De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 2 augustus pagina 1

2 augustus 1896 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 997 DE AMSTEKDAMMEE A°. 1896. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Dit nummer bevat een Bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel büde Vijzelstraat, 542. Zondag 2 Augustus. Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post ? 1.65 Voor Indiëper jaar mailn 10.?? Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12' Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames per regel 0.40 INHOUD: VAN VEBRE EN VAN NABIJ: Monnikenwerk." Een reputatie, die heengaat, II, door Ennius. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Made in Germany", door P. M. C. MUZIEK: Wat men aan kritiek heeft. KUNST EN LETTEREN: De Prixde-Kome te Parijs, door Th. Molkenboer. Deze Mauve mag niet het land uit, door J. H. S. Graaf Leo Tolstoï, Het koninkrijk Gods is bin nen in U, (slot), door L. H. S. FEUILLETON: Chiffons Huwelijk, naar het Fransen, van Gyp. XV. RECLAMES. YOOB DAMES: Vrouwen te wa pen l door Bertha van 't Sticht. Allerlei, door E-e. Jugend, door J. H. Schorer. Hooge troeven, van Louis Conperus, door Ch. M. van Deventer. INGEZONDEN. SCHAAKSPEL. VARIA. - AL LEELEI. Uit Utrecht, door Pietersen. Losse bladen uit m^'n Reisboek, IV, door Justus van Maurik. PEN- EN POTLOODKRASSEN. - ADVERTEN TIËN. Monnikkenwerk," Ofschoon wij en waarschijnlijk ook onze lezers, al ware het alleen maar om het voorrecht van hoogst-geplaatst en hoogstaangeslagen te zijn er prijs op zouden stellen, verkiesbaar voor de Eerste Kamer te wezen, toch, zitting te hebben in dat verheven college, is, dunkt ons, een twijfel achtige eer. Niemand immers kan er op gesteld zijn »monnikkenwerk" te verrichten; met een nieuwsgierig gezicht een onderzoek te doen naar den bekenden weg; de houding aan te nemen alsof men bezig was zijn zakken vol te plukken van een boom, die juist leeg is geschud ; zich in het zweet te werken door de tanden van den hark nog eens langs de streepjes te trekken, die pas de tuinman in de paden bracht. Dit moeten onze vijftig Eerste-Kamer-leden telkens doen. Wie denkt daar niet aan, als hij het afdeelingsverslag der Eerste Kamer over de kieswet leest; vijftien bladzijden druksl De kieswet. Vijf jaar lang is de zaak aan de orde. Buiten de Kamer, in de Kamer, voorbereid, overwogen, schriftelijk, mondeling, tot in het oneindige, geen puntje werd ver geten. Op alle mogelijke vuurtjes werd de schotel gewarmd. Nu wordt de Eerste Kamer geroepen om de wet aan te nemen of te verwerpen. Zoo heet het, maar inderdaad staat de zaak anders. Zij wordt alleen geroepen, om die wet goed te keuren. Want haar verwerpen, zij weet het zelf maar al te goed, kan zij niet, mag zij niet, durft zij niet. Wat moeten nu die vijftig mannen van naam doen, om zichzelf een houding te geven ? Het eenig middel, om het weinig eervolle harer positie te verbergen, acht de Kamer, in den regel, gelegen in het verrichten van bovengenoemd inonnikkenwerk. Zij doet dan, als begreep zij zelf noch iemand anders, hoe al haar redeneeringen eenvoudig voor den vorm worden gegeven, zij stelt zich aan als hield zij een serieus onderzoek, gevolgd door een serieus debat. Bij deze gelegenheid brachten zelfs »een groot aantal leden" het tot eene comedievertooning, die uit hoofde harer pikante oor spronkelijkheid hen zelf nog meer vermaakt moet hebben dan ons. Zie, zoo zeiden zij, wij leden der Eerste Kamer worden nu voor het eerst geroepen om een regeling van het kiesrecht te behan delen, welke uitvoering moet geven aan art. 80 der grondwet. Antecedenten ten opzichte van de kiesrecht kwestie hebben wij niet; : door programma's zijn we niet gebonden. Over kiesrecht hebben wij nog geen woord gesproken. Wij, Eerste-Kamer-leden, staan dus geheel frisch tegenover deze zaak. Wij, EersteKamer-leden, zijn «volkomen vrij om een zelf standig oordeel" uit te spreken, zoo vrij als ' een vogeltje in de lucht. Zal het kiesrecht eenmaal uitgebreid worden, hoe ver het zal uitgebreid worden en welke de kenmerken van welstand en geschiktheid moeten zijn, dat zullen wij nu eens vertellen, met een nieuwheid van opvatting en een onbevangen heid des geestes, als had nog nooit iemand over dit onderwerp n woord gezegd . .. Zeker, met die snakerij koos dit »groot aantal leden" de wijste partij. Maar hoe wijs ook, niemand wordt daar dupe van. Deze vrije mannen loopen allen te samen aan het lijntje van de politiek.... Wat aan den dag, waarop zij zich aan hun quasi-arbeid zetten, is voorafgegaan, zoowel buiten als in de Tweede Kamer, be paalt hun gedrag. Zij zijn zoo vrij als vogeltjes in den strik. Het is dan ook onmogelijk geweest over de kieswet iets nieuws te berde te brengen. Al de redeneeringen der Tweede Kamer hebben de Heeren nog eens vergeredeneerd, en zij begrijpen zelf wel, dat het ondoenlijk zou zijn, honderd Nederlanders op te noemen, die zich de moeite wilden geven, deze grog van Tweede-Kamer-wijsheid met smaak te proeven. De eenige opmerking, die wij dan ook wenschen te maken is, dat 50 mannen van zekere ontwikkeling niet mogen gezet worden aan zulk een arbeid. Of een Eerste Kamer in ons land een nuttige instelling is, ziedaar een vraag, die door den een ontkennend, door den ander be vestigend zal beantwoord worden. Doch hierover, dunkt ons, kunnen allen het eens zijn: zoolang men een Eerste Kamer heeft, zonder recht van amendement, die het ver mogen mist, door hare beschouwingen en debatten een wet te verbeteren, een Kamer dus die zich bepalen rnoet tot het aannemen of verwerpen van een wetsontwerp, zooals het door de Tweede Kamer is geworden, is het uitbrengen van eeii voorloopig verslag door zulk een lichaam in den regel een onmenschwaardig werk. Acht men een Eerste Kamer noodig als tegenwicht, als rem, als orgaan van toezicht, dat men haar dan haar verslagen over wetsontwerpen late uitbren gen, vóór deze, bij de Tweede Kamer in openbare behandeling komen. Zoo kon er althans met hare meening door de Tweede Kamer rekening worden gehouden, en is het te verwachten dat de 50 een cnixtii/ onder zoek zullen instellen, om de natie en den anderen tak der volksvertegenwoordiging naar hun beste weten voor te lichten, vóór de beslissing valt. Na aanneming van een wets ontwerp door de Tweede Kamer zou dan de Eerste zich bij het uitbrengen van een ver slag kunnen bepalen tot een bespreking van de amendementen, die het ontwerp wij ziging deden ondergaan. De irrationeele wijze, waarop thans de Herste-Kamer-ledcn aan den wetgevcnden arbeid deelnemen, heeft, wat al te veel van een paskwil. Zij houden met hun deftige, volkomen nuttelooze ver slagen, tot schade van hun prestige, de natie, maar het meest nog zichzelf, voor den mal. Het is een bekend feit, dat de marechaussee en alle andere ambtenaren van Hijks- en l gemeentepolitie, belast met de handhaving ' van meest alle andere wetten in ons land, i als 't ware bij afspraak hun taak ten op- ', zichte daarvan zeer verschillend opvatten. ! Waar het jachtdelicten betreft, of overtre dingen, den eigendom rakende, zijn zij ge woonlijk ijverig in de weer! andere treffen niet of slechts bij uitzondering hun aandacht zoodat vaak sommige wetsbepalingen als on geschreven schijnen te zijn. De drankwet, waarbij het tappen zonder vergunning wordt verboden en nogthans ge schiedt in iedere buurt; het verkoopen van geneesmiddelen door onbevoegden, verboden door de geneeskundige wetgeving en toch vaak openlijk aangekondigd, zijn er sprekende voorbeelden van. Ongelukkig is deze boterwet, zoo het schijnt, op hetzelfde lijstje ge plaatst. Het is niet te veel gezegd, dat er geen gehucht is in Nederland, waar wel is waar minder openlijk dan vroeger vóór het invoeren der wet, maar toch nog voortdu rend margarine wordt verkocht voor boter, terwijl geen der ambtenaren bovengenoemd er aan denkt, deze «feiten," »bij de wet straf baar gesteld, op te sporen" en waar dit een enkele maal plaats heeft, is de boete, die wordt opgelegd, zoo onbeduidend tegenover het voordeel, in dezen bedriegelijken handel gelegen, dat al het afschrikwekkende van de straf geheel verloren gaat. Een voorbeeld levert het volgende, dat tevens als bewijs kan dienen van de ongehoorde vermetelheid, waarmede deze bedriegerijen worden gepleegd. In tal van bladen werd het vorige jaar door groote advertenties reclame gemaakt voor deze z. g. Delftsrlic oomboler-inrichting. De firma houdt er fraaie winkels op na te Rotterdam, te Amsterdam en in den Haag. Den vorigen winter werd zij een keer of zeven bekeurd wegens het afleveren van margarineboter onder den naam van roomboter; de hoogste boete bedroeg toch slechts /'l50; een som, in geen verhouding staande tot den zeer grooten omzet, waarin de firma zich ver heugde, dank zij haar voorgeven van slechts echte Delftsche roomboter te verkoopen. Het eenige gevolg is geweest, dat de firma thans haar naam heeft veranderd in dien van IloUandxche Iiooinbolcr-inriclitiiii] en als zoodanig weer ongestoord kan voortgaan op dezelfde wijze. Reeds zeiden wij, dat op die wijze het voordeel voor velen, om desverkiezende de goedkoopcre margarinehoter in plaats van dure natuurboter te gebruiken, grootendeels verloren gaat, doch deze bedriegelijke handel, over vele streken van ons land verspreid en op groote schaal doorgevoerd, sleept boven dien een nadeel van veel verder strekkende beteekenis als gevolg mede en met het oog daarop spraken wij in het opschrift boven dit artikel van CC.H rr/mltitir tl/e lienu/aat. Wat in het binnenland op zulk een uit gebreide schaal geschiedt, kan niet onbekend blijven over de grenzen, terwijl het zelfde kunstje niet zelden tegenover buitenlandsche koopers wordt toegepast, door groote en kleinere leveranciers, zooals talrijke voor beelden hebben bewezen. De gevolgen kunnen niet uitblijven ; lang zamerhand worden allen over n kam ge| schoren, ook de soliede handel geraakt in j miscrediet en de Hollaiidsche boter krijgt in het buitenland den naam van »knoeiboter.'' Nog is dit niet het geval, doch het gevaar is dreigende en het wantrouwen op de buitenlandsche markten reeds veel dieper doorgedrongen dan menigeen vermoedt. Men verlieze ook niet uit het oog, dat evenals er in het buitenland zijn, die er be lang bij hebben onzen veestapel te deprecieeren, door iedere toevallige ziekte tot een epidemie, uit te breiden, er nog veel meer concurrenten zijn, die, om plaats te vinden voor hun eigen product, den invoer uit Ilollund trachten verdacht te maken. Reeds herhaaldelijk is de aandacht der Nederhuid.'-clu' rogcering op dit gr vaar ge vestigd: <le !"' i'f'i iii<iti><l li i' hrxli'/iiliiii/ i'iin L'iHirid'ijfii /u dm Im'i'rlinndrl. sommige Isind!j<iinrii/if<//xrl/<//i/ii/>'//, het Lnndbninr- < 'nin/li' en de I.iiiii)lii>iiiri'i>>ii]ïr*xr-i> allen hebben reeds hunne verioogen ingediend en zijn eenstemmig in hetgeen moet" gedaan worden om den Koeden IKUIIU van de Holkuidsche boter in eere te houden; d. i. versterking en vooial betere handhaving van de hierboven ge noemde wet. In de eerste plaats werd daarom door de bovengenoemde vcreenigingeii aan de regee ring gevraagd, eenige ambtenaren te willen aanstellen, in het bijzonder belast met en geschikt tot het opsporen van botervervalschingen. Deze aanvraag werd geweigerd en het bleek daardoor opnieuw, welk een ver schil het in Nederland maakt door ivien iets wordt gevraagd. Enkele jaren geleden heeft in Frankrijk een nieuwe methode toepas sing gevonden waarmede, door het meten van verschillende lichaamsdeelen, de identiteit van misdadigers gemakkelijk kan worden vast gesteld ; nauwelijks hiervan ingelicht trekt terstond ook de Nederlandsche regeering eenige duizenden op de begrooting uit, om bijzondere ambtenaren dezen nieuwen tak van dienst te laten bestudeeren en hem met de uitvoering te belasten, teneinde toch overal de levensgeschiedenis te kunnen nagaan van lederen misdadiger dien de justitie in handen mocht krijgen. En intusschen wei gert dezelfde regeering de gelden voor het eenige middel om tal van bedriegerijen in ons land tegen te gaan. Eindelijk werd aan de genoemde vereenigingen toegestaan, om op eigen kosten te trachten paal en perk te stellen aan deze steeds toenemende overtre dingen van de boterwet, door de vergunning tot het doen benoemen van onbezoldigde rijksveldwachters. Natuurlijk kan hiervan slechts op kleine schaal gebruik worden gemaakt en hoewel op die wijze reeds her haaldelijk processenverbaal zijn gemaakt, zal deze maatregel nimmer voldoende kunnen zijn om het voortwoekeren van het bedrog tegen te gaan. Een tweede middel werd door dezelfde ver eenigingen bij verzoekschrift aan de regeering aan de hand gedaan, om namelijk in de be staande wet de boete te verhoogen en, bij herhaling, gevangenisstraf toe te passen. Zoo werd in Frankrijk kort geleden iemand, die margarine voor natuurboter had afgeleverd, veroordeeld tot 5000 frcs. boeteen driamaan den hechtenis. Het is bij den gebleken onwil der Neder landsche regeering om in deze zaak afdoende maatregelen te nemen, bijna niet denkbaar, dat ook dit verzoek gehoor zal vinden en intusschen woekert het bedrog voort. Het benadeelt de consumenten in Nederland, doch erger, veel erger, benadeelt het onze reputa tie in het buitenland. Telkens opnieuw, wij zeiden het reeds, wordt ons vee op buiten landsche markten geweerd, onder voorwend sel van ziekte, en met niet genoeg te prijzen zorg beijvert zich onze regeering of de uit breiding van de werkelijk bestaande ziekte tegen te gaan, of het niet-bestaan in het licht te stellen, om zoo doende de grenzen open te houden; welnu, de tijd nadert, het gevaar dreigt, dat de buiteulandsche markten geen Hollandsche boter meer als deugdelijke waar zullen willen ontvangen, maar goede en slechte kwaliteit niet anders dan als ,,knoeiboter" zullen noteeren. Men kan lang teren op een goeden naam en hij kan in verschillende richtingen van groot voordcel zijn, maar evenzeer is een kwade reputatie niet gemakkelijk te herstel len ; heeft eenmaal het publiek gerucht de Ilollandsche zuivel gedoodvtnvd, tot on noemelijke schade van allen, wier middel van bestaan in het bereiden van dit artikel gelegen is, dan zal het gedaan zijn met onzen buitenlandschen boterhandel. Misschien is het ten slotte niet overbodig, er den nadruk op te leggen, dat geen ernstig man er aan denkt de margarineproductie en consumtie als zoodanig belemmeringen in Jen weg te leggen, zooals in Denemarken is ge-chied, zooals ook in Duiisehland werd voorgesteld, door het verbod om de margarine geel te kleuren of niet, anders dan blauw^eklcurd in den handel te brensren. De aereiding van margarine is voor Nederland een zeer belangrijke industrie, die aan honlerden handen werk verschaft, die een zeer gewaardeerd artikel in den handel brengt n wier recht van bestaan niet minder be scherming verdient dan dat der zuivelfabrieen en boterboeren van den ouden stempel. 13e zaak is alleen, om er voor te zorgen, loor strengere bepalingen en betere handlaving der wetten, de margarine en de laluurboter in den handel elk haar eigen errein te doen innemen, opdat niet het mbliek gedurig bloot sta aan bedriegerijen 311 den eerlijken koopman zijn bestaan onmo?elijk worde gemaakt. Zoo ergens, dan is :ier voorzeker een gebied, waarop de regeering iet recht heeft om tusschenbeiden te treden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl