Historisch Archief 1877-1940
No. 1000
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
tarief. Groot is de kans dus niet, dat het ooit
zal worden doorgevoerd. Veeleer kan men
zeggen, dat van dit oogenblik af officieel
weder begint de anarchistische toestand, die
in dit vak eigenlijk nimmer heef t opgehouden
te bestaan. Lage loonen, stukwerk, huisar
beid, gedwongen winkelnering, lange wacht
tijden op risico van den arbeider, uitbuiting
van den eigenlijken werkman doorparasietische
tusschenpersonen, dat alles kan nu onge
hinderd weder op de oude wijze voortwoeke
ren. Een regeeringslichaam, door invloed van
boven en van buiten gesteund, is in Pruissen
machteloos tegen stelselmatigen
patroonsonwil.
Deze geschiedenis is ook voor ons leerzaam.
Denken wij aan den strijd der diamantbe
werkers, en vergelijken wij den verschillenden
loop der zaken, zooveel dat bij de verschillende
toestanden mogelijk is, dan dringt zich de over
tuiging op, dat in den strijd tusschen de twee
groote machten van onzen tijd: het
exploiteerende kapitaal en den geëxploiteerden werk
man, een derde factor als van buiten afregelen
de en ingrijpende macht slechts zal worden toe
gelaten zoolang beiden daarbij voordeel heb
ben,?in loonkwesties dus nimmer of
bijnanimmer. Verzoeningsraden en scheidsgerechten
zijn instellingen, waarmede men veel goeds
kan verrichten; maar zij moeten zijn voort
gekomen, of uit het gemeenschappelijk streven
van werkman en patroon, om nuttelooze werk
stakingen te voorkomen, óf uit de organisatie
der werklieden, en als zoodanig een macht
waarvoor de patroons zich niet dan na een ge
voelig ondervonden nederlaag zullen buigen. In
een tijd, dat wij bezig zijn, ons de instellingen
van verzoeningsraad en scheidsgerecht aan te
schaffen ; want een andere waardeering van het
aanhangig wetsontwerp is niet wel mogelijk,
mogen wij ons dit herinneren, opdat, liever
dan met wettelijk gedecreteerde lichamen op
gescheept te zitten, die den regelmatigen ont
wikkelingsgang onzer sociale verhoudigen
belemmeren, wij ons het moeten laten welge
vallen, tot de achterlijkste volkeren te worden
gerekend op het gebied van sociale wetgeving.
F. M. C.
Een dame president.
Te Riga werd ditmaal het russische
archaeologen congres gehouden. Het bijzondere van dit
congres was, dat het door een dame werd gepre
sideerd, de gravin Pratkovja Sergejevna Uvaroff.
Deze gravin, oorspronkelijk een vorstin
Schtscherbatoff, behoort tot de voornaamste Bojaren
familiën; op haar zeventiende jaar is zy getrouwd
met den graaf Alexis Sergevitsch Uvaroff, dien
men den vader der nieuwere archaeologie kan
noemen. De congressen werden door hem in het
leven geroepen; het eerste werd te Moskou ge
houden, in 1869. By al zijn onderzoekingen was
hem zy'n vrouw een even intellectueele als ge
duldige helpster. Toen de graaf in 1883 over
leed, koos het Moskousche archaeologisch ge
zelschap zyn weduwe tot voorzitster, en het
heeft over die keuze nog geen oogenblik berouw
gehad. Het is onder haar leiding tot rijken bloei
CHIFFON's HUWELIJK.
18) Naar 't Fransch, van GYP.
XII.
Zooals oom Mare had voorzien, werd Chiffon
ternauwernood herkend en haar entr. e in het
salon des Barfleurs geleek een triomfantelijke
intocht. Hoe weinig zelfvertrouwen zij ook bezat,
gaf zij zich toch zeer goed rekenschap van het
effect, dat zij teweegbracht; zij lachte mevrouw
de Bassigny, die haar met een blik vol ergernis
en domme verbazing opnam, hartelijk in het ge
zicht uit.
Ze heeft er 't land over, dat ik er aardig
uitzie!... dacht zij.
De markiezin daarentegen was over de bewon
dering, die haar dochter afdwong, letterlijk ver
rukt. In den grond volntrekt niet kwaad, maar
alleen ijdel en dom, genoot zij in alles wat maar
even meewerkte om haar te verheffen en op den
voorgrond te stellen. Chiffon's succes streelde
haar. De lange neuzen harer voortreffelijke
vriendin de Bassigny en van mevrouw de Liron
vermaakten haar kostelijk, en welwillend keek zij
naar Cbiffon, die, te midden van een kring van
heeren, met een zekere terughouding, die meer
uit verwondering dan uit bedeesdheid voortsproot,
hun complimentjes in ontvangst nam.
De Barfleurs, van hun kant, zagen dien
onverwachten ommekeer niet zonder een vage
ongerustheid aan. Want, dachten zij, werd er
geen bezwaar gemaakt hun Chiffon te geven, toen
zij nog maar alleen rijk was, nu misschien, nu zij
mooi was ook, zou dit wel eens niet het geval kun
nen zijn. En mevrouw de Barfleur, die als op spelden
zat, toen zij zag hoe mijnheer de Trêne de
knappe huzaar, waar ze om vochten" . mijn
heer de Bernay, de invloedrijke afgevaardigde
en de graaf de Liron, de broeder van me
vrouw de Liron's echtgenoot, zich om //dat
kind" verdrongen, riep Coryse minzaam bij
zich, en liet haar naast zich plaats nemen, om
een oogje op haar te kunnen houden. Chiffon
gehoorzaamde gedwee. Zoolang zij oom Mare niet
bij zich had, of papa of een ander van wien zij
gekomen, en allerwege gunstig bekend geworden.
De gravin heeft o. a. veel naam gemaakt met
een werk over christelijke monumenten in den
Eaukasus.
Te voet en te paard heeft zij de meest afgelegen
streken van den Kaukasus doorreisd, monumenten
bestudeerd en folklore-studiën gemaakt. Een
sterke godsdienstige tendenz kenmerkt haar arbeid
en haar leven, dat tot spreuk heeft het devies
van haar geslachtswapen: »Trouw aan God, trouw
aan zich zelf, trouw aan het vaderland."
miraiiiiiiiiHiiiiiiimiiiiiiH
Inhoud van verschillende bladen.
Het Handelsblad. 16 Aug. De armenzorg
en de overheid."
18 Aug. Een wereldmunt."
19 Aug. Landrente of grondbelasting" (op Java).
20 Aug. De heer Pruys v. d. Koeren vraagt in
plaats van te antwoorden".
21 Aug. De Doelwijk", door Mr. C. S."
De Standaard. 17 Aug. De nieuwe kies
wet" (slot).
19 en 21 Aug. Engel and's wereldmacht" I en II.
Het Centrum. 15 Aug. MGr. Bottemanne."
17 Aug. Gedachten-wisseling" (voor bondgenooten).
18 Aug. Vooruitgang" (katholicisme in Nederland).
19 Aug. Naar aanleiding van n bericht" (de
suikerwet en de bieten-leveranciers).
20 en 21 Aug. De sociale beteekenis van de katho
lieke kerk", I en II.
Het Nieuws v. d. D a g. 13 Aug. Het nieuwe
Infanterie-geweer," 14 Aug. II, door M. L. E.
17 Aug. Afhankelijkheid".
18 Aug. Het nieuwe Infanterie-geweer'' III, (na
schrift), door M. K. B.
De Telegraaf. 17 Aug. Art. 342 van het B.
W." door T. K. E van den F., te Gulpen.
19 Aug. Een merkwaardige ontdekking'', door K.
(Ingezonden).
De Tijd. 12 Aug. Individueele of gemeenschappe
lijke eigendom van arbeiderswoningen" I. 13 Aug.
II. 14 Aug. III, (slot).
18 Aug. Het gouden jubilévan mgr. Bottemanne".
19 Aug. Een dwaze gelijkstelling'" I. 20 Aug.
II (slot.)
Het Volksdagblad. 17 Aug.
Petroleummonopolie".
19 Aug. De Staat als werkgever". (Brochure van
Travailleur Jr.).
Amsterdamsche Gr t. 14 Aug. Een stap
in de goede richting". Levensverzekering IV".
17 Aug. De gemeentelijke telefoon". Levens
verzekering V".
19 Aug. Verzekering tegen ziekte".
20 Aug. De berechting der baldadige straat
jeugd'1 I.
N. Kotter d. C t. 16 Aug. Heideontgining en
grondverbetering.''
De (a n t i r.) Nederlander. 15 Aug. De
Maastrichtsche werkstaking."
17 Aug. Maatschappelijke feiten", II.
19 Aug. Een studie over graanrecbten."
De Maasbode. 13 Aug. Het loon van den
soldaat".
14 Aug. Een nieuw antwoord,'.
15 Aug. De gekroonde Gods".
19 Aug. Arbeidersverzekering".
20 Aug. Neutrale opvoedkunde".
Het Vaderland. 16/17 Aug. De suikeraccijnzen
en de financiën".
Haagsch Dagblad. 16 en 17 Aug. Staat
kundig overzicht der week".
18 Aug. Aug. Een ware beschouwing" (Atjeh).
20 Aug. Anak-Galoeng en onze marechaussee in
Atjeh".
De Avondpos t. 16/17 Aug. Subeltorne offi
cieren der Infanterie te paard."
Utrechtsch Dagblad. 16 Aug. Provinciale
belangen", I.
P r o v. G r o n. C t. 17 Ang. Welsprekende cijfers".
(omtrent het roerend fortuin in Frankrijk).
Nieuwe Winsch. C t. 16 Aug. In Vredestijd",
(ons militairisme).
H1IINIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIII
hield, om mee te praten, was het haar tamelijk
onverschillig of zij hier zat of daar.
Haar nicht de Lussy was er wel, Genevirve
met haar broer, maar Coryse had zich nooit bij
zonder gehecht aan Gcneviève, een mooi maar
erg dartel meisje van bijna twee jaren ouder dan
zij en reeds volleerd in alle wereldsche kuiperijen
en koketteriën.
Eindelijk! . .. riep mevrouw de Barfleur
toen zij een rijtuig in het kiezel op de plaats
hoorde knerpen daar is hij!.. . ik werd al
bang, dat hij niet zou komen! ...
Chiffon, die met volkomen onverschilligheid de
komst van den laatsten genoodigde afwachtte,
was niet weinig verbaasd, den hertog van Aubirres
te zien binnen stappen. Haar vreugde dien goeden
vriend daar opeens weer te zien, was zoo groot,
dat zij opsprong en hem te gemoet snelde, met
den uitroep:
O ! wat ben ik blij, dat u komt!. ..
De kolonel, in het elegante persoontje, dat hem
met zooveel warmte welkom heette, niet aanstonds
Coryse herkennend, was verwonderd blijven staan.
En toen hij, aan de zwierende lokken en Het lieve
kleine bakkesje, dat hem toelachte, ontdekte dat
het wel degelijk Chiffon" was, die voor hem
stond, drukte zijn lang ernstig gezicht zulk een
onuitsprekelijke verbazing uit, dat Coryse. die de
oorzaak dier verwondering vermoedde, uitriep :
Wat!... u ook al... kent u me ook niet
meer ? ...
Plotseling bemerkte zij, dat iedereen haar nieuws
gierig aankeek, en zij hoorde mevrouw de Bassigny
tegen de markiezin zeggen :
Komaan ! . . . ze mokt ten minste niet tegen
haar afgewezen minnaars, je dochter! ...
Mevrouw de Bray, die zich geducht over Chif
fon's houding ergerde, antwoordde :
Ze is nog bespottelijk kinderachtig voor haar
jaren ! . ..
En Chiffon dacht: Goed zoo ! . .. ditmaal heb
ben ze recht, om op me te hakken ... 'k heb me
leelijk vergaloppeerd . . .
De hertog van Aubières was min of meer ont
roerd en uit het veld geslagen, llij had zóó weinig
verwacht daar Chiffon te zullen ontmoeten die
nooit ergens heenging en was er vooral niet
op verdacht haar weer te zien bijna als vrouw,
goed gekleed en met niets dat aan het vroegere
kind herinnerde dan de lange, om haar schouders
zwierende lokken.
Maar naarmate Lij haar oplettender aankeek,
Z a a n 1. C t. 19 Aug. Haagsche brieven". (Doel
wijk.)
L i m b. Koerier. 18 Aug. «Eén, die zich
vastpraat", (Vliegen over het Londensche congres).
N. Leeuw. C r t. 15 Aug. Veenkoloniën in
Duitschland."
19 Aug. Arbeid als Koopwaar."
N. Ar n h. C r t. 13 Aug. De evolutie der samen
leving en de democratie" I. 15 Aug. II.
N. H o 11. W b l d. 15 Aug. Zenuwachtigheid." I.
Sociaal Weekblad. 15 Aug. Een
nabetrachting", door A. K. (Schiedamsche werkstaking). Het
Londensche intern, congres van soc. arbeiders en
van vakvereenigingen (slot), door Wibaut.
De Volksstem. 15 Aug. Arbeidersverzekering".
De V o l k s b a n i e r. (K. K. Volksbond). 14 Aug.
Een initiatief onzer Bisschoppen (verzekering tegen
ongelukken).
F r i e s c h Volksblad. 16 Aug. Grondgebruik
en onteigeningsrecht" (door Societas).
De Soc. Democraat. 15 Aug. Congres-in
drukken II".
Becht voor Allen. 18 en 19 Aug. Soldaat zijn".
20 en 21 Aug. De Verdeeling der producten".
Ordel. Hervorming. 15 Aug. De keerztjle
der medaille."
V r ij l a n d. 16 Aug. de wetten der maatschappe
lijke ontwikkeling."
De Volkstribnun. 15 Aug. Een weerlegging".
Neerland's Volksblad. 15 Aug. Voor
uitgang".
Evolutie, 19 Aug. Aan leden en niet-leden
van de Vereeniging voor vrouwenkiesrecht.
Weekblad v. d. Burg. A dm i n. 20 Aug.
Intrekking van besluiten tot goedkeuring." II.
De N ij verhei d. 19 Aug. Het kunstambacht
op de Berlijnsche nijverheids-tentoonstelling."
De Politiegids. Aug. '96. Waardeering."
Maandblad tegen de kwakzalver ij.
Aug. '96. Het Institut Drouet".
De Vrij denke r. 15 Aug. Onze slavernij".
De Protestant. 15 Aug. Oproep". (Congres).
Insulinde. 18 Aug. De zorg voor onze
ethnographische verzamelingen."
Het nieuwe Schoolblad. 14 Aug. De op
voeding der vrouw''.
iiiiiiliiiiiimiiimiiiiiiimiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiii
U
ziek.
Het zij ook mij vergund over mijne indrukken
te Bayreuth een en ander mede te deelen.
De verschillende opvoeringen toch doen zich
soms in een geheel ander licht voor en voorzeker
zou iemand die al de vijf opvoeringen van het
geheele werk: Der Ring des Nibelungen heeft bij
gewoond, nog al wat verschil kunnen constateercn.
Het is eu blijft echter afgescheiden van het
feit of de eene uitvoering beter slaagt dan een
andere een zeldzaam genot te Bayreuth getuige
te zijn van de voortreffelijke wijze waarop aldaar
alles tot in de kleinste détails verzorgd is, en hoe
het blijkt dat wanneer niets ondergeschikt geacht
wordt aan het andere, de algemeene indruk zoo
machtig is.
Hoog is natuurlijk de verwachting gespannen,
doch hoog was het genot ons daar geschonken.
In de eerste plaats geeft de wijding die over
het geheel ligt door het streven van iederen
medewerker om het beste te geven dat hij of zij
geven kan den toehoorder reeds een
verheffenden indruk. Dan geeft liet innig verband tussehen
alle deelen regie, muziek en lichteffecten
eene openbaring wat de eischen zijn voor
muzikaalmiiHiiuiimiiHiiii
voelde hij zich kalmer worden ; viel het berusten
hem lichter dan wanneer hij haar had terugge
vonden, zooals hij haar het laatst had gezien.
Had hij zicli al een oogenblik de maatschappe
lijk gelijke van de kleine fortuinlooze Chiffon ge
loofd, van de rijk geworden freule d'Avesnes voelde
hij zich oneindig verwijderd. Zij kwam hem nu
alleen nog maar voor, als een andere incarnatie
van een wezen, dat hij eertijds, lang, lieel lang
geleden, had liefgehad . . .
Hij beschouwde haar met een verwonderde, bijna
eerbiedige nieuwsgierigheid ; eu gaandeweg voelde
hij den hartstocht bedaren, die hem naar Chiffon"
gedreven had.
Wat scheelt u tocli van avond, kolonel ? .. .
vroeg mevrouw de Bassigny scherp. Vermoeid
van de reis ? .. .
Volstrekt niet, mevrouw ... hoe zoo ?...
Wel ! . . . u ziet er zoo raar uit! ...
Hij boog :
Dat zal dan waarschijnlijk mijn gewone uit
zicht zijn, want ik voel niets bijzonders... en ik
ben hoegenaamd niet moe ...
Mevrouw de Barfleur, die hoeveel lust zij er
ook toe gevoelde Coryse moeilijk naast haar
zoon kon plaatsen, had tenminste de gevaarlijke
uabuurschap van den knappen de Trêne eu van de
Bernay, twee koene bruids-schatjagers, willen ver
mijden eu freule d'Avesnes daarom tusscheu den
hertog van Aubières, van wien niets te duchten
was, en den graaf de Lirou geplaatst.
Gedurende het geheele diner had Chiffon, ver
heugd in haar vriend's gezelschap te zijn, druk
met hem gebabbeld over allerlei onderwerpen,
waarin beiden belang stelden : over oom Mare,
Gribouille eu Josephine, over schilderijen en kunst
in 't algemeen, want de kolonel was degelijker
en meer ontwikkeld, dan de moesten van zijn
stand. Eu tegen het einde, toen de tafelgesprekken
rumoeriger werden, en uiemand acht op hen sloeg,
had Chiffon hem zachtjes alles verteld, wat sedert
zijn afwezigheid met liaar was voorgevallen ; hoe
de Barfleurs" haar het hof maakten, de insinuaties
van Pater Ragon en de kleine manoeuvres, die zij
moest verijdelen.
En had de hertog gevraagd, wat zegt
Mare van dat alles wel ? .. .
Hij vindt 't een idiote boel, dat begrijpt
u ... en toch .. . hij heeft zelf gewild, dat ik van
avond hier zou dineeren... en hijzelf heeft me
een japon gegeven, om te kunnen gaan. . . 'k weet
niet meer, wat ik aan oom Mare heb
tegenwoordramatische opvoeringen en hoe zonder die harmo
nie, dat in elkander grijpen van alle onderdeelen,
de indruk altijd half of gebrekkig moet zijn.
Voorzeker slaagden ook te Bayreuth in dit op
zicht sommige deelen wel eens niet volkomen, doch
zeer veel bracht het tot den indruk bij.
Zeldzaam schoon was de geheele insceneering
van Rheingold en niet minder die van
Gotterdammentng. Ik noem deze beide het eerst omdat die
werken ten onzent het minst bekend zijn.
Wat die Walküre en Sief/fried betreft, daarvan
hebben wij reeds voortreffelijke opvoeringen te
Amsterdam bijgewoond; opvoeringen geheel inden
geest van het streven volgens de bedoelingen van
Wagner, zoodat wij daarbij tot de conclusie kwa
men dat Amsterdam met minder hulpmiddelen, wat
tooneelinrichting aangaat, eveneens een zeer artistiek
geheel heeft weten te verkrijgen.
In de vier opvoeringen te Bayreuth heeft mij
vooral getroffen de schoone wijze waarop de
lichteffecten harmonieerden met de schilderingen
van het orkest. Dat is van het grootste gewicht.
Voor den niet geheel ingewijden hoorder brengt dit
er bovendien veel toe bij dat hij begrijpt wat
anders aan zijn aandacht ontsnapt.
Men heeft mij verhaald dat in 1876 de kleuren
van de costumes nog schooner geheel vormden dan
thans, en dit verwondert mij niet, want er was wel
eeus iets te bonts daarin en vooral het costuum
van Freya was op het kantje van ridicuul.
(Over die costumes-kwestie is in de
buitenlaudsche bladen al heel wat geschreven, voor en tegen.)
Wat bij deze voorstelling in muzikaal opzicht
het meest frappeert, is wat het orkest presteert. De
zangeressen of zangers kunnen min of meer onge
lukkig zijn ; men kan het treffen dat van de twee
of drie vertolkers van een rol, de minst begaafde
optreedt. Kortom met de zangers kunnen zich al
lerlei mede- of tegenvallers voordoen, doch het
orkest staat daar als een rots en beheerscht het
geheel.
Ditmaal was men echter bijzonder benieuwd
naar de vertolkers op het tooneel, omdat vele
nieuwe krachten in het vuur moesten komen.
In mijn volgend artikel hoop ik meer en détail
de opvoeringen en de vertolkers te bespreken, doch
nu wil ik reeds vermelden dat ons verrassende
openbaringen zijn gedaan.
Burgstaller als Sicgfried, hoewel nog lang niet
tegen deze geheele partij opgewassen, heeft echter
zulk eene schitterende belofte afgelegd en wist
zooveel sympathie voor zijne creatie in te boeze
men, dat men alles van dezen jongen man ver
wachten mag.
Breuer heeft als Mime zonder nog zooveel
nuances te kunnen geven als o. a. Hofmüller
eene vertolking geschonken, die superieur genoemd
mag worden. En hoeveel mag men niet hopen van
de Zweedsche zangeres Gulbrandson, die als
Briiunhilde zooveel te genieten gaf, al komt zij ook Tcrnina
nog niet nabij.
Zie, dat alles bewijst weer dat Bayreuth nog niet
overbodig is, want deze krachten zij n uit de Bayreuther
school voortgekomen en daarm en er op verdacht moet
zijn eene jonge garde te kweeken die voort kan
zetten wat de voortreffelijke Wagner-vertolkers,
die wij bezitten zoo heerlijk begonnen zijn, (men
denke aan Vogl, die zoo heerlijk schoon Loge en
Siegmmid en aan Mevr. Sucher, die onvergelijkelijk
de Siet/liii/Je vertolkte, evenals aan Mevr. Brema, die
als Frickii toonde hoe deze godin moet worden
voorgesteld, wel verontwaardigd doch niet kijvend)
is het van het grootste gewicht, dat zoowel te
Bayreuth als elders nieuwe krachten gevormd wor
den onder de meest deskundige leiding.
Te Bayreuth tracht men het ideaal zooveel mo
gelijk nabij te komen en dit heeft ook weer de
voortreffelijke wijze bewezen waarop Richter en
Mottl deze Trilogie hebbeu voorbereid en geleid.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
dig ... hij is sedert eenigen tijd veranderd ... hij
is heel anders dan vroeger met me ...
Hoe dan ?...
Ja... hoe zal ik u dat uitleggen?... 'k
weet er geen naam aan te geven ... hij is vreemd ...
hij bromt op me, zonder dat ik 't verdien ... 't
zijn kleinigheden . . . maar 't hindert me toch .. .
'k Ga morgen ochtend eens naar hem toe . ..
'k heb hem laatst zoo overhaast goedendag gezegd,
toen ik op de vlucht ging . ..
O ja, a propos daarvan .. . vroeg Chiffon,
haar heldere oogen beschroomd naar den kolonel
opslaande u is er dus niet meer verdrietig
over''....
Met verdrietig meer, zal ik niet zeggen
antwoordde hij openhartig maar ik ben wijzer
geworden, en ik dank er u voor, dat u voor ons
allebei verstandig bent geweest,. ..
Dan is 't goed! en een oogenblik later
hernam zij:
. U zei, dat u morgen oom Mare zou gaan
opzoeken ... 't is de Zondag van de wedrennen,
morgen.
Ja ... maar ik kom 's ochtends . ..
Weet u, dat we 's avonds thuis bal heb
ben ? . . . weer zoo'n corvée! .. . bah ! . . . a propos!...
hij is erg aardig, de prins, die u ons hebt gestuurd ...
ik zeg weer a propos!'' omdat dat bal ter zijner
eer wordt gegeven .. .
Zoo! ... vindt u hem aardig . .. mijn kleinen
prins?.. .
Nu, ja! ... eerst vond ik hem saai . . . maar
later zijn we dikke vrienden geworden . . .
Na het diner verzocht mevrouw de Barfleur
Chiffon de kollie te willen rouddieuen en toen dat
was afgeloopen, stel Ie zij voor:
. Hoe zouden de dames het vinden, als wij de
heeren permissie gaven te rooken-? . .. op die ma
nier kunuen wij van hun gezelschap blijven
profiteeren . ..
Coryse, die gehoopt had dat de rookkamer haar
eindelijk van tiree kluiten boter zou verlossen
wiens smachtende blikken en i,elieimzinuige wenken
haar verschrikkelijk ergerden trok een leclijk
gezicht en ging afgezonderd iu eeii hoekje zitten,
terwijl Gencviève de Luvsy eu mevrouw de Liron
het middelpunt vormden van de heeren. Na' verloop
van eenigen tijd wenkte mevrouw de Bray Chiffon
om nader te komen eu beet haar fluisterend toe:
Zit toch niet aldoor in dien hoek stemmetje
te spelen! ... je lijkt wel onuoozel! . . .
Waarover wilt u dat ik zal spreken? . . .