De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 2 augustus pagina 4

2 augustus 1896 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 997 Graaf LEO TOLSTOÏ. Het "koninkrijk Gods is binnen in U. Internationale bibliotheek. (Slot.) H\j vindt die vrees ziekelijk, eigen aan stede lingen, die in abnormale en kunstmatige omstan digheden leven. Menschen die midden in de natuur leven en met haar worstelen, hebben die bescherming niet noodig.. Nu ja, hij wil wel toegeven dat er slacht offers zullen vallen, maar dat is dan ook om tot die allernoodigste hervorming te komen onvermjjdelük en wat beteekent dit aantal b\j de duizenden, die in rechtmatig gewaanden oorlog sneven ? Zoo maakt hij er zich van af, omdat hij niet kan inzien dat de macht der overheid, met beleid ?en humaniteit uitgeoefend, den zedelijken invloed van het Christendom niet in den weg staat, veeleer steunt, en zjjn liefde voor de misdadigers, de verdoolden, hem doet vergeten dat z\j die niet stelen en moorden toch minstens op bescherming aanspraak hebben. Doch dit hangt misschien samen met zijn wonderlijke stelling dat wie de macht in handen hebben alty'd slecht zijn en wie onder die macht staan onschuldig verdrukten. Hiervoor geeft hy weer een paar karakteris tieke argumenten. Heerschen wil zeggen, volgens T., geweld uitoefenen; geweld uitoefenen wil zeggen: doen wat hy, wien het geweld wordt aangedaan, niet wil, en wat hij die het gewejd aandoet, zeker niet zou willen dulden; bij ge volg wil xheerschen'' zeggen : anderen doen wat men niet zou willen dat men ons deed, dat wil zeggen: kwaad doen. Zich onderwerpen wil zeggen: geduld boven geweld verkiezen en geduld boven geweld ver kiezen wil zeggen : goed of minder slecht zijn dan zij, die anderen doen, wat zij niet zouden willen dat men hun aandeed. Bij gevolg zijn het naar alle waarschijnlijkheid niet de besten, maar de slechtsten, die altijd de macht in han den hebben gehad en nog hebben. Er kunnen onder hen, die zich aan het gezag onderwerpen, slechten zijn, maar liet is onmogelijk dat de besten over de slechtstenheerschen. En elders: Om het gezag te erlangen en het te behouden moet men het gezag liefhebben. En de heerschzucht gaat niet gepaard met braafheid, maar integendeel met hoogmoed, sluwheid, wreedheid. Ziedaar een paar curieuse staaltjes van T's betoogtrant. Commentaar overbodig. En wat wil Tolstoïnu ? Als het christendom alle geweld tegen den booze verbiedt, dan houde de christen daarmede op en dan bij uiterste konsekwentie worde de Staat afgeschaft, die immers met geweld regeert en op het geweld steunt. Men zegge den Staat de gehoorzaamheid op. Men weigere belasting te betalen. Men neme geen zitting in een rechtbank. Men onttrekke zich aan den dienst plicht. T. gevoelt dat dit niet gemakkelijk zal gaan. H\j zou 'C wel zeer heldhaftig vinden, Miiiiiiiiiiitiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiinii IIIIIIIIIIIIIIH scène te laten beginnen, voegde zij er bij: Maar maak u niet bezorgd over me... ik ga niet uit... IK ben moe ... Niet waar!... Dat ben je nooit... Goed ! ... 't was een uitvlucht. . . maar nu zonder uitvluchten: ik ga van avond niet uit... Je zult.. . Wilt u zoo goed zijn, me t'huis te laten . .. Zet je hoed op!...?beet de marinezin haar toe, en toen Coryse zich niet verroerde, greep zij haar ruw bij de polsen. Het meisje maakte zich met een ruk vrij en zei zachtjes; - Wees toch niet zoo dwaas... om zulke intieme scènes te maken, tegenover een vreemde! . . . Haar van woede verwrongen trekken eensklaps tot een glimlach plooiend wendde de markiezin zich tot, den burggraaf, met de woorden: Een vreemde?... O! ... mijnheer de Barfieur is bijna huisvriend!... Wel mogelijk!... klonk de tegenwerping van het meisje, dat duidelijk wilde laten zien, hoe die zaak stond maar hij is nog niet bijna lid van de familie ... en een van de spreekwoorden, waar u het meest mee schermt, zegt: dat men zijn vuile vrasch in... 't Is goed! ... 't Is goed! . .. En terwijl de markies en tioee kluiten boter, niet bun overjassen over den arm en hun rottingen in de hand, het sein van vertrek stonden af te wachten, hernam de markiezin, na eenig zwijgen, op lieftalligen toon : 'k Zou er niet zoo op aandringen, dat je meegaat, wanneer het niet onbetamelijk was, dat j 3 alleen thuis blijft... Net of ik ooit anders doe! ... en bovendien, ik blijf niet alleen thuis.. . Oom Mare is er ook. Die gaat hoogstwaarschijnlijk uit. . . Je weet heel goed, schooiizusterlief, dat, ik 's avonds nooit de deur uitga . .. antwoordde Mare de Bray droogjes. ' Dan vertrouw ik Corysande aan je hoede toe. .. Oom Mare trok de schouders op en beloofde min of meer zenuwachtig: Heken er op, dat ik goed voor haar zal zorgen... 'k zal oppassen, hoor!... 'lat ze zich niet vuil maakt en met geen lucifers speelt,.. . En toen de kleine Barlleur, over het handje gebogen, dat Coryse hem werktuigelijk toestak, er een tamelijk langen kus op drukte, vatte hij zijn nichtje bij de schouders en liet haar een paar malen als een tol ronddraaien, terwijl hij zei; Vooruit! .. . kom mee, Chiffon!... 'n Vervelende boel van avond, hè?... zei Coryse vroolijk tegen oom Mare, toen zij tegen over elkander in het kleine salon zaten, en toch bad ze mij van avond niet noodig... omdat er een derde was om den landauer door te drijven.. . eii maar hij begrijpt dat weinigen vooralsnog tot die heldendaden in staat zijn. Behoort hij zelf wel tot die weinigen ? Maar hij heeft geduld en is tevreden als men maar ophoudt te huichelen en erkent dat geheel het staatsleven mot het chris tendom in strijd is. Als men der waarheid maar hulde doet en alzoo de openbare meening, de grootste macht in de maatschappij, in den geest van het christendom hervormt. Is 't ook niet te veel gevergd zich van alle geweld tegen den misdadigers te onthouden ? Welnu Tolstoïmaakt onderscheid tusschen ideaal en gebod in het Christendom. Het eerste, schoon 't moet blijven trekken, is onbereikbaar; tot het laatste alleen zijn wij terstond gehouden. Hier kan waarheid in schuilen, maar ongelukkig laat het betoog, waarin bij dat denkbeeld ont vouwt, aan duidelijkheid te wenschen over en geeft hij ons opnieuw een proeve van allerwon derlijksten betoogtrant. Het komt zegt hij voor den christen aan op het ernstig streven naar het ideaal en nu zijn de bijzondere geboden of voorschriften, met name in de Bergrede, niet anders dan de aan wijzing der trappen, die men in dat opklimmen naar hooger voor 't minst nu reeds dient bereikt te hebben. Zoo zijn er vyf in de bergrede aangewezen. Het ideaal is dat men niet begeere leed te doen, geen haat wekke, niemand verfoeie. Het gebod: beleedig niemand met woorden. Het ideaal volstrekte onthouding. Het gebod reinheid in het huwelijksleven. Het ideaal onbezorgheid ten aanzien der toe komst. Leef voor het heden. Het gebod: beloof niets voor de toekomst. Het ideaal: gebruik nimmer geweld. Het ge bod : vergeld geen kwaad met kwaad, verdraag beleediging, geef uw mantel. Het ideaal: heb lief die u haten. Het gebod: doe uw vijand geen kwaad, zegen hem. Maak geen onderscheid tusschen vriend en vijand. Al die geboden zijn aanwijzingen van hetgeen wij op den weg der volmaking reeds niet meer mogen doen, van hetgeen wij ons nu reeds met inspanning tot instinktmatige gewoonten moeten eigen maken; elk gebod is n der tallooze rust punten op dien weg. In plaats van lagere moeten wij ons dus veeleer hooger eischen stellen. Deze opvatting van de Christelijke moraal moge over 't algemeen juist zijn, in de bijzonderheden komen er wonderlijke stellingen voor den dag en zijn grondstelling wordt er in het geheel niet door gehandhaafd. Het ideaal is o. a,: Laat den morgen voor het zijne zorgen. Het gebod : Zweer niet! Begrijpe dat wie 't kan. Jammerlijk wordt hier de moraal door het keurslijf van T's theorie ge kneld. Wonderlijk dat hij niet op de gedachte gekomen is volstrekte waarheidsliefde het ideaal te noemen. Maar hij moest een gebod hebben voor het ideaal der onbezorgdheid. En dat HHIIIHHIIillliilllHlllllllllltlllllllllllllimMiHMUMIIIIIIIIIIIIIIIinillllllllllll» ziende dat haar oom onder de lamp ging zitten en de kruisbaudeu van zijn kranten deed, voegde zij er dadelijk bij : Zeg... als je wat te doen hebt... laat ik je niet storen, hoor . . . 'k Wou je juist hetzelfde zeggen . .. O! ... ik! ... of ik mijn tapisseriewerk hier doe, of ergens anders, is precies eender! . . . maar jij, zie je ... als papa 's avonds uitgaat,... ga je gewoonlijk op je kamer zitten . .. Jawel antwoordde hij lachend, maar op die avonden ... 's winters bijna dag aan dag. . . ben je ook uiet zoo bijzonder m mijn hoede aan bevolen als vandaag . . . Coryse ging het groote borduurraam halen, ge heel bezaaid met grillige beesten en krijgers, dat zij van de patronen der tapisseriewerkeu van Bayeux namaakte, en kwam naast oom Mare zitten. Na een. poosje hief hij de oogen van zijn lec tuur op, en keek, over zijn krant heen, naar liet krullige en oplettend over de bonte zijden liguren gebogen hoofdje. Chiffon ... vroeg hij opeens, toen ik, voor het eten, over dien onuitstaaubaren fat spre kend, zei: Zóó!... dus hij is al huisvriend ge worden?..." antwoordde je: Nog niet, maar hij probeert het . .." Ja ... antwoordde het meisje, terwijl ze opkeek. Hm!... hernam oom Mare, min of meer weifelend, 'k heb niet goed begrepen, wat je daarmee zeggen wou?... Niet.?... 'k wou er mee zeggen, dat //<?«> lduit<:ii Imtt'f wel zin had, om me te trouwen . . . Mare de l>ray sprong op. Dus dan had ik 't toch wel mecnen te raden ! .. . maar ik kou niet geloovcn ... dat,. .. en je zegt hel, zoo doodkalm . . . jou trouwen ? .. . die kwiebus?... dat, zou een krankzinnigheid wezen... een monstrnositeit! .. . Nu, je. kunt gerust zijn . . . hij zal mij ook niet trouwen ... verklaarde ChiH'oii lachend. Ah! ... mompelde oom Mare gerustge steld, dan is 't goed!... Je beat toch een goeierd, zeg! . . . om zoo bezorgd voor me te wezen ... vervolgde zij, hem een hartelijken blik toewerpend; en na een oogenblik zwijgen voegde zij er bij: Toch is 't, anders jou schuld... dat hij me wil trouwen . . . Mijn...? Ja . . . zoodra 't bekend was, dat je erfde... werd het, praatje rondgestrooid, dat ik schatrijk zou worden . .. dat jij me een bruidsschat zou geven ... en dat je me je lieele fortuiu zou na laten .. . Dat is ook zoo! . . . Maar je kinderen dan ! . .. »zweer niet" schoot over. Het ideaal is ook : Volstrekte onthouding. De zekerste weg voor de uitsterving van het menschelijk geslacht. Ja maar het ideaal is onbereikbaar. Dus zoover komt het toch nooit. Het zij zoo, maar 't is toch vreemd naar een ideaal te streven, dat bet menschdom tot vernietiging doemt. Het gebod is hier reinheid in 't huwelyk. Dat is dan eigenlijk 't hoogste waartoe we 't brengen kunnen, want een stap verder en we zijn hier geheel onthouders in het huwelijk, en dit was immers het onbe reikbaar ideaal? Nog veel sterker komt deze verwarring van ideaal en gebod uit bij zijn grondstelling: Gebruik geen geweld tegen den booze Is dit nu ideaal of gebod V Geen ideaal naar 't schijnt. Dit noemt hij: Gebruik nimmer ge weld. Geen geweld tegen den booze is dus een gebod, de trap, die thans moet beklommen zijn. Maar welken trap hooger kan men bereiken zonder bij 't ideaal aan te komen ? Geen geweld tegen de goeden is een lagere trap. Komt daarbij geen geweld tegen de boozen; dan is dit dus nu reeds tegen niemand meer geoorloofd. Geweld plegen onderstelt altijd menschen tegen wie 't gepleegd wordt. Tegen niemand, d. i. dus nimmer. En dat was immers 't ideaal ? Maar dan vallen hier ideaal en gebod samen en kan hij ons niet naar huis sturen met de onderscheiding tusschen onbereik baar ideaal en verplicht gebod. Het zou niet moeielijk vallen meer bij te bren gen ten bewijze dat T.'s betoog geen steek houdt, hem nog meer te betrappen op verwonderlijke drogredenen, op eenzijdigheid, op overdrijving. Telkens komt het aan het licht dat hij bijna al leen op Russische toestanden het oog gehad heeft. Zoolang menschen door hunne hartstochten ge regeerd worden, zoolang er dieven, moordenaars en andere misdadigers zullen zijn, is 't goed dat de overheid het zwaard draagt en moeten politie en justitie haren plicht doen, eensdeels om van de misdaad af te schrikken, anderdeels om de maatschappij tegen de misdadigers te beschermen. En die sterke arm tegen hen gekeerd behoeft de zedelijke machten niet te beletten het kwade in den wortel aan te tasten, kan ze veeleer daarbij steunen. Dit alles heeft T. vruchteloos trachten te weerleggen. Maar al heeft hij zijn pleit niet gewonnen, het ontga ons niet dat bij tegen alle gsweld plegen in de maatschappij protesteert, omdat een edele verontwaardiging over al het onrecht en de ellende, door de machthebbers van vroeger en later tijd gesticht, hem heeft aangegrepen. Hij heeft het geschiedboek opgeslagen en in zijn eigen tijd om zich heen gezien. De gruwelen van het despotisme, van de lijfstraffelijke rechtspleging, van den oorlog, al de ongerechtigheden, menigmaal in naam van het staatsgezag gepleegd, hebben hem in heiligen toorn doen ontsteken, lly is een geweldig boet ilMlllltliiiiiiJiiiiiiliiiiiimilllllllliiiiiillilliiiiiiiiiilllliilitiililiiliiniUHiiiiiu Mijn kinderen? .. . heb ik kinderen? . . . Neen... maar als je ereis getrouwd bent... Ik zal niet trouwen, Chiffonlief... 'k beu veel te bang eeu vrouw te treffen, zooals. .. Zooals je moeder," wilde hij zeggen; maar hij hield het bijtijds in en vervolgde: ... Zooals ik er verscheiden keu .. . neen . .. | ik beu een beetje wantrouwig uitgevallen en blijf maar liever jonggezel... ! . . . heerlijk .. . zooveel te beter'. . . . zeg! als je dan won. . . Als ik wat wou ?.. . Kom ik bij je inwonen!... ik zal je huis- j houden doen ... ik heb ook heelemaal geen lust om te trouwen . . . evenmin . . . maar, als ik maar eerst een en twintig jaar ben, blijf ik wis eu zeker j niet hier . . . Geen dag! ... verklaarde zij be slist, ziende dat, oom Mare iets wilde inbren- ! gen in weerwil van dien armen papa, die zoo doodgocd is ... en die me verschrikkelijk zal missen ... ik weet, wel, dat aan den anderen kant mijn afwezigheid hem een macht van kleine ver- i drietelijkheden zal besparen . . . maar dat doet er niet toe, 'l, zal hem nog wel eens spijten, dat zijn j Chiffon weg is ... \\ at, zeg je, weggaan?... vroeg de burg graaf verbaasd waar zou je dan naar toe moeten? ... i 'k Heb altijd gedacht, dat ik tante Mathilde ' eu oom Albert zou vragen, om me weer terug te willen nemen., maar ais jij me wou hebben, zeg?... dat zou ik o! o, zoo heerlijk vinden'... l 'k hou toch zooveel van je, als je 't eens wist,!... ' ja. . . nog meer dan van papa. . . heusch ... 't is ! misschien slecht. . . maar ik kan 't eenvoudig niet j helpen ... En zich naar hem overbuigend besloot zij met een trilling van gevoeligheid in haar lieve stem: ' A\ ant, iu eeu woord: Jou aanbid ik, zie je !... ' Eenigszius bleek, en zijn stoel terug schuivend, mompelde hij : Ik ben niet, waard, aangebeden te worden, kleine Chiffou.. . O, jawel '. . . . lu plaats van je ouden brombeer van een oom v'i\ huishouden te besturen, ga je trouwen ... en dan krijg je eeu hoop kleine schreeuwers . . . om je in beslag te nemen en op een heel ge schikte manier Gribouillc en ouden J eau te ver vangen ... Xoo ! wil ik je eens wat anders zeggen ? . . . antwoordde zij op crustiircu toon : ik ben ze- j ker, dat ik niet zal trouwen ... ja, zeker... ik j kan je niet goed uitleggen, wat, er alzoo in me ! omgaat... maar enliii : niemand bevalt, me... \ Niemand ? . . . Wat weet jij daarvan ? . . . die i arme d'Aubières is toch bepaald een knappe kerel .. . een kerel als eeu boom .. . en degelijk eu goed . . . prediker. Hij zegt harde waarheden. Hij geeselt de huichelarij en de lauwheid die vrede doet hebben met ondragelijke toestanden en die den toets van het Christelijk geweten niet kunnen doorstaan. Hier is een edel profeet aan het woord. Bijkans op iedere bladzijde booren wij den harteklop van groot en goed man, bespeuren wij innige deernis met het door lijden en boosheid veelgeplaagde menschdom en een bewonderenswaardige stout moedigheid in de aanwijzing van den weg, waarop de maatschappij naar zijn overtuiging gered moet worden. Hier is de groote verwachting, waarmee zy'n boek wordt opgeslagen, niet teleurgesteld. Hier ga zijn machtig woord voor ons niet verloren. L. II. S. niHiiiuniiiiiiiiiiiit IIIIHIRI Illlllll IIIIIIIIUIIHIttllllllllllllHM 40 cents per tegel. Bliiimimmiiimiiiiiiiiiuiiii niiiiiiiin iiiiillliiiiilllin Magazijn KEIZERSHOF", Nieuwendtjk 196. Zrjdenstoffen. Grootste sorteering zwarte en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & OLDENKOTT. H. R A HR te Utrecht. Pianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's. UllllllllllllllllimilHlllllllHllimillMNIIIIIIIUIIIIIIIIIIIimilllllllllllimilllim maar zijn eerste jeugd is hij te boven, dat's niet te ontkennen. . . wat den ander betreft, dat's een mormel . . . Coryse begon te lachen : Vertel dat eens aau mevrouw Delorme als je durft ! . . . Weizoo ! . .. Ben jij ook al op de hoogte van die konkelpraatjes '?!... Nu, laat, ik je clan zeggen dat mevrouw DJorme die tnsschen twee haakjes eenvoudig een domme gans is alleen verliefd is op de Jiarlleur z'n naam . . . z'u titel. . . z'n Eiigelsclie cootumes . . . z'n paarden en z'n kasteel. . . Dat begrijp ik best.. . . maar 't is toch iets, waar... waar een ander dan zij ook verliefd op kon raken .. . maar ik, zie je ... ik voor mij voel, dat ik nooit iemand zal liefhebben . . . Dat, komt... omdat je misschien al iemand lief lii-lït, ? . .. vroeg hij angstig. Nooit, van mijn leven!... riep Chiffon op zulk een overtuigende)! toon, dat oom Mare, volkomen gerustgesteld, glimlachte. Neen... hernam zij niemand lijkt me ! . . . genoeg om te trouwen dan altijd, . . . daar heb je bijvoorbeeld . . . l'aul de Lussy, waar iedereen over roept... en meneer de Trêae, waar ze letterlijk om vechten . . . non. ik zou ze niet willen hebben ! . . . 'k wc.et, wel dat 't erg bespot telijk is, om /oo te praten ... en dat ik het recht niet heb om zoo maluntig te wezen, met zoo'n Ironie. . . Met zoo'n tronie?... vroeg oom Mare verwonderd -?wat bedoel je daarmee? ... Nou!... dat ik leeüj'k beu!... l.celijk ? .. . jij, leelijk?... stamelde hij verbaasd. Treuriir antwoord Ie zij : O! 'k weet liet ;"'lf maar al te goed, zeg ! .. . en k vind 't lam u'enoe;/ ! . . , Dat heeft je moeder j'1 zeker gezegd?... maar ju beut ;:iooi, kind . . . heel mooi zelfs, veri-ta ]'.'.':... Och', dat zeg je maar om me plezier te doen . . . en misschien vind je 't een beetje . . . omdat je veel van me houdt. Luister. ('l':i!',)ii . . . zei oom Mare, il. herhaal je, Ju vollen ernst, dat je liet, tegendeel van It-elijk bent, en dat j ; ovr ten jaar of twee, drie zelfs ecu heul mooie \ronw zu.t zijn... deuk je soms dat d AubuVes . . . die toch ook niet als een . .. [Wordlven-olfjd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl