De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 16 augustus pagina 2

16 augustus 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 999 type, in de taal, in de zeden, in de over leveringen. De Vogezen behooren evengoed tot het Duitsche Rhijndal als het Schwarzwald. Het verlies van de beide provinciën is voor Frankrijk eigenlijk een winst geweest, want daardoor alleen kon de vrede gedurende vijf en twintig jaar verzekerd blijven. Het is pijnlijk geweest voor den nationalen trots der Franpchen, maar die pijnlijke les was dubbel en dwars verdiend, want de Franschen hadden uit het Napoleontische tijdperk eene zelfoverschatting, eene ijdelheid, eene oppervlakkigheid en vooral eene agressieve gezindheid overgehouden, die inderdaad be lachelijk waren. Wat bij andere volken slechts als episode voorkwam, werd in Frank rijk chronisch. Zelfs de beste en scherpzin nigste historieschrijvers, Thiers, Guizot, Michelet, deden mede aan die verheerlijking van »le génie de la France" en toonden eene naieve onbekendheid met andere beschaafde volken. Frankrijk was voor hen het middel punt der wereld. Indien Bismarck en Moltke deze illusie hebben verstoord en in Frankrijk onder burgers en boeren het gezonde menschenverstand weer hebben doen ontwaken, dan hebben zij daardoor aan het land een dienst bewezen, die wel opweegt tegen het verlies van twee provinciën. Ook op zuiver geestelijk gebied heeft de Duitsche invasie goede vruchten gedragen. »Het Fransche genie is, door steeds geheel op te gaan in de beschouwing van zich zelf, ten slotte uitge droogd en als het ware tot een skelet ge worden. Onze deugden zijn tot onverbeter lijke scheefheden vergroeid. Wij waren zoo ver gekomen, dat wij onze behoefte aan klaarheid en logica beschouwden als het eenig doel van ons streven. Maar om vol komen helder te zijn, werden wij niets zeg gend en in de overmatige zucht naar uiterlijke nauwgezetheid vervielen wij in het gezochte en het gekunstelde." Ook op moreel gebied heeft volgens den schrijver de nederlaag hare foede uitwerking niet gemist. De oppervlakigste waarnemer kan zien, dat het Fransche karakter in de laatste vijf en twintig jaren gewijzigd en verbeterd is en dat de blufferige opsnijderij heeft plaats gemaakt voor een besef van Frankrijk's positie in de wereld. De man, die zoo schrijft, is werkelijk een Franschman. Hij woont te Parijs in de Rue Marcadet, en is redacteur aan den Meroure de France, de Jievue Blancltc en de Proyrètt de l'Oise. Maar hij plaatst zijn artikel in de Frankfurter Zcitung, want, zooals hij zelf zegt: »Geen blad zou het durven wagen, openlijk datgene uit te spreken, wat de meest verlichte hoofden in onze geestelijke aristo cratie in het geheim beginnen te denken." * * * Het kwam ons interessant voor, deze beide artikelen naast elkander te plaatsen. Uit dat van RenéBazin kan men zien, wat een ernstig en bezadigd journalist en dat is de schrij ver zeker niet wil zeggen, in dat van Paul Fournier, wat een niet minder bekwaam en eerlijk journalist in Frankrijk nog steeds niet mag zeggen. ?nliiiiiiiiiiiiiiiiiiliitiiiiiiiiiitiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiH aanazizgcn ;ew. uiiitiiiuiuiiiiiitiuitiiiiiiiiuiiitiiuiiiiiiiiiiiimiiiHiiimiimiHitiiiiiiiiiiiitiu De Merlaadsctie staat als weitper, Een kleine brochure, van een der werk HHiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiiimiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiniitiiiHiiitiiiiiitiiii meent... Euiiu! ze is voor morden... voor 't bal van je schoonzuster... Hé, ja!... dat's waar ook! . .. We diiieeren van avond samen op Barfleur, hé? ... iN'een ... 'k ga bijna nooit uit, dat weet je ... en nu lieelemaal niet... 'k ben immers in den rouw. Och'. dat is ook zoo!... 'k Heb je nog niet gezien, sedert je terug bent. . . 'k Ben eergisteren pas terug gekomen ... en heb nog geen visites kunen maken . . . Dat weet ik heel goed! ... Eensklaps liep zij heen om een over de leuning van een stoel uitgespreide lap stof te onderzoeken en voor den burggraaf heengaande, sprak zij snel en zacht: Maar mij hadt je toch wel even kunnen opzoeken ? . . . Ter sluiks wierp oom Mare een blik op Chifton, om zich te vergewissen, of zij liet misschien had verstaan. Bleek, met saamgeknepeu lippen en neergeslagen oogen, onbeweeglijk als een standbeeld, bleef liet meisje zwijgend staan. Alleen het gejaagde kloppen aan de slapen, verried dat zij leefde en Mare dacht: 7,e is weer in ecu vau haar droomerijeu. .. . Ze heeft gelukkig niets gemerkt. . Maar je broer en zijn vrouw dineeren er toch vau avond wel, niet waar?., vroeg mevrouw de Liron terugkeerend, na de stofte hebben bekeken. Mijn broer is ongesteld . .. daarom gaat mijn schoonzuster alleen met haar dochter . . . Ah ! jawel... dat zal. als ik me niet vergis, freule Coryses debuut in de wereld zijn? ... ik vind het verrukkelijk van avond in haar gezelschap te wezen . . . Chiü'on boog met een schelmsch gezicht terwijl zij dacht: Komaan! dat, 's dan precies liet tegendeel van mij!... nu ik weet, dat zij oek komt... lijkt het me nu<* vervelender ! . . . Och, madame Bertin... wendde oom Mare zich tot de modiste - hebt u een oogenlieden aan de Rijkspatronenfabriek te Delft, die weldra naar de Hembrug zal worden verplaatst, draagt bovengenoemden titel. Er is over deze verplaatsing reeds een en ander geschreven wat Travailleur jr. van ter zijde aanraakt; bovendien geeft hij in zijn brochure eenige bijzonderheden omtrent de wijze, waarop Oorlog" zijn verplichtingen opvat tegenover de bij hem in dienst zijnde werklieden. Dit te zamen stemt ons niet gunstig voor den Nederlandschen staat als werkgever. Laat ons enkele feiten onder de oogen zien. In den loop van den afgeloopen winter constitueerde zich een commissie van heeren, die, bedenkende hoe op de terreinen aan de Hembrug wel fabrieken werden gebouwd, maar geen woningen voor de aan die fabrieken verbonden werklieden, wilden trachten hen een coöperatieve woningvereeniging te laten stichten, ten einde hen te beveiligen voor eventueele bouwspeculanten en huisjesmelkers. De bedoeling dezer heeren mag een goede zijn geweest, m. i. hebben zij de verplichting van het Rijk voorbijgezien, om zelf te zorgen voor woningen voor lieden die eenvoudig a merci van den minister van Oorlog van woonplaats hadden te veranderen. Zoo han delt men met directeuren van post- en tele graaf kan toren, en, in het leger, ook bij de verplaatsing van garnizoenen met de gehuwden. Bekend is, dat de minister van Oorlog deze woningvereeniging, na haar aanvankelijk gunstig gezind te zijn geweest, later zeer koel heeft bejegend, en dat mede aan zijn houding het te danken of te wijten is geweest, dat zij niet is tot stand gekomen. Te danken, indien de minister zelf'plan had voor de gezinnen die hij gaat verplaatsen, een behoorlijk onderkomen gereed te maken. Te wijten, indien thans de werklieden aan hun lot zijn overgelaten, en aan het toeval dank baar mogen zijn, indien zij te Zaandam duur, te Amsterdam duur en ver af' een woning vinden. Welke van de twee indiens de meest waarschijnlijke is, blijkt uit de mededeeling van Travailleur Jr., dat de werklieden werden bemoeilijkt in heten corps houden van samensprekingen over het oprichten der bouwvereeniging gedurende den rusttijd aan de fabriek Ja zelfs werd verboden, in dien rusttijd de oproepingsbiljetten voor vergaderingen dier vereeniging buiten de fabriek rond te geven, of eenige bekendmakingen dienaangaande op te hangen. Dit heeft meer dan van iets anders, veel weg van de tucht in een weeshuis ; Tra vailleur Jr. spreekt van een «ietwat russisch despotisme." Laat mij verder mededeel en, dat een der werklieden werd weggejaagd, omdat. hij had deelgenomen aan de 1 Mei-beweging, en hier en daar motto's had opgeplakt; dat in Dec. '04 een der werklieden bij den heer Heldt zijn beklag deed over den toestand van hem en zijn lotgenooten aan de fabriek, en dat als eenig gevolg van dat beklag de maatregel werd genomen, om het uur schafttijd, door de werklieden in de fabriek doorgebracht, en tot nog toe als werkuur uitbetaald, voor den vervolge niet meer als zoodanig te reke nen. »Dan moet je maar niet bij Kamerleden klagen," werd den betrokkene toegevoegd. Een al te modern denkbeeld van de opvat ting zijner verhouding tot werklieden heeft dit is uit het voorgaande reeds genoeg ge bleken »()orlog" niet. Evenmin is zijn zorg vaderlijk te noemen. Men neme slechts kennis van de volgende zoogenaamde toonregeling. Er wordt aan de patronen fabriek per stuk gewerkt, in ploegen, naar vastgestelde tarieven. Verlaging der tarieven geschiedt herhaaldelijk, en altijd zonder de werklieden te raadplegen. Een werkman, die trouw zijn inkomsten opteekende, heeft het volgend staatje gemaakt van zijn verdiensten, van 1872 af: Jaren bedrag p. jaar aan thuiswerk p. weekwf/tliuisiv. 1872 f 979.1P f 18.80 1873 » 98295' f 180.- »18.90 f2230 1874 » 800.45 »700 23 » 16.05 »30.23 1875 » 89501 »800 23 »17.21 »33.75 187(J » 1098.77' » 501.37"' »21.10 » 30.80 1877 » 12i:UO » 342.50 » 23.33 » 30 91 1878 » 1027.39 »209.34 » 19.76 »24.94 1879 » 913.04 » 1750 1880 » 1031,30 » 19.83 1881 » 97701 » 18.77 1882 »> 78354 >» 15.12 1883 » 79407:' » 15.30 1884 » 933.25 »17.90 1885 » 877.88 » 10.77 1880 » 870.31 » 10.02 1887 » 959.11 »18 40 1888 » 859.75 »10.40 1889 » 801.38 » 15.41 1890 » 858.73 »10.50 1891 » 77842 »15.01 1892 » 780.48 »15.77 1893 » -758.89 »14.59 Sedert ''78 is het huiswerk afgeschaft. Waarom ? Men zou als goede reden kunnen opgeven, dat een werkman, die twaalf uur arbeid in de fabriek achter den rug heeft, genoeg moet verdiend hebben, om verder rust te nemen. Maar waarom is, met kleine schok ken, voortdurend zijn loon verlaagd ? Hij weet het zelf niet. Hij ontvangt den 13den en den 23sten van iedere maand een voorschot en den 3den van de volgende de afrekening; hoe echter zijn loon wordt berekend, is alleen aan de autoriteiten bekend, en hangt van hen alleen af'. Wat hij ervan weet, is onge veer dit: voor de geheele ploeg wordt voor zekeren arbeid een zeker bedrag uitgetrok ken ; hoe meer dus anderen krijgen, hoe minder hij. Streven dus de jongeren onder zijn collega's naar lotsverbetering, het is in zijn belang, hen daarin tegen te werken. En dat het voor die jongeren toch geen weelde is, naar lotsverbetering te streven, blijkt uit het volgende. Het gemiddelde Joon was ge durende de maanden Juli?Dec. '95 ? 11.80; gedurende Jan.?Febr. '90 ? 10.05. Mannen, die van hun militiedienst terugkomen, heeten leerlingen, en ontvangen een uurloon van 7 et. (Ter vermijding van verkeerde gevolg trekkingen zij medegedeeld, dat dit uurloon maar voorloopig is, en bij de afrekening tussschen de 20 en 30 pOt. overgeldeii wordt be taald. Een uurloon vnn 7 et. is dus inder daad er een van 8.5 u 9 et.) Anderen daarentegen, hoewel hetzelfde of nagenoeg hetzelfde werk verrichtende, ontvangen een belangrijk bedrag meer. Loon naar bekwaam heid, loon naar ouderdom, loon als de van beide zijden vrijwillig overeengekomen koopfom van den arbeid niets van dat alles is bij de fabriek in zwang. Er heerscht een wille keur, waarvan de werklieden althans de logica niet kunnen bevroeden ; een despotisme, ' dat tot nog toe hen aan alle ernstig pogen i naar lotsverbetering heeft doen wanhopen. ! Moge de voorloopige publicatie van dezen werkman reeds aanleiding zijn voor een 1 grondige herziening van de hier heerschende stelselloosheid, en voor een begin van betere blikje voor mij ?. . . ik ben zeer gepresseerd ... ik moet een japon voor mijn nichtje hebben ... en wel om vijf uur, kant en klaar ... en aangezien het nu al twee is ... U ! . . . riep mevrouw de Liron laat, ik madame Bertin niet van je afhouden... ik kan nu wel verder zonder haar!... eu zij verdween weer in de paskamer. Laat nu eens hooren vroi'g oom Mare wat u voor me zoutlt kunnen laten maken ? Maken? ... u deuk toch niet mijnheer de burg graaf, dat wij om vijf uur een geheele japon van meet af klaar kunnen hebben ?. . . \\ ij kunnen freule d'Avesues alleen ecu paar van onze modellen laten passen... en als er een bij i", dat bijna goed zit... het voor vau avond ecu beetje veranderen... Uw modellen . . . maar die zijn smoezelig en gekreukt . . . Toch niet,!... onze werksters hebben ze natuurlijk aangehad, om de dames te laten zien, hoe xe zitten... maar er zijn heel frissche bij... En Coryse aanziende stelde zij voor: 'k Heb juist een prachtig rose kleedje, dat... Xecu ! . .. riep t'aifl'on plotseling, geen rose ! . . . dat wil ik niet ! . . . Mevrouw de Liron had een oogenblik te voren tegen oom Mare gezegd : .,.le zuil, toch, hoop ik, iets voor haar iu 't, rose laten maken ? . . . en dat alleen was voldoende geweest om liet meisje te doen besluiten, elke andere kleur te kiezen behalve juist die. is er een of andere nuance die u prefereert, freule ? .. . 't Is mij lotaal onverschillig, zeiile Chiffon al wat u wilt, geen rose ... en /ij voegde er hij ? wit, vind ik altijd nog al mooi . . . Ecu der winkeldames kwam met een «vitzijden mousseline costuui» aan. Madame Bertin deed ds deur van een der paskamers open en zei, Coryse binnenlatend: Uril u daar maar even gaan passen, freule? Ziende dat Mare bleef staan, voegde zij er bij: Gaat u niet mee binnen, mijnheer?. Oom Mare volgde de modiste, eu ging in een hoek van het vertrekje zitten, waar ('liiH'ou s slank lUiuirtje, in een kort rokje uit de om haar voeten heen gezakte japon oprees. Nooit had de oude oom de Lannay, die de lichamelijke opvoeding vau het kind leidde, wilien gedoogen, dat zij een corset, bottines of kousen banden droeg. lli'i verklaarde die zoogenaamd onontbeerlijke toiletbcnoodigheden voor leelijk en ongezond. Xiets beweerde hij knelt den vorm en het vleesch zoo als eorsetten en kouscnbauden en mis vormt den enkel en de wreef zoo als buttincs. Hij kon, waar 't, noodig was, om gebreken te ver bergen, het gebruik van corset, en bottines nog billijken; maar van kouseiibauden, nooit,! Oiiffon was derhalve vrij opgegroeid en toen haar moeder, ha'ir op twaalfjarigen leeftijd in huis halend, haar zooals zij 't, uit, Irukte : //een middeltje" wil.te maken, had het meisje, niet in staat om den minsten dwang te velen, zich zoo hevig verzet, dat zij had moeten toegeven. CliiH'on gaf trouwens als reden voor haar weigering op, dat, zij niet, verkoos zich //moed willig te misvormen.'1 Ik wil mijzelf zijn -- verklaarde zij met liet, middel, dat on/.e lieve I leer me heeft, «'geven ... en dat, mijn eigen middel is ... ik wil niet. icdercens middel namaken!... ik zeg niet, dat, het mijne mooier is, maar ik vind mezelf beter zooals ik ben ! . . . ik zie er ten minste niet uit, alsof ik een bezem steel hè!) ingeslikt,!... lm met, een bteelschen blik 1 op mevrouw de Bray's tignur besloot, zij: i ? Ik vind een breed bovenlijf eu breede heupen 1 met eeu dun middeltje wanstaltig'.... 't doet, me altijd denken aan een hoofdkussen waar in 't l miridcn een touw is omheen gesnoerd. j Toen Chiil'on het eenvoudige kleedje met reelit ! neerhangende!! rok, kant, en geplooid lijfje, dat, ; keurig om baar stevige, fraai gevormde buste sloot, had aangetrokken riep madame Bertin : . Dat zit als geschilderd... er hoeven geen drie steken aan veranderd te worden ! . .. trouwens mooie tiïurcu kleedt alles... eu de freule heeft toepassing van het bekende woord : »Den dorschenden os zult gij niet muilbanden." F. M. C. iiiiifiliiiiiinli iiitiiiiiiiiimn Inhoud van verschillende bladen. Het Handelsblad. 9 Aug. De Indische schuld. 11 Aug. Wat moeten wij midden in groot Atjeh? 14 Aug. Landbouw op Meuw-Guinea. De Standaard. 10 Aug. De nieuwe kieswet (de stemming). 12 Aug. De nieuwe kieswet (naar en op het stem bureau. 14 Aug. De nieuwe kieswet (de uitslag der stemming). Het Centrum. 8 Aug. Drogredenen (der soc. democraten). 10 Aug. Crispi's orgaan. 11 Aug. De Eerste Kamer en de kieswet. 13 Aug. Een naletrachting. 14 Aug. Hulde aan pastoor Verbraak (van het in'er. soc. congres te Londen). D e T ij d. 5 Aug. Hongarije's naaste toekomst" II. 6 Aug. III (slot). S Aug. Katholieken en liberalen in Oostenrijk." 10 Aug. Europeanen in Afrika" I. K. B o 11 e r d. C r t. 2 Aug. De kieswet in de Eerste Kamer.'1 9 Aug. Het koninklijk besluit van 27 Juli 11. (Staatsblad No. 141)." De (A n t i - r e v.) Nederlander. 10 Aug. "Welke zullen de gevolgen van graanrechten zijn ?" 14 Aug. Maatschappelijke feiten". Sociaal Weekblad. 8 Aug. Noodige mede werking II" (arbeidswet) door mr. A. Kerdijk. De V o l k s s t e m. 8 Aug. De beleedigde over heid (zaak den Hartog)". e Unie collecte"' De Volkubanior. (ti. K. Volksbond). 8 Aug. Nog eens weerstands-kassen'1. De Sociaal-Democraat. 8 Aug. Arbei derswoningen". HtiiiiiMJiiiliiiiiniiiiiiiiiHimiiiiiiMiiiiimiiiiiiiii offaciamw. 40 cents per regel. nilliliiinmiiiiiiuiMtfiiiiiiiiiiiiiiiliiiiliiiiiiiimilliliiiiiilllliiiiilluiii Magazijn KEIZERSHOF", Niemveiulijk 196. Zijdenstoffen. Grootste sorteeringzwarte en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde Zyde, Satijn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & OLDENKOTT. H. R AH R te Utrecht. Pianofaforiek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's. umimiiiiuimmiiiiiiiiiiiiiimui HIIMEllEIIIIIHIir een unoi liguur ! .,. nietwaar mijnheer de Bray ? . . . Ja... zeker... stamelde oom Mare, die geheel verbijsterd Chill'ons gedaanteverwisseling bijwoonde. l u die elegante en "'oed gemaakte jap'iu, waar haar fraaie blanke en stevige schouders eu haar nog wel ietwat dunne, maar onberispelijk gevormde armen heerlijk uitkwamen, scheen het meisje zoo totaal verschillend vau wat zij gewoonlijk was, dat oom Mare, tegelijk opgetogen en korzelig, in zichzelf zeide : Ze zullen haar vanavond niet herkennen !... Op dit oogeublik ging de deur van het, kamertje open en stak mevrouw de Liron het hoofd door de kier met de vraag : Als ik soms met raad kan dienen ? .. . Neen, dankje ! . .. antwoordde oom Mare, die plotseling vuurrood was geworden, droogjes. De jonge vrouw had Covysc iu 't oog gekregen. Bij deze ongelooflijke verandering stond zij als versteend. Haar innemend, lachend gezichtje nam een hatelijk verschrikte uitdrukking aan, en de deur dichtslaande, riep zij den heer de Bray toe: Nu, jij geniet maar ... je kimt 't daar best uithouden, zeir! . . . Coryse kneep haar heldere oogen half dicht ca zei zachtjes : Ze is wel wat druk... die mevrouw de Livou ! . . . Maar een kwartier later in de ruc des (iironrlins naast oom Mare voorttrippeleud, verklaarde Cliilfon, zonder de jonge vrouw zelfs te noemen, overtuigd dat hij aan haar dacht: 't Mug wezen, wat 't wil... Ze geneert zich niet met jon ! . . . - Zij iieneert, zich met niemand ! antwoordde hij schertsend. Het meisje schudde het hoofd, zoodat haar zijde-achtige lokken rondzwierden, cu mompelde criistic': (J ! . . . dat's 't zelfde ... er is een onder scheid . . . (Wordt vervolgd.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl