Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No 997
Parlementaire PoKrellen (Karikaturen.)
door JAN DE WAARDT.
No. 3.
Jhr. Mr. J, f. H. Rntgers van Rozenburg.
liimmiminimi iiiiminmm IKIII iimmimmmmi nul
uit fftpccW,
Onze goede stad heeft een drukke week achter
den rug. Ds. Gunning was Zondag den lOden Juli
begonnen met een soort van wijding te geven
aan de week van losbandigheid, die toen een
aanvang had genomen, door een duizend of wat
van zijn geloofsgenoten mede naar buiten, naar
het Biltsche bosch op Honderingen, te nemen en
hen daar onder de groene boomen en in het
zachte mos te onderhouden over de onverganke
lijke hemelsche dingen. En Zondag 2(5 Juli sloot
hij de feestweek door in hetzelfde Groot Audito
rium een even groote schare opnieuw bezig te
houden over hare hoogere belangen en haar te
vertellen van den God van orde, die aan Eüas
zijn brood door de raven liet brengen, precies
op t\jd, iederen morgen en iederen avond, geheel
anders dan de bakkers van onze dagen, die hunne
knechts soms zoo laat sturen dat de kinderen
met een leege maag naar school moeten, en ook
geheel anders dan sommige christinnen, waar de
dominee weieens onverwacht aan huis komt en
waar Z.Eerwaarde dan niet alleen dikwijls bet
bed nog onafgehaald vond, mair waar zelfs
de dominee is een boon als het niet waar is
de ongereinigde nachtspiegel (dat is immers de
oud-testamentische naam) nog maar zoo midden
in de kamer stond.
Nieuwsgierig als ik ben naar de uitwerking
die zulke woorden hebben op de hoorders, liet
ik een snellen blik over de gelaatstrekken der
aandachtig luisterenden weiden. En o, meneer
de redacteur, wat bleek mij uit dien nen blik
dat ds. Gunning den spijker op den kop geslagen
had. Ik zag daar bedaagde dames, die zich blijk
baar de ooren van het hoofd schaamden. In hare
verlegenheid sloegen zij een bedeesden blik om
hoog, maar het scheen wel, dat haar uit het
groene bladerengewelf ook al geen vriendelijke
oogen aanstaarden, want onmiddellijk keken zij
weer naar de punten harer schoenen, terwijl een
licht blosje hare wangen bedekte en zij zorgvul
dig vermeden den blik van haar waanwijs oudste
dochtertje te ontmoeten, dat naast haar zat en
met meer dan gewone belangstelling naar moe
ders neus keek.
Maar al >ag de oude juffrouw ook niets, hooren
deed zij des te beter en duidelijk klonk haar
het verwijtende hm ! in de ooren, dat haar ge
maal, die op een kleinen afstand christelijk-pedant
tegen een boom stond te leunen, uit zijne keel
schraapte. »Een nuttige preek geweest," zei de
o. 4.
Er. H, J. A, I, Stiiaepiaii.
e Cannatix,
De coinntis-roi/tif/ciir : Xeem tenminste honderd
liters absinth; dat is toch uw gewone hoeveelheid !
Je bent een mooie, dat ben je ... Tegen
woordig, nu de afgevaardigden zich er niet meer
mee mogen bemoeien, zullen de werkstakingen
hoogstens drie dagen duren !
oude heer onder het huiswaarts keeren. En een
merel boven zijn hoofd zorig op
spottend-vroolijken toon : kiele-kiele-kiele-kiele-kiele-kiele !
«Een preek, daar een meiisch nou nog eens
wat aan heeft, daar ieder wat van in zijn zak
kan steken," vervolgde de oude heer en de
merel sprong hem over de boomtakken achterna
en riep weer; Kiele-kiele-kiele-kiele !
»Wat was dat niet eenvoudig en toch mooi,
die gelijkenis van dien nachtspiegel," zei de
vader.
l »0 ja," viel de waanwijze dochter in, »die was
? heel natuurlijk, zoo echt huiselijk, net of je bij
l' ons in de huiskamer was.'
! En terwijl de merel alweer zijn spottend
Kielekiele deed hooren, werd de moeder bleek van
kwaadheid en had blijkbaar, zooals men dat
noemt, den duivel in. Doch ook in de harten
van vader en dochter, ofschoon zij daareven nog
met hunnen herder en leeraar het onder het
groene lover zoo indrukwekkend klinkend lied
hadden inges'emd :
Op bergen en in dalen, enz.
en : Waar mijn gedachten zweven,
Ja, overal is God !
was, zooals uit hunne boosaardige gezichten wel
te zien was, de goede geest niet aanwezig.
Voor zoover deze lieve familie op den dag van
Zondag betrof, heeft de hagepreek van Ds. Gun
ning dus geen bijzonder nuttige uitwerking gehad.
j Maar misschien is op de volgende dagen een
i geest van orde in dat huisgezin geboren en werd
j de nachtspiegel meer bijtijds opgeruimd. En dat
zou ten minste iets gewonnen zijn!
j Of> de kermis zelye heeft de i n wij il i ngs p reek
i gesteld dat zij daarop invloed had, bepaald
i een zeer gunstigen gehad. Want in jaren is hier
j niet zoo'n jolige, gemoedelijke kermis gevierd
| als de nu afgeloopene. Ik wil niet veronder
i stellen, dat tengevolge van de vermaningen van
Ds. Gum.ing zijne volgelingen en daarmede de
J voornaamste rustverstourders dit jaar de kennis
i hebben vermeden, zoodat we daaraan den goeden,
j gezelligen en weiwillenden geest te danken
hebb"]!, die er de geheele wei-.k heersclit. Xeen,
liever neem ik aan dat zij er 01 k waren en dat
! juist hunne tegenwoordigheid op dit zoo vaak
j ontaardende volksvennaak denzelfden gnnstigon
invloed had als zuiverin iszoui, op een van di-n
j goeden weg afgedwaalde maag.
j M:iar ik noemde daar zooeven de kermis ei-n
»volksvennaak" en daarmede beging ik eau f.mt,
: die ik mij haast te herstellen.
[ Voor dat deel onzer burgerij dat men zoo gaarne
! aanduidt met den naam >volk'" is de kermis
vol{ strekt geen vermaak. Keen, wie er pret ranken
| dat zijn meest allen gegoede burgers en volstrekt
j niet bet gepeupel, dat zich mot de aanschouwing
j der dingen aan den buitenkant moet tevreden
l stellen. Maar de burgers die het betalen kunnen,
l dat zijn de eigenlijke kei-mi-houders. I)<; malle
molens van Tewe en Vinken, met hun stuiver
j per draai van and-rhalve minuut, zij r. to duur
i voor de smalle gemeentf en M;S de eigenaars dier
; moderne inrichtingen vóór bun vertrek hunne
j kas opmaken, dan mogen zij zich verheugen in
i zooverre boven hunne collega's met de
oiuierj wet.sthc molens verheven te zijn, dat zij hunne
[ duizende guldens bij een hoogst tatsoenlijk publiek
geoogst hebben. Ot' dat fatsoen bij dezen t-n genen
door al dat familiare gedraai en gehos en gezang
wel geheel onbeschadigd is gebleven, mau1
intusj schen ernstig betwijfeld v/orden. Ik geloof dat
het maar goed was, dat bet »zaakjo" uit was,
want de heeren en dames werden zoo oudervvetsch
los in den mond, dat de schromelijkste gevolgen
te voorzien waren.
Een nieuwigheid voor Ftrecht naar ik ver
nam overgenomen van de achter ondoorgro
delijke schuttingen gevierde kermesse d'étéder
studentenfeesten waren de pauweveerke's
waarmede ieder fatsoenlijk kermishoudcr of
houdster gewapend was. En daar hebben de
menschen elkander toch in alle eer en deugd
zoo prettig mede gekieteld, dat het oen lust was
om het te aanschouwen ... of te ondergaan. Door
die pauweveerke's zijn kennismakingen aange
knoopt, die langer duren dan de wufte kermis
kennismakingen voor het leven. En ik heb pau
weveeren gezien waarmede zoo hartelijk en on
ophoudelijk gekieteld was, dat er geen veertje
meer aanzat en de stam geknakt en verschrompeld
nederhing in de band van hem of haar die hem
droeg. Maar w e^geworpen werd er niet een.
Als zegeteekenen zijn zij door de bezitters mede
genomen om de herinnering levendig te houden
aan een vroolijken avond. In de
anti-kermisbijeenkomsten, die hier gehouden zijn, werd
ernstig gewaarschuwd tegen andere, minder aan
gename herinneringen, die meri op zoo:n kermis
kan oploopen. Wat dat voor herinneringen zijn,
daarvan zouden de middernachtzendelingen kun
nen vertellen, die in troepjes ea met
dievenlantaarns gewapend, de plantsoenen onveilig
maken. Maar die menschen vertellen T iets, noe
men althans geen namen, want, zegt mijn juffrouw,
onder het klaarzetten van mijn ontbijt, die
menschen staan onder een eed.
De serpentines en confetti zijn al een oude,
uit Frankiijk overgewaaide aardigheid, maar zoo
het nog noodig was, is door die slingers en
snippers dit jaar eens weer bewezen dat we heel
gemakkelijk Parijsche vermakelijkheden, maar
daarmede nog volstrekt niet Parijsche manieren
overnemen.
Ah bah ! Het leken wel dieren, die aan het
stoeien wren. Men stelde zich niet tevreden
met het elkaar toewerpen van de slingers, weineen,
dat was niet elegant genoeg. Geheele bossen
werden van den grond opgeraapt, met vuil en
steen en gebroken gla^weik en men gooide dat
niet over het hoofd van den of de uitverkorene
maar wreef het hem of haar door het gezicht.
Ik heb een paar avonden doorgebracht bij
Fisslthaler, waar een Weener dames-kapel zich
deed hooren en in het Ilaagsche koffi.'huis,maar
het was in n woord afschuwelijk orn te zien,
hoe ruw en onbeschoft die zoogenaamd fatsoen
lijke lui zich gedro gen. Kiet aiieen dat de
glazen bij honderdtal en werden gebroken, daar
mede steldn men zich nog niet tevreden, maar
uit pure baldadigheid werden zelfs de pooten van
de tafeis gerukt. liet zou mij niet verwonderen,
als de eigenaar van het Haagsche kofiiehuis de
kermis van het jaar 1M)(> met een zwarte kool
in zijn boek aanteekent.
In Tivoli is 't van 't jaar bijzondsr goed
afgeloopeu. Daar zorg juffrouw Culp baar loflied
op een Dikkert en bracht daar zelfs de magerste
en izegrimmigste menschen mede in een vroolijke
stemming.
Om te eindigen met hetgeen ik straks opmerkte :
het volk beeft eigenlijk geen kermis gehouden,
wel de meergegoede burgerklasse. Of de wijze
waarop zij dat deed haar wel tot eer verstrekt
betwijfelt I"w onderdanige
PlF.TKIISKN.
Een les voor fis ouders,
fl'iincJi.i
"Weet je, dat papa is uitgenoodigd. om in
de Vaders" te spelen in de match tegen de
-.Jongens '! '
Ja. moeder. Maar ik lioop, dat de «Jongens"
dit jaar zullen winnen. Indien de -Vaders" weer
winnen, zullen zij zoo beestachtig pedant
worden :
aniiniiiiHiiiiiimimiiiiimiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiniimiiiHiiiiim imniniiiui
In het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem
is thans tentoongesteld een aan de Koninklijke
Tapijtfabriek te Deventer geknoopt tapijt, naar
een ontwerp van H. .). Bouhuijs, teekenaar aan
die fabriek en door hem geteekend als bospitant
op den cursus van toegepaste kunst aan de school
voor Kunstnijverheid te Haarlem.
De tentoonstelling Dr. l'. J. II, Cmjpers ver
heugt zich in een druk bezoek, beoefenaars van
| de meest verschillende kunstambachten, uit vele !
j plaatsen van or.s land, hebben de tentoonstelling
j reeds bezocht. j
i
Bij de lirma E. J. van Wisselingh <t Co.,
j Spui l'.'!, is tentoongesteld een schilderij van ;
G. II. Breitner, »De Nieuwe Kerk" en voor het
zijniam een teekening v;m J. Toorop. »Xaaischool". |
j De tentoonstelling der Wandschildering van i
A. J. Derkir.dwn, bestemd voor de Publieke
Ilalle van het Kaarthuis te 's Ilertogenbosch, wordt
! Xaterdag l Augustus in Arti geopend. j
BOEKAANKONDIGING.
A insterddinsclie verhalen, door J. ter Gouw,.
voor jongelieden bewerkt door J. E.
ter Gouw. Met een inleidend woord
van P. Louwerse. (Illustraties van
Willem Steelink). Amsterdam, van
Holkema & Waren d of.
Door eene eigenaardige omstandigheid werd tot
heden nog geen straat gedoopt naar Jan ter Gouw,
den geschiedschrijver van Amsterdam. Intusschen
heeft de tirma van Holkema en Warendorf op
nieuw het hare gedaan om de groote verdiensten
van ter Gouw te doen erkennen ; immmcrs zij
deed de A»is/c>'t!n>ns"//i' m'hnJfnvoor jongelieden
bewerken, en bezorgde dank zij ook Steelink's
teekenpen eene keurige uitgave van die tot
heden ongeëvenaarde schetsen uit de geschiedenis
van Amsterdam.
't Is haast ornioodig, veel van dit boekje te
zeggen; 't spreekt voor zich zelf. Ter Gouw had
een hoogst eigenaardig talent; hij vertelde op
zijn manier, luimig en snaaksch ; >wat school
meesterachtig'' zeggen sommigen; 't zij zoo, doch
dan in de gunstigste beteekenis, zóó, dat nie
mand het boek onvoldaan ter zijde legt.
Geeft dit werk uw zoons in handen, en tien
tegen n dat ge het boek even doorbladerende
zelf aan het lezen gaat, terwijl ge het geluk
kunt benijden van den zoon, wien het gegeven
was het werk van den onvergetelijken vader voor
een komend geslacht te mogen bewerken, een
arbeid, met evenveel tact als piëteit ten uitvoer
gebracht.
Eigenlijk zou op het boekenrekje van geen enke
len Amsterdammer Ter Gouw's Anisteloilnmiaiui
en op dat van geen onzer burgerschool-studenten
de Aiitatei'dviitsultu rerhalm mogen ontbreken.
F. A. BUI.TS.
Inhoud van Tijdschriften.
Inhoud van K'ujcn l[<i«r<t, Xo. 31, l Aug :
Aan H. M. de Koningin-Regentes, door J. d. V.
Een »mariage de raison", door S. Ilermina
Croiset. V. Om en in de wellen der nieuwe
sluis te IJmuiden, door U. P. J. Tutein
Nolthenius (met afbeeldingen). Waschdag (bij de
plaat). Waschdag (naar de aquarel van J. S.
II. Kever). Een marktgang op Java, door S,
Kalff. I. Een nieuwe sportboot (met af
beeldingen). Van den appel en den boom, door Esjee.
Verscheidenheid : Hoe men het best vruchten
inmaakt. De slavernij in Xoord-Carolina.
Schriftlezing. Feuilleton: Zijn stokpaardje,
naar het Duitsch van Wilhelm Teschen (Slot).
Advertentiën.
iiMiiiiimiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiimiiiHiiiiiiiiiMuiiiiHMaB
Losse Illaden uit mijn Rcisbock,
DOOK
JUSTUS VAX MAUKIK.
In de Roode Zee, 7 Mei 1^9'i.
Aan boord van de Amalia".
Minta ajer djeroek ! riep ik den tegen
den kajuitskap leunenden Javaansclien jon
gen toe.
Kromo hief slaperig hethoofd op, antwoordde
half luid: Saya toewan! en staakte de
regelmatige beweging van zijn bijzonder ont
wikkelde groote teenen, waarmee hij, als niet
vingers, de maat sloeg van het liedje, dat in
de rookkanier op een accord-cither werd ge
speeld.
Een oogenblik later dronk ik het glas
verfrisschend citroen water waarom ik gevraagd
had en vroeg: Siapa bekin sitoeruoesiek '?'
(Wie maakt daar muziek?)
Toewan dokter, di roemah voko ! en
Krorrio, die voor een inlander bijzonder veel
en lang gesproken had, keek weer onverschillig
in zalig dolce far niente naar zijn bloote voeten.
leunend tegen de witte kap, waarop de heete
zonnestralen brandden.
De meeste passagiers, die de warmte in de
Roode Zee ondragelijk vonden, deden, in hun
hutten, een middagslaapje, of lagen puffend
en duttend op hun lange stoelen onder de
zon n eten t.
't Was stil aan dek, want de lieve kindertjes.
die andeis door hun stoeien en gejoel er wel
voor zorgden dat de rust. der passagiers niet
al te diep werd, waren beneden. De klanken
van de accord-ciiher bereikten dus ongehinderd.
mijn. oor, zelfs het ruis-dien van hei, \\aleren
liet. gedreun der machine schenen n,ij minder
luid en krachtig dan gewoonlijk.
Ik luisterde, evenals Krömö, naar de zacht.
trillende tonen, die aan liet instrument wer
den ontlokt.
Nieuwsgierig keek ik even in de rookkanier,
Kom binnen, meneer van Maurik, zei
de dokter en wendde zijn, door de tropen
gebruind, gelaat vriendelijk naar mij toe.
Ik wil u niet hinderen; u is zeker aan
't studeeren ?
Och ja l ik neem de gelegenheid waar;
nu hinder ik niemand door mijn getjingel.
Hoe bescheiden dokter! u speelt lied
goed.
't Mocht wat, ik probeer het, maar h( t, is
nog lang niet gemakkelijk om opzoo'n machine
te spelen, 'k Heb het even voor mijn afreis in
Holland gekocht en oefen me nu een beetje;
volgens de methode, die er bij is.
't Klinkt al heel lief dokter.
Ja. dat is het woord, het geluid is nog at
sympathiek, maar mijn spel is alles behalve
artistiek. Betoel!
Al doende leert men!
't Is in ieder geval muziek ; ik weet niet
in welk garnizoen, op welke buitenpost, ze
mij misschien stoppen zullen. Een pianirc
heb ik niet. en ik ben een liefhebber van
muziek, ja! Bij gebrek aan brood eet men
de kruimels!