Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 997
ScciaU
j v
IIIIIIIUIIIIIIIIIHIIIIIIHIHIIII
iiiiiiiiiHiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiinim
Made in Germany".
Toen in het Engelsche Parlement dezer
dagen een der staatssecretarissen den aanleg
^an een spoorweglijn van het Uganda- naar
et Victoria-Nyanza-meer moest verdedigen,
voerde hij als zijn voornaamste argument
aan:doen wij het niet, dan zullen deDuitschers
het doen. Hij wist, dat zulk een bewering
indruk moest maken. Sedert eenige weken toch
hebben de Engelschen het druk over de con
currentie, den Engelschen in hun eigenland,
in »grootrr Brittanje", over de geheele wereld,
door de Duitsehers aangedaan. Een zekere mr.
Williams heeft een boekje geschreven, Made in
Germany getiteld, dat door den bekenden
W. T. Slead tot het boek van de maand is
gemaakt in zijn Review of Reviews; een boek,
dat volgens dezen eminenten journalist, trots
vele onvolkomenheden en onjuistheden, den
verstandigen lezer tot het inzicht moet bren
gen, dat zonder buitengewone en eendrachtige
krachtsinspanning van kooplieden, nijveren en
bewindsmannen, de oppositie niet uitgesloten,
aan het VereenigdKoninkrijk binnen
afzienbarentijd een onherstelbaar Sedan staat te wach
ten. Lord Rosebery, gelijk men weet, het hoofd
der oppositie in het Parlement, verklaarde bij
de opening van een industrieschool teEpsom,
dat hij het geheel met den heer Stead eens is,
en de Engelsche bladen houden zich druk
met het boek, en de rede van lord Rose
bery, bezig. Niet allen zijn even pessimistisch
gestemd als de twee genoemde grootheden.
De sterkste optimisten echter moeten erken
nen, dat Duitschland, afgezien van Engeland
zelf, en misschien ook van zijn koloniën, na '70
een geduchte concurrent is geworden voor
Engeland's handel en nijverheid. En de Engelsche
regeering heeft onmiddellijk het aantal harer
consuls met twee vermeerderd: n voor Berlijn,
en n voor Spanje.
Made in Germany is dus een topic geworden.
Wij willen een enkele tirade uit dit boek over
nemen, om den geest ervan te leeren kennen,
en een enkele groep cijfers eruit mededeelen,
die, naar het schijnt, den toets eener gestrenge
kritiek kunnen doorstaan.
Wie nog meent, zegt mr. Williams, dat wij
voor Duitschland zoo bevreesd niet behoe
ven te zijn, neme de proef met zijn
dagelijksche omgeving. «Gij zult tot de ontdekking
komen, dat de stof van sommige uwer eigen
kleedingstukken is geweven in Duitschland.
Waarschijnlijker nog is, dat sommige der ja
ponnen van uw vrouw uit Duitschland zijn in
gevoerd en het is buiten eenigen twijfel, dat de
prachtige mantels en jacquets, waarmee haar
dienstmeiden zich op Zondag uitdosschen, zijn
gemaakt in Duitschland, want alleen in dat ge
val kunnen zij zoo mooi zijn. De verloofde van
uw onderwijzeres is een kantoorklerk in de City;
maar ook hij is »made in Germany". Het
speelgoed en de poppen en de prenten
boeken die uw kleinen mishandelen in de
kinderkamer, zijn »made in Germany"; ja,
het papier van uw geliefkoosd (patriottisch)
nieuwsblad heeft tien tegen een dezelfde
geboorteplaats. Snuffel uw huis door, en het
noodlottige merk zal u aanstaren, waar gij
u ook keert; van de piano in uw salon, tot
het aardewerk in uw keukenkast, al draagt
het het wijdsch en leugenachtig opschrift:
Een geschenk uit Margate. Ga naar uw be
dienden in het sousterrain, en gij zult uw
eigen gezondheidspijp vinden, »German made".
