Historisch Archief 1877-1940
No. 997
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjS.
Vronwen, te wapen!
Ja, 'k roep u op tot den strijd. Tot een strijd,
niet tegen Franschen, Zwitsers of Noren, die
toch ook onze broeders zijn. Wij zijn te blijde,
nietwaar, dat van ons niet die dienstplicht gevergd
wordt, die bestaat in het verrichten van broeder
moord op groote schaal of bet aanleeren hiervan.
Wij vinden met hen, die ons op grond van dit
niet-dienen onze rechten willen onthouden, dien
dienstplicht onvrouwelijk; maar we vinden dien
evenzeer onmannelijk; we vinden hem
onmenscbelijk.
Tot anderen strijd roep ik u op: tot een' strijd,
die bedoelt menschenlevens te behouden, te redden
in plaats van te verdelgen; tot een' strijd, wél
in 't belang van allen, die hetzelfde plekje gronds
bewonen als gij, maar daarom niet tegen wie daar
toevallig niet geboren zijn.
De vijand, tegen wien ik u wil opwekken, met
mij de wapens op te vatten, is het veelkoppig
monster, dat alcoholisme heet. Gij kent haar niet,
die hydra, weinig tenminste. O ja, gij voelt vaag,
dat ons land lijdt onder bet gewicht van haar
afschuwelijk lichaam; maar kennen doet gij haar
niet. Ware het wel zoo, gij zoudt niet kunnen
volharden in uw toestand van rustige rust.
Het alcoholisme! De som van alle ellende, door
den alcohol veroorzaakt; eene som, zoo groot,
dat de natie er door wordt bedreigd met
ondern. Het alcoholisme! Dat beteekent: ziekte,
, onzedelijkheid, ongeluk, misdaad, waanzin ...
De alcohol is oorzaak van veel en velerlei
ziekte, van hartkwalen, longlijden, lever-, nier- en
maagziekten, van jicht en rheumatiek, van
hersenverlamming; volgens dr. Clark veroorzaakt hij
70 pCt. van alle ziektegevallen, volgens prof.
Adolf Strümpell meer schade aan de gezondheid,
dan tering en syphilis.
Hij veroorzaakt dikwijls den dood. In Zwitser
land wordt in den laatsten tijd bij overlijden ook
de drankzucht als oorzaak van den dood opgegeven.
Volgens de ambtelijke verslagen van het Zwitsersch
Eedgenootschappen} k Statistisch Bureau nu bedroeg
in 1891 het aantal sterfgevallen, door drankzucht
veroorzaakt, '/« van alle sterfgevallen; 3 pCt. der
gestorven mannen was aan delirium tremens over
leden.
Hij verkort den levensduur ; verlengt den
ziekteduur. Bij verschillende Engelsche en andere
buitenlaudsche levensverzekeringmaatschappijen betalen
de geheel-onthouders gemiddeld 10 pCt. lager
premie dan de niet-onthouders, en zijn dan nog
zeer voordeelige deelnemers. Deze reductie op de
premie is den onthouders toegestaan, nadat nauw
keurige berekeningen hadden aangetoond, dat de
levensduur van den geheel-onthouder gemiddeld 6
jaar langer is, dan die van den niet-onthouder. Ook
bij Engelsche ziekenfondsen betalen de geheel
onthouders lager premie dan de niet-onthouders.
Gebleken toch is, dat de ziekteduur van den geheel
onthouder YS a J/4 bedraagt van dien van den
niet-onthouder.
Behalve velerlei ziekten van het lichaam, ver
oorzaakt de alcohol zielsziekten en
geesteskrankheden; acute krenkingen der hersenen, tengevolge
waarvan ongelukken gebeuren, aanslagen tegen de
zedelijkheid plaats hebben, misdaden begaan wor
den; en chronische hersenkrenking, krankzinnigheid.
Dat vele en ernstige ongelukken een gevolg zijn
van alcohol-ge- en misbruik, blijkt wel ten duide
lijkste hieruit, dat bij Engelsche en Amerikaansche
zee-assurantie-maatschappijen die schepen eene lagere
premie betalen, welke geen alcohol aan boord hebben.
En onderzoekingen als die van den heer Lang,
rechter van instructie te Zürich, en van den heer
Laurent, geneesheer aan het Centraal Ziekenstation
der Parijsche gevangenissen, hebben aangetoond,
hoe groot het verband is tusschen alcoholisme en
misdaad. Uit de onderzoekingen van den eerste
blijkt, dat in Zwitserland 3/4 van alle misdaden
gebeuren op Zaterdag, Zondag en Maandag, terwijl
het overige '/« gelijkelijk over de 4 andere dagen
is verdeeld; uit die van den laatste, dat te Parijs
op Maandag tweemaal zooveel en op Zaterdag en
Zondag viermaal zooveel misdaden gebeuren, als op
de overige dagen der week. Ook in ons land heb
ben 3/< der gevangenen hun verblijf in de gevan
genis geheel of gedeeltelijk aan den alcohol te
wijten en zijn de krankzinnigengestichten voor 16
tot 25 % gevuld met alcoholisten.
Het ontzettendste kwaad, dat de alcohol ver
oorzaakt, een kwaad," zegt Dr. Vaucleroy, //dat
juist zoo vreeselijk is, omdat het ongemerkt voort
woekert, een kwaad, dat niet alleen het heden,
maar ook de toekomst ten ernstigste bedreigt,"
is de erfelijkheid der drankzucht. Den onmatige,
den dronkaard, den stevigen drinker" laat de
demon vaak met rust; ongestoord,'vrij van ziekten,
laat hij hen somtijds, n.l. wanneer zij uit krachtige
ouders gesproten zijn, zelfs een hoogen ouderdom
bereiken; maar hunne kinderen straft hij, tot in
het derde en vierde geslacht; straft hij op duivel
achtige wijze voor de onmatigheid der ouders;
straft hij met lichaams-, maar vooral met ziels
ziekten : stuipen, vallende ziekte, zenuwlijden, stomp
zinnigheid, idiotisme, drankzucht en neiging tot
misdaad. Is de moeder drankzuchtig, dan wordt
het kind nog zwaarder gestraft, dan wanneer de
vader zich te buiten gaat.
Aan de waarheid van deze wet der erfelijkheid
wordt niet meer getwijfeld. Bij de oude Grieken
was ze reeds bekend: volgens de mythe werd de
mismaakte Vulcanus door Jupiter geteeld in een
oogenblik van bedwelming door nectar; Diogenes
zei tot een zeer onnoozelen knaap: Uw vader
was dronken, toen Uwe moeder U ontving;"
Plutarchus schreef: Dronkaards brengen dronkaards
voort," en Lycurgus vaardigde te Sparta eene
wet uit, waarbij aan jonggehuwden het gebruik
van wijn op den trouwdag verboden werd.
Ook te Carthago bestond eene dergelijke wet. En
Plato, Aristoteles, Hippocrates, Euripides, ze ken
den allen het verband tusschen alcohol en erfelijke
belasting. En door een groot aantal geleerden van
den laatsten tijd, als Garnier, Lunier, Martin,
Legrain, Normann Kerr, Bar, Forel, Demme, is
ze onomstootelijk bewezen, de wet, die Dr. Eras
mus Darwin, de grootvader van Charles Darwin,
in 1794 aldus formuleerde:
Bijna alle door alcoholische dranken veroor
zaakte ziekten worden door erfelijkheid
overgegebracht, tot op het 3e en 4e geslacht zelfs, tenzij
aan hare werking paal en perk worde gesteld door
onafgebroken geheel-onthouding."
De ouders behoeven niet bepaald dronkaards
of veeldrinkers te zijn, om drankzuchtige kinderen
te hebben. Ook talrijke personen, die den naam
,drinker" met verontwaardiging van zich zouden
werpen, veroorzaken bij hunne kinderen het op.
treden van erfelijke drankzucht met al hare ge
volgen." Deze conclusie is getrokken uit eene
rede, door prof. Strümpell gehouden op de 65e
algemeene vergadering van Duitsche natuurkun
digen en geneesheeren te Neurenberg (1893). En
volgens Mason is reeds de man, die niet zonder
zijn dagelijksch borreltje kan, maar dien men toch
nooit onbekwaam zal zien, het uitgangspunt eener
lange rij van dronken, krankzinnige of zenuwzieke
afstammelingen.
Kan men bet cijfer geboren misdadigers ver
lagen?" vraagt Lombroso. En ja," antwoordt hij,
door allereerst het alcoholisme te bestrijden, dien
kanker, welke niet alleen het zedelijk bewustzijn
doodt in hem, die zich vrijwillig daaraan over
geeft, maar ook dikwijls in zijn schuldeloos kroost,
op hetwelk hij menigmaal drankzucht, moreelen
en intellectueelen waanzin en andere ziekten van
geest en lichaam overplant."
Het alcoholisme! Dat beteekent: eene groote
som van ellende; dat beteekent: voor 80 millioen
ellende en ontaarding, door onze 5 millioen Ne
derlanders jaarlijks gekocht, en eenige honderden
'millioenen, ieder jaar uitgegeven, om die ellende
eenigszins te lenigen, die ontaarding eenigszins,
eenigszins te beperken.
* *
Nietwaar, 't is tijd en meer dan tijd, dat het
alcohoholisme wordt bestreden; dat de ellende
wordt uitgeroeid en... nieuwe voorkomen; dat de
ontaarding wordt gestuit in hare snelle vaart, 't Is
tijd, dat er eene sterke macht wordt gesteld tegen
de ontzettende macht van den vijand, 't Is tijd vooral
dat _ gij gaat medestrijden, gij vrouwen en
meisjes, zonder uwe hulp zal er geen einde
komen aan den strijd, sleclits met u zal de zege
kunnen worden bevochten. Daarom roepen in den
laatsten tijd de drankbestrijders zoo luide om uwe
hulp. Zij verwachten veel, zij verwachten alles
van u.
De bekende feminist en drankbestrijder Mr.
Louis Frank van Brussel heeft zelfs zoo hooge
verwachtingen van u, dat hij het verleenen
van kiesrecht aan de vrouw op dit oogenblik al
een machtig wapen aelit ter bestrijding van 't
alcoholisme 1). Dit optimisme van dezen strijder
voor vrouwenrechten deelen wij niet. Hoe zouden
we ook kunnen? Hoe zouden wij, waar gij u nog
zoo lauw toont tegenover dit groot maatschappelijk
vraagstuk, terstond een' belangrijken invloed ten
goede van u kunnen verwachten ? Ons wil 't zelfs
voorkomen, dat gij op heden eer eene remmende,
dan eene voortstuwende kracht in de
anti-alcoliolbeweging moet zijn. Van den grooten invloed, dien
gij hebt op uwe vrienden, broeders, verloofden,
echtgenooten, maakt gij nog zoo vaak een zeer
verkeerd gebruik uit onkunde. Zelf opgevoed
in het dogma van de goede werking van den
alcohol, in het geloof aan zijne voedende, verwar
mende, opwekkende, verkoelende, slaapwekkende,
krachtgevende, gezelligheid aanbrengende, genot
verhoogende kracht; in de gewoonte, om bij elke
gelegenheid en tot elk doel alcohol te gebruiken
of aan te bieden; zelf, op uitzonderingen na, altijd
matig hebbende kunnen blijven ge hadt zooveel
minder gelegenheid, dan de mannen, om onmatig
te werden, hebt gij wel altijd uw invloed aan
gewend tegen het misbruik, maar het gebruik hebt
gij steeds onaangetast gelaten; ja, gij hebt er, in
uw verkeerd begrip van mannelijkheid" vaak toe
aangezet. In dit opzicht hebt ge veel bedorven en
dus veel goed te maken. Wacht niet te lang er
mee. Waakt op uit uw' dommel en voert ons tot
de zege!
Laat spreken uw hart, laat werken uw verstand.
Contre les grands maux les grands rémrdes, niet
waar ? Gij zult inzien, dat tegen een kwaad als
het alcoholisme niet helpen kan een schipperen,
een transigeeren met den vijand, een afschaffen
van sterken drank," een prediken van >matigheid;"
dat hiertegen slechts zal kunnen helpen geheel
onthouding van allen alcohol; een
niet-meer-nieedoen aan en dus niet-meer-sanctionneeren van de
noodlottige drinkgewoonte, die liet kwaad besten
digt, vermeerdert; een niet-meer-steunen der alcohol
industrie, die dreigt eene gevaarlijke macht te
worden in den staat; een vierkant-voorbeeld-stellen
aan uwe zwakkere broeders en zusters. Gij zult j
inzien, dat de matigheidsprediking niet tot de i
gewenschte resultaten zal kunnen voeren; vooral,
als gij daarbij kennen zult de eigenaardige wer
king van den alcohol op de hersenen, die prof.
Stokvis op het vierde drankbestrijderscongres, in
1893 in Den Haag gehouden, aldus omschreef: ,/Ik
aarzel niet, den alcohol, onder welken vorm ook,
te beschouwen als eene stof, die onze verstandelijke
vermogens aantast. Het is volgens mij eene ernstige
dwaling, te meenen, dat alcohol ooit in staat zou
zijn, den geest op te heffen. Hij roept slechts eene
schijnbare opwekking, eene verraderlijke vreugde
te voorschijn; want hij tast altijd en het eerst
onze edelste hersendeelen aan, die voor de con
trole en het oordeel''; als gij daarbij zult weten,
dat velen, die de matigheid prediken, zelf niet bij
machte zijn, te zeggen, waar de grens is tusschen
matig gebruik en misbruiken, zoodat zij ijveren
voor iets zeer vaags; en dat door twee
hoog-wetensehappelijke matigheidsmannen, prof. Dyce
Duckwortli, lijfarts van den prins van Wales, en prof.
Stokvis, die grens is bepaald op twee a drie
koffielepeltjes daags; altijd, als voldaan is aan de
volgende voorwaarden;
1. dat men geen, al of niet erfelijken, aanleg
tot drankmisbruik hebbe;
2. dat men goed gevoed, gekleed en gehuisvest zij:
3. dat men het tijdens den maaltijd gebruike en
nooit tusschen twee maaltijden in.
Onder deze voorwaarden en in die hoeveelheid
gebruikt, doet, volgens deze beroemde medici, de
alcohol geen schade aan het lichaam, waarmee nog
niet gezegd is, dat hij noodig of nuttig is. Naar
aanleiding van punt 3 sprak prof. Duckworth nog
deze woorden:
J'affirme, sans la moindre hésitation, que toute
personne qui, entre les repas, a recours a l'alcool,
est par ce fait-même un malade, exigeant les soins
intelligents d'un médecin."
(Slot volgt).
BERTIIA VAX 'T STICHT.
1) La Femme contre l'Alcool. Louis Frank,
Bruxelles 189G.
iimiiimiiiiiiiiHiiiiiiiiiiitiiiiiimii
lïuisjaponnen. Het matriarchaat.
De mode in de oudheid. Een turksclt
damestifjdsehrift. Recept. Corres
pondentie.
Een Fransch modetijdschrift merkt op, dat
een nuttig kleedingstuk, vatbaar voor alle
elegances eii zoo gemakkelijk als men zelf wil, in
Frankrijk verwaarloosd wordt. Het is de
huisjapon. De Fransche dames kennen nog weinig
de Engelsche tea-tjoivn, en het peignoir vinden
zy te ongekleed. Tusschen deze beide zou toch
iets te vinden zijn, ruim, gemakkelijk, en toch
wanneer men wil, kostbaar en elegant. Er is
een curieuse reden bij, die men nauwelijks kan
aanduiden, namely'k de groote luxe die in zekere
wereld juist aan kanten en satijnen peignoirs
besteed wordt; maar dit moest voor degelyke
vrouwen toch geen beletsel zijn.
In den zomer en als men kleine kinderen
heeft, zegt de clironiqiieuse, zijn huisjaponnen
als aangewezen, en dan liefst lichte, van bleek
beige of licht grijze stof, naturelkleuren, die
gewasschen kunnen worden als linnen. Wanneer
men de japonnen van batist, van efïen of gedrukt
zéphyr, van toile de Vichy neemt, kan men zich
aan alJe mooie kleuren wagen, rose, mauve,
blauw, lichtgroen, lilas, eglantine, nijlgroen, waar
van de meeste ook gewasschen kunnen worden;
met de moderne gemengde tinten, vieux bleu,
vieux rose, heliotrope, vert-amande, gaat dit
lastiger, toch zijn er ook bij, die weinig verliezen.
Wil men steviger stof hebben, daar is piqu
moltonné, dat men wel het heelejaar kan dragen;
en wil men om voor geen enkele visite onge
kleed te zijn, de gemakkelijke huisjapon een
beetje kostbaarder nemen, dan zijn er de gedrukte
en gebrocheerde mousselines-Liberty, de
neteldoeken op gekleurd transparant, of het crépon,
dat voor andere costumen zoo plotseling uit de
mode gegaan is. Ook gestreept flanel, gekleurd
of wit molton, tissu des Pyrénées gaat voor huis
{ japonnen goed, men kan er zulke mooie revers
en tabliers aan maken als men wil, en zoo tusschen
de staatsie-teagown en het peignoir een
middending scheppen, dat toch vroeger ook wel be
stond dat werkelijk zijn nut heeft.
Als vorm kiest men Empire of princesse ; de
huisjapon moet niet nauwsluitend zy'n, toch kan
men er een ceintuur omheen dragen. Men voert
den rok niet, om het wasschen ; bij den
Empirevorm voert men alleen het stuk, bij de robe
princesse het geheele corsage; men kan, om
het costuum gekleed te maken, er een lossen
boléro van guipure op taffen transparant, ot' een
iichu, of losse revers, of een hoog ceintuur, of
kragen in iederen vorm op dragen. Dit alles
vermindert intusschen een weinig het eenvoudige
en gemakkelijke van de bedoelde huisjapon.
De lezing over het matriarchaat door Prof.
Tyler hier en daar gehouden, waarover wij vroeger
spraken, is nu in de Nineteenth ('entiiry opge
nomen en trekt zeer de aandacht. Men is ge
woon, het als van zelf te beschouwen, dat de
vader het hoofd van het gezin wordt, dat hij
beschikking heeft over den eigendom, dat de
vrouw zijn naam draagt; toch is reeds dertig
jaren geleden een werk van Mc Lennon ver
schenen, Prii/iitirc Marriayc, waarin beweerd
werd dat bij de alleroudste volken de verhouding
in het algemeen juist omgekeerd moet geweest
zijn. Op dit boek het bestrijdend of er mee
instemmend bouwt Prof. Tyler zijn betoog;
bij meent dat het patriarchaat (de heerschappy'
van den vader) de oudste vorm was, maar geeft
zestig namen van volkeren waar het matriarchaat
heertchte. Zelfs nu nog gaat het bij de Kassias
en (!aros in Boven-lndiënog heel curieus toe:
»Als een Garo-jongeling door een meisje is
uitgenoodigd tot een voorbereidende vryage, die hij
niet gemakkelijk kan afwijzen, wordt de
huwelijksdag bepaald. Op dien morgen moet de bruidegom
zich verstoppen; de bruidsjonkers gaan hem
zoeken. Hebben ze hem gevonden, dan wasschen
ze hem en leiden hem, weenend, naar zijn
schoonmoeder in zijn nieuw thuis."
Zoover is het in onze maatschappij nog niet
gekomen, maar, ??merkt een Engelsen blad op,
menigeen moet een zekere sympathie gevoelen
voor den droeven Garo-bruigom, die geleid wordt
«naar zijn schoonmoeder in zijn nieuw thuis."
Ook by de Zunis, op de grens van Californië,
neemt de bruidegom afscheid van de zynen, als
de bruid hem een brood gezonden heeft. Hij
naait gedurende den eugagementsty'd kleeren en
mocassins voor zy'n aanstaande en kamt haar zwarte
lokken op het hooge terras in den zonneschijn;
eindelyk gaat hy bij haar familie wonen. De
vrouw beheerscht en bestuurt de geheele
huwelyksverhouding; zy' zendt zelden den jongen man
naar zy'n ouders terug, of hij moet het dubbel
en dwars verdiend hebben.
By' de Banyai, een Afrikaansche stam, dien
l
Livingstone bezocht heeft, heerscht ook het
matriarchaat. »De jongeling komt in het dorp
der bruid wonen, hakt blokjes voor zy'n schoon
moeder, en behandelt haar met plechtstatigen
eerbied ; maakt men hem het leven al te zuur,
dan neemt hy afscheid en keert naar de zy'nen
terug, maar hij moet de kinderen achterlaten."
Is het matriarchaat wel zoo geheel uitgesloten
in de Europeesche wereld V De man hakt hier
misschien niet geregeld blokjes voor zy'n
schoonmama, maar behandelt haar niet zelden smet
plechtstatigen eerbied," en er is een spreekwoord
bij ons, dat luidt : »Als een dochter trouwt, wint
men een zoon ; als een zoon trouwt, verliest
men een zoon."
Eene wettelijke herleving van het matriarchaat
intusschen, schijnt ons een beetje demoraliseerend
op den man te moeten werken ; wie weet hoe
ongewacht-veel loszinnige huisvaders zich er al
te gemakkelijk in schikken zouden, van schoon
moeder en van vrouw te wisselen, desnoods met
achterlating van het kroost.
* *
*
Nu het schrijven, maken en uitgeven van boeken
als een kunst op zichzelf niet meer »gaat", zooals
de reizigers voor den boekhandel beweren, zal
het als eene serviele ondergeschikte kunst zijn
bestaan nog rekken. Novellen worden geschreven
en gedrukt als reclame voor levensverzekering
maatschappijen, groote plaatwerken worden ver
spreid als advertentie van een meubelwinkel, ge
schiedenissen der mode worden geschreven voor
rekening van eene firma in zijde en fluweel. De firma
Story and Triggs deed een boek verschijnen met
G25 gekleurde platen, tlie HooJc of the day on
fitrnishing; men vindt daarin alle stijlen, meubels,
draperieën, stoffen, garnituren afgebeeld, met de
prijzen erbij. De firma Liberty gaf eene History
offeniinine eogtume uit, waarin aan Egypte en Grie
kenland maar heel korte bladzijden gewijd worden,
waar de schrijver blijkbaar al zijn sympathieën
bewaard heeft voor den tijd waarin de firma
Liberty hare fabrieken van kleurige zy'de en
goedkoop fluweel opende. Blijkbaar heeft de
schrijver zich, wat de oude wereld betreft, tot
een paar plaatjes uit een oud boek bepaald,
en gemeend dat de Egyptische dames niet
anders droegen dan wat men op de pyramiden
vindt afgebeeld. Dit is een groote dwaling
en voor Griekenland geldt ongeveer hetzelfde.
Een volk als de Egyptenaren, vol kunstzin, vol
hulpmiddelen, waar rijke, geestige, ny'vere
menschen woonden, droeg niet eenige duizend jaren
achtereen hetzelfde, de opgravingen hebben het
bewezen. Dat men op de monumenten zoo weinig
verscheidenheid vindt, heeft zijn reden in de
traditie; de kunstenaars hielden zich aan eenige
conventioneele vormen en costumen, die hun
beteekenis hadden en waar het misschien door
priesterlijke of burgerlyke wetten verboden was
van af te wijken. In Griekenland levert de
beeldhouwkunst op bet punt van costuum voor
de vrouw al heel weinig ; maar de opgravingen
geven des te meer. De mode in Griekenland moet
heel veranderlijk geweest zijn ; op steenen te
Mycene heeft men japonnen met stroken over
een crinoline en een blijkbaar nauwsluitend cor
sage (ofschoon geen corset) gevonden ; dan volgt
de periode van Phidias, de »Coa vestis", de
mantel en chiton van Tanagra met al haar
variatiën, enz. In graven in de Krim heeft men
modieuze patronen van stoften gevonden ; in het
Ashmoleum- museum te Oxford is een collectie
veiligheidsspelden (de Romeinen noemden ze
»fibulae", wat de geleerden door »gesp" vertalen),
van vóór de Mycenische periode tot eeuwen
later. Dat die veiligheidsspelden zoo curieus
en belangrijk en gevarieerd zy'n, is geen
wonder ; het costuum wordt er ongeveer geheel
mee in elkaar gehouden. Wie haar fibula verloor,
had kans niet heel veel aan het lyf te houden.
Er is intusschen reden om te onderstellen, dat de
! periode, waaromtrent wij de meeste bronnen heb
( ben, de klassieke, voor het vrouwencostuum de
minst belangrijke was, omdat zy' daarin veel
minder dan vroeger of later aan het publieke
leven deelnamen.
* *
*
Te Constantinopel komt tegenwoordig een
damesblad uit, de Jilianunltira Malchsons, of
»Dames tijdschrift". De redacteur, Abdoel Ilakki
Hamid Bey, heeft zich altoos zeer geïnteresseerd
voor de belangen der Oostersche vrouwen en
hare verheffing. Hij heeft te Tripoli gestudeerd,
is indrukwekkend van voorkomen en schryft een
eenvoudigen, krachtigen sty'l. Onder zy'ne mede
werkers zijn niet minder dan vyftien Oostersche
dames ; eenige van deze hebben ook afzonderly'k
proza en verzen doen verschynen. Het blad
verschijnt tweemaal 's weeks en heeft niet minder
dan 3500 abonnés, voornamelijk te Constantinopel
en te Smyrna.
('liami>injnc-v.ii[i, Cl<irel-cii}i, Suutenie'Ciip, Deze
Engelsche zomerdrank wordt in een kristallen
coupe of bowl opgediend, met stukken y's er in.
Het recept, naar den smaak te varieeren, is het
volgende :
Een glas sherry of madeira ; een glas cognac
of curai.-ao ; het sap van een citroen en wat
afschraapsel van de schil ; een paar strepen
komkommerschil ; een rlesch sodawater en een fiesch
champagne of bordeaux of sauterne. Sommigen
voegen er suiker by, of rijnwy'n, of bessenwy'n,
of vruchten van het saizoen.
E?e.
CORRESPONDENTIE.
Eenige brieven van instemming met het arti
kel van Mej. Cath. AlberJingb Thy'm, getiteld
«Minderen", bly'ven, als in hoofdzaak alleen baar
woorden herhalend, ongeplaatst.