Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 997
Graaf LEO TOLSTOÏ. Het "koninkrijk Gods is
binnen in U. Internationale bibliotheek.
(Slot.)
H\j vindt die vrees ziekelijk, eigen aan stede
lingen, die in abnormale en kunstmatige omstan
digheden leven. Menschen die midden in de
natuur leven en met haar worstelen, hebben die
bescherming niet noodig..
Nu ja, hij wil wel toegeven dat er slacht
offers zullen vallen, maar dat is dan ook om tot
die allernoodigste hervorming te komen
onvermjjdelük en wat beteekent dit aantal b\j de
duizenden, die in rechtmatig gewaanden oorlog
sneven ?
Zoo maakt hij er zich van af, omdat hij niet
kan inzien dat de macht der overheid, met beleid
?en humaniteit uitgeoefend, den zedelijken invloed
van het Christendom niet in den weg staat, veeleer
steunt, en zjjn liefde voor de misdadigers, de
verdoolden, hem doet vergeten dat z\j die niet
stelen en moorden toch minstens op bescherming
aanspraak hebben. Doch dit hangt misschien
samen met zijn wonderlijke stelling dat wie de
macht in handen hebben alty'd slecht zijn en wie
onder die macht staan onschuldig verdrukten.
Hiervoor geeft hy weer een paar karakteris
tieke argumenten. Heerschen wil zeggen, volgens
T., geweld uitoefenen; geweld uitoefenen wil
zeggen: doen wat hy, wien het geweld wordt
aangedaan, niet wil, en wat hij die het gewejd
aandoet, zeker niet zou willen dulden; bij ge
volg wil xheerschen'' zeggen : anderen doen wat
men niet zou willen dat men ons deed, dat wil
zeggen: kwaad doen.
Zich onderwerpen wil zeggen: geduld boven
geweld verkiezen en geduld boven geweld ver
kiezen wil zeggen : goed of minder slecht zijn
dan zij, die anderen doen, wat zij niet zouden
willen dat men hun aandeed. Bij gevolg zijn
het naar alle waarschijnlijkheid niet de besten,
maar de slechtsten, die altijd de macht in han
den hebben gehad en nog hebben. Er kunnen
onder hen, die zich aan het gezag onderwerpen,
slechten zijn, maar liet is onmogelijk dat de
besten over de slechtstenheerschen. En elders:
Om het gezag te erlangen en het te behouden
moet men het gezag liefhebben. En de
heerschzucht gaat niet gepaard met braafheid, maar
integendeel met hoogmoed, sluwheid, wreedheid.
Ziedaar een paar curieuse staaltjes van T's
betoogtrant. Commentaar overbodig.
En wat wil Tolstoïnu ? Als het christendom
alle geweld tegen den booze verbiedt, dan houde
de christen daarmede op en dan bij uiterste
konsekwentie worde de Staat afgeschaft, die immers
met geweld regeert en op het geweld steunt. Men
zegge den Staat de gehoorzaamheid op. Men weigere
belasting te betalen. Men neme geen zitting in een
rechtbank. Men onttrekke zich aan den dienst
plicht. T. gevoelt dat dit niet gemakkelijk zal
gaan. H\j zou 'C wel zeer heldhaftig vinden,
Miiiiiiiiiiitiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiinii
IIIIIIIIIIIIIIH
scène te laten beginnen, voegde zij er bij:
Maar maak u niet bezorgd over me... ik ga
niet uit... IK ben moe ...
Niet waar!... Dat ben je nooit...
Goed ! ... 't was een uitvlucht. . . maar nu
zonder uitvluchten: ik ga van avond niet uit...
Je zult.. .
Wilt u zoo goed zijn, me t'huis te laten . ..
Zet je hoed op!...?beet de marinezin haar
toe, en toen Coryse zich niet verroerde, greep zij
haar ruw bij de polsen.
Het meisje maakte zich met een ruk vrij en zei
zachtjes;
- Wees toch niet zoo dwaas... om zulke
intieme scènes te maken, tegenover een vreemde! . . .
Haar van woede verwrongen trekken eensklaps
tot een glimlach plooiend wendde de markiezin
zich tot, den burggraaf, met de woorden:
Een vreemde?... O! ... mijnheer de Barfieur
is bijna huisvriend!...
Wel mogelijk!... klonk de tegenwerping
van het meisje, dat duidelijk wilde laten zien, hoe die
zaak stond maar hij is nog niet bijna lid van
de familie ... en een van de spreekwoorden, waar
u het meest mee schermt, zegt: dat men zijn vuile
vrasch in...
't Is goed! ... 't Is goed! . ..
En terwijl de markies en tioee kluiten boter, niet
bun overjassen over den arm en hun rottingen in
de hand, het sein van vertrek stonden af te wachten,
hernam de markiezin, na eenig zwijgen, op
lieftalligen toon :
'k Zou er niet zoo op aandringen, dat je
meegaat, wanneer het niet onbetamelijk was, dat
j 3 alleen thuis blijft...
Net of ik ooit anders doe! ... en bovendien,
ik blijf niet alleen thuis.. . Oom Mare is er ook.
Die gaat hoogstwaarschijnlijk uit. . .
Je weet heel goed, schooiizusterlief, dat, ik
's avonds nooit de deur uitga . .. antwoordde Mare
de Bray droogjes.
' Dan vertrouw ik Corysande aan je hoede toe. ..
Oom Mare trok de schouders op en beloofde
min of meer zenuwachtig:
Heken er op, dat ik goed voor haar zal zorgen...
'k zal oppassen, hoor!... 'lat ze zich niet vuil
maakt en met geen lucifers speelt,.. .
En toen de kleine Barlleur, over het handje
gebogen, dat Coryse hem werktuigelijk toestak,
er een tamelijk langen kus op drukte, vatte hij
zijn nichtje bij de schouders en liet haar een paar
malen als een tol ronddraaien, terwijl hij zei;
Vooruit! .. . kom mee, Chiffon!...
'n Vervelende boel van avond, hè?... zei
Coryse vroolijk tegen oom Mare, toen zij tegen
over elkander in het kleine salon zaten, en toch
bad ze mij van avond niet noodig... omdat er een
derde was om den landauer door te drijven.. . eii
maar hij begrijpt dat weinigen vooralsnog tot die
heldendaden in staat zijn. Behoort hij zelf wel
tot die weinigen ? Maar hij heeft geduld en is
tevreden als men maar ophoudt te huichelen en
erkent dat geheel het staatsleven mot het chris
tendom in strijd is. Als men der waarheid maar
hulde doet en alzoo de openbare meening, de
grootste macht in de maatschappij, in den geest
van het christendom hervormt.
Is 't ook niet te veel gevergd zich van alle
geweld tegen den misdadigers te onthouden ?
Welnu Tolstoïmaakt onderscheid tusschen ideaal
en gebod in het Christendom. Het eerste, schoon
't moet blijven trekken, is onbereikbaar; tot het
laatste alleen zijn wij terstond gehouden.
Hier kan waarheid in schuilen, maar ongelukkig
laat het betoog, waarin bij dat denkbeeld ont
vouwt, aan duidelijkheid te wenschen over en
geeft hij ons opnieuw een proeve van allerwon
derlijksten betoogtrant.
Het komt zegt hij voor den christen
aan op het ernstig streven naar het ideaal en nu
zijn de bijzondere geboden of voorschriften, met
name in de Bergrede, niet anders dan de aan
wijzing der trappen, die men in dat opklimmen
naar hooger voor 't minst nu reeds dient bereikt
te hebben.
Zoo zijn er vyf in de bergrede aangewezen.
Het ideaal is dat men niet begeere leed te
doen, geen haat wekke, niemand verfoeie. Het
gebod: beleedig niemand met woorden.
Het ideaal volstrekte onthouding. Het gebod
reinheid in het huwelijksleven.
Het ideaal onbezorgheid ten aanzien der toe
komst. Leef voor het heden. Het gebod: beloof
niets voor de toekomst.
Het ideaal: gebruik nimmer geweld. Het ge
bod : vergeld geen kwaad met kwaad, verdraag
beleediging, geef uw mantel.
Het ideaal: heb lief die u haten. Het gebod:
doe uw vijand geen kwaad, zegen hem. Maak
geen onderscheid tusschen vriend en vijand.
Al die geboden zijn aanwijzingen van hetgeen
wij op den weg der volmaking reeds niet meer
mogen doen, van hetgeen wij ons nu reeds met
inspanning tot instinktmatige gewoonten moeten
eigen maken; elk gebod is n der tallooze rust
punten op dien weg. In plaats van lagere moeten
wij ons dus veeleer hooger eischen stellen.
Deze opvatting van de Christelijke moraal moge
over 't algemeen juist zijn, in de bijzonderheden
komen er wonderlijke stellingen voor den dag en
zijn grondstelling wordt er in het geheel niet
door gehandhaafd.
Het ideaal is o. a,: Laat den morgen voor het
zijne zorgen. Het gebod : Zweer niet! Begrijpe
dat wie 't kan. Jammerlijk wordt hier de
moraal door het keurslijf van T's theorie ge
kneld. Wonderlijk dat hij niet op de gedachte
gekomen is volstrekte waarheidsliefde het ideaal
te noemen. Maar hij moest een gebod hebben
voor het ideaal der onbezorgdheid. En dat
HHIIIHHIIillliilllHlllllllllltlllllllllllllimMiHMUMIIIIIIIIIIIIIIIinillllllllllll»
ziende dat haar oom onder de lamp ging zitten en
de kruisbaudeu van zijn kranten deed, voegde zij
er dadelijk bij :
Zeg... als je wat te doen hebt... laat ik
je niet storen, hoor . . .
'k Wou je juist hetzelfde zeggen . ..
O! ... ik! ... of ik mijn tapisseriewerk hier
doe, of ergens anders, is precies eender! . . . maar
jij, zie je ... als papa 's avonds uitgaat,... ga je
gewoonlijk op je kamer zitten . ..
Jawel antwoordde hij lachend, maar
op die avonden ... 's winters bijna dag aan dag. . .
ben je ook uiet zoo bijzonder m mijn hoede aan
bevolen als vandaag . . .
Coryse ging het groote borduurraam halen, ge
heel bezaaid met grillige beesten en krijgers, dat
zij van de patronen der tapisseriewerkeu van Bayeux
namaakte, en kwam naast oom Mare zitten.
Na een. poosje hief hij de oogen van zijn lec
tuur op, en keek, over zijn krant heen, naar liet
krullige en oplettend over de bonte zijden liguren
gebogen hoofdje.
Chiffon ... vroeg hij opeens, toen ik,
voor het eten, over dien onuitstaaubaren fat spre
kend, zei: Zóó!... dus hij is al huisvriend ge
worden?..." antwoordde je: Nog niet, maar hij
probeert het . .."
Ja ... antwoordde het meisje, terwijl ze
opkeek.
Hm!... hernam oom Mare, min of meer
weifelend, 'k heb niet goed begrepen, wat je
daarmee zeggen wou?...
Niet.?... 'k wou er mee zeggen, dat //<?«>
lduit<:ii Imtt'f wel zin had, om me te trouwen . . .
Mare de l>ray sprong op.
Dus dan had ik 't toch wel mecnen te
raden ! .. . maar ik kou niet geloovcn ... dat,. .. en
je zegt hel, zoo doodkalm . . . jou trouwen ? .. . die
kwiebus?... dat, zou een krankzinnigheid wezen...
een monstrnositeit! .. .
Nu, je. kunt gerust zijn . . . hij zal mij ook
niet trouwen ... verklaarde ChiH'oii lachend.
Ah! ... mompelde oom Mare gerustge
steld, dan is 't goed!...
Je beat toch een goeierd, zeg! . . . om zoo
bezorgd voor me te wezen ... vervolgde zij,
hem een hartelijken blik toewerpend; en na een
oogenblik zwijgen voegde zij er bij:
Toch is 't, anders jou schuld... dat hij me
wil trouwen . . .
Mijn...?
Ja . . . zoodra 't bekend was, dat je erfde...
werd het, praatje rondgestrooid, dat ik schatrijk
zou worden . .. dat jij me een bruidsschat zou
geven ... en dat je me je lieele fortuiu zou na
laten .. .
Dat is ook zoo! . . .
Maar je kinderen dan ! . ..
»zweer niet" schoot over.
Het ideaal is ook : Volstrekte onthouding. De
zekerste weg voor de uitsterving van het
menschelijk geslacht.
Ja maar het ideaal is onbereikbaar. Dus zoover
komt het toch nooit. Het zij zoo, maar 't is toch
vreemd naar een ideaal te streven, dat bet
menschdom tot vernietiging doemt. Het gebod is hier
reinheid in 't huwelyk. Dat is dan eigenlijk
't hoogste waartoe we 't brengen kunnen, want
een stap verder en we zijn hier geheel onthouders
in het huwelijk, en dit was immers het onbe
reikbaar ideaal?
Nog veel sterker komt deze verwarring van
ideaal en gebod uit bij zijn grondstelling:
Gebruik geen geweld tegen den booze Is dit
nu ideaal of gebod V Geen ideaal naar 't
schijnt. Dit noemt hij: Gebruik nimmer ge
weld. Geen geweld tegen den booze is dus een
gebod, de trap, die thans moet beklommen zijn.
Maar welken trap hooger kan men bereiken zonder
bij 't ideaal aan te komen ? Geen geweld tegen
de goeden is een lagere trap. Komt daarbij geen
geweld tegen de boozen; dan is dit dus nu reeds
tegen niemand meer geoorloofd. Geweld plegen
onderstelt altijd menschen tegen wie 't gepleegd
wordt.
Tegen niemand, d. i. dus nimmer. En dat was
immers 't ideaal ? Maar dan vallen hier ideaal
en gebod samen en kan hij ons niet naar huis
sturen met de onderscheiding tusschen onbereik
baar ideaal en verplicht gebod.
Het zou niet moeielijk vallen meer bij te bren
gen ten bewijze dat T.'s betoog geen steek houdt,
hem nog meer te betrappen op verwonderlijke
drogredenen, op eenzijdigheid, op overdrijving.
Telkens komt het aan het licht dat hij bijna al
leen op Russische toestanden het oog gehad heeft.
Zoolang menschen door hunne hartstochten ge
regeerd worden, zoolang er dieven, moordenaars
en andere misdadigers zullen zijn, is 't goed dat
de overheid het zwaard draagt en moeten politie
en justitie haren plicht doen, eensdeels om van
de misdaad af te schrikken, anderdeels om de
maatschappij tegen de misdadigers te beschermen.
En die sterke arm tegen hen gekeerd behoeft de
zedelijke machten niet te beletten het kwade in
den wortel aan te tasten, kan ze veeleer daarbij
steunen. Dit alles heeft T. vruchteloos trachten
te weerleggen.
Maar al heeft hij zijn pleit niet gewonnen, het
ontga ons niet dat bij tegen alle gsweld plegen
in de maatschappij protesteert, omdat een edele
verontwaardiging over al het onrecht en de
ellende, door de machthebbers van vroeger en later
tijd gesticht, hem heeft aangegrepen. Hij heeft het
geschiedboek opgeslagen en in zijn eigen tijd om
zich heen gezien. De gruwelen van het despotisme,
van de lijfstraffelijke rechtspleging, van den oorlog,
al de ongerechtigheden, menigmaal in naam van
het staatsgezag gepleegd, hebben hem in heiligen
toorn doen ontsteken, lly is een geweldig
boet
ilMlllltliiiiiiJiiiiiiliiiiiimilllllllliiiiiillilliiiiiiiiiilllliilitiililiiliiniUHiiiiiu
Mijn kinderen? .. . heb ik kinderen? . . .
Neen... maar als je ereis getrouwd bent...
Ik zal niet trouwen, Chiffonlief... 'k beu
veel te bang eeu vrouw te treffen, zooals. ..
Zooals je moeder," wilde hij zeggen; maar hij
hield het bijtijds in en vervolgde:
... Zooals ik er verscheiden keu .. . neen . .. |
ik beu een beetje wantrouwig uitgevallen en blijf
maar liever jonggezel...
! . . . heerlijk .. . zooveel te beter'. . . . zeg!
als je dan won. . .
Als ik wat wou ?.. .
Kom ik bij je inwonen!... ik zal je huis- j
houden doen ... ik heb ook heelemaal geen lust
om te trouwen . . . evenmin . . . maar, als ik maar
eerst een en twintig jaar ben, blijf ik wis eu zeker j
niet hier . . . Geen dag! ... verklaarde zij be
slist, ziende dat, oom Mare iets wilde inbren- !
gen in weerwil van dien armen papa, die zoo
doodgocd is ... en die me verschrikkelijk zal
missen ... ik weet, wel, dat aan den anderen kant
mijn afwezigheid hem een macht van kleine ver- i
drietelijkheden zal besparen . . . maar dat doet er
niet toe, 'l, zal hem nog wel eens spijten, dat zijn j
Chiffon weg is ...
\\ at, zeg je, weggaan?... vroeg de burg
graaf verbaasd waar zou je dan naar toe
moeten? ... i
'k Heb altijd gedacht, dat ik tante Mathilde '
eu oom Albert zou vragen, om me weer terug te
willen nemen., maar ais jij me wou hebben,
zeg?... dat zou ik o! o, zoo heerlijk vinden'... l
'k hou toch zooveel van je, als je 't eens wist,!... '
ja. . . nog meer dan van papa. . . heusch ... 't is !
misschien slecht. . . maar ik kan 't eenvoudig niet j
helpen ...
En zich naar hem overbuigend besloot zij met
een trilling van gevoeligheid in haar lieve stem: '
A\ ant, iu eeu woord: Jou aanbid ik, zie je !... '
Eenigszius bleek, en zijn stoel terug schuivend,
mompelde hij :
Ik ben niet, waard, aangebeden te worden,
kleine Chiffou.. .
O, jawel '. . . .
lu plaats van je ouden brombeer van een
oom v'i\ huishouden te besturen, ga je trouwen ...
en dan krijg je eeu hoop kleine schreeuwers . . .
om je in beslag te nemen en op een heel ge
schikte manier Gribouillc en ouden J eau te ver
vangen ...
Xoo ! wil ik je eens wat anders zeggen ? . . .
antwoordde zij op crustiircu toon : ik ben ze- j
ker, dat ik niet zal trouwen ... ja, zeker... ik j
kan je niet goed uitleggen, wat, er alzoo in me !
omgaat... maar enliii : niemand bevalt, me... \
Niemand ? . . . Wat weet jij daarvan ? . . . die i
arme d'Aubières is toch bepaald een knappe kerel .. .
een kerel als eeu boom .. . en degelijk eu goed . . .
prediker. Hij zegt harde waarheden. Hij geeselt
de huichelarij en de lauwheid die vrede doet
hebben met ondragelijke toestanden en die den
toets van het Christelijk geweten niet kunnen
doorstaan.
Hier is een edel profeet aan het woord. Bijkans
op iedere bladzijde booren wij den harteklop van
groot en goed man, bespeuren wij innige deernis
met het door lijden en boosheid veelgeplaagde
menschdom en een bewonderenswaardige stout
moedigheid in de aanwijzing van den weg, waarop
de maatschappij naar zijn overtuiging gered moet
worden.
Hier is de groote verwachting, waarmee zy'n
boek wordt opgeslagen, niet teleurgesteld.
Hier ga zijn machtig woord voor ons niet
verloren. L. II. S.
niHiiiuniiiiiiiiiiiit
IIIIHIRI Illlllll IIIIIIIIUIIHIttllllllllllllHM
40 cents per tegel.
Bliiimimmiiimiiiiiiiiiuiiii niiiiiiiin iiiiillliiiiilllin
Magazijn KEIZERSHOF", Nieuwendtjk 196.
Zrjdenstoffen. Grootste sorteering zwarte
en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde
Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
SCHADE & OLDENKOTT.
H. R A HR te Utrecht.
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.
UllllllllllllllllimilHlllllllHllimillMNIIIIIIIUIIIIIIIIIIIimilllllllllllimilllim
maar zijn eerste jeugd is hij te boven, dat's niet
te ontkennen. . . wat den ander betreft, dat's een
mormel . . .
Coryse begon te lachen :
Vertel dat eens aau mevrouw Delorme als
je durft ! . . .
Weizoo ! . .. Ben jij ook al op de hoogte
van die konkelpraatjes '?!... Nu, laat, ik je clan
zeggen dat mevrouw DJorme die tnsschen twee
haakjes eenvoudig een domme gans is alleen
verliefd is op de Jiarlleur z'n naam . . . z'u titel. . .
z'n Eiigelsclie cootumes . . . z'n paarden en z'n
kasteel. . .
Dat begrijp ik best.. . . maar 't is toch iets,
waar... waar een ander dan zij ook verliefd op
kon raken .. . maar ik, zie je ... ik voor mij voel,
dat ik nooit iemand zal liefhebben . . .
Dat, komt... omdat je misschien al iemand
lief lii-lït, ? . .. vroeg hij angstig.
Nooit, van mijn leven!... riep Chiffon
op zulk een overtuigende)! toon, dat oom Mare,
volkomen gerustgesteld, glimlachte.
Neen... hernam zij niemand lijkt
me ! . . . genoeg om te trouwen dan altijd, . . .
daar heb je bijvoorbeeld . . . l'aul de Lussy, waar
iedereen over roept... en meneer de Trêae, waar
ze letterlijk om vechten . . . non. ik zou ze niet
willen hebben ! . . . 'k wc.et, wel dat 't erg bespot
telijk is, om /oo te praten ... en dat ik het recht
niet heb om zoo maluntig te wezen, met zoo'n
Ironie. . .
Met zoo'n tronie?... vroeg oom Mare
verwonderd -?wat bedoel je daarmee? ...
Nou!... dat ik leeüj'k beu!...
l.celijk ? .. . jij, leelijk?... stamelde hij
verbaasd.
Treuriir antwoord Ie zij :
O! 'k weet liet ;"'lf maar al te goed, zeg ! .. .
en k vind 't lam u'enoe;/ ! . . ,
Dat heeft je moeder j'1 zeker gezegd?...
maar ju beut ;:iooi, kind . . . heel mooi zelfs,
veri-ta ]'.'.':...
Och', dat zeg je maar om me plezier te
doen . . . en misschien vind je 't een beetje . . .
omdat je veel van me houdt.
Luister. ('l':i!',)ii . . . zei oom Mare,
il. herhaal je, Ju vollen ernst, dat je liet, tegendeel
van It-elijk bent, en dat j ; ovr ten jaar of twee,
drie zelfs ecu heul mooie \ronw zu.t zijn... deuk
je soms dat d AubuVes . . . die toch ook niet als
een . ..
[Wordlven-olfjd).