Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.1002
Mnziefc in de Hoofdstad,
Hoewel nog eenige nieuwe uitgaven van Muziek
werken op bespreking wachten, wil ik toch nu een
woord wijden aan de openings-voorstelling van de
Ned. Opera, waarin Lohengrin werd gegeven met
een nieuwen Lohengrin, een nieuwen zwaan, een
nieuw bootje, nieuwe costumes en een nieuwen
regisseur. Op dezen regisseur is met recht het
last not least" van toepassing, want ik acht zijn
debuut eere werkelijke belofte voor het vervolg.
Set zou natuurlijk onbillijk zijn nu reeds te eischen
dat hij met alle gebreken had gebroken, doch er
was zooveel belachelijks verwijderd, dat men heel
wat minder reden tot ergernis had.
De mannen namen meestal goed aan de hande
ling deel, behalve in de tweede acte, waar zij weer
traditioneel op een rijtje stonden, en wonnen het
van de vrouwen, die onbewogen voor Ortrud's
bedrog f n Elsa's overwinning en smart, doodkalm
haar taak afzongen.
En juist bij de vrouwengroepen is zooveel schoons
te verkrijgen, b.v. in de eerste acte, wanneer zij
nog iets meer ter zijde blijven doch met de oogen
volgen wat er voorvalt, en Elsa's houding tegen
over den koning met angst en spanning gadeslaan,
om zoodra Elsa knielt naar voren te komen en
met haar mede te bidden.
En hoe schoon kan het effect zijn, wanneer de
vrouwen, verschrikt door het optreden van Ortrud
en later van Telramund, zich angstig naar den
achtergrond begeven en van daar gadeslaan wat
er voorvalt. Doch ik houd mij overtuigd dat ook
deze stroefheden zullen verdwijnen, want uit de
houding van de mannen bespeurde ik dat er serieus
gearbeid was en dat zij wisten wat zij te doen
hadden.
Thans werden (zooals het behoort) Loltfngrin en
Elsa op het schild geheven na het tweegevecht, en
wuifden de vrouwen beiden met groenen takken toe.
Ook wat het