Gij neemt van uw boekenrek een papieren
boekomslag, bij is «made in Germany''. Gij
werpt hem in het vuur, en bemerkt dat de
pook in uw hand gesmeed werd in
Duitschland. Als gij opstaat van uw haardkleedje,
stoot gij u aan een ornament op uw
schoorsteenmantel; gij neemt liet op, en leest
aan den onderkant: »madc in Germany".
En gij teekent uw onaangename gewaar
wordingen op met een potlood, dat is »made
in Germany". Tegen middernacht komt
uw vrouw tehuis van een opera, »made in
Germany", die hier is opgevoerd door musici,
een dirigent en zangers, »made in Germany",
met behulp van instrumenten en
muziekboeken, »made in Germany".
De stijl van den heer Williams is, gelijk
zijn gezindheid, een weinig chauvinistisch.
Vandaar dan ook zijn slechts betrekkelijke be
trouwbaarheid als statistucus. De Daily \cirn
gaat zoo ver, hem alle vertrouwen te ontzeggen.
Mr. Williams zegt, dat de uitvoer van uit
Engeland 120 percent is achteruit gegaan.
Met iemand die zulk een onzin kan beweren,
meent het blad, redeneert men niet verder.
Maar de heer Stead, hoewel dezelfde fout
constateerende, acht toch de cijfers, door den
schrijver bijeengebracht, zóó onrustbarend,
dat hij door enkele blunders er niet toe kan
worden gebracht, de juistheid van het betoog
irn grossen und ganzen in twijfel te trekken.
Maar wat dan nog, zegt het liberale blad ;
indien lord Rosebery twee parasols kan
kooAustralië.... £
Brazilië£
Egypte £
Japan ....
pen in plaats van n, wat bewijst dit ?
Immers niet anders, dan dat de waarde van
den Britschen arbeid is verdubbeld ? Deze
spitsvondigheid latende voor wat zij is, willen
wij een kleine groep cijfers aan Mr. Williams
ontleenen. Niet aan die, welke op den invoer
van Duitschland naar Engeland of zijn ko
loniën betrekking heeft; maar aan die waar
beide landen een gelijke mededinging voeren.
Duitschland voert uit naar vreemde landen :
1884 1894
Vereenigde Staten. & 8,750.000 £ 14,500.000
1884 189.°,
315.000 £ 890.000
1884 189i
800.000 £ 3,175.000
1891 1895
Transvaal .... £ 72.000 £ 336 000
1880 1894
113000 £ 357.000
1809 1895
£ 50.000 £ 1,300.000
1885 189B
Bulgarije . . . . £ 83.000 £ 480.000
Ziedaar in ieder geval de bewijzen, dat
Duitschland's handel in korten tijd een ge
weldige vlucht heeft genomen. De waarde van
de door Britrannie uitgevoerde goederen daar.
entegen is omlaag gegaan. Van per hoofd
£ 8 l sh. in 1872, is zij gezonken tot £ 5
11 sh. 3 d. in '95. Van in het geheel
£ 25G.257.347, tot £ 226.169.174. Voert men
hiertegen aan, dat, zoo al de totale waarde
geringer is geworden, de massa grooter kan
zijn geweest, het neemt niet weg, dat van den
invoer uit Duitschland naar Engeland de
totale waarde is gestegen, en wel van £10.(129.987
in 1883, tot £ 21.032.014 in '93. En terwijl de
totale waarde van naar Engeland ingevoerde
goederen met £ 22.000.000 achteruit ging van
1883 tot 1893, nam de waarde der gefabriceerde
goederen met meer dan £ 13.000.000 toe.
Doch genoeg reeds van cijfers. Wat alge
meen in Engeland wordt erkend, na het ver
schijnen van mr. Williams' boek, het is dat
Duitschland naast Engeland omhoog begint
te streven als warenleverancier op de wereld
markt, en in sommige opzichten den
Engelschman reeds de loef afsteekt. De Duitscher heeft
de geheimen van den handel in Engeland
afgezien, en, ondernemend als hij is, de
deugden van den Engelschman aan de zijne
gepaard. Hij is gedienstig en vraagt naar
den smaak en het gemak zijner cliënten; hij
leert hun taal en schikt zich naar hun ge
woonten. Hij heeft een opleiding jntvangen,
die hem een voorsprong geeft boven al zijn
mededingers, en hij biedt waar te koop, die
beter is afgewerkt dan eenige andere. Het
doet er dus weinig toe, of op het oogenblik
reeds Duitschland Engeland overvleugelt, of
mr. Williams' cijfers geheel of niet geheel
juist zijn; de oorlog tusschen de twee landen
bestaat eenmaal, en gelijk de Franschen in
'70 teren nu ook de Engelschen nog veel
te gaarne op hun ouden roem, dan dat
hun insolentie hun geen leelijke parten zou spe
len. Belangrijk om te vernemen is reeds
nu, dat het algemeen geloof dwaalt, indien
het de goedkoopte der duitsche waar in
verhouding tot de Engelsche zou willen
toeschrijven aan een evenredig laag en hoog
arbeidsloon. De hooge arbeidsloonen in
Engeland zijn voor een groot deel fabeltjes :
Engelschen werkzaam in duitsche
ijzerfabrieken, verklaren: «Onze lieden hier zijn er boter
aan toe dan die in Engeland. Over het
algemeen worden hierhooger Iconen betaald."
Er zijn duitsche weverijen, waar de meisjes
wekelijks haar 11 mark opstrijken voor precies
hetzelfde werk, dat in Engeland met U a 9
shilling wordt betaald. De arbeidsdag in
Duitschland is maar weinig langer dan in
Engeland, en hij wordt nog voortdurend korter.
Op het oogenblik dreigt de strijd over Mail f.
in EiHjelaiKl te ontaarden in het oude gekibbel
over protectionisme en vrijen handel. Toch
wordt wel vrij algemeen gevoeld, dat de kwestie
dieper ligt. Maar het is juist de insoleiuie,
de sleur, die haar drijft naar een terrein,
waar de afgesleten argumenten sinds lang
gereed liggen, /oo lang men niet beter doet,
en de zaak onder de oogen ziet, zal inderdaad
het verschijnsel, dat nu reeds mannen als
Stead verontrust, in omvang toenemen. Dat
heel de beschaafde wereld erbij srtïnteresseerd
is, en Holland, om zoo te zeggen een van
Duitschland's uitvoerhavens. niet helminst,
wie zal het ontkennen ?
F. M. C.
HliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiliiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiKiiiiniiliiiintiiimiiiiiiiMiiiiiiiiiw
Volksdagblad. 27 Juli. Verzekering tegen
werkeloosheid "
30 Juli. Een vriend van de waarheid". De Tijd
en de Maastr. Werkstaking.
Amsterdamsche Courant. 21 Juli. Ge
brek aan Dirinwater".
22 Juli. De minister van Koloniën en Atjeh".
23 Juli. Het ontslag van prof. Winkler".
24 Juli. Het onderzoek naar het vaderschap"
(Ingezonden).
25 Juli. Wet en rechten".
27 Juli. Een voorbeeld ?" (Glasgow).
Het Nieuws v. d. Dag, O Juli. Voor
smaak", door B. B.
23 Juli. Wenken vóór de groote manoeuvres",
door Gladius.
27 Juli. Onverschilligen".
De Tijd, 21 Juli. Atjeh" II, 22 Juli, III.
23 Juli. Een belangrijk proefscluift" I, 27 Jnli II.
24 Juli. Het vijftigjarig bestaan dor St.
Vincentius-vereeniging in Nederland''.
De (a n t i r.) Nederlander 27 Juli. Staats
socialisme."
Het Vaderland. 18 Juli. Fen Balkanbond?"
door mr. J. B. B.
19/20 Juli. Is voor het behoud en de ontwikkeling
van de Scheveningsche visscherij een haven te
Scheveningen noodzakelijk?" door N. J. Beversen (over
genomen uit De Ingenieur".)
26/27 Juli. Belangen in het Oosten", II.
Nieuwe Rotter d. Courant. 25 Juli. School
verzuim statistiek" I, 26 Juli, II (slot).
Ut r. Dagblad, 19 Juli. Souvereiniteit" II.
Contract of lijfdienstbaarheid?"
21 Juli. Het ontslag van prof. Winkler".
24 Juli. Kationeele distributie".
26 Juli. Non liqaet". (Atjeh).
M i d d e l b. C t., 27 Juli. Twee slachtoffers" (ver
kiezing Eerste Kamer).
28 Juli. De zaak-Den Hartog".
Zaanl. C t., 2:1 Jnli. Haagsche Brieven" (voorl.
verslag der Kieswet in de Eerste Kamer).
L i m V». Koerier. 25 Juli Boer, paa op je Gan
zen !" (De socialisten en de boeren.)
D e V o l k s H t e m. 25 Juli. Regout nogmaals
aan hot woord". ..Rochussen, Kruseruao, G-erriteen".
De Alg. Ned. Diamantbcw. bond en de Maasstr.
Wf rkstaking". Het Landbouwvraagstuk III".
Sociaal Weekblad. 25 Juli. Overheids
bemoeiing en volkshuisvesting" IV, (slot). De sociale
vraag en het kiesrecht''. De staking te Petersburg".
De V o l k s h a u i e r (K. K. Volksbond). 24 Juli.
Twee partijen". (Het katholicisme en het socialisme.)
De S o c i a a 1-D e m o c r a a t. 25 Juli. Eenheid
bij do verkiez'ngen."
De Nederlander (weekblad). 25 Juli. Armen
zorg voor een kruisweg (te 's Hagc^).
Hecht voor Allen. 25 en 20 Juli. 26 Juli
1886 (palingoproer)''.
28 en 29 Juli. Wij zijn niet bekwaam genoeg!
(Ie rogoeren).
Patrimonium. 25 Juli. Is overheidshulp in
zaken op het maatschappelijk terrein gelegen altijd
af te keuren V
Het F r i e s c h e V o l k s b l a d. 26 Juli. Onder
zoek naac het Vaderschap."
Hot Sc h ooiblad. 28 Juli. Nog eens de
ontslag-quaestie'1 (den Hartog).
Het Nieuwe Schoolblad. 21 Juli. Die
kwa-jongens !" II, door C. van Biet.
De Bode. iBond van Xed. Onderwijzers), l Aug.
Zaak den Hartog''.
iinniitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiilliiiiiiiiiiiH
u z e
Inhoud van verschillende bladen.
Het Handelsblad. 25 Juli. De Amsterdam
sche Theemarkt."
j 25. 20, 28, 21) Jall. Snel en kort recht"
2G en 30 Juli. ,,/aak den Hartog".
29 Juli. Aljeh".
30 Juli. Bantam".
bl Juli. Eun nieuwe waterstaat^ wel".
De S t a n d a a r d. 27 Juli. De nu-uwo kieswet".
(Uitsluitingen Gemeenteraad*verkiezing'-n).
Het Centrum. 24, 25 en 29 Juli. De
Maasstricbtsehe Werkstak'ng."
28 Juli. llelatieve neutraliteit" (onderwij-,).
30 Juli. Internationaal" (de leus iL.-r socialisten).
31 Juli. De negen districten van Amsterdam'-, 1.
fat men aan
-:4> kritiek heeft,
(Ingezonden').
M. < !<? //.
In N*o. il'. L") van uw weekblad is de heer v.
Milligen zoo vrij mij als librettist linaal u/' te
maken. Waarom ''. Is liet wellicht doordien
de commissie van bijstand te Gouda, die de
uitvopring van Houman's werk mogelijk maakte, liet
uittreksel uit mijn handschrift («lat nog steeds
in ij ii eigendom is) heeft doen drukken, uitgeven
en verkoopen, buiten mijn medeweten, wat zij
mij hieraan zal met mij wel niemand twijfelen
wel zal vergoeden en hij dus een gedeelte
van : de Tempeliers1', dat voor de compositie
pasklaar is gemaakt doch niet door mij
heeft be . . . laat mij liever zeggen veroordeeld 'i
liet moet wel haast zijn, of zouden er ook an
dere beweegredenen toe geleid hebben ? Want. . .
er ligt een brief vóór mij, door den lieer v.
Jlilligen aan mij geschreven, die luidt als volgt :
«Parijs, (i September issii,
tiai'iiic //<???)? :
?Hartelijk dank voor de toezending van uw
?.libretto van ,lan van Sehaiïelaar'1, dat ik met
groot genoegen heb gelexen en herlezen, en de
fraaie verzen /''or bewonderd, terwijl ik de over
tuiging heb gekregen, dat gij uw onderwerp
vol«komen bestudeerd hebt en de episode waarin
het stuk speelt zeer getrouw, en historisch imm'
hebt geschetst. Daar gij mijn oordeel vraagt,
-zult gij liet mij zeker niet euvel duiden dat ik
u mijne opmerkingen niet terughoud, daar ik
-hoop dat gij overtuigd zult zijn, dat het voort
komt uit belangstelling in uw streven en
waarI deering van uw groot talent. De meerdere
! -ervaring die ik in den laatsten tijd van het
too\ neel heb opgedaan, brengen er mij als van zelve
toe., u eenige opmerkingen te maken, die ik gaarne
aar. uw oordeel onderwerpen wilde : zij betretVen
hoofd zak el ij k de geschiktheid voor muzikale
bewerj Idng en wat de Duitsehers noemen : de
Uiihneni fiihigkeit.
-In de eerste plaats had ik meer ensemble in
uw gedicht gewenscht, kwartetten met koor,
trio's met koor enz. enz., vooral aan het slot
van ieder bedrijf of tafereel, lüj de opera is
i het zaak, den dialoog zoo beknopt mogelijk te
j .maken, doch de ensembles uit te breiden, anders
:is de componist genoodzaakt dezelfde phrasen
te dikwijls te laten herhalen, wat nit een
oog><puut van nieuworen stijl afkeuring verdient.
-.Mijn hoofdbezwaar is echter: Trop peu d'amour.''
l »De l-'ransehe librettisten zeggen : Sans amour
i .point de succes. Daarom had ik gaarne de
| -«Liefde van Jan van Schaifelaar en Maria op
»het tooneel gezien, en eene uitgebreide
liefde»scene, waardoor de tegenstelling; de onedele
«bedoelingen van Perrol, meer waren uitgekomen.
»Groote contrasten zijn trouwens voor muzikale
»bewerking het meest gewenscht.
»I n dit opzicht staat dunkt m ij uw
»T e m p e l i e r s", waarvan de heer B o
u»m a n m ij b ij m ij n v e r b l ij f i n II o 11 a n d
»inzage gaf, hooge r, 1) terwijl ik uwe
«verzen van Jan van Schaftelaar zou prefereeren
swat natuurlijkheid en vloeiendheid betreft.
«Tegenover de sterk en prachtig geteekende Heks,
»had ik zoo graag een heroïeke vrouwenfiguur
»gezien, die meer het verbindend element in de
«handeling is. De slotscène vind ik zeer mooi,
»toch geloof ik dat bet winnen zou, als de twee
»slottafereelen tot n werden teruggebracht, en de
»Heks daar Perrol doodde, en dan met een
en»semble (solokwartet en koor) kon besloten
wor»den. Bovendien is het noodzakelijk de spanning
»en de intrigue zoolang mogelijk gaande te houden
»m a. w. dat de ontknooping zich niet te spoedig
»laat voorzien. En nu ga ik het andere gedeelte
»van uw brief beantwoorden "
Daarop volgt: »Uit uw schrijven merk ik, dat de
»heer Ruijgrok het voornemen heeft uw gedicht
»te componeeren. Ik wensch u beiden hier veel
»succes op, en aangenaam zal het mij zijn, van
»uw verder streven op de hoogte te blijven, daar
»ik overtuigd ben dat gij met uw talent nog veel
»voor de Nederlandsche kunst van u kunt doen
«verwachten."
Commentaar is hier dunkt mij overbodig !
Ten einde nu in het vervolg te voorkomen,
dat men zich op de wijze als door de com
missie van bijstand te Gouda, van mijn eigen
dom meester maakt 2), of men hetzelve scheef
beoordeelt, hoop ik zoowel »de Tempe- liers"
als de sjan van Schafl'elaar", alsmede de »Jan
Pietersz. Coen" welke laatste door den heer
van 't Kruijs bewerkt wordt, en die mij
daarover ook zeer vleiend berichtte
gezamentlijk uit te geven, dan kan het publiek ze
beoordeelen, want. . . wat heeft men aan zoo'n
kritiek 'i
JAC. PiiiLii'Pl.
1) Ik spatieer.
'2) Het is mogelijk dat de commissie te goeder
trouw gehandeld heeft, maar ook de correspon
dentie hierover heb ik zorgvuldig bewaard
wel te verstaan de correspondentie met den
componist, de commissie te Gouda heeft hoege
naamd geen nota van mij genomen.
Antu'oui'd mui den lieci' J'liiliji^n.
Het is dikwijls zeer interessant, een brief te
lezen dien men zeven jaar geleden geschreven
heeft en ik gevoel mij niet wei:. ig gevleid, dat de
heer l', mijn brief' zoolang heeft bewaard, al wordt
dan ook thans die brief als storrnram beproefd
om een bres te maken in mijne betrouwbaarheid
als kritikus. Toch bewijst die brief al bitter
weinig, dat de verzen van de Tu/iijtclici's mooi
zijn, want deze handelt bijna uitsluitend over
?liiii cim Xe/V'//i7««r.
De geachte librettist zal mij zeker wel ver
geven, dat ik mij van dit laatste werk niets meer
herinner en dus kan ik nu ruoeielijk zeggen, of
ik na dien tijd kritischer ben geworden (toen
verkeerde ik nog in de onschuldige periode dat
ik geen recensies schreef) of dat de verzen van
Jini run ,sWm//'c/mjr veel mooier zijn dan die
van <ie Triit)iel«-r!:. Ik vermoed het wel, want in
mijn brief straalt al zoo iets door.
Ik hoop daarom, dat de heer Phiiippi zijne
bedreiging zal ten uitvoer brengen, om beide
libretto's te laten drukken en uitgeven, want dan
kan ik mij weer eens overtuigen of ik nog van
hetzelfde gevoelen ben ; een mensen verandert
toch om de zeven jaar, dat blijkt ook uit sommige
meeningen over den operavorm in dien brief, of
dat ik toen te optimistisch heb geoordeeld en
onder den invloed van de Parijsche samenleving
een teFransch karakter aan mijn brief heb gegeven.
Dat ik in -Inn run .^clin/j'i'/nni- eene belofte
zag, in de periode dat de beweging voor Xed.
Opera's in hè;- eerste stadium verkeerde, is nog
geen bewijs dat dr W/I^JC/KTS ook mooi moet
zijn. In mij a brief haaide ik dit laatste werk
alleen aan als voorbeeld, dat er meer liefje in
voorkomt.
Het spijt mij erg voor den heer Phiiippi, dat
hij zijne grieven tegen de Goudsche commissie
in verband brengt met mijn oordeel over zijl
werk. Op deze bedekte insinuatie past het alleen
te zwijgen.
11; heb, vóór ik de opvoering bijwoonde, den
tekst van du '/Vm/ir/icrs aandachtig doorgelezen
en de lezer zal, dunkt mij, mijn Bordeel begrijpen,
wanneer ik eenige verzen uit ('V Tcin^i'/icrs citeer :
en als staaltje van rhythmiek :
^ti-i'k nu-, de kr;K-]iU'U
Om l U-r i-i-r
fïlVM ::uml 11' llrlltcll,
In de tweede acte lezen wij o. a. :
l);U ui;i'^ iiU-t y.iju ! Hut i,;m uu-t zijn