De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 16 augustus pagina 4

16 augustus 1896 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 999 THEE-E. BRANDSMA Trademarfc Trademark Koldeweij & Corbière, OA AMSTERDAM Ofl «v LEIDSCHESTRAAT " U ASTBMALIJDERS. Beproeft de Cigaretten van KRAEPELIEN & HOLM, te Zeist, verkrijgbaar in de Apotheken, in Etui's a 8O en 5O cents Depots te Amsterdam bij de H.H. J. H. VAN MBDBS, Kalverstraat 199; ULOTH & Co., Zeedijk; J. M. POLAK, Hoogstraat en Galerij 34; M. CLEBAN & Co., Heiligenweg; A. VAN TUYLL, Paleisstraat. Wiegen, Kinderledikanten, Bad kuipen, Baby Waschtafeltjes, in groote collectie. Vraagt geïllustreerde Catalogus. RIJTUI6FABRIEK H. J. Ovfiriijer& Zn., Hofleveranciers, AMSTERDAM-HILTOSÜM SINGEL 302-304-312, Verschenen: Levenslicht uit Eeuwen. vroeger VERZAMELD DOOE P. H. HÜGENHOLTZ Jr. Prfjs in prachtband / 4.90. 33, Amsterdam. DAGELIJKS CONSULT. PHILIPPONA KETELAAR, Fournisseur de la Cour. KALVERSTRAAT 166, AMSTERDAM. GRANDE SPECIALITÉPOÜR Trousseaux & Layettes. Sur demande envoi franco de Devis et de modèles. A. L. SMIT Jr.f opvelger van S. H. PEREL,, IIO l-I'*: l» l C H K H van wijlen Z. M. den Koning, KAL.VERSTRAAT 208 A m * t e r Aa m. Maypole Zeep verft Goederen in alle vaste kleuren. Verkade's . Prima Zaansche Beschuit in Bussen. handhaaft den goeden naam, die zij zich door haar lekkeren zui veren smaak, fijne rijs en onover troffen broosheid verwierf. Het groote debiet bewijst, hoe ze, mede door haar doelmatige, zin delijke verpakking in bussen, door het publiek wordt gewaardeerd. Groote Ronde 25 st. 25 et. Kleine 25 15 Lange in M blik 100 50 , . . . 50 25 In kruideniers- en commestibleswinkels verkrijgbaar. YEHKADE & Coiup., Zaandam. 's LiimeMoeèreD? zoo niet franco ter inzage, Firma E. TER BRAAKE, Almelo. DRUKWERK? Warmoesstraat 147, AMSTERDAM. Cacao fabrikanten, KOOG a. d. ZAAN, HOLLAND. KINADRUPPELS van Dr. DE VRIJ Het krachtigst werkend middel tegen Malaria (binnenkoortsen) algemeene zwakte, bloedarmoede en bleekzucht. Vraagt overal de Q verzegelde flacoiis a f 1.?, voorzien van nevensstaand fabrieksmerk. Men lette daarop. Bij overmaking van een postwissel a / 1.15 volgt franco toezending door de Chemische Fabriek van H. NANNING, Den H a a gr. u ziek t Henn Bosmans Zoo juist wordt mij het bericht geseind, dat de voortreffelijke tooukunstcnaar, Henri Bosmans, is bezweken aan de kwaal die zijn gestel op zoo jeugdigen leeftijd sloopte. Er is altijd iets zeer weemoedigs iu, wanneer jonge meuschen sterven, doch dubbel treurig is het, wanneer een man heen gaat, die uitmunt door bijzondere gaven, en die een der meest geachte vertegenwoordigers is van eene kunst of wetenschap. Wij weten allen welk stand punt Bosmans in ons muziekleven innam, eii hoe hij voor ons de verpersoonlijking was van den uit voerenden kunstenaar, in de edele beteekenis van het woord. Die getuigenis zegt veel, doch niet te veel. Want nooit waren voor hem zijne gaven als vir tuoos het middel om te schitteren. Hij was af keerig van alles wat naar effect maken zweemde; het liefst vertolkte hij de werken van de groote meesters. Bij uitvoeringen van werken voor kamer muziek was hij het meest in zijn element, doch ook wanneer hij als solist optrad, wekte hij altijd uwe verbazing op, door de groote gcmakkeiijkheid en zekerheid waarmede hij alle technische mocielijkheden overwon, doch nooit liet hij dit te veel op den voorgrond treden. Voor de artistieke vertol king van het, werk vroeg hij uw volle aandacht. Bosmans heeft het voorrecht gehad een zeer degelijken leermeester te hebben, doch wanneer dat onderwijs niet in zoo vruchtbaren bodem ware gevallen zou het niet zulke heerlijke resultaten hebben gehad. Hij bouwde op dien degelijken grondslag voort zooals weinigen dat vermogen en daar ieder kunst werk hem heilig was, rustte hij niet voor hij eene vertolking kou geven die het werk geheel waar dig was. Ik heb Bosmans tallooze malen hooren spelen, doch nooit herinner ik mij dat hij ongelukkig speelde, of minder gedisponeerd was. Sommige solisten hebben wat men noemt erg hun avonden, m.a.w. er is een groot verschil op te merken in hetgeen zij den eeneu of anderen avond presteeren. Bosmans had altijd zijn avond, en zelfs iu het laatste jaar, toen zijne gezondheid reeds sferk was aangetast en zijn uitzicht zijn vrienden met zorg vervulde, was hij als kunstenaar nog met ouverflauwde en onverzwakte kracht werkzaam, want er was een audere kracht uit hooger kracht gfsproteu dan lichaamskracht, die hem staande hield, dit was zijn geestkracht en de geestdrift voor zijne kunst. Het is treurig, dat op zoo jeugdigen leeftijd zoo groote gaven voor goed weg zijn, en dat niets dan de herinnering overblijft. De uitvoerende kunste naar kan niet zooals de scheppende, de nalatenschap van zijn geest aan het nageslacht vermaken, met zijn dood is alles wat hij ons als kunstenaar geven kon, vernietigd. Toch houd ik mij overtuigd dal niet alleen de Amsterdamsche niuziekvnendeii, doch alle Neder landers die goede kunst weten te waardeeren, Bosmans niet zullen vergeten. En voorzeker zal dit nog minder het geval zijn, nu zijne leerlingen de bauierdragers zullen zijn van zijne kunst. De levensgeschiedenis van Bosmans is in weiuige woorden verteld. Te 's Gravenliagc geboren, werd hij leerling op de Kon. Muziekschool en behaalde hij reeds zeer joiig, (ongeveer op zevciitien-jarigcu leeftijd) het einddiploma als violoncellist. Onmiddelijk daarop werd hij benoemd tot solo-cellist bij het orkest van de vereeniging: »de Harmonie" te Groningen, welke betrekking hij slechts enkele jaren bekleedde, daar de heer W. StumplFhem toen als solo-cellist van het Park-orkest engageerde. Tot voor drie jaren was Bosmans aan de orkesten van het Park, vervolgfns aan het Concertgebouw en daarna aan het Paleis voor Volksvlijt verbonden. Wat hij als leeraar aan de muziekschool van Toon kunst, en het Conservatorium was, is algemeen bekend, en hoe hij als solist, en kwartetspeler zijn taak opvatte, stelde ik hierboven reeds in het, licht. Het liefst, hoorde men hem, wanneer hij eeue sonate van Bach of Beethoven vertolkte, en een buitengewoon genot schonk hij den hoorders van de kamermuziek-soirées voor een paar jaar met eene Suite van Bach voor de Viola Pomposa of voor de violoncel met vijf snaren geschreven. Bosmans had met dit werk kennis gemaakt, en was er zoo mede ingenomen, dat hij niet aarzelde alleen ten behoeve van dit werk een nieuwe violoncel te laten vervaardigen en zich de inspan ning te getroosten, de applicatuur van dit instru ment opuieuw te leereu. Slechts eenmaal is deze Suite te Amsterdam uit gevoerd rn Bosmans wist zeer goed dat al die studie slechts voor een of enkele avonden was, doch dit deerde hem niet. De overtuiging iets artistieks te hebbeu verricht, en een meesterwerk ontdekt en in zijn kring bekend te hebben gemaakt, was hem de grootste voldoening. Slechts een tiental jaren was liij gehuwd met de uitstekende pianiste Sara Benedicts. Een kort, doch hoogst gelukkig huwelijk ! Als kunstenaars wogen deze beide menschen tegen elkander op; dat bleek iederen keer dat zij te zamen in het, publiek optraden. Iu richting en kunstsmaak waren zij ten volle geestverwanten en bij weinige kuristeuaarsparen zal men van beide zijden een zoo serieus streven kunnen constatccren. Bosmaus is nog betrekkelijk onverwacht geste rvcn en wel iu een tijd dat de meeste zijner kunst broeders buitenslands zijn gaan uitrusten van de afgeloopeu inspannende wiutercampagne en krach ten op gaan doen voor het, volgende saizoen. /ijn beste vrienden zullen hem dus niet de laatste eer kunnen bewijzen, doch gelukkig is die uitdrukking onjuist, want ik houd mij overtuigd dat wij allen den kunstenaar zullen blijven eeren, die een sieraad voor onze kunst was. Het is mij eene treurige gedachte, datnakorten tijd andermaal een mijner jongste kunstbroeders, die ook mijn vriend was, is heengegaan. Wel neemt het aantal van hen, die zich aan de kunst wijden, verbazend toe, doch kunstenaars a's zij laten een ledige plaats achter en dezulken mist men noode. VAX Mu.ucicx. Den Haag, 7 Augustus '9(1, Aan den Heer A. C. J.o/jeK. ? Wc! KI J f eer ! In het \ieincx run den J')mj van lieden, Me blad, bladzijde 5 schrijft u op lafhartig-tergende wijze over den Ifaagschen schilder Daalhof, wiens voornaamste eigenschap u schijnt te vinden in de omstandigheid »dat hij zich lang bezig heeft gehouden met het bakken van broodjes en ka detjes en eensklaps den geest heett gekregen om schilder te worden," want dit stelt u voorop en blijkt u als richtsnoer hij de beoordeeling van zijn werk te willen doen bezigen. U heeft al eens meer als u over Daalhof spreekt in zijn vroeger beroep aanleiding gevonden tot dergelijke geestelooze aardigheden ; ik wil u nu eens voor goed zeggen hoe ieder, die niet als u in artistiek en ook meer zuiver menschelijk opzicht verblind is daarover denken moet. Vooreerst deel ik u dan mede, dat uwe »zoogenaamde" aardigheden bepaald niet geestig zijn ; veel geestiger is 't b. v. iemand, die 't beklagens waardig lichaamsgebrek vertoont, zijn hoofd niet stil te kunnen houden, te vergelijken met de Chineesche poppetjes, die. even aangestooten, wel een kwartier lang blijven knikken, of een hond, die wel viermaal zoo lang als hoog is, en ook om andere redenen een zoölogisch wonder ge noemd kan worden, in vergelijkend verband te brengen met een raagho), dweil of ander vies vod. 't Is wreed en daarom ongewenscht, niet waar, met zulke rariteiten den spot te drijven. En toch is de waarde van uwe aardigheden, als u, Daalhof vermeldende, spreekt over kadetjes, brood en deeg, daaraan gelijk, alleen zijn ze bij u wat minder spitsvondig uitgedacht en in hunne barbaarschheid nóg wreeder. Dan moet ik u zeggen, dat u, in uwe hatelijke ironie, Daalhof zeer juist gekarakteriseerd hebt als een wonder. Als artiest kan hij te goeder

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl