De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 16 augustus pagina 5

16 augustus 1896 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 999 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ?trouw en met meer edele bedoelingen dan de ? uwe, zoo genoemd worden, dat u aan 't verstand te brengen, zal ik maar niet eens probeeren; maar ook in anderen zin heeft zich in hem een wonder belichaamd: hij heeft zich als werkman, voor u blijkbaar zyne zwakste, voor my zyne sterkste zy' zonder eenige opleiding en op ? een leeftijd, waarop de meesten niet eens meer tot 't plan daartoe in staat zy'n, weten op te werken tot een artiest, en bovendien tot een beschaafd mensch, die b.v. om iets te noemen, zich niet tot wreedheden en onbeschaafdheden zal laten verleiden; en door alle moeilijkheden die aan dat plan en aan de uitvoering er van verbonden zy'n weet hy zich als artiest en mensch staande te houden. Zoo u nu al niet tot de appreciatie van zy'n artiest-zijn in staat bent, dan ten minste had u hem als mensch moeten vereeren en ontzien; u doet het omgekeerde, u valt hem van die zy' juist aan. II wilt den werkman, den bakker bestraffen voor . sy'n brutaliteit »ook"artiest te willen zy'n, 't terrein, naar uwe meening alleen voor het kapitalisme gereserveerd, ook te willen betreden. Dat deze lieve bedoeling eene paskwilitische is, treft mij niet eens, 't verwondert mij ook niet ze in u aan te treffen; maar dat u de aris tocratie der uwen wilt verdedigen door (van de aanhaling van ThysMaris enhetHolbein-achtige keukenmeisje, als geheel waardeloos, spreek ik niet) kwetsende zinspelingen op een beroep, dat eerlijk en bovendien veel nuttiger is dan 't gekwezel van nietsdoeners, dat vind ik zoo kras, dat ik er aanleiding in vind tot eene waarschuwing: begrijpt u, dat 't niet zeer ver verwijderd ultimum van dergelyke uitingen een pak slaag is, een ultimum, dat naar ik meen te weten, niet door u, en, naar ik hoop, ook niet door anderen, die ik niet nader aanduiden wil, zal worden bereikt ? Met (officieele) hoogachting Uw dw. ED. THOHN PRIKKER. iHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiHHiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiminiiiiHiiiiini Aanteeteningen Tijflscbriflen. De Gids doet thans iets, wat hij zelden deed, hy' publiceert een bewerking van een nieuwen Eogelschen roman, het Geruchtmakende Huu-lijk ?-van George Meredith. Nu is voor zulk een daad eenige moed noodig. Vele romans verschijnen er steeds en een redactie die er mede begint vertalingen of bewerkingen in haar tijdschrift op te nemen, loopt gevaar niet goed te weten, wtar miiilllllllllilllliiilitiilliiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiitlllllllllilllllliiiiliiiiiiiiiiiiHl 6de Jaargang. 9 Aug. 1896. Redacteur: RUD. J. LOMAN. Adres: fitonehaven, Hitherfield Road, Streatham, Londen. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. «iiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii TWEEDE NAT. COBEESP.WEDSTEIJD. Veertigste zet van Wit. A T b7 k h4 k a3: T f2 T e6:f T e6 B T d6: K b3 C K e2 D e2 D T e3 F K el R da f T fdl e3 9 10 Partij A 5 wordt door Wit opgegeven en in partij B 8 het door den heer D. aangeboden remise aan genomen. Er is nog gespeeld: in B 6 39?T d6 en in F 10 -39?e4, e5 fIn C i wordt gespeeld 39?K g3, c5. J. J. S. ITALIAANSCHE PARTIJ. (Giuoco piano,>. Congres te Neurenberg. Wit. M. J. Tschigorine, Petersburg. l e4 e5 2 P f S P c6 3 B c4 R c5 4 «IS p fg 5 c3 d6 6 P bd2 0-0 7 P fl Blackburne speelde hier tegen Dr. Tarrasch met succes 7 b4, E bG 8 a4, a6 O E b3, gevolgd door P e3 via c4. 7 d5J Dit is zwak, zooals bijna altijd 't geval is in 't Giuoco Piano. Beter lijkt ons E e6 of P e7. 8 edó: P d5: 9 B e3 P e3 Gelijk de meeste attaque spelers geeft ook Tschi gorine aan twee paarden de voorkeur boven twee raadsheeren. Zoolang de aanval duurt zijn de twee paarden vaak den tegen stander 't meest hinder lijk, vooral in de handen van een Tschigorine.men denke slechts aan zyn partij met Lasker te Hastings, waar hij in de ope ning terstond zijn beide Zwart. Chaiouaek, Buda Pest. raadsheeren op c>3 en f3 tegen de paarden afruilde. Komt 't echter tot een eindspel dan verandert dit voordeel veelal spoedig in een nadeel. 10 P e3: 11 D e2 12 P ga 13 P D dG R e6 R et: D £6 R e7 c4: 14 P e4 15 g4! Tschigorine is nu in zijn element; iedere zet straalt van leven en ener gie, 't Naspelen van zulke meesterpartijen is een ware verfrissching voor den geest en een ontspan ning na de ingewikkelde partijen van andere mees ters, met name die van meester Steinitz. e3 f5 15 16 P 17 P 18 h4 19 D f3 20 h5 21 h6 T fd8 b5 R f'8 D 06 P e7 T d7 g-6 22 P g7! Ook P e3 was beslis send, maar P g7 is elezy moet uitscheiden, en van haar blad een tijd schrift van vertaalde romans te maken. Regel is het daarom, dat aan bewerkingen van nieuwere novellistiek geen of weinig plaats wordt afgestaan. Dat de Gids zich thans aan een uitzondering waagt, is goed gezien. Want George Meredith is hier te lande weinig bekend, en de oorzaak zal wel liggen in zijn moeielijkheid. Hy is moeily'k van taal en ongewoon in compositie, en beide redenen maken zijn werk voor een Hol lander tot zeer zware lectuur. Maar als de eerste zwarigheid ons wordt weggenomen, overwint men zelf lichter de tweede, en de kennismaking uit de tweede hand is een uitstekende aanmoediging om de proef met het origineel te herhalen. Het thans gegeven brok schijnt op een zeer schoon boek te wijzen. Als een vloot van groote wolken dry'ven de indrukken over een wijde vlakte, en men voelt zich steeds in de open lucht met een vollen en frisschen wind om en boven zich. De styl van verhalen is zeer ori gineel, en in al haar ongewoonheid noch ge dwongen, noch geaffecteerd. * * # In zijn kroniek over de Veertien Jaren van Willem Kloos, verbaast zich Mr. van Hall, dat deze criticus niet mér over Huet heeft gezegd, die toch aan zy'n formule van een goed criticus beantwoordde. «Maar nu is het merkwaardig," zegt Mr. van Hall, »dat wél de naam van Huet telkens uit zijn pen vloeit, maar dat hij er nooit toe gekomen is om aan Huet een eenigzins uitvoe rige studie te wijden of een eenigzins diepgaande karakteristiek van hem te geven. De anderhalf bladzijde groote vergelijking tusschen Huet en Multatuli kan daarvoor bezwaarlijk dienst doen.'' Mij dunkt, dat Mr. van Hall geen recht laat wedervaren aan het vele, door den heer Kloos over Huet gezegd. Reeds in de eerste kroniek (Verrtieii Jaren, I. 111?115) staat te lezen: «bijna een vierde eeuw lang heeft hij (Huet) elk nieuw literair verschijnsel voor zijn rechterstoel gedaagd en vonnis gesproken zonder onderscheid des persoons, alleen afgaande op zijn verstand en zijn overtuiging van wat goed en schoon ver dient te heeten in de kunst", en dezelfde kroniek bevat een schets van Huet's beteekenis voor zijn periode, die veel weg heeft van »een eenigszins diepgaande karakteristiek", en ten deel» de plaats vervangt van »een eenigzins uitvoerige studie," waarvoor de kronieken geen gelegenheid gaven. Over Vosmaer heeft de heer Kloos een langer opstel geschreven, wijl dat om dringende bijzonIIIIIIIIIHIIIIIIlllllllllllHMIII IIIIIIIIHIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIII ganter. De rest is, zooals 28 , wijlen de heer Pincdo placht te zeggen: een schilderijtje van partij" l 22 23 hg7: 24 T h7:! 25 P g5 f 26 P e6: 27 0-0-0 R g7: P d5 K h7: K g7: fe6: P b6 .9 D h3 30 D h6 f een 31 D h7 f 32 D g6: f 33 D g8 f 34 g6 35 T fl T f8 T 12: K f7 K e8 K d8 K e7 T g2 Zwart geeft op. 9PAANSCHE PARTIJ, gespeeld op 't Congres Wit. E. Lasker, Londen. l e4 e5 2 P f 3 F c6 3 K 1>5 u6 4 R c6: 5 P c3 6 d3 1 R e3 8 Pd2 9 gf3: 10 R c5: 11 0-0-0 te Neurenberg 8 Aug. jl. Zwart. Dr. S. Tarrasch, Neurenberg. f2 dr, f4 dc6: R c5 R g4 D (IC R 13: P e7 D c5: P g6 0-0-0 was hier de juiste voortzetting. 12 D e3 13 fe3: 14 P c2 15 T hgl 16 T dfl P & f'4 17 18 19 P h5! 20 fe»: 21 P 16: D c3: f T d8 m K 17 T heS P 1'8 c5 &6 T e5; K g7 22 T 23 P 24 P 25 T %2 26 h4 27 cd3: 28 T go 29 T g5: 30 ea 31 T 15; f gl'5 32 d4 P h5! dan P g6 wint den pion terug. 32 33 K d2 34 K d3 35 ed4: 36 d5 37 K d4 38 bt 39 K ca 40 d6 h5 c6 c4 T d6 cd3: K f7 T ga: T 1'6 T f5 K e7 c5 cd4: K (18 d7 e 7 d7 K c 7 K d7 K K K Zwart geeft op. GEWEIGERD D. GAMBIET. Wit. E. Lasker, l «14 3 P 4 P c3 f3 5 e3 6 R d3 7 cd5: 8 0-0 9 b3 10 P c2 11 R b2 12 T cl 13 D c2 14 P g3 hg3: Londen. «15 e6 P f6 R e7 0-0 b<5 cd5: R b7 P e4 R d6 15 16 T fel 17 P d2 18 P fl 19 T e2 20 R c3 21 f3 22 R el (17 f6 h6 f6 ae8 P g4 f5 P P D m h5 Nu komt 't interessant ste gedeelte der partij. Zwart. G. Marco, Weenen. Tot zoover staan de par tijen vrij gelijk; de positie ia wellicht iets in 't voor deel van Zwart. Lasker maakt nu een combinatie, waarmede hij zijn dame prijs geeft tegen toren, raadsheer en pion. De meeste toeschouwers meenden dat Lasker den voor de hand liggcndcn zet T c8 over 't hoofd had gezien, toen hij 11 b5 speelde, 't Gerucht deed daarop ter^tondin 'tspoellokaal de ronde dat Las ker een verloren ytelling had. Een later ingesteld post mortem" bracht echter de gcmotivecrdheid van liet ofl'er duide lijk aan het licht. Lasker bezit ongetwijfeld in de hoogste mate wat de Duitschers Tief bliek" noemen. 23 R b5! «6 dere redenen noodig was, doch by' Huet bestonden zulke redenen niet. Ten onrechte ook, naar mij voorkomt, verwijt Mr. van Hall aan den heer Kloos, dat hij een brief van Huet onvolledig zou geciteerd hebben. De weggelaten, voor den Nieuwen Gids min vleiende zinsnede, deed hier niet ter zake, en kon dus wegblyven. Wat de heer Kloos met documenten aantoonen wilde, was dit: dat Huet eerst niet de minste hoop had in de komst van een nieuw litterair leven, en nog geen jaar later de mogelykheid erkende, dat de /out bij hem l;on liggen. Dat wat hij kende van den Nieinrcn Gids hem niet voldeed, is hier niet de hoofdzaak, wél, dat hij een streven in de jongeren erkend heeft, wol dat hij schreef: »wij roldot* die jonge lieden blijkbaar niet. Zij zoeken iets anders en iets meer." De heer Kloos was tegenover Huet misschien in schijn, doch niet in werkelijkheid, inconsequent. De eerlijkheid heeft hij ten volle erkend, gelijk bleek, doch Huet's psychologische kritiek liet niet altijd de zuiver literaire beteekenis van den auteur uitkomen, en waar hij een zuiver literair oordeel gaf, impliciet of expliciet, was dit voor den heer Kloos niet altijd juist. Vandaar dat de heer Kloos Huet niet onverdeeld bewonderen kan. Doch hij heeft hem zeer veel bewondering gegeven. En hy heeft gezien en gezegd, dat Huet in latere jaren nieuwe dingen niet goed gevoelde. Maar hij heeft ook gezien, hoe Huet dit zelf is gaan vermoeden en dat zeggen durfde, en met volle recht, daarom heeft hij Iluet om zijn «zuiveren flair van het komende" geprezen, gelijk hij met volle recht in die bekentenis Huet's kritische eerlijkheid bevestigd zag, en een nieuw bewijs, dat hij was: »groot van inzicht en helder van geweten en opperst humaan." * * De Klhihuryh Hrrietr geeft naar aanleiding van een nieuwe biogralie, een overzicht van Sheridan's carrière, niet ongeschikt om jongelieden tot de jacht op roem te inspireeren. Want Sheridan heeft bewezen, dat men zulk een jacht houden kan en succes hebben. Zijn eerste geruchtmakende daad evenwel wil ik niet aan ambitie toeschrijven. Zij bestond namelijk in de beminlijke stoutmoedigheid om met het mooiste meisje van Engeland op den loop te" gaan en te huwen. En al bezorgde deze escapade hem ook twee duels en vele wonden, zijn liefde en bewondering voor zijn vrouw ver minderden er niet door, zoodat hij dan ook het IIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllHIIIIIIIIIIII plan ontwierp en verdedigde van een universiteit voor aanzienlijke dames, waar deze zouden wor den opgeleid in alle kristelijk-poëtische deugden, en zoo de wereld verbeteren. Een paar jaar later, in 1775, toen hij vier en twintig was, kreeg Sheridan zijn zin; hij schreef een drama dat hem beroemd maakte. Met de lliraJs had hij een succes, als haast geen tooneelschrijver vóór hem. Wat later veroverde hij het publiek wederom, en thans met de komische opera the Duenna. En in 1777 kwam the Xcool for iïcnnda], van al zijn blijspelen het meest beroemde, en nog heden ten dage op het reper toire van Londensche theaters. Zoo was dan Sheridan op zijn zes en twin tigste jaar reeds eenige jaren een beroemd man, en leefde als een rijke mijnheer. Hoewel hij doorging met arbeiden voor het tooneel, zocht hij ook een anderen uitweg voor zijn energie, en wierp zich in het politieke leven. Als poli ticus evenwel maakte hij minder opgang door zijn beleid dan door zijn eloquentie. Indien ook zijn bewonderaars hem groote fouten van taktiek niet ontnemen, het oordeel van vriend en vijand over zijn welsprekendheid is eenstemmig en over schaduwt zelfs de legende van Demosthenes. De grootste dag in Sheridan's leven is zijn aanklacht van Warren Hastings geweest, den gouverneur-generaal van Britsch-Indië. Burke, Fox en l'itt verklaarden dat deze oratie alle welsprekendheid van oude en nieuwe tijden over trof, en geheel het Huis kwam in hartstochtelijke opgewondenheid over Sheridan's felle imprecaties. Voor het nageslacht evenwel blijft Sheridan de dichter van den Scool for fkmiduJ, en al is het ons misschien niet geheel begrijpelijk dat men hem zóó hoog stelt om dat blijspel, ook wij hebben kunnen ervaren dat Sheridan's geestige satire ook nog in onze dagen op het tooneel haar werking niet mist. C. M. VAN DEVHXTKE. 1) Het is merkwaardig om te zien met hoe veel kalmte de deftige Scluitsclte Hertte over de plichten der Engelsche politiek spreekt. »0nze verhouding tot onderworpen landen en naburige staten moesten niet enkel en alleen door de belangen van handelsverenigingen en hebzuchtige speculanten geregeld worden. De natie had tegenover Indiëeen plicht te vervullen, en wij zouden voor ons eigen geweten en voor de wereld onteerd zijn, als onze nationale macht, zonder naar moreele verplichtingen te zien, enkel in dienst was van de financieele plannen van gewetenlooze aandeelhouders." 24 R c6: 25 R 1)7: 26 R d5: f 27 T ec2 28 e4 29 e5 30 T dl 31 R c4 32 a4 33 T el: 34 e6 T cS T t-2: K U8 f4 %3; R a3 aó R b4 R el: P f4 T e8 35 T e5 D d8 36 D d2 D c7 37 P g3: T e6:H Zonder dezen foutzet was 't spel ook verloren, zooals Marco zelf lateitoegaf. De partij is een meesterstuk van strategie van Lasker's kant. 88 R e6: D cl f 39 P fl Zwart geeft op. Uitslag van den Grooten Internat. Wedstrijd te Neu ronburg, 20 Juli?10 Augustus 1896 : Eerste prijs ? 1800 , benevens zilveren eerebokaal IMIilllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHMIIIIIIillllllllllHlllllllllllllllllllllllllllllllillli (beide een geschenk van den Prins-Regent van Beieren) Ernanuel Lasker van Londen, 131 o winstpunten. Tweede prijs ? 12CO Geza Maroczy van Buda-Pest, 121'o winstpunten. Derde «rus f 900 l H' X' rill3bllr.v (New-York) en Vierde pr ' f 00 dr' S' »?ch (Neurenberg) j Vlelde PI1JS f UJ 12 winstpunten, ieder ? 750. j Vijfde prijs ? 3GO D. Janowski van Parijs, 11 i/a winstpunten. | Zesde prijs ? 210 W. Steiuitz van New-York, 11 i winstpunten. j Zevende prijs ? 120 K. Schlechter (Weenen) en A. Walbrodt (Berlin), 101'o winstpunten, ieder ? 00. l Prijs voor 't beste resultaat tegen de prijswinners (? 60): J. H. Biackburne, Hastings. Leeftijd en geboorteplaats der dee Leeftijd. Adolf Albin 48 James Harry Blackburne 54 D. Janowski 28 Kmanuel Lasker 28 Georg Marco 33 Gcra Maroczv 20 Harry Nelsoii Pillsbury 24 Moritó Porges 38 Envle Schallorp 53 Emanuel Schiftere 46 Karl Schlechter 23 Jackson W. Showalter 36 Wilhelm Steiuitz UO Dr. Siegbert Tarrasch 34 Kichard Teichmann 2,8 Michael Ivanoviiz Tschigorine 16 August Carl Walbrodt 25 Simon Winawer 58 Inemers aan 'tCongres te Geboorteplaats. Bucharest Manchester Wilna Berlinchen bij Berlijn Czernowitz Szegedin Sommervillc, Mass Praag Berlijn Wilna Weenen Kentucky Praag Broelau Altenburg bij Leipzig Novgorod Amsterdam Warschau Neurenberg. Woonplaats Weenen. Hastings. Parijs. Londen. Weenen. Buda Pest. New-York. Praag. Berlijn. Petersburg. Weenen. New-York. Ncw-York. Neurenberg. Londen. Petersburg. Berlijn. Warschau. Groot Internationaal Schaakcongres te Neurenberg, 20 Juli?10 Augustus 1896. Aanschouwelijk en volledig overzicht van den wedstrijd. s M = ? £.?.!:£?! l 'g 'M. | o H A. Albin, Weenen J. H. Blackburne, Hastings Charousek, Bu<la-Pe?t D. Janowsky, Parijs E. Lasker, Londen G. Marco, Weenen G Maroczy, Buda-Bcst H.N. Pillïbury, New-Vork M. Porges, Praag E. Schallopp, Berlijn E. Schuiers, l'eterhbnrg K. Schlechter, Weenen J. W. Showalter, New-Y'irk W. Steinitz, Ncw-York Dr. S. Tarrasch, Neurenberg E. Teichmann, Londen M. I. Tschigorine, Puter.sb. A. Walbrodt, Berlijn S. Winawer, Warschau l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl