Historisch Archief 1877-1940
No. 999
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
?trouw en met meer edele bedoelingen dan de
? uwe, zoo genoemd worden, dat u aan 't verstand
te brengen, zal ik maar niet eens probeeren;
maar ook in anderen zin heeft zich in hem een
wonder belichaamd: hij heeft zich als werkman,
voor u blijkbaar zyne zwakste, voor my zyne
sterkste zy' zonder eenige opleiding en op
? een leeftijd, waarop de meesten niet eens meer
tot 't plan daartoe in staat zy'n, weten op te
werken tot een artiest, en bovendien tot een
beschaafd mensch, die b.v. om iets te noemen,
zich niet tot wreedheden en onbeschaafdheden
zal laten verleiden; en door alle moeilijkheden
die aan dat plan en aan de uitvoering er van
verbonden zy'n weet hy zich als artiest en mensch
staande te houden. Zoo u nu al niet tot de
appreciatie van zy'n artiest-zijn in staat bent,
dan ten minste had u hem als mensch moeten
vereeren en ontzien; u doet het omgekeerde, u
valt hem van die zy' juist aan.
II wilt den werkman, den bakker bestraffen voor
. sy'n brutaliteit »ook"artiest te willen zy'n, 't terrein,
naar uwe meening alleen voor het kapitalisme
gereserveerd, ook te willen betreden.
Dat deze lieve bedoeling eene paskwilitische
is, treft mij niet eens, 't verwondert mij ook
niet ze in u aan te treffen; maar dat u de aris
tocratie der uwen wilt verdedigen door (van de
aanhaling van ThysMaris enhetHolbein-achtige
keukenmeisje, als geheel waardeloos, spreek ik
niet) kwetsende zinspelingen op een beroep, dat
eerlijk en bovendien veel nuttiger is dan 't
gekwezel van nietsdoeners, dat vind ik zoo kras, dat
ik er aanleiding in vind tot eene waarschuwing:
begrijpt u, dat 't niet zeer ver verwijderd ultimum
van dergelyke uitingen een pak slaag is, een
ultimum, dat naar ik meen te weten, niet door u,
en, naar ik hoop, ook niet door anderen, die
ik niet nader aanduiden wil, zal worden bereikt ?
Met (officieele) hoogachting
Uw dw.
ED. THOHN PRIKKER.
iHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiHHiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiminiiiiHiiiiini
Aanteeteningen Tijflscbriflen.
De Gids doet thans iets, wat hij zelden deed,
hy' publiceert een bewerking van een nieuwen
Eogelschen roman, het Geruchtmakende Huu-lijk
?-van George Meredith. Nu is voor zulk een daad
eenige moed noodig. Vele romans verschijnen
er steeds en een redactie die er mede begint
vertalingen of bewerkingen in haar tijdschrift op
te nemen, loopt gevaar niet goed te weten, wtar
miiilllllllllilllliiilitiilliiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiitlllllllllilllllliiiiliiiiiiiiiiiiHl
6de Jaargang. 9 Aug. 1896.
Redacteur: RUD. J. LOMAN. Adres:
fitonehaven, Hitherfield Road, Streatham, Londen.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
«iiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
TWEEDE NAT. COBEESP.WEDSTEIJD.
Veertigste zet van Wit.
A
T b7
k h4
k a3:
T f2
T e6:f
T e6
B
T d6:
K b3
C
K e2
D e2
D
T e3
F
K el
R da f
T fdl
e3
9
10
Partij A 5 wordt door Wit opgegeven en in partij
B 8 het door den heer D. aangeboden remise aan
genomen.
Er is nog gespeeld: in B 6 39?T d6 en in F 10
-39?e4, e5
fIn C i wordt gespeeld 39?K g3, c5.
J. J. S.
ITALIAANSCHE PARTIJ.
(Giuoco piano,>.
Congres te Neurenberg.
Wit.
M. J. Tschigorine,
Petersburg.
l e4 e5
2 P f S P c6
3 B c4 R c5
4 «IS p fg
5 c3 d6
6 P bd2 0-0
7 P fl
Blackburne speelde hier
tegen Dr. Tarrasch met
succes 7 b4, E bG 8 a4,
a6 O E b3, gevolgd door
P e3 via c4.
7 d5J
Dit is zwak, zooals bijna
altijd 't geval is in 't
Giuoco Piano. Beter lijkt
ons E e6 of P e7.
8 edó: P d5:
9 B e3 P e3
Gelijk de meeste attaque
spelers geeft ook Tschi
gorine aan twee paarden
de voorkeur boven twee
raadsheeren. Zoolang de
aanval duurt zijn de twee
paarden vaak den tegen
stander 't meest hinder
lijk, vooral in de handen
van een Tschigorine.men
denke slechts aan zyn
partij met Lasker te
Hastings, waar hij in de ope
ning terstond zijn beide
Zwart.
Chaiouaek,
Buda Pest.
raadsheeren op c>3 en f3
tegen de paarden afruilde.
Komt 't echter tot een
eindspel dan verandert
dit voordeel veelal spoedig
in een nadeel.
10 P e3:
11 D e2
12 P ga
13 P
D dG
R e6
R et:
D £6
R e7
c4:
14 P e4
15 g4!
Tschigorine is nu in
zijn element; iedere zet
straalt van leven en ener
gie, 't Naspelen van zulke
meesterpartijen is een
ware verfrissching voor
den geest en een ontspan
ning na de ingewikkelde
partijen van andere mees
ters, met name die van
meester Steinitz.
e3
f5
15
16 P
17 P
18 h4
19 D f3
20 h5
21 h6
T fd8
b5
R f'8
D 06
P e7
T d7
g-6
22 P g7!
Ook P e3 was beslis
send, maar P g7 is
elezy moet uitscheiden, en van haar blad een tijd
schrift van vertaalde romans te maken. Regel
is het daarom, dat aan bewerkingen van nieuwere
novellistiek geen of weinig plaats wordt afgestaan.
Dat de Gids zich thans aan een uitzondering
waagt, is goed gezien. Want George Meredith
is hier te lande weinig bekend, en de oorzaak
zal wel liggen in zijn moeielijkheid. Hy is
moeily'k van taal en ongewoon in compositie, en
beide redenen maken zijn werk voor een Hol
lander tot zeer zware lectuur. Maar als de eerste
zwarigheid ons wordt weggenomen, overwint men
zelf lichter de tweede, en de kennismaking uit
de tweede hand is een uitstekende aanmoediging
om de proef met het origineel te herhalen.
Het thans gegeven brok schijnt op een zeer
schoon boek te wijzen. Als een vloot van groote
wolken dry'ven de indrukken over een wijde
vlakte, en men voelt zich steeds in de open
lucht met een vollen en frisschen wind om en
boven zich. De styl van verhalen is zeer ori
gineel, en in al haar ongewoonheid noch ge
dwongen, noch geaffecteerd.
* *
#
In zijn kroniek over de Veertien Jaren van
Willem Kloos, verbaast zich Mr. van Hall, dat
deze criticus niet mér over Huet heeft gezegd,
die toch aan zy'n formule van een goed criticus
beantwoordde. «Maar nu is het merkwaardig,"
zegt Mr. van Hall, »dat wél de naam van Huet
telkens uit zijn pen vloeit, maar dat hij er nooit toe
gekomen is om aan Huet een eenigzins uitvoe
rige studie te wijden of een eenigzins diepgaande
karakteristiek van hem te geven. De anderhalf
bladzijde groote vergelijking tusschen Huet en
Multatuli kan daarvoor bezwaarlijk dienst doen.''
Mij dunkt, dat Mr. van Hall geen recht laat
wedervaren aan het vele, door den heer Kloos
over Huet gezegd. Reeds in de eerste kroniek
(Verrtieii Jaren, I. 111?115) staat te lezen:
«bijna een vierde eeuw lang heeft hij (Huet) elk
nieuw literair verschijnsel voor zijn rechterstoel
gedaagd en vonnis gesproken zonder onderscheid
des persoons, alleen afgaande op zijn verstand
en zijn overtuiging van wat goed en schoon ver
dient te heeten in de kunst", en dezelfde kroniek
bevat een schets van Huet's beteekenis voor zijn
periode, die veel weg heeft van »een eenigszins
diepgaande karakteristiek", en ten deel» de plaats
vervangt van »een eenigzins uitvoerige studie,"
waarvoor de kronieken geen gelegenheid gaven.
Over Vosmaer heeft de heer Kloos een langer
opstel geschreven, wijl dat om dringende
bijzonIIIIIIIIIHIIIIIIlllllllllllHMIII
IIIIIIIIHIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIII
ganter. De rest is, zooals 28
,
wijlen de heer Pincdo
placht te zeggen: een
schilderijtje van
partij" l
22
23 hg7:
24 T h7:!
25 P g5 f
26 P e6:
27 0-0-0
R g7:
P d5
K h7:
K g7:
fe6:
P b6
.9 D h3
30 D h6 f
een 31 D h7 f
32 D g6: f
33 D g8 f
34 g6
35 T fl
T f8
T 12:
K f7
K e8
K d8
K e7
T g2
Zwart geeft op.
9PAANSCHE PARTIJ,
gespeeld op 't Congres
Wit.
E. Lasker, Londen.
l e4 e5
2 P f 3 F c6
3 K 1>5 u6
4 R c6:
5 P c3
6 d3
1 R e3
8 Pd2
9 gf3:
10 R c5:
11 0-0-0
te Neurenberg 8 Aug. jl.
Zwart.
Dr. S. Tarrasch, Neurenberg.
f2
dr,
f4
dc6:
R c5
R g4
D (IC
R 13:
P e7
D c5:
P g6
0-0-0 was hier de juiste
voortzetting.
12 D e3
13 fe3:
14 P c2
15 T hgl
16 T dfl
P &
f'4
17
18
19 P h5!
20 fe»:
21 P 16:
D c3: f
T d8
m
K 17
T heS
P 1'8
c5
&6
T e5;
K g7
22 T
23 P
24 P
25 T %2
26 h4
27 cd3:
28 T go
29 T g5:
30 ea
31 T 15; f gl'5
32 d4
P h5! dan P g6
wint den pion terug.
32
33 K d2
34 K d3
35 ed4:
36 d5
37 K d4
38 bt
39 K ca
40 d6
h5
c6
c4
T d6
cd3:
K f7
T ga:
T 1'6
T f5
K e7
c5
cd4:
K (18
d7
e 7
d7
K c 7
K d7
K
K
K
Zwart geeft op.
GEWEIGERD D. GAMBIET.
Wit.
E. Lasker,
l «14
3 P
4 P
c3
f3
5 e3
6 R d3
7 cd5:
8 0-0
9 b3
10 P c2
11 R b2
12 T cl
13 D c2
14 P g3
hg3:
Londen.
«15
e6
P f6
R e7
0-0
b<5
cd5:
R b7
P e4
R d6
15
16 T fel
17 P d2
18 P fl
19 T e2
20 R c3
21 f3
22 R el
(17
f6
h6
f6
ae8
P g4
f5
P
P
D
m
h5
Nu komt 't interessant
ste gedeelte der partij.
Zwart.
G. Marco, Weenen.
Tot zoover staan de par
tijen vrij gelijk; de positie
ia wellicht iets in 't voor
deel van Zwart. Lasker
maakt nu een combinatie,
waarmede hij zijn dame
prijs geeft tegen toren,
raadsheer en pion. De
meeste toeschouwers
meenden dat Lasker den
voor de hand liggcndcn
zet T c8 over 't hoofd
had gezien, toen hij 11 b5
speelde, 't Gerucht deed
daarop ter^tondin
'tspoellokaal de ronde dat Las
ker een verloren ytelling
had. Een later ingesteld
post mortem" bracht
echter de
gcmotivecrdheid van liet ofl'er duide
lijk aan het licht. Lasker
bezit ongetwijfeld in de
hoogste mate wat de
Duitschers Tief bliek"
noemen.
23 R b5! «6
dere redenen noodig was, doch by' Huet bestonden
zulke redenen niet.
Ten onrechte ook, naar mij voorkomt, verwijt
Mr. van Hall aan den heer Kloos, dat hij een
brief van Huet onvolledig zou geciteerd hebben.
De weggelaten, voor den Nieuwen Gids min
vleiende zinsnede, deed hier niet ter zake, en
kon dus wegblyven. Wat de heer Kloos met
documenten aantoonen wilde, was dit: dat Huet
eerst niet de minste hoop had in de komst van
een nieuw litterair leven, en nog geen jaar later
de mogelykheid erkende, dat de /out bij hem
l;on liggen. Dat wat hij kende van den Nieinrcn
Gids hem niet voldeed, is hier niet de hoofdzaak,
wél, dat hij een streven in de jongeren erkend
heeft, wol dat hij schreef: »wij roldot* die jonge
lieden blijkbaar niet. Zij zoeken iets anders en
iets meer."
De heer Kloos was tegenover Huet misschien
in schijn, doch niet in werkelijkheid, inconsequent.
De eerlijkheid heeft hij ten volle erkend, gelijk
bleek, doch Huet's psychologische kritiek liet
niet altijd de zuiver literaire beteekenis van den
auteur uitkomen, en waar hij een zuiver literair
oordeel gaf, impliciet of expliciet, was dit voor
den heer Kloos niet altijd juist. Vandaar dat
de heer Kloos Huet niet onverdeeld bewonderen
kan. Doch hij heeft hem zeer veel bewondering
gegeven. En hy heeft gezien en gezegd, dat
Huet in latere jaren nieuwe dingen niet goed
gevoelde. Maar hij heeft ook gezien, hoe Huet
dit zelf is gaan vermoeden en dat zeggen durfde,
en met volle recht, daarom heeft hij Iluet om zijn
«zuiveren flair van het komende" geprezen, gelijk
hij met volle recht in die bekentenis Huet's
kritische eerlijkheid bevestigd zag, en een nieuw
bewijs, dat hij was: »groot van inzicht en helder
van geweten en opperst humaan."
* *
De Klhihuryh Hrrietr geeft naar aanleiding
van een nieuwe biogralie, een overzicht van
Sheridan's carrière, niet ongeschikt om jongelieden
tot de jacht op roem te inspireeren. Want
Sheridan heeft bewezen, dat men zulk een jacht
houden kan en succes hebben.
Zijn eerste geruchtmakende daad evenwel wil
ik niet aan ambitie toeschrijven. Zij bestond
namelijk in de beminlijke stoutmoedigheid om
met het mooiste meisje van Engeland op den loop
te" gaan en te huwen. En al bezorgde deze
escapade hem ook twee duels en vele wonden,
zijn liefde en bewondering voor zijn vrouw ver
minderden er niet door, zoodat hij dan ook het
IIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllHIIIIIIIIIIII
plan ontwierp en verdedigde van een universiteit
voor aanzienlijke dames, waar deze zouden wor
den opgeleid in alle kristelijk-poëtische deugden,
en zoo de wereld verbeteren.
Een paar jaar later, in 1775, toen hij vier en
twintig was, kreeg Sheridan zijn zin; hij schreef
een drama dat hem beroemd maakte. Met de
lliraJs had hij een succes, als haast geen
tooneelschrijver vóór hem. Wat later veroverde hij het
publiek wederom, en thans met de komische
opera the Duenna. En in 1777 kwam the Xcool
for iïcnnda], van al zijn blijspelen het meest
beroemde, en nog heden ten dage op het reper
toire van Londensche theaters.
Zoo was dan Sheridan op zijn zes en twin
tigste jaar reeds eenige jaren een beroemd man,
en leefde als een rijke mijnheer. Hoewel hij
doorging met arbeiden voor het tooneel, zocht
hij ook een anderen uitweg voor zijn energie,
en wierp zich in het politieke leven. Als poli
ticus evenwel maakte hij minder opgang door
zijn beleid dan door zijn eloquentie. Indien ook
zijn bewonderaars hem groote fouten van taktiek
niet ontnemen, het oordeel van vriend en vijand
over zijn welsprekendheid is eenstemmig en over
schaduwt zelfs de legende van Demosthenes.
De grootste dag in Sheridan's leven is zijn
aanklacht van Warren Hastings geweest, den
gouverneur-generaal van Britsch-Indië. Burke,
Fox en l'itt verklaarden dat deze oratie alle
welsprekendheid van oude en nieuwe tijden over
trof, en geheel het Huis kwam in hartstochtelijke
opgewondenheid over Sheridan's felle imprecaties.
Voor het nageslacht evenwel blijft Sheridan
de dichter van den Scool for fkmiduJ, en al is
het ons misschien niet geheel begrijpelijk dat
men hem zóó hoog stelt om dat blijspel, ook wij
hebben kunnen ervaren dat Sheridan's geestige
satire ook nog in onze dagen op het tooneel haar
werking niet mist. C. M. VAN DEVHXTKE.
1) Het is merkwaardig om te zien met hoe
veel kalmte de deftige Scluitsclte Hertte over de
plichten der Engelsche politiek spreekt.
»0nze verhouding tot onderworpen landen en
naburige staten moesten niet enkel en alleen
door de belangen van handelsverenigingen en
hebzuchtige speculanten geregeld worden. De
natie had tegenover Indiëeen plicht te vervullen,
en wij zouden voor ons eigen geweten en voor
de wereld onteerd zijn, als onze nationale macht,
zonder naar moreele verplichtingen te zien, enkel
in dienst was van de financieele plannen van
gewetenlooze aandeelhouders."
24 R c6:
25 R 1)7:
26 R d5: f
27 T ec2
28 e4
29 e5
30 T dl
31 R c4
32 a4
33 T el:
34 e6
T cS
T t-2:
K U8
f4
%3;
R a3
aó
R b4
R el:
P f4
T e8
35 T e5 D d8
36 D d2 D c7
37 P g3: T e6:H
Zonder dezen foutzet
was 't spel ook verloren,
zooals Marco zelf
lateitoegaf. De partij is een
meesterstuk van strategie
van Lasker's kant.
88 R e6: D cl f
39 P fl
Zwart geeft op.
Uitslag van den Grooten Internat. Wedstrijd te Neu
ronburg, 20 Juli?10 Augustus 1896 :
Eerste prijs ? 1800 , benevens zilveren eerebokaal
IMIilllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHMIIIIIIillllllllllHlllllllllllllllllllllllllllllllillli
(beide een geschenk van den Prins-Regent van Beieren)
Ernanuel Lasker van Londen, 131 o winstpunten.
Tweede prijs ? 12CO Geza Maroczy van Buda-Pest,
121'o winstpunten.
Derde «rus f 900 l H' X' rill3bllr.v (New-York) en
Vierde pr ' f 00 dr' S' »?ch (Neurenberg)
j Vlelde PI1JS f UJ 12 winstpunten, ieder ? 750.
j Vijfde prijs ? 3GO D. Janowski van Parijs, 11 i/a
winstpunten.
| Zesde prijs ? 210 W. Steiuitz van New-York, 11
i winstpunten.
j Zevende prijs ? 120 K. Schlechter (Weenen) en A.
Walbrodt (Berlin), 101'o winstpunten, ieder ? 00.
l Prijs voor 't beste resultaat tegen de prijswinners
(? 60): J. H. Biackburne, Hastings.
Leeftijd en geboorteplaats der dee
Leeftijd.
Adolf Albin 48
James Harry Blackburne 54
D. Janowski 28
Kmanuel Lasker 28
Georg Marco 33
Gcra Maroczv 20
Harry Nelsoii Pillsbury 24
Moritó Porges 38
Envle Schallorp 53
Emanuel Schiftere 46
Karl Schlechter 23
Jackson W. Showalter 36
Wilhelm Steiuitz UO
Dr. Siegbert Tarrasch 34
Kichard Teichmann 2,8
Michael Ivanoviiz Tschigorine 16
August Carl Walbrodt 25
Simon Winawer 58
Inemers aan 'tCongres te
Geboorteplaats.
Bucharest
Manchester
Wilna
Berlinchen bij Berlijn
Czernowitz
Szegedin
Sommervillc, Mass
Praag
Berlijn
Wilna
Weenen
Kentucky
Praag
Broelau
Altenburg bij Leipzig
Novgorod
Amsterdam
Warschau
Neurenberg.
Woonplaats
Weenen.
Hastings.
Parijs.
Londen.
Weenen.
Buda Pest.
New-York.
Praag.
Berlijn.
Petersburg.
Weenen.
New-York.
Ncw-York.
Neurenberg.
Londen.
Petersburg.
Berlijn.
Warschau.
Groot Internationaal Schaakcongres te Neurenberg, 20 Juli?10 Augustus 1896.
Aanschouwelijk en volledig
overzicht
van den wedstrijd.
s M = ? £.?.!:£?! l 'g 'M. |
o
H
A. Albin, Weenen
J. H. Blackburne, Hastings
Charousek, Bu<la-Pe?t
D. Janowsky, Parijs
E. Lasker, Londen
G. Marco, Weenen
G Maroczy, Buda-Bcst
H.N. Pillïbury, New-Vork
M. Porges, Praag
E. Schallopp, Berlijn
E. Schuiers, l'eterhbnrg
K. Schlechter, Weenen
J. W. Showalter, New-Y'irk
W. Steinitz, Ncw-York
Dr. S. Tarrasch, Neurenberg
E. Teichmann, Londen
M. I. Tschigorine, Puter.sb.
A. Walbrodt, Berlijn
S. Winawer, Warschau
l