Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 999
type, in de taal, in de zeden, in de over
leveringen. De Vogezen behooren evengoed
tot het Duitsche Rhijndal als het
Schwarzwald. Het verlies van de beide provinciën is
voor Frankrijk eigenlijk een winst geweest,
want daardoor alleen kon de vrede gedurende
vijf en twintig jaar verzekerd blijven. Het
is pijnlijk geweest voor den nationalen trots
der Franpchen, maar die pijnlijke les was
dubbel en dwars verdiend, want de
Franschen hadden uit het Napoleontische tijdperk
eene zelfoverschatting, eene ijdelheid, eene
oppervlakkigheid en vooral eene agressieve
gezindheid overgehouden, die inderdaad be
lachelijk waren. Wat bij andere volken
slechts als episode voorkwam, werd in Frank
rijk chronisch. Zelfs de beste en scherpzin
nigste historieschrijvers, Thiers, Guizot,
Michelet, deden mede aan die verheerlijking
van »le génie de la France" en toonden eene
naieve onbekendheid met andere beschaafde
volken. Frankrijk was voor hen het middel
punt der wereld. Indien Bismarck en Moltke
deze illusie hebben verstoord en in Frankrijk
onder burgers en boeren het gezonde
menschenverstand weer hebben doen ontwaken,
dan hebben zij daardoor aan het land een
dienst bewezen, die wel opweegt tegen het
verlies van twee provinciën. Ook op zuiver
geestelijk gebied heeft de Duitsche invasie
goede vruchten gedragen. »Het Fransche
genie is, door steeds geheel op te gaan in de
beschouwing van zich zelf, ten slotte uitge
droogd en als het ware tot een skelet ge
worden. Onze deugden zijn tot onverbeter
lijke scheefheden vergroeid. Wij waren zoo
ver gekomen, dat wij onze behoefte aan
klaarheid en logica beschouwden als het
eenig doel van ons streven. Maar om vol
komen helder te zijn, werden wij niets zeg
gend en in de overmatige zucht naar uiterlijke
nauwgezetheid vervielen wij in het gezochte
en het gekunstelde." Ook op moreel gebied
heeft volgens den schrijver de nederlaag hare
foede uitwerking niet gemist. De
oppervlakigste waarnemer kan zien, dat het Fransche
karakter in de laatste vijf en twintig jaren
gewijzigd en verbeterd is en dat de blufferige
opsnijderij heeft plaats gemaakt voor een
besef van Frankrijk's positie in de wereld.
De man, die zoo schrijft, is werkelijk een
Franschman. Hij woont te Parijs in de Rue
Marcadet, en is redacteur aan den Meroure
de France, de Jievue Blancltc en de Proyrètt
de l'Oise. Maar hij plaatst zijn artikel in
de Frankfurter Zcitung, want, zooals hij zelf
zegt: »Geen blad zou het durven wagen,
openlijk datgene uit te spreken, wat de meest
verlichte hoofden in onze geestelijke aristo
cratie in het geheim beginnen te denken."
* *
*
Het kwam ons interessant voor, deze beide
artikelen naast elkander te plaatsen. Uit dat
van RenéBazin kan men zien, wat een ernstig
en bezadigd journalist en dat is de schrij
ver zeker niet wil zeggen, in dat van
Paul Fournier, wat een niet minder bekwaam
en eerlijk journalist in Frankrijk nog steeds
niet mag zeggen.
?nliiiiiiiiiiiiiiiiiiliitiiiiiiiiiitiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiH
aanazizgcn
;ew.
uiiitiiiuiuiiiiiitiuitiiiiiiiiuiiitiiuiiiiiiiiiiiimiiiHiiimiimiHitiiiiiiiiiiiitiu
De Merlaadsctie staat als weitper,
Een kleine brochure, van een der
werk
HHiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiiimiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiniitiiiHiiitiiiiiitiiii
meent... Euiiu! ze is voor morden... voor 't bal
van je schoonzuster... Hé, ja!... dat's waar
ook! . .. We diiieeren van avond samen op
Barfleur, hé? ...
iN'een ... 'k ga bijna nooit uit, dat weet
je ... en nu lieelemaal niet... 'k ben immers in
den rouw.
Och'. dat is ook zoo!... 'k Heb je nog niet
gezien, sedert je terug bent. . .
'k Ben eergisteren pas terug gekomen ... en
heb nog geen visites kunen maken . . .
Dat weet ik heel goed! ...
Eensklaps liep zij heen om een over de leuning
van een stoel uitgespreide lap stof te onderzoeken
en voor den burggraaf heengaande, sprak zij snel
en zacht:
Maar mij hadt je toch wel even kunnen
opzoeken ? . . .
Ter sluiks wierp oom Mare een blik op Chifton,
om zich te vergewissen, of zij liet misschien had
verstaan.
Bleek, met saamgeknepeu lippen en neergeslagen
oogen, onbeweeglijk als een standbeeld, bleef liet
meisje zwijgend staan. Alleen het gejaagde kloppen
aan de slapen, verried dat zij leefde en Mare dacht:
7,e is weer in ecu vau haar droomerijeu. .. .
Ze heeft gelukkig niets gemerkt.
. Maar je broer en zijn vrouw dineeren er
toch vau avond wel, niet waar?., vroeg mevrouw
de Liron terugkeerend, na de stofte hebben bekeken.
Mijn broer is ongesteld . .. daarom gaat mijn
schoonzuster alleen met haar dochter . . .
Ah ! jawel... dat zal. als ik me niet vergis,
freule Coryses debuut in de wereld zijn? ... ik
vind het verrukkelijk van avond in haar gezelschap
te wezen . . .
Chiü'on boog met een schelmsch gezicht terwijl
zij dacht:
Komaan! dat, 's dan precies liet tegendeel
van mij!... nu ik weet, dat zij oek komt...
lijkt het me nu<* vervelender ! . . .
Och, madame Bertin... wendde oom
Mare zich tot de modiste - hebt u een
oogenlieden aan de Rijkspatronenfabriek te Delft,
die weldra naar de Hembrug zal worden
verplaatst, draagt bovengenoemden titel. Er
is over deze verplaatsing reeds een en ander
geschreven wat Travailleur jr. van ter zijde
aanraakt; bovendien geeft hij in zijn brochure
eenige bijzonderheden omtrent de wijze, waarop
Oorlog" zijn verplichtingen opvat tegenover
de bij hem in dienst zijnde werklieden. Dit
te zamen stemt ons niet gunstig voor den
Nederlandschen staat als werkgever. Laat
ons enkele feiten onder de oogen zien.
In den loop van den afgeloopen winter
constitueerde zich een commissie van heeren,
die, bedenkende hoe op de terreinen aan de
Hembrug wel fabrieken werden gebouwd,
maar geen woningen voor de aan die fabrieken
verbonden werklieden, wilden trachten hen
een coöperatieve woningvereeniging te laten
stichten, ten einde hen te beveiligen voor
eventueele bouwspeculanten en huisjesmelkers.
De bedoeling dezer heeren mag een goede
zijn geweest, m. i. hebben zij de verplichting
van het Rijk voorbijgezien, om zelf te zorgen
voor woningen voor lieden die eenvoudig a
merci van den minister van Oorlog van
woonplaats hadden te veranderen. Zoo han
delt men met directeuren van post- en tele
graaf kan toren, en, in het leger, ook bij de
verplaatsing van garnizoenen met de gehuwden.
Bekend is, dat de minister van Oorlog deze
woningvereeniging, na haar aanvankelijk
gunstig gezind te zijn geweest, later zeer koel
heeft bejegend, en dat mede aan zijn houding
het te danken of te wijten is geweest, dat
zij niet is tot stand gekomen.
Te danken, indien de minister zelf'plan had
voor de gezinnen die hij gaat verplaatsen,
een behoorlijk onderkomen gereed te maken.
Te wijten, indien thans de werklieden aan hun
lot zijn overgelaten, en aan het toeval dank
baar mogen zijn, indien zij te Zaandam duur,
te Amsterdam duur en ver af' een woning
vinden. Welke van de twee indiens de meest
waarschijnlijke is, blijkt uit de mededeeling
van Travailleur Jr., dat de werklieden werden
bemoeilijkt in heten corps houden van
samensprekingen over het oprichten der
bouwvereeniging gedurende den rusttijd aan de fabriek
Ja zelfs werd verboden, in dien rusttijd de
oproepingsbiljetten voor vergaderingen dier
vereeniging buiten de fabriek rond te geven,
of eenige bekendmakingen dienaangaande op
te hangen. Dit heeft meer dan van iets anders,
veel weg van de tucht in een weeshuis ; Tra
vailleur Jr. spreekt van een «ietwat russisch
despotisme." Laat mij verder mededeel en,
dat een der werklieden werd weggejaagd, omdat.
hij had deelgenomen aan de 1 Mei-beweging,
en hier en daar motto's had opgeplakt; dat
in Dec. '04 een der werklieden bij den heer
Heldt zijn beklag deed over den toestand
van hem en zijn lotgenooten aan de fabriek,
en dat als eenig gevolg van dat beklag de
maatregel werd genomen, om het uur schafttijd,
door de werklieden in de fabriek doorgebracht,
en tot nog toe als werkuur uitbetaald, voor
den vervolge niet meer als zoodanig te reke
nen. »Dan moet je maar niet bij Kamerleden
klagen," werd den betrokkene toegevoegd.
Een al te modern denkbeeld van de opvat
ting zijner verhouding tot werklieden heeft
dit is uit het voorgaande reeds genoeg ge
bleken »()orlog" niet. Evenmin is zijn zorg
vaderlijk te noemen. Men neme slechts kennis
van de volgende zoogenaamde toonregeling.
Er wordt aan de patronen fabriek per stuk
gewerkt, in ploegen, naar vastgestelde tarieven.
Verlaging der tarieven geschiedt herhaaldelijk,
en altijd zonder de werklieden te raadplegen.
Een werkman, die trouw zijn inkomsten
opteekende, heeft het volgend staatje gemaakt
van zijn verdiensten, van 1872 af:
Jaren bedrag p. jaar aan thuiswerk p. weekwf/tliuisiv.
1872 f 979.1P f 18.80
1873 » 98295' f 180.- »18.90 f2230
1874 » 800.45 »700 23 » 16.05 »30.23
1875 » 89501 »800 23 »17.21 »33.75
187(J » 1098.77' » 501.37"' »21.10 » 30.80
1877 » 12i:UO » 342.50 » 23.33 » 30 91
1878 » 1027.39 »209.34 » 19.76 »24.94
1879 » 913.04 » 1750
1880 » 1031,30 » 19.83
1881 » 97701 » 18.77
1882 »> 78354 >» 15.12
1883 » 79407:' » 15.30
1884 » 933.25 »17.90
1885 » 877.88 » 10.77
1880 » 870.31 » 10.02
1887 » 959.11 »18 40
1888 » 859.75 »10.40
1889 » 801.38 » 15.41
1890 » 858.73 »10.50
1891 » 77842 »15.01
1892 » 780.48 »15.77
1893 » -758.89 »14.59
Sedert ''78 is het huiswerk afgeschaft.
Waarom ? Men zou als goede reden kunnen
opgeven, dat een werkman, die twaalf uur
arbeid in de fabriek achter den rug heeft,
genoeg moet verdiend hebben, om verder rust
te nemen. Maar waarom is, met kleine schok
ken, voortdurend zijn loon verlaagd ? Hij
weet het zelf niet. Hij ontvangt den 13den
en den 23sten van iedere maand een voorschot
en den 3den van de volgende de afrekening;
hoe echter zijn loon wordt berekend, is alleen
aan de autoriteiten bekend, en hangt van
hen alleen af'. Wat hij ervan weet, is onge
veer dit: voor de geheele ploeg wordt voor
zekeren arbeid een zeker bedrag uitgetrok
ken ; hoe meer dus anderen krijgen, hoe
minder hij. Streven dus de jongeren onder
zijn collega's naar lotsverbetering, het is in
zijn belang, hen daarin tegen te werken. En
dat het voor die jongeren toch geen weelde
is, naar lotsverbetering te streven, blijkt uit
het volgende. Het gemiddelde Joon was ge
durende de maanden Juli?Dec. '95 ? 11.80;
gedurende Jan.?Febr. '90 ? 10.05. Mannen,
die van hun militiedienst terugkomen, heeten
leerlingen, en ontvangen een uurloon van
7 et. (Ter vermijding van verkeerde gevolg
trekkingen zij medegedeeld, dat dit uurloon
maar voorloopig is, en bij de afrekening
tussschen de 20 en 30 pOt. overgeldeii wordt be
taald. Een uurloon vnn 7 et. is dus inder
daad er een van 8.5 u 9 et.) Anderen
daarentegen, hoewel hetzelfde of nagenoeg
hetzelfde werk verrichtende, ontvangen een
belangrijk bedrag meer. Loon naar bekwaam
heid, loon naar ouderdom, loon als de van
beide zijden vrijwillig overeengekomen
koopfom van den arbeid niets van dat alles is bij
de fabriek in zwang. Er heerscht een wille
keur, waarvan de werklieden althans de
logica niet kunnen bevroeden ; een despotisme,
' dat tot nog toe hen aan alle ernstig pogen
i naar lotsverbetering heeft doen wanhopen.
! Moge de voorloopige publicatie van dezen
werkman reeds aanleiding zijn voor een
1 grondige herziening van de hier heerschende
stelselloosheid, en voor een begin van betere
blikje voor mij ?. . . ik ben zeer gepresseerd ... ik
moet een japon voor mijn nichtje hebben ... en
wel om vijf uur, kant en klaar ... en aangezien
het nu al twee is ...
U ! . . . riep mevrouw de Liron laat, ik
madame Bertin niet van je afhouden... ik kan
nu wel verder zonder haar!... eu zij verdween
weer in de paskamer.
Laat nu eens hooren vroi'g oom Mare
wat u voor me zoutlt kunnen laten maken ?
Maken? ... u deuk toch niet mijnheer de burg
graaf, dat wij om vijf uur een geheele japon van
meet af klaar kunnen hebben ?. . . \\ ij kunnen
freule d'Avesues alleen ecu paar van onze modellen
laten passen... en als er een bij i", dat bijna goed
zit... het voor vau avond ecu beetje veranderen...
Uw modellen . . . maar die zijn smoezelig
en gekreukt . . .
Toch niet,!... onze werksters hebben ze
natuurlijk aangehad, om de dames te laten zien,
hoe xe zitten... maar er zijn heel frissche bij...
En Coryse aanziende stelde zij voor:
'k Heb juist een prachtig rose kleedje, dat...
Xecu ! . .. riep t'aifl'on plotseling, geen
rose ! . . . dat wil ik niet ! . . .
Mevrouw de Liron had een oogenblik te voren
tegen oom Mare gezegd : .,.le zuil, toch, hoop ik,
iets voor haar iu 't, rose laten maken ? . . . en dat
alleen was voldoende geweest om liet meisje te
doen besluiten, elke andere kleur te kiezen behalve
juist die.
is er een of andere nuance die u prefereert,
freule ? .. .
't Is mij lotaal onverschillig, zeiile Chiffon
al wat u wilt, geen rose ... en /ij voegde
er hij ? wit, vind ik altijd nog al mooi . . .
Ecu der winkeldames kwam met een «vitzijden
mousseline costuui» aan. Madame Bertin deed ds
deur van een der paskamers open en zei, Coryse
binnenlatend: Uril u daar maar even gaan
passen, freule?
Ziende dat Mare bleef staan, voegde zij er bij:
Gaat u niet mee binnen, mijnheer?.
Oom Mare volgde de modiste, eu ging in een
hoek van het vertrekje zitten, waar ('liiH'ou s slank
lUiuirtje, in een kort rokje uit de om haar voeten
heen gezakte japon oprees.
Nooit had de oude oom de Lannay, die de
lichamelijke opvoeding vau het kind leidde, wilien
gedoogen, dat zij een corset, bottines of kousen
banden droeg.
lli'i verklaarde die zoogenaamd onontbeerlijke
toiletbcnoodigheden voor leelijk en ongezond.
Xiets beweerde hij knelt den vorm en het
vleesch zoo als eorsetten en kouscnbauden en mis
vormt den enkel en de wreef zoo als buttincs.
Hij kon, waar 't, noodig was, om gebreken te ver
bergen, het gebruik van corset, en bottines nog
billijken; maar van kouseiibauden, nooit,! Oiiffon
was derhalve vrij opgegroeid en toen haar moeder,
ha'ir op twaalfjarigen leeftijd in huis halend, haar
zooals zij 't, uit, Irukte : //een middeltje" wil.te maken,
had het meisje, niet in staat om den minsten dwang
te velen, zich zoo hevig verzet, dat zij had moeten
toegeven. CliiH'on gaf trouwens als reden voor
haar weigering op, dat, zij niet, verkoos zich //moed
willig te misvormen.'1
Ik wil mijzelf zijn -- verklaarde zij met
liet, middel, dat on/.e lieve I leer me heeft, «'geven ...
en dat, mijn eigen middel is ... ik wil niet.
icdercens middel namaken!... ik zeg niet, dat, het mijne
mooier is, maar ik vind mezelf beter zooals ik ben ! . . .
ik zie er ten minste niet uit, alsof ik een bezem
steel hè!) ingeslikt,!... lm met, een bteelschen blik
1 op mevrouw de Bray's tignur besloot, zij:
i ? Ik vind een breed bovenlijf eu breede heupen
1 met eeu dun middeltje wanstaltig'.... 't doet, me
altijd denken aan een hoofdkussen waar in 't
l miridcn een touw is omheen gesnoerd.
j Toen Chiil'on het eenvoudige kleedje met reelit
! neerhangende!! rok, kant, en geplooid lijfje, dat,
; keurig om baar stevige, fraai gevormde buste sloot,
had aangetrokken riep madame Bertin : .
Dat zit als geschilderd... er hoeven geen
drie steken aan veranderd te worden ! . .. trouwens
mooie tiïurcu kleedt alles... eu de freule heeft
toepassing van het bekende woord : »Den
dorschenden os zult gij niet muilbanden."
F. M. C.
iiiiifiliiiiiinli
iiitiiiiiiiiimn
Inhoud van verschillende bladen.
Het Handelsblad. 9 Aug. De Indische schuld.
11 Aug. Wat moeten wij midden in groot Atjeh?
14 Aug. Landbouw op Meuw-Guinea.
De Standaard. 10 Aug. De nieuwe kieswet
(de stemming).
12 Aug. De nieuwe kieswet (naar en op het stem
bureau.
14 Aug. De nieuwe kieswet (de uitslag der stemming).
Het Centrum. 8 Aug. Drogredenen (der soc.
democraten).
10 Aug. Crispi's orgaan.
11 Aug. De Eerste Kamer en de kieswet.
13 Aug. Een naletrachting.
14 Aug. Hulde aan pastoor Verbraak (van het
in'er. soc. congres te Londen).
D e T ij d. 5 Aug. Hongarije's naaste toekomst"
II. 6 Aug. III (slot).
S Aug. Katholieken en liberalen in Oostenrijk."
10 Aug. Europeanen in Afrika" I.
K. B o 11 e r d. C r t. 2 Aug. De kieswet in de
Eerste Kamer.'1
9 Aug. Het koninklijk besluit van 27 Juli 11.
(Staatsblad No. 141)."
De (A n t i - r e v.) Nederlander. 10 Aug.
"Welke zullen de gevolgen van graanrechten zijn ?"
14 Aug. Maatschappelijke feiten".
Sociaal Weekblad. 8 Aug. Noodige mede
werking II" (arbeidswet) door mr. A. Kerdijk.
De V o l k s s t e m. 8 Aug. De beleedigde over
heid (zaak den Hartog)". e Unie collecte"'
De Volkubanior. (ti. K. Volksbond). 8 Aug.
Nog eens weerstands-kassen'1.
De Sociaal-Democraat. 8 Aug. Arbei
derswoningen".
HtiiiiiMJiiiliiiiiniiiiiiiiiHimiiiiiiMiiiiimiiiiiiiii
offaciamw.
40 cents per regel.
nilliliiinmiiiiiiuiMtfiiiiiiiiiiiiiiiliiiiliiiiiiiimilliliiiiiilllliiiiilluiii
Magazijn KEIZERSHOF", Niemveiulijk 196.
Zijdenstoffen. Grootste sorteeringzwarte
en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde
Zyde, Satijn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
SCHADE & OLDENKOTT.
H. R AH R te Utrecht.
Pianofaforiek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.
umimiiiiuimmiiiiiiiiiiiiiimui
HIIMEllEIIIIIHIir
een unoi liguur ! .,. nietwaar mijnheer de Bray ? . . .
Ja... zeker... stamelde oom Mare, die
geheel verbijsterd Chill'ons gedaanteverwisseling
bijwoonde.
l u die elegante en "'oed gemaakte jap'iu, waar
haar fraaie blanke en stevige schouders eu haar
nog wel ietwat dunne, maar onberispelijk gevormde
armen heerlijk uitkwamen, scheen het meisje zoo
totaal verschillend vau wat zij gewoonlijk was,
dat oom Mare, tegelijk opgetogen en korzelig, in
zichzelf zeide :
Ze zullen haar vanavond niet herkennen !...
Op dit oogeublik ging de deur van het, kamertje
open en stak mevrouw de Liron het hoofd door
de kier met de vraag :
Als ik soms met raad kan dienen ? .. .
Neen, dankje ! . .. antwoordde oom Mare,
die plotseling vuurrood was geworden, droogjes.
De jonge vrouw had Covysc iu 't oog gekregen.
Bij deze ongelooflijke verandering stond zij als
versteend. Haar innemend, lachend gezichtje nam
een hatelijk verschrikte uitdrukking aan, en de
deur dichtslaande, riep zij den heer de Bray toe:
Nu, jij geniet maar ... je kimt 't daar best
uithouden, zeir! . . .
Coryse kneep haar heldere oogen half dicht ca
zei zachtjes :
Ze is wel wat druk... die mevrouw de
Livou ! . . .
Maar een kwartier later in de ruc des (iironrlins
naast oom Mare voorttrippeleud, verklaarde Cliilfon,
zonder de jonge vrouw zelfs te noemen, overtuigd
dat hij aan haar dacht:
't Mug wezen, wat 't wil... Ze geneert zich
niet met jon ! . . .
- Zij iieneert, zich met niemand ! antwoordde
hij schertsend.
Het meisje schudde het hoofd, zoodat haar
zijde-achtige lokken rondzwierden, cu mompelde
criistic':
(J ! . . . dat's 't zelfde ... er is een onder
scheid . . .
(Wordt vervolgd.)