zelfs meer dan eens,
want waar het plichtgevoel spreekt, daar heeft men
elk leed te trotseeren. Ik ben meermalen van mijn
vrijheid beroofd geweest, maar altijd voor politieke
misdaden; en men sloot mij op, waar ik verplicht
was tot een weerzinwalgend samenzijn met haar,
die de schandvlek zijn onzer menscliheid.
Al het afschuwelijke van het vervoer in den
gevangeniswagen, leerde mij de ervaring; ik ken
de aanraking van de vrouw, belast met het onder
zoek of een zoo even veroordeelde ook een mes,
schaar, dan wel eenig geld tusschen haar kleeren
heeft verstopt. Dan het binnengeleid worden in
de werkplaatsen en slaapzalen, aangegaapt door
vijandelijk gezinde bewaaksters en medegevangenen,
bijna altijd boosaardig nieuwsgierig. Sympathie
wekken of gevoelen komt zelden voor in de ge
vangenis, en zoodra de veroordeelden bemerken,
dat ge niet zijt een van haar soort, keeren zij u
den rug toe ? gelukkig. Ik toch was een staat
kundige misdadigster; de andere gevangenen stelden
mij bijgevolg in quarantaine; schuwden mijn om
gang, waarvoor ik ze, ik moet het erkennen, hoogst
dankbaar was. Dat belette natuurlijk niet, dat ik,
als zij, tegenwoordig was, wanneer er telkens op
nieuw veroordeelden werden binnengebracht,gillende,
lachende of tartende geluiden, makende. Enkelen
weenden, maar zij vormden de uitzondering en
men zag de trekkingen van het arme wezen, verplet
als ze was door onze overweldigende gerechtelijke
en maatschappelijke organisatie. Zoodra de gendarme
of politie-agent zijn hand op uw schouder legt,
zeggende: //ik arresteer je," is het uit, is men zich
zelf niet langer, zelfs geen menschelijk wezen meer,
niets; ja toch, een vogelvrije, een willoos ding,
dat op commando van een commissaris of
rijksveldwachter heeft te loopen of te staan, al naar
het hem invalt.
Ik heb dat alles terdege te Rijssel ondervonden,
twee en een half jaar geleden bij de werkstaking,
toen de bekende gendarme B. mij arresteerde om
mij te beletten een toespraak te houden; ik her
inner mij, hoe ik hem toevoegde, misschien wel
wat norsch: laat me los! hetgeen hem deed zeggen,
dat ik hem beleedigd had, waarop hij mij
voorloopig in het gemeentehuis opsloot en mij toen
naar zijn chef bracht, zeven kilometer daar vandaan.
Het was 's avonds 9 uur en ik kon haast niet
verder van moeheid. Ik vroeg hem om een rijtuig
te nemen, dat ik zou betalen, maar hij wilde niet
daarin treden. Kijk m' eens aan," zeide hij, //ze
gaat kunsten verkoopen; je gaat te voet, zoo goed
als wij, en daarmee uit."
En ik moest de zeven kilometer te voet afleggen
in den regen en door den modder 'k weet zelf
niet, hoc ik er gekomen ben.
De dagen, die ik toen in de gevangenis te Rijssel
heb doorgebracht, zijn afschuwelijke dagen geweest,
want de vrouwengevangenis was dicht bij de kinder
gevangenis, en ik hoorde duidelijk de arme kleinen
huilen, opgesloten in dat hol. Een schreeuwde
altijd door: moeder, moeder," met een zoo wee
klagende stem, dat mijn hart er van inkromp. Den
geheelen nacht hielden die klaagtonen aan; o, die
aandoenlijke kinderstem weende om haar moeder....
Te Marseille, waar ik vier maanden gevangenis
straf onderging, omdat ik op straat een manifestatie
had op touw gezet, leed ik misschien minder, want
daar hoorde ik geen kinderen schreien; ook niet
tijdens de dagen van voorloopig arrest.
Wat den leefregel der gevangenissen betreft,
deze is overal dezelfde: om 6 uur, om 8 uur naar
bed, een zeldzaam hard bed en lakens van zoo
grof weefsel, dat er geen plooi in te krijgen is.
Het voedsel bestaat uit: 's morgens een pond bruin
brood; om 10 uur een napje soep en om vier uur
een bakje fijngewreven aardappelen met rijst of
gezouten boonen, zonder eenig vet of boter. Die
kost, hoe akelig ook, deed mij niet het meest
lijden; neen, het hardst viel mij de houding
deivrouwen, met wie ik moest samenzijn.
Ach, die ongelukkigen, die ongelukkigen ! welk
wonder zal er niet moeten gebeuren om haar op
het rechte pad te brengen !
Nadat de vriendelijk voorkomende directeur ons
het een en ander verteld had omtrent den omgang met
de gevangenen, kregen wij van hem geen ander
bevel, trouwens in den vorm van een verzoek tot
ons gericht, dan onder geen voorwaarde of voor
wendsel, tegen de veroordeelden te spreken.
Geheel onder deu indruk van het oogenblik volg
den wij zwijgend, of zacht fluisterend, onzen ge
leider door de vele en lange gangen, waarop de
deuren der cellen en der pistoles uitkomen. Als
de anderen, wierp ik een blik door eeaige der
cipiersgaten, tersluiks als school er meer misdaad
in te gluren dan te kunnen begluurd worden. De
cellen zijn steeds voor een of drie ingericht, nooit
voor twee. In enkele bevindt zich een soort van
kacheltje met wat keukengereedschap; een vrouw
daarnevens; ze heeft een kind op haar schoot of
't ligt in een kribbe 't is ziek. En omdat het
ziek is, heeft de moeder hier haar potje te koken
voor haar en haar wicht, om mogelijke besmetting
te voorkomen.
Het verbod niet tegen de gevangenen te mogen
spreken, weegt velen zwaar. Ze hadden zoo gaarne
de uitgestootenen toegevoegd : //kom, kijk me toch
niet aan met een blik zoo woest, zoo vol argwaan,
of als der meesten vol bijtenden spot. Ik
zie niet uit de hoogte op je neer; ik zou je zoo
gaarne helpen, als ik maar kon en wist hoe."
//Waar bevinden zich de vrouwen, die voor pers
overtreding, of politieke misdaad zijn veroordeeld" 'i
vraagt een der bezoeksters. Die ziju er op dit
oogenblik niet, ze komeu zelden voor," antwoordde
de begeleider,//maar zijn ze er, dan worden ze in de
cellen gesloten, of en hij gaat trap op trap af
tot wij staan aan 't begin van een gang, die als
twee druppels water gelijkt op de wilde
dierengallerij in Artis of in de menagerie." Te groot
de verbazing dan dat zelfs een kreet kon ont
snappen : de bezoeksters kijken elkaar aan als om
te vragen: hooreu we goed ? De cipier vervolgt:
Eertijds werden in de getraliede cellen zoo
zwaar getralied als gold het verwoede leeuwen en
tijgers de meisjes opgesloten, die door hun ouders
of door de politie opgezonden werden ter verbete
ring." Had de verbazing der bezoeksters niet reeds
haar grenspunt bereikt, zij zou nog in omvang
zijn toegenomen ; thans was dit onmogelijk. Ouders
kwamen er vrijwillig toe hun dochters te laten
opsluiten in een wilde beestenkooi, en dat ter ver
betering, groote goden!
Ik moet onder het schrijven van dit stuk telkens
afbreken. Zoodra ik hetgeen ik toen zag cu dacht
mij voor den geest riep, overvalt mij weer dat
vreeselijke gevoel. Alles was opeens ziek iu me;
ik dacht ineen te zakken. Maar neen, dat mocht
niet ?. 'k moest zien, ten einde toe zien, en ik bleef
op de been.
Dit gedeelte van de gevangenis verlatende, gaan
de bezoeksters langs een open plaats door jonge
boomen en licht hekwerk iu rijen gedeeld. .De
veroordeelden zijn aan 't wandelen; ze loopen op
eeii paar pas afstands achter elkaar met lusteloozeu
gang. Spreken is streng verboden en hier uiet wel
mogelijk zonder dat het bemerkt wordt. Zij, die
tot 20 jaren of langer zijn veroordeeld mogen nooit
spreken, tenzij een der over haar gestelden het
woord tot haar richt, wordt ons gezegd, inaar tevens
daarbij verzekerd: maar ze doen het niettemin
toch wel." Waartoe een verbod, dat men niet hand
haven kan of wil werkt dat soms opvoedend r
(Slot volgt}. EIJSE A. HAICIHÏOX.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinn
iiiiiiimiiiiimiiii
Garden-partics, Ken troiissctiu. Mrs.
Reecher Stoice. Dr. Allebé.
Kanter2>lcmten. Besscnyelci.
Het saizoen te Parijs heeft dit jaar veel langer
geduurd dan vroeger, en dit zal volgende jaren
ook wel het geval zijn, zoolang de mode der
yarden-parties duurt. De eigenaars der oud- of
jong-aristocratische hotels en de geldwereld, die
in de buurt der Champs-Elysées woont, willen
wel eens laten zien, dat zij bij hun vorstelijke
woningen ook mooie en kostbare tuinen hebben;
ook de ambassades zyn meestal in het bezit van
een vrij groot terrein. Een garden-party te
kunnen geven is dus gewoonlyk een teeken van
antieken familie - rijkdom; men verzuimt niet gaarne,
daarvan bewijs te geven. Op het Elysée heeft Mad.
Felix Faure verleden Zondag een schitterende ma
tinee dansante gegeven; in dezelfde week waren de
benedenverdiepingen van twee groote hotels op den
boulevard de La Tour Maubourg, dat van baron
Reille en dat van zijne schoondochter, barones
Andrée Reille, voor eene gardenparty ingericht.
De hotels grenzen aan elkaar, men had ze met
elkaar in verbinding gebracht; de versiering
bestond vooral uit reusachtige geurende rose
pioenen, echte decoratieplanten; salon en vesti
bule waren met geheele bosschages daarvan bezet.
Voor den cotillon had men als slotfiguur een
sportkar vol bloemen, gemend door een
gecostumeerden aap en getrokken door een grooten buldog,
den lieveling van de vrouw des huizes.
Het Parijsche saizoen wordt overigens, evenals
het Londensche, zeer beperkt in tijd. De winter
wordt door de hiyh-life doorgebracht te Nice, de
vastentijd te Rome, de Paaschvacantie met de
kinderen op een buitenplaats, Juli en Augustus
aan het strand, September en October op een
kasteel met bosschen waar gejaagd wordt;
zoodat Parijs alleen de leemten aanvult en als eigen
lijk saizoen alleen de maanden Mei en Juni
overhoudt.
* *
Voor den trousseau van prinses Mand van Wales, )
die den if3sten met prins Karel van Denemarken '
zal trouwen, heeft men getracht, alles zooveel
mogelijk in Engeland te laten maken. Het
bruidskleed, ivoorwit satyn, is te Spitaltields
geweven, en door Mesd. Berthéet Yoe,
Somersetstreet, uitgevoerd. De rok is omzet met een
dubbele ruche van wit mousseline chiffon,
waartusschen een rand van oranjebloesem, jasmijn
en myrten; de sleep is 4i/8 yard lang. Het
corsage is van gevouwen sa*~jn, met breed cein
tuur van zilver, brillanten en zilveren sequins ;
het corsage is voller dan gewoonlijk met bloemen
en chiffon versierd, ook de mouwen zijn wijde
doffen van chiffon met bloemen. Volgens de
gewoonte van koninklijke bruiden, is het gede
colleteerd en met korte mouwen.
Er zijn dozijnen andere japonnen naar
Marlborough House gebracht; naar de beschrijving
schijnt de prinses veel van zilveren sequins te
houden, men vindt die ook op een wit satijnen
soiréejapon met borduursel Louis XVI en op
verschillende andere japonnen weer. De bewuste
soiréejapon, gedecolleteerd, heeft groote revers
van zwarte tulle, met brillanten overstrooid, en
strikken, ieder in het hart versierd met een
paarlen rozet, omgeven door zilveren sequins.
Over 't geheel heeft de prinses een
weelderigen smaak; allerlei japonnen zijn met cein
tuurs van juweelen, met randen van goudkant
en paarlen, met point de Venise, point de
Bruxelles, met drie of vier kleuren bijeen. Een aller
liefst japonnetje (»a dainty little dress") van
geglaceerde rose-mauve zijde heeft een berthe van
point d'Alen^on met brillanten, topazen en
amethysten erin; een »koel en licht" kleedje van
neteldoek, heeft application van geborduurde
marguérites op blauw satijn; een wandeljapon
van drap de Venise heeft een plastron van
rose en mauve cLangeant met bloemen van
amethysten en kettingsteek-goudborduursel, ter
wijl het corsage verder uit pensee-purper fluweel
met rijen van gouden sequins bestaat, met gou
den ceintuur.
Een mooie afdeeling vormt ook het bont. Van
hare moeder, prinses Alexandra, heeft de bruid
een kostbaren ronden avondmantel van purper
fluweel gekregen, geheel met sabelbont gevoerd
en met groote kraag en voorrand van het kost
baarste Russische sabelbont. Onder het bont
zijn kleine vingerzakjes aangebracht, zoodat de
draagster de voorzijde gemakkelijk over de borst
bijeen kan vatten, en een weinig figuur kan houden.
De flets-costumes van de prinses hebben van
onderen kleine zakjes, waar men stukjes lood in
knoopt voor het neerhangen ; bij het af borstelen
wordt bet lood er uitgenomen.
Met de beschrijving en afbeelding der tallooze
tea-gowns, blouses, capes, ruches, sportcostumen,
hoeden, mutsen, amazones, jacquettes, covert-coats,
vesten, dan schoenen, handschoenen, zakdoeken,
waarvan een aantal met zwart Valenciennes, (wat
heel nieuw is, en niet als rouw bedoeld) kousen,
slobkousen, enz. vullen de Engelsche bladen
kolommen; de lijst vam de huwelijkscadeaux zal
niet minder lang zijn.
De vorige week is de vrouw gestorven die het
grootste boeksucces der eeuw heeft gehad, mrs.
Beecher Stowe. lrnclc Toin'x Ci/hhi was iets
anders en machtigere dan een litterair succes;
het was eene daad; het handschrift van de
Amerikaansche heeft niet minder belangrijke ge
volgen gehad dan de opheffing van het edict van
Kantes of de ukase van Alexander I over de
lijfeigenschap, liet verscheen in 185:2, eerst als
feuilleton, en trok zoo weinig de aandacht, dat
de schrijfster zelfs geen uitgever kon vinden, om
het als boek te doen verschijnen. Vijf jaar later
waren er een half millioen exemplaren van ver
kocht, alleen in de Vereenigde Staten. Het is
in alle talen vertaald, tot in het Arabisch en
Chineesch.
Mrs. Harriet Beecher Stowe had vóór dien
tijd en heeft ook na dien tijd tal van boeken
geschreven ; de meeste zonder veel succes; maar
haar kreet van verontwaardiging, die toen over
de heele wereld klonk, doet ons nu nog, als wij
het boek openslaan, rillen, ofschoon de slavernij
sinds zoolang tot het verleden behoort.
De schrijfster was sedert een aantal jaren
kindsch ; zij is nu in haar vijfentachtigste jaar
te Hartford in Connecticut gestorven. Zij was
de zuster van den beroemden kanselredenaar
Ward Beecher.
Zelfs beroemde boeken kunnen niet zoo dik
wijls herdrukt worden als de oplage uitgeput is.
Jaren lang is er gezworen bij Dr. Allebé, De
ontmkkdiwf van het kind n<utr lichaam en t/eest,
maar nu de uitgevers er een zevenden druk van
wilden geven, hebben zij toch ingezien dat het
een en ander in de beschouwingen van de auto
riteit verouderd was en het herzien aan een
jongeren arts opgedragen. Met deze nieuwe
bewerking heeft zich belast Dr. Kooperberg te
Leeuwarden ; hij heeft de gehsele indeeling en over
't geheel het geheele aantrekkelijke boek van den
gemoedelijken ouderen dokter behouden; alleen
hier en daar is wat gesupprimeerd, veranderd of
ingelascht. Vooral omtrent de kunstmatige voeding
is men tot andere methodes gekomen en dr. Kooper
berg heeft een geheel nieuw hoofdstuk over de
keus van baker of verpleegster erin gevoegd,
waarin natuurlijk op het groot belang van
antiseptische voorzorgen nog veel meer dan vroeger
de aandacht gevestigd wordt. Het boek zal, zeker
ook wel om den hartelijken toon van den ouden
dokter, die behouden bleef, weer een welkome
raadgever voor jonge moeders blijken.
* *
*
Als planten om bloemenhangers te vullen
worden de volgende aanbevolen :
Tradescantia viridis (zebrina) die de warmte
van de kamer heel goed verdraagt, en niet veel
licht noodig heeft.
Selaginella caesia, (mos) met staalblauw blad,
zeer decoratief, met veel ranken; vooral geschikt
om in platte schalen te planten, omdat de wortels
in de breedte groeien.
Aspurugus sprengeri (sier-asperges), een fraaie
hangplant, wier jonge spruiten, zoolang ze nog
geen bladen hebben, naar boven gaan, maar ai
spoedig in elegante bogen naar beneden groeien.
Zij verlangt in de zomerlucht en zon, veel water
en voedzame aarde; in den winter een koele
standplaats. In warme, droge, kamertemperatuur
laten ze reeds na weinige dagen de bladeren
vallen, maar aan de buiten gegroeide en daar afge
sneden en gedroogde stengels blijven ze zitten,
men kan deze dus in vazen zetten, ze kleuren
of vergulden en er lang genot van nebben.
MyrnopMllnm us)>arayoides een duurzame,
sierlijke slingerplant voor de kamer. De blaadjes
lijken op myrtengroen, de bloempjes rieken naar
oranjebloesem.
Fnchsia jirocuinbens, met kleine blaadjes en
bloempjes, maar rijk bloeiend.
Ficus stiptdata, nog weinig bekend,
groenblijvend, taai en elegant.
Vmyaria indictt, de kameraardbei, met gele
bloesems en een soort aardbeivruchten, die in
den winter verschijnen en heel aardig staan.
Lotux pélwrliynchus, een heel mooie plant, met
grijsgroene overhangende ranken, aan wier eind
in Mei bloedroode bloesems in koraalvorm ver
schijnen; in een koele lichte kamer groeit zij
het best.
Othonnn crussifoliu, eene hangplat met kleine
dikke blaadjes; zij groeit ook in donkere, droge
kamers, zonder dat haar groen er minder t'riscli
om lijkt.
*
* *
Jiessem/elei. In Frankrijk, waar de kinderen in
plaats van boter meest conrituren of gelei op hun
brood krijgen, is men zeer op goede recepten
voor geleien gesteld. Het gewone recept is dit:
Men kookt een pond suiker met zes glaasjes
water tin perié(zoodat zij bij het koken ronde
opstijgende paarlpn vertoont, of, wanneer men
wat tusschen vinger en duim neemt en die opent,
de draad niet breekt), werpt dan zes pond
afgeriste bessen en een pond frambozen in deze
siroop, roert goed, tot ze driemaal opgeweld zijn,
en laat ze dan door een zeef gaan. Als de
vruchten goed uitgedropen zijn, zet men de gelei
weer te vuur, laat er weer driemaal een blaasje
op komen en doet ze in de potjes.
Van hetgeen op de zeef is blijven liggen kan
men nog bessenpudding of koekjes maken.
IScsscn(/elei fayon Har. Men rist de bessen af,
stoot ze niet lijn maar neemt de pitte» eruit,
met een ganzenschacht, en weegt wat men over
beeft. Men neemt per pond vruchten en sap
anderhalf pond suiker, en kookt die au perlé.
In die siroop giet men langzaam de bessen en
bij het eerste opkoken neemt men re van het
vuur ; vult dan met de schuimspaan ieder potje
half met bessen, en giet het verder met siroop
vol, maar beel voorzichtig, want de warme bessen
gaan gemakkelijk plat.
Daar de bessen boven komen, moet men ze
tot het stollen nu en dan onderduwen, en dan,
tegen het bederf, er een laagje gewone
bessengelei lauw overheen leggen.
lieden muniiclndc. Drie pond suiker wordt
dik gekookt en daarin vijf pond afgeriste bessen
geworpen; men laat het samen een half uur
koken en doet het in potjes. Dit is grover, maar
zeer goed op de boterham.
(recoii/ijle lessen. Men mengt een half glas
water en twee geklopte eiwitten; neemt dan
mooie rijpe trossen bessen, doopt ze m het
mengsel, rolt ze daarna in poedersuiker en laat
ze in de zon drogen. Ieder besje is dan als
met rijp bedekt, een pyramide daarvan staat
heel goed op het dessert.
Jii'sscngdei sond-er rum: Men neemt zeer rijpe
aalbessen, rist ze af, perst ze uit en voegt er
een vijfde frambozensap bij. Men voegt dan bij
het sap in een aarden pot evenveel gewicht aan
broodsuiker en roert het, ongeveer drie uur
lang, onophoudelijk; dan is de suiker wat opge
lost en kan men ze in potjes doen. Deze gelei
heeft een natuurlijker smaak dan de anderen,
maar men zegt dat ze minder goed bewaard kan
blijven ; men doet dus goed, maar kleine potjes
te nemen. E?e.
Correspondentie.
Het ingezonden stuk van L. II. A. D. zal do
volgende week geplaatst worden.