Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 998
Zou zulk een stichting mogelijk zijn?
Het is zeker, dat wij, Nederlanders, »onzen"
Rembrandt nog niet naar eisch gehuldigd
hebben. Allerminst deden wij dat, toen wij
zijn «Nachtwacht" naar het pretentieuse
RijksMuseum voerden, waar zij tot heden geen
rust gevonden heeft, en wel nimmer vinden
zal. Het is de oude geschiedenis, zoo vaak
vertoond, naar het voorname strevende, zoekt
men vergeefs de verhoudingen, waarin het
schoone p^st. Toch, aan de goede bedoeling
heeft het niet ontbroken. Men wilde althans
iets doen voor Rembrandt niet alleen, maar
voor al zijn gildebroeders, zoo langen
tijd verwaarloosd. De stichting van het
Rijksmuseum was een belijdenis van schuld
en een belofte van beterschap, maar hoe
ernstig de boetedoening door het Rijk en
zijn bouwheer ook moge zijn opgevat, ten
opzichte van Rembrandt kan zij ons aller
minst recht op absolutie geven. Schuldig
staat Nederland tegenover de nagedachtenis
van zijn beroemdsten schilder, misschien mag
men zeggen, van zijn beroemdsten landgenoot.
Want op welk gebied ooit Nederlanders uit
geblonken hebben; hoe lang de lijst zij der
onsterfelijk en, die als geleerden, als denkers,
als staatslieden, als kunstenaars den roem
der natie hebben gevestigd, is er onder hen
wel n, wiens naam van het Oosten tot het
Westen wordt rondgedragen, en die een klank
heeft als Rembrandt's naam? Wie den bui
tenlander vraagt naar twee geniën uit het
oude Nederland, hij kan er bijna zeker van
zijn, dat men hem noemt den grootsten schilder
en den grootsten denker Rembrandt en
Spinoza. Zij beiden hebben voor alle volkeren
en eeuwen gewerkt, en waar de andere hunner
roemruchte tijdgenooten nog nu en dan door
den nevel van het verleden breken en voor
het nageslacht opnieuw verschijnen, deze twee
zijn nooit heengegaan, maar leggen dagelijks
nog hun hand op ieder, die het schoone
zoekt op elk die denkt. Rembrandt echter,
als volks- en rasgenoot, staat meer op den
voorgrond. Een der onzen, voert hij onzen
naam het verst. In zijn glans baadt zich
dit land terecht het Land van Rembrandt
eens genoemd.
* *
*
Welnu, wat heeft het Land van Rembrandt
voor Rembrandt gedaan?
Al zeer weinig; veel te weinig, zoo goed
als niets.
En wat zal het doen?
Ons land is zoo klein. Al is de horizon
hier wijd, de opvattingen zijn vaak zoo eng,
de bedoelingen benepen. Persoonlijke, stede
lijke en gewestelijke naijver staan aanstonds
elk streven tegen, dat ter bereiking van
eenig doel offers vraagt. En op hoe veel
?nmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiminiiiiiiiiiiiiiiiiiM
op reis veranderd, oom Mare!...
XI.
Met opgezwollen neus en lippen en halfdichte
oogen, de gevolgen eener vreeselijke verkoudheid,
die hij had opgeloopen, verklaarde de heer de Bray,
op den dag waarop het diner bij de Barfleurs zou
worden gegeven, dat hij niet in staat was, uit te
gaan. Hij had de koorts en ging stilletjes tot den
volgenden morgen naar bed.
Daar stoof de markiezin op.
Dat 's een leelijke kool, die je ze stooft,
de Barfleurs! .. . we waren met ons veertienen . ..
mevrouw de Barfleur heeft 't me verteld . ..
Na?...
Nu... dus dan dertien, natuurlijk!... en
als men zoo iets pas twee uren voor het diner te
hooren krijst... is er zoo gauw geen ander ge
vonden, wel?
't Spijt me geweldig... maar 'k voel me te
ziek, om er heen te gaan... en lachend voegde
hij er hij:
Dus je gelooft, dat als er dertien aan tafel
zitten, een van die dertien binnen het jaar zal
sterven, hè?... nu! ik weet zeker dat ik zou
doodgaan, al zaten we met z'n veertienen, als ik
in zoo'n toestand uitging . . .
Als Coryse je dan ten minste maar wilde
vervangen?... stelde de markiezin voor.
Dat, nooit! ... riep het meisje beslist.
Kom, Chiffonlief... 'k zou 't zoo aardig
van je vinden!. . . drong de heer de Bray aan.
fc*?O, neen! ... asjeblieft niet... en in de
meening een uitstekend voorwendsel te hebben
gevonden, om thuis te kunnen blijven, verklaarde zij:
itt?Wel ! . . . ik moet immers bij oom Mare
blijven .. . anders moet hij straks alleen eten . . .
want u gaat naar bed .. .
Oom Mare, die tot dusver niet scheen verstaan
te hebben, wat om hem heen werd gesproken, kwam
hier heftig tegen op.
jfc -?O ! volstrekt niet! . . . maak je niet bezorgd
over mij!... dat is ook een idee! .. . 't lijkt waar
achtig of ik een kindermeid noodig heb . . .
Neen ... maar je zegt altijd, dat je 't saai
vindt, alleen aan tafel te zitten ...
Daar heb ik nooit een woord van gezegd! ...
'' O!... riep Chiffon, ontsteld niet ns ...
dat heb je wel honderd maal gezegd.
Nu goed, dan wist ik niet wat ik zei!...
medewerking zou men niet moeten kunnen
rekenen, om zelfs maar dat betrekkelijk ge
ring deel van Rembrandt's werken bijeen te
brengen, hetwelk hier te lande nog aan
wezig is?
Edoch wie weet of Rembrandt niet groot
genoeg is, om ons voor een enkele maal, als bij
uitzondering, te zijner huldiging, alle klein
zieligheid te doen bannen. Wat heeft men
niet over voor den man, die de geheele wereld
voor zich heeft gewonnen ? En op welke
hulp zou men niet kunnen rekenen ? Want wat
ten opzichte van Rembrandt wordt gedaan,
hier te lande, heeft niet uitsluitend voor
Nederlanders beteekenis. Hetgeen Rem
brandt wedervaart, is van internationaal be
lang. Nooit was de tijd gunstiger voor ons,
om hier voordeel van te trekken. De belang
stelling in zijn werken is zóó groot in het
buitenland, dat het geen onmogelijk pogen
behoeft te heeten, de kunstvrienden der oude
en der nieuwe wereld, door hun beste ver
tegenwoordigers, op te wekken, Rembrandt
een monument te stichten zijner waardig;
een monument tevens, dat het begin kan
zijn eener verzameling, vollediger dan elke
andere, die ter bestudeering van onzen genialen
landgenoot is te raadplegen.
In alle oorden zijn de
Rembrandt-vereerders legio, en hoeveel namen zou men niet
kunnen noemen van personen, die van liet
een of ander onderdeel dier rijke kunst, van
Rembrandt's schilderijen, van zijn etsen of
van zijn teekeningen, studie hebben gemaakt ?
Voldoende is het hier het driemanschap
te noemen, dat zooveel dapperen aanvoert:
Bode, Bredius en Michel. Deze drie, zijn
ze, waar het er op aankomt voor Rembrandt's
eer te strijden, niet een leger waard ? Indien
zij, die reeds zooveel hebben gedaan om de
kennis te vermeerderen, nooit moede in liet
onderzoeken en in het licht te stellen
van hetgeen den grooten meester geldt
indien zij eens wilden, zou het inderdaad
ondenkbaar zijn, dat we te eeniger tijd al
onze Rembrandts vonden in een
RembrandtsHuis ? Ons dunkt, voor hen die zich zoo
ijverig reeds betoonden, is nog een zeer ge
wichtig werk te doen. Want niet alleen
zoekt nog altijd Rembrandt's meesterwerk
de plaats, die het toekomt, maar de meester
zelf bleef, ondanks al zijn grootheid, zwerfling
op deze aarde. Ook hem ontbreekt het
rustig plekje, het ware licht, een echt
tehuis. Daarom, mijneheeren, richt u tot
de geheel beschaafde wereld, roept uw ge
trouwen tot samenwerking: bereidt Rem
brandt een Huis.
SociaU
WMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIHIIMIIIIIII
?iHiiiiyiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiil
maar kijk . .. als je nu een goeie meid wil wezen . . .
ging je met je moeder mee dineeren ... al deed je
't maar om mij plezier te doen. ..
Het meisje keek hem met de uiterste verbazing,
wantrouwig bijna, aan.
Wat, dacht zij, ??na alles wat hij pas
twee dagen geleden over den kleinen Barfleur heeft
gesproken . .. van dat huwelijk ... en zoo meer . . .
wil hij me nu daarheen sturen!. . . mij, die nooit
ergens heenga. . . zoodat liet er veel van heeft of
ik ze naloop, dus?... eu zij antwoordde:
Ik kan... in geen geval... van avond mee naar
Barfleur gaan . . .
Waarom niet?... vroeg mevrouw de
Bray.
Dat heb ik laatst al gezegd ... ik heb geen
japon . ..
Kn die je vader je dan heeft gegeven?
Die heb ik voor morgen besteld die is
nog niet klaar . . .
Welnu ... dan zullen we gauw je pompadour
japon laten veranderen . . .
Nu iedereen al langer dan een jaar gewend
is, me in lange rokken te zien ... zal dat wel een
beetje bevreemding wekken ... en ... daar zou reden
toe zijn... verklaarde zij, en lachend voegde
zij er aan toe:
Temeer omdat, wanneer er geen verlengstuk
met touwtjes aan wordt gehangen .. . aan mijn
pompadour japon . . . mijn knieën te zien zullen
komen, als ik ga zitten. . .
Oom Mare stond op:
Ga je hoed opzetten ... je gaat met me mee ...
en ik beloof je, dat je zoo meteen een japon zult
hebben.
Maar ... zei Coryse, nog tegenstribbelend
ben jij er nu ook al fel op, om me daarheen
te drijven? . . . euüu, ik zal gaan ... als je er zoo
op gesteld bent. ..
En het salon uitgaande, zei zij, oom Mare, die
vermeed haar aan te zien, een verwijtenden blik
toewerpend, in zich zelve:
Hij wil niet meer met me alleen blijven,
zooals laatst op dien avond. . . maar waarom wil
hij niet... in vredesnaam, waarom ? ...
Mare de Bray bracht Chiffon naar de eerste
modiste van Pont-sur-Sarthe; een costuummaakster,
die zij slechts van uaim kende, en wier woning
zij eerbiedig betrad.
(Wordt vervolgd).
Het Lontecli Congres,
Het Londensch congres was tweeledig van
samenstelling: deels bestond het uit verte
genwoordigers vaa vakveieenigingen, deels
uit vertegenwoordigers der sociaal-democratie
der verschillende landen. Vandaar dat men,
ook na de afgevaardigden van zuiver
anarchistische en alleen democratische ver
een igin gen te hebben verwijderd, en nadat de
heer Domela Nieuwenhuis met zijn volge
lingen het congres had verlaten, een Vaillant
kon hooren zeggen: ik ben revolutionair
socialist en voorstander van politieke aktie,
en een Steadman, lid van den Londenschen
gemeenteraad : ik ben radicaal en werkman.
Dat komt er niet op aan,zeidedeheerBebel:
wij sociaal-demokraten zijn hier gekomen, om
de vakvereenigingen, speciaal de engelsche,
te overreden tot de taktiek der internationale
sociaal-democratie.
Voor het oog is dit, gedurende de
congresdagen althans, gelukt. De afgevaardigden
der Trade-unions, hoewel 185 in aantal, geheel
o "erstemd door de verbonden groepen der
»Social Democratie Federation" en der «Inde
pendent Labour Party", die samen 270 man
daten hadden en een onevenredig geringer
aantal leden vertegenwoordigden, zijn aan het
congres blijven deelnemen. Maar met de
taktiek der meerderheid waren zij toch alles
behalve ingenomen ; van haar billijkheid waren
zij geenszins overtuigd, en er moet in drie
of vier jaren veel veranderen, zullen zij
bij een volgend congres wederom genoegen
nemen met een plaats, zoo bescheiden als
hun hier werd gegund. En terwijl van deze
vakvereenigingen een gedeelte de politieke
aktie rondweg veroordeelt, een ander deel bij
verkiezingen zich eenvoudig pleegt aan te
sluiten bij de partij die haar de meeste onmid
dellijke voordeelen biedt, is thans, scherper
dan in '93 te Zürich, uitgesproken dat voortaan
alleen zullen worden toegelaten de
vereenigingen, die de parlementaire aktie als een
noodzakelijkheid beschouwen, parlementaire
aktie van de werklieden, georganiseerd onaf
hankelijk van alle burgerlijke partijen.
Een zoo nauwkeurig gestelde formuleering
zal er zeker toe bijdragen, dat bij een volgend
congres een geringer aantal vereenigingen
zijn vertegenwoordigd. Of ook de eenheid der
aldus vergaderden er grooter om zal zijn?
De theoretische eenheid misschien; de eenheid
ten opzichte van dadelijk in praktijk te bren
gen beginselen der sociaal-democratie echter
ook? Ik ben zoo vrij het te betwijfelen. Lees
de verschillende resoluties na, en gij moet tot
de overtuiging komen, dat met slechts een
enkele uitzondering dit congres, waar het niet
iedere natie voorloopig vrij laat om te hande
len naar omstandigheden, niet verder is ge
komen dan frasen en toekomstmuziek. Daar
is het besluit omtrent de agrarische kwestie. »De
verhoudingen van den grondeigendom en de
scheiding der klassen in de landbevolking
zijn in verschillende landen te verschillend,
dan dat het mogelijk zou zijn een voor de
arbeiderspartijen aller landen bindend voor
schrift op te stellen". Daar is de resolutie j
omtrent het onderwijs, dat van den kindertuin l
tot de universiteit een gelijke lichamelijke,
technische, wetenschappelijke en artistieke op
voeding vraagt voor alle kinderen, gemotiveerd
o. a. door de overweging, dat zoo een < pvoeding
het beste bolwerk is tegen het militairisme;
en daar is de resolutie omtrent het militai
risme zelf, die wel niet spreekt van algemeene
werkstaking als antwoord op een oorlogsver
klaring, maar toch niet meer of'minder vraagt
dan de afschaffing der staande legers, onmid
dellijk gevolgd door bewapening van het ge
heele volk, en die weer vastgekoppeld aan
scheidsgerechten. Wat heeft een partij, die
binnen en buiten de grenzen der verschillende
nationaliteiten wil optreden aan zulke uit
spraken, die grootendeels een herhaling zijn
van vroegere ? Voor menig sociaal democraat
moet een congres, dat geen betere resultaten
oplevert dan zulke resoluties, een teleurstel
ling zijn geweest.
Maar was het wel billijk, iets anders te ver
wachten van een internationaal
socialistencongres? Inderdaad toch kan zich de arbei
derspartij van geen enkel land door een
zustergrocp uit den vreemde de wet laten
voorschrijven. Ieder rijk op zichzelf heeft zijn
aparte economische en politieke toestanden,
waarvan afhangt, welke middelen thans moe
ten worden aangewend, en hoe die in toepas
sing moeten worden gebracht, om tot het ge
meenschappelijk doel te voeren. De engelsche
werkman is, wat betreft het aanzien van zijn
klasse, zijn duitschen collega ver vooruit; de
Duitscher zal dus meer waarde moeten hechten
aan het veroveren van politieke rechten, dan de
Engelschman, die een groote vrijheid van be
weging heeft, maar wien het in de allereerste
plaats te doen is om zijn levensstandaard
hooger te brengen. Dit verschil in ontwikke
ling tusschen de verschillende landen, doet
zich het best gevoelen in de vergelijking van
de conclusie, Zaterdag omtrent de economische
actie aangenomen, luidende :
III. De economische ontwikkeling is tegen
woordig reeds zoover gevorderd, dat een
crisis spoedig kan intreden. Het congres
drukt derhalve de arbeiders van alle landen
op het hart om de leidirg van de productie
te leeren, om deze als arbeiders, die zich
van hunne klasse bewust zijn, tot heil van
de gemeenschap te kunnen overnemen ;
met deze uit de verscheidenheden" :
Dit congres spreekt zich uit voor het
fundamenteele recht van vrijheid van geweten,
van spreken en van drukpers, alsmede het
recht van vergaderen en vereenigen, zoowel
plaatselijk als internationaal van de arbeiders
en alle andere volksklassen, ter bereiking
van politieke, industrieele en sociale her
vormingen.
De eene verklaring doet, denken aan een
toestand, die de vooravond is van het ban
kroet der bourgeoisie, de andere roept de meest
volkomen afhankelijkheid der werklieden ona
voor den geest. Zelfs ten aanzien van de
middelen, over wier wenschelijkheid in theorie
geen twijfel bestaat, is eenheid voor de prak
tijk dikwijls nog ongewenscht. Zoo zal men
in menige engelsche gemeente, en onder een
socialistische)! gemeenteraad ook in Frankrijk,
een groot voordeel zien in het toepassen van
het socialisme in het klein : het exploiteeren
van monopolies door de gemeente zelf. Maar
van Duitsche zijde werd gewaarschuwd, om
thans reeds dit gemeentelijk socialisme ook
daar toe te passen, wijl het nóg meer dan
nu het geval is. den werkman van de over
heid afhankelijk zou maken.
Moet hierbij niet worden gevoegd de over
weging, dat wel in ieder land .iedere
werkliedenpartij een partij van invloed en politieke
macht kan zijn, maar dat de werkliedenpartij
van het eene land vooralsnog bezwaarlijk
een macht van beteekenis kan zijn in het
andere? Men zendt elkander geld voor het
volhouden van werkstakingen; dit gaat
zoover als het voeten heeft; overigens is iedere
nationale arbeiderspartij alleen door zichzelf'
wat zij is. Dit in aanmerking genomen, is van
het geheele congres misschien het belangrijkst
besluit dat tot voorbereiding van een inter
nationaal arbeidssecretariaat.
F. M. C.
iiiiMiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiii
40 cents per regel.
miiiMiHiiiiiiiiiiiimmiiii n iiniiinii
HoofYl-Deput
f*fe
^^ Dr. JAEGER'S ORIG.
K. K. DEUSCIILE-BENGER,
Amsterdam, Kaherstt'aat 157.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel Nederland.
Magazijn KEI/ERSHOF", Jfienwenilijk 196.
Z ij d e n s t O f f e n. Grootste sorteering zwarte
en gekleurde, eifen, gewerkte en gedamasseerde
Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
SCHADE & OLDENKOTT.
H. RAHR te Utrecht.
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.