Historisch Archief 1877-1940
No.1000
DE AMSTEKDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjS.
Parus,
IV.
Terwijl ik toebereidselen maakte om naar Parijs
te gaan, stond mij nog levendig voor den geest al
wat ik den laatsten tijd op vergaderingen en door
middel van geschriften, zoo van vurige voor- als
heftige tegenstanders, vernomen had omtrent school
kindervoeding. Gedurende de wintermaanden twee
malen 's weeks, bij hooge uitzondering drie malen,
een portie eten van twijfelachtige voedzaamheid,
verstrekt aan een kinderlichaam, hetwelk zich zoo
zeer vereenzelvigd heeft met den hongertoestand,
dat de maag nauwelijks meer voedsel vraagt en
nog veel minder verdraagt, is het hoogste, wat te
Amsterdam kon worden bereikt een half heid (?)
even verklaarbaar als verwerpelijk, zoolang kinder
voeding een uiting van particuliere liefdadigheid
zal zijn.
Hoe het met deze zaak te Parijs gesteld zal
wezen, was een vraag, die zich aan mij opdrong.
Van hetgeen ik door de breede opvatting van: les
amis de mes amis sont mes amis" zag en vernam,
volgen hier eenige mededeelingen.
Het Parijsche gemeentebestuur acht regelmatige
voeding ook noodzakelijk voor het volkskind
groote sommen stelt het alzoo den 20 arrondisse
menten daartoe beschikbaar.
Aan het hoofd van ieder arrondissement staat
een maire, die ambtshalve voorzitter is van ,/F
inspection des enfants assistés", een onbezoldigd
college, waarvoor het nooit aan liefhebbers ont
breekt, omdat die betrekking meermalen gebleken
is de eerste sport te zijn van de ladder, die tot
roem en eer, alsook tot winstgevende baantjes leidt.
Dat kinderen, evenals menschen, van tweeërlei
geslacht zijn en hunne belangen dus slechts ten
volle door de beide seksen te zamen kunnen be
hartigd worden, daaraan dacht niemand, totdat
op zekeren dag, hetzij gedreven door een
onweerstaanbaren lust anders te doen dan anderen, hetzij
genoopt door het juiste inzicht, de maire van het
18de arrondissement zijn vrouw in dat college
opnam, en deze, zich overtuigd hebbende, dat een
gewetensvolle vervulling dier betrekking meer tijd
en toewijding eischt, dan de manlijke leden
gegemeenlijk kunnen of willen geven, niet rustte
voordat zij er het volgende jaar nog twee vrouwen
inbracht.
De schoolvoeding van dat arrondissement heb
ik leeren kennen.
Als regel geldt, dat de school den leerlingen
geen ontbijt verstrekt, maar komt een kind met
een leege maag binnen de muren, dan wordt het
gevoed, en wel, in overeenstemming met 's lands
gebruik, door middel van een kop bouillon met
brood. Ieder volkskind kan in de school zijn
middagmaal nuttigen de ouders hebben zich
slechts betreffende dit punt uit te spreken. Na de
aangifte gaat een schoolcommissielid persoonlijk
onderzoek instellen naar de meerdere of mindere
welgesteldheid van het gezin. Zijn de verdiensten
voldoende dan moeten de ouders het maal betalen,
4 sous. Bestaat er twijfel omtrent de toereik baar
heid van het inkomen, dan kunnen zij volstaan
met halve vergoeding, en is het gezin werkelijk
noodlijdend, dan wordt het maal geheel kosteloos
verstrekt, trouwens zonder dat iemand anders dan
de finantieële commissie zulks te weten komt.
Deze maaltijden nu worden niet twee, hoogstens
drie malen in de week voorgediend, maar dagelijks,
zelf» desverkiezende des Zondags en dat het geheele
jaar door, OOK IN DE VACANTJES. Geen Parijsch
kind boven de 5 jaar behoeft dus honger te lijden,
want er is schoolplicht. Vervallen gezichten
staande op uitgeteerde rompen, heb ik dan ook in
de door mij bezochte school niet gezien.
Mijn bezoek begon bij de keuken. Niet aan iedere
school is een keuken verbonden, hetgeen trouwens
een geheel overbodige vermeerdering van kosten
zou wezen. Het bereide voedsel wordt in blinkende
bussen op rolwagens naar de bijgelegen scholen
gebracht. Het gereedmaken van het voedsel zag
ik toevertrouwd aan twee vrouwen, die onder
strenge controle staan van een superintendente,
zonder wier toestemming niets de keuken in- of
uitgaat. Zij beslist over het tijdstip van inkoop en
zij keurt al het geleverde, terwijl de voedingswaarde
der grondstoffen voor haar een zaak van ernstige
studie vormt.
Dagelijks krijgen de schoolkinderen vleesch.
Reuzenstukken zag ik staan en van de malschheid
overtuigde zich mijn gebit in alle opzichten
verdiende het den naam van eerste kwaliteits
rundvleesch. Nadat de stukken in plakken zijn gesneden
en ontdaan van elk zenuwtje en peesjc, wordt het
heel klein gemaakt. Dit laatste zoowel ter vereen
voudiging, omdat nu het gebruik van een mes voor
de kinderen onnoodig wordt en velen zelfs te klein
zijn om het te hanteeren, alsook om het doorslikkcn
van te groote stukken te voorkomen. Het vleesch
werpt een bouillon af, waarvan ieder kind als aan
vang van den maaltijd een vastgestelde hoeveelheid
ontvangt meet een sneedje brood er in. De
kwantiteit van het vleesch is ook voor allen gelijk
en mij werd het aantal grammen genoemd, maar
dat cijfer herinner ik mij niet juist genoeg meer
om het hier te durven noemen, wel weet ik, dat
het een ectlepel opgehoopt vol vormde. Het brood,
dat de kinderen bij het vleesch nuttigen, wordt
ondersteld door hen te worden meegebracht, het
geen verreweg de meesten ook doen; de weinigen,
die er te arm voor zijn, ontvangen liet uit de
school. Behalve soep en vleesch krijgen de kinderen
een napje vol boonen of groenten, waar bij de keus
vooral op de voedingswaarde wordt gelet.
Tegen het einde van den schooltijd begaven wij
ons naar het spijslokaal. Op lange tafels werden
de borden vol eten met de nappen soep daarnevens,
een en ander van een lepel voorzien, gereed gezet.
Klokslag twaalf traden de kinderen twee aan twee
binnen onder opzicht van het schoolhoofd. Een ieder
kende zijn plaats, ging bij het gegeven signaal
daar achter staan, om bij een tweede te gaan zitten
en na het derde een aanvang te maken met eten.
Of ze het lekker vonden!
Daar de hoeveelheid spijs steeds berekend is op
het volle aantal, dat zich voor voeding aangaf,
hoewel er altijd enkelen om de een of andere
reden de school verzuimen, wordt hetgeen zou
overblijven verdeeld onder hen, die blijken geven
nog wel een hapje te lusten, hetgeen gewoonlijk
de grootsten zijn.
Wie bij dezen maaltijd iets anders dan water
wil of moet gebruiken, heeft dat natuurlijk zelf
mede te brengen. Zoo zag ik enkelen een fleschje
donker bier naast hun brood zetten; een paar
andereu een zekere hoeveelheid wijn beide
categorieën naar ik hoop op voorschrift van een
dokter, daar het mij ongewenscht voorkomt om
zonder hooge noodzakelijkheid kindertongen de ge
legenheid te geven zich aan prikkelingen te ge
wennen, dewijl gewennen zoo licht verslaven wordt.
Na de jongensschool bezocht ik de meisjesschool,
waar ik alles op dezelfde leest geschoeid vond. In
beide zag ik kinderen, wier behoefte aan een woordje
van liefde, aan eenig blijk van genegenheid te groot
is om zich te kunnen verbergen enkelen hun
kerden als 't ware naar een handdruk of groet van
de bezoekster, welke hun werd voorgesteld als een
persoon, die kwam van verre en belang stelde in
de jeugdige Parijzenaars.
De leerlingen, die na den middagschooltijd, wegens
gedwongen afwezigheid der moeder, in de eerste
uren geen geschikt tehuis kunnen vinden, mogen
tot 's avonds blijven. Dat zij niet aan zich zelf
worden overgelaten, spreekt van zelf; wat echter
niet van zelf spreekt, is het verstrekken van een
namiddagmaaltijd, en toch is dit zoo.
Onder den indruk, dat inzake schoolvoeding Parijs
in een benijdenswaardigen toestand verkeert, nam
ik afscheid van mijn vrienden.
A,ii8tc,-<l<n;i, 1] Juni '90.
EIJSE HAIGHTOX.
NlilHiiiiiltiiiiiiiflliiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiuuliiniiuiim
Arvède. Barine bespreekt het boek van miss
Violet Hnnt The Muiden* l'rm/resx onder den
titel: »Une Gyp Anglaise". Wel is die vergelij
king niet geheel juist; de Peggy en Moderna
van miss llunt zijn niet zoo aantrekkelijk als
Chifi'on, Fred en Bob, omdat ze minder naïef
zijn, meer weten en meer poseeren ; toch is het
artikel er over wel aardig, en waarschijnlijk heeft
miss Violet llunt zelf de vergelijking willen uit
lokken en daarom ook haar boek in dialoogvorm
geschreven.
«In Engeland, zoowel als in Frankrijk, zijn
sommige ouders allerjammerlijkst ten achteren.
Men staat wat uit op avondjes, als men ze niet
heeft kunnen thuis laten en men is telkens bang
dat ze onhandigheden zeggen. Moderna, de heldin
van miss Hunt, komt 's nachts om drie uur vnn
haar eerste bal thuis. De kleinere zusjes komen
op bloote voetjes vragen: «Hebben pa en ma zich
fatsoenlijk gedragen ?"
»Nu, zoo-zoo," antwoordt Moderna; en het
blijkt ook dat mijnheer en mevrouw Maskelyne
wat burgerlijk en ouderwetsch geweest zijn. Het
zijn brave menschen, volstrekt niet lastig of
hinderlijk, maar wat ouderwetsch.
Mevrouw Maskelyne is althans zoo verstandig,
dat ze het zelf inziet. »Ik ben uit den tijd,"
zegt ze; »het spijt me, maar ik kan er niets aan
doen. Ik doe wat ik kan om de strooming der
moderne gedachten te volgen. Ik lees feministische
romans, ik hoor zonder een spier te vertrekken
de afschuwelijkheden aan, die ze in mijn salon
zeggen." Het geeft niet. Men kan zijn plaats
in de wereldorde niet veranderen ; men kan de
denkbeelden van een volgend geslacht ondergaan,
maar niet deelen. Chacun son batean.
Nooit zal de goede mevrouw Maskelyne, met
haar antediluviaansche vooroordeelen,van ganscher
harte bekeerd worden wat betreft de groote
quaestie van den «sleutel", een der bitterste vruchten
van de «moderne gedachte" in het oog van vele
Engelsche moeders. Bedoeld wordt de huissleutel.
In Frankrijk zijn we nog pas zoover, dat we er
over praten op welken leeftijd de jongens dien
mogen hebben. In Engeland hebben de meisjes
beslist, dat zij hetzelfde recht als haar broers
hebben, »om vrij uit en in te gaan. zonder dat
men haar een hoop idiote vragen doet." Ze heb
ben den sleutel geëischt, en velen hebben hem
gekregen, want, »het is tegenwoordig niet gemak
kelijk redeneeren met jonge meisjes. Ze zetten
je telkens vast ik heb maar toegegeven om
rust te hebben." Zoo heeft Mevr. Maskelyne
gedaan, maar rust heeft ze er niet mee gekregen.
?Nu hebben ze ieder een sleutel, en ik kan
niet in slaap komen, ik lig maar te luisteren of
ik de deur ook hoor. En er is niets aan te doen;
de meisjes zeggen dat ik niet zenuwachtig moet
zijn, en dat het mijn schuld is, als ik het ben."
Om vrede te vinden moet men overtuigd zijn en
Mevr. Maskelyne is nog niet meer dan overbluft.
De meisjes leven dus als jongens ; ze gaan ju
en uit zonder rekenschap te geven van wat ze
uitvoeren, dineeren men weet niet waar, gaan
naar bed op elk uur van den nacht en dresseeren
er papa en mama op, geen > idiote vragen" te
doen. Mevr. Maskelyne weet zoo ongeveer, dat
Moderna een vriendin heelt die reporter is en
die de liedjes van Yvette Guilbert zingt -met
de coupletten er bij, die Yvette voor Londen
weglaat" ; dat Moderna omgaat met decadente
poëten die een groene ziel hebben, en verzot is
op een acteur, van wien zij de portretten beeft
in alle rollen; dat zij lid is van een radicalen
vrouwenbond en hoopt te dineeren met een uit
geweken anarchist. Dit alles maakt haar een
beetje ongerust omtrent Moderna's vooruitzichten,
want de trouwlustige jongelui zijn even ouder
wetsch als zij, zelfs in Engeland !
Mevr. Maskelyne wordt droevig gestemd, wan
neer zij aan de toekomst denkt. In vroeger ty'd
had eene moeder het recht haar dochters te waar
schuwen als ze verkeerd en onvoorzichtig han
delden. »Ik zou hun heel wat kunnen vertellen.
Ik weet heel wat. Soms zijn eenvoudige toeschou
wers het best ingelicht. Het is mode, een moeder
als een oud blind mensch te behandelen, maar
ik zie meer dan zij zich wel verbeelden. Maar
dikwn'ls doe ik ook maar alsof ik niets zie ; dat
geeft minder soesah."
Sommigp menschen verwijten moeders dat zij
zwak zijn. Mevr. Maskelyne zou ze wel eens in
haar geval willen zien ! »Men vraagt mij of ik
mijn dochters toexla dit of dat te doen." Toestaan !
Ze doen alles waar ze lust in hebben. Aan de
moeders wordt niets toegestaan ; die moeten hun
plaats weten, die worden op de vingers getikt,
die worden kort gehouden.
En zeker is er geen ondankbaarder rol in de
moderne maatschappij dan de moederrol. Het
publiek weet nog niet dat de toestand geheel
omgekeerd is, en dat er voor de ouders niet
anders overblijft dan »se soumettre ou sedémettre."
Het stelt nog steeds Mevr. Maskelyne verant
woordelijk voor de slechte manieren van Moderna,
voor de onhebbelijkheden die deze zegt of doet;
en dat is heel onbillijk, want inderdaad, Mevr.
Maskelyne kan er niets aan doen.
Moderna is op een gevaarlijk pad. Gelukkig heeft
ze een jonger zusje, dat nog korte rokken draagt,
Peggy, en dit houdt haar op den rechten weg.
Peggy (een type als Jacqueline in .Les demi- Vierges
en Simone in Mard/le) waakt met zorg over haar
oudere zuster. Niet uit liefde; Peggy is van een
nog nieuwer »bateau", waar de laatste sporen van
sentimentaliteit verdwenen zijn. Maar Peggy is
het verpersoonlijkt practisch verstand; dat werkt
bij haar zoo goed als hart of zedelijk bewustzijn.
Ze zegt tot Moderna, als deze lust heeft in ge
vaarlijke dwaasheden : »Ik ben niet van plan een
al te loszinnige zuster te hebben, dat zou me
zelf kwaad doen."
Peggy heeft zelf haar leven geregeld. Ze heeft
er in toegestemd, een gouvernante te hebben ;
maar ze heeft die zelf willen kiezen.
-?Met zorg. 't Is een Franraise en in 't geheel niet
gênant. Ik mag haar nogal lijden. Ze weet dat
ik niet graag heb, dat iemand zich met mijn zaken
bemoeit, en ik zie haar zelden. Wij eten samen
in de studeerkamer ; zij leest aldoor romans. Ik
weet dat het ongepaste romans zijn, - dat weet
ik door anderen, maar ik heb waarlijk geen tijd
om ze in te zien. Misschien zou ik ze niet eens
begrijpen . . ."
Peggy wil absoluut geen lange japonnen dragen.
De droom van alle jonge meisjes is de eerste
sleep; Peggy is zoo kleingeestig niet. Integendeel.
De korte rok is de -huissleutel" van de kleine
meisjes. Zoolang men zijn kuiten laat zien, mag
men alles doen en zeggen wat men in :t hoofd
krygt: het telt niet mee. Dan gaat men 's mor
gens oji do kamers van de jongelui; men snuffelt
in alles; de familie lacht er maar om. *Kort is
mijn jurk," zegt Peggy. naar haar kuiten kijkend,
»heel kort. De menschen denken dat dat is om
mijn zusters, en dat deze bang zijn, dat ze oud
zullen lijken. Geen quaestie van! 't Is mijn
eigen idee. Als ik een lange japon droeg, was
ik een jonge dame, en daar heb ik nog geen lust
in. Zoo is 't veel grappiger. . ."
Peggy moet telkens alles weer in orde brengen.
Die eend van een Moderna heeft geen lust meer
in haar aanstaande, Arthur. Hij heeft eene moe
der, een «heilige vrouw", die voor een modern
meisje volkomen onduldbaar is. Fn Arthur zelf!
Zoo ouderwetsch! Hij heeft zelfs plan. de witte
broodsweken ergens in een klein nest te gaan
doorbrengen, om daar zijn vrouwtje-.geheel alleen
voor zichzelf" te hebben. Hij preekt tegen Ibsen,
met citaten uit Tennyson. Moderna heeft genoeg
van hem en is besloten hem den bons te geven.
Maar zulk een gesprek is moeilijk en een ver
broken engagement is geen aanbeveling voor een
jong meisje. Peggy belast zich met alles.
liet komt er op aan, niet waar ? dat Arthur
zich terugtrekt, zonder spijt en zonder scène.
Peggy vertelt boe zij een tête-a-tête met hem
gehad heeft. »Ik heb hem gezegd, dat hij je nooit
goed begrepen bad ; dat je allerlei vreeselijke
theorieén er op na hieldt; ik heb hem daarvan
een kort overzicht gegeven en dat pasto hem in
't geheel niet. Hij zei maar aldoor: >dathadik
nooit gedacht. . . Toen heb ik hem al je gebre
ken opgesomd, dat je lui bent en slordig en niet
netjes op je persoon en heel slecht gehumeurd
en vervelend en vermoeiend; hij zal nu denken
dat ik jaloerse)! op je ben, maar dat laat me
koud; ik zou hem toch voor niets ter wereld
willen hebbon.
Moderna: .Ie hadt niet behoeven te zeggen dat
ik een slecht humeur heb, want dat is niet waar.
Peggy : Niet als je altoos je zin krijgt, anders
wel.
Moderna: Toonde hij volstrekt geen spijt ?
: Peggy : Jawel, zoo'n paar verplichte gebaren.
Maar ik geloof dat hij in den grond blij was.
i dat bij er /.DO afkwam, nu hij bijna getrouwd was
met zoo'n huiselijke aardbeving, zoo'n
kamer; cycloon.
! Zoo is het; Arthur is blij, zijn -heilige moeder'
ook; iedereen is tevreden, en dat alles is Peggy's
i werk.
Intusschen is Moderna aan 't oud worden. Ze
beeft >,alles gedaan wat jonge meisjes doen en uo«
{ wat meer." l laar laatste streek is geweest het
huis uit te loopen en te gaan inwonen bij de
j jonge dame die in de bladen schrijft en de liedjes
j van V vette Guilhert zingt. Ze komen samen in
een heel gemengde wereld, waar Modevna's op
voeding voltooid wordt. Ieder jong meisje,"
zegt eene vooruitstrevende vriendin van de moeder,
«moet haar leerjaren hebben. Moderna heeft
gelijk, laat haar begaan.'' Inderdaad loopt de
proef zonder groote ongelukken af, en Modenia
begint er genoeg van te krijgen.
Ze is nu zevenentwintig jaar en meent het leven
door en door te kennen. De broer van haar
vriendin heeft haar meegenomen naar een caf
chantant; een blad heeft haar voorgesteld berichtjes
uit de groote wereld te leveren ; zij heeft gedi
neerd met den anarchist. . . Wat heeft zy nog
te leeren 't liet is nu tijd om afscheid te nemen
en in veilige haven tot rust te komen. Maar
hoe ? Ze kan natuurlijk een domino trouwen ;
in Engeland is er altoos een dorpsdominéte vin
den die wel een rijk en mooi lam in de schaaps
kooi wil opnemen. Moderna behoeft den heer
Brown maar een wenk te geven . .. Maar dat zou
al te vervelend zijn.
Katholiek worden en in een klooster gaan ?
Ook al niet amusant. Het beste zou zijn, weduwe
te worden, dat is een prettige positie. »Ik wou
dat iemand mij weduwe maakte."
Als uitkomst zal zij maar met Edward trouwen,
een neef en speelkameraad, die al rustig tien
jaren lang afwacht of zij er genoeg van heeft.
Zulke Edwards zijn de redders van Moderna's,
maar vindt men die altoos ? De Newfoundlander
te zijn om zulke meisjes op te visschen die in
de strooming der moderne gedachte zijn gespron
gen en nu »hulp !" roepen, is ook een taak vol
bezwaren. Het kon wel eens zijn dat de Edward's
zich lieten bidden, en men beweert dat ze daar
mee in Engeland al beginnen.
In elk geval had miss Violet Hunt aan haar
roman verschillende andere oplossingen kunnen
geven, en heeft zij wel de gemakkelijkste gekozen.
Hlllll llllTïml l lilinilllll iiiiil
Ceintuurs. Corselcts. Glacé. Mos.
Bloem rci'sieriny.
Het ceintuur is op dit oogenblik een der
belangrijkste deelen van het toilet; men maakt
ze in alle vormen. Sommige zijn met twee
einden en grooten Japanschen strik; andere met
vier, waarvan twee transparante. Men neemt,
om ze bij alles te kunnen dragen, deze liefst
wit met zwart; wit zijden mousseline of witte
kant op zwarte zijde, of zwarte kant op witte
zijde; ook wel een breed entredeux met een
smalle kant omzet. Zwart satijnen ceintures
worden geheel gereed gemaakt met plooien en
schuiven eringenaaid, of zelfs met voering, zoodat
het drapeeren om het middel niet aan het toeval
overgelaten blijft; als sluiting figureert dan ook
wel een lange gesp van email of strass. Ook beeft
men de Russische ceintuurs, wit leer met een
gesp van turkooizen; het metaallint met fraai
geciseleerde platte sluitstukken; het corxeh't van
satijn, faille, lluweel; jaltoos is zwart het
voordeeligst voor het iiguur.
*? *
Twee jaren geleden had men eeintures-corselets
van rose zijden lint met kleine rosetten. Men
maakte ze van drie of vijf linten, die zich onder
den arm kruisten, en opgehouden werden door
drie baleintjes, een van voren en twee van ach
teren, waar het ceintuur gesloten werd. Ze zijn
weer uit de mode gegaan en komen nu terug,
maar een weinig anders: in plaats van rose lint
neemt men heel smal zwart lluweel,
rdourscomi'lc: in plaats van drie of vijf linten, neemt
men er tien u vijftien. Overigens is alles het
zelfde. Men omgeeft de baleintjes met zwart
satijn, speldt ze op de rieten pop, naait een
iluweeltje boven aan de rechter balein van
achteren, dan aan de benedenpunt van de
voorbalein, van daar naar de bovenpunt van de
linker achterbalein en knipt het dan af. Het
twee fiuweelrje wordt begonnen aan een der
benedenpunten van achteren, dan naar de
bovenpunt van de voorbalein gebracht en zoo langs de
andere zijde terug. liet derde begint iets lager
dan het eerste, en wordt van voren iets hooger
bevestigd, en zoo verder. Men eindigt met eene
reeks rosetjes van tluweelen lussen, waardoor
zoowel het aunheehtsel als de baleintjes verbor
gen worden. Ten slotte vereenigt men al de
gekruiste iluweeltjes op de heup door een
stevigen hecht steek. Deze cointures-corsel ets, ofschoon
ze veel plaats innemen, staan niet lomp, omdat
de smalle Hiiweeltjes, a jour, de japon laten
doorschemeren.
Het smalle zwarte lluweel zal dezen winter
bij duizenden meters gebruikt worden; men zet
het om tullen ruches, om hoedenstrikken, om
volants en berthes, om de afhangende einden
van ceintures, het geeft in alle opzichten
teekening aan het costuum.
* *
Keizerin Eugénie met hare nicht prinses Murat
en de markiezin de Gallifet maken een zeetocht
aan boord van bet yacht 'l'In- 'hixtlt; nu langs
deze dan langs gene kust kruisend. Op deze
wijze woonden zij ook de feesten te Cowes bij.
Voor yachtcostumen is een nieuw materiaal ge
vonden, handschoeuleer, glacé. Men heeft bv.
bij marineblauw serge of laken groote revers van
wit glaeé, met goud galon geboord en een vest
van wit glacémet gouden ankorknoopen. I)e
vierkante matrozenkraag wordt dan, om niet te
veel wit te hebben, van lichtblauwe zijde geno
men ; als hoed er bij een eenvoudige matelot van
blauw wasdoek of een licht strooien hoedje met
twee staande veeren.
. \Yie in deze dagen buiten is, in de buurt van
j bossclien, neemt gaarne wat mos mee. Dit wordt
| intusschen al gauw geel; het beste middel daar
tegen is, het in helder water uit te wasschen
en hot dan door zeer sterk blauwselwater te
l halen. Men laat het in de schaduw drogen en
de groene kleur blijft.
De prinses van Wales beeft op Sandringham.
waar zij zelf gewoonlijk de bloemversiering be
stuurt, als eetzaal-decoratie iets nieuws ingevoerd,
groote ballons van bloemen, van het plafond
hangend. Ook koningin Victoria, heeft dit over
genomen. De mode is eigenlijk Amerikaansch;
op diners en andere partijen te Washington en
te New-Vork kan men, met de gewone
Amerikaansche overdrijving, heele hangende tuinen
boven de tafel zien wiegelen. Men maakt ze van
de kostbaarste bloemen; het is bet eenige middel
om aan een diner meer geld te besteden dan er
eigenlijk bij mogelijkheid aan ten koste kan
gelegd worden. E e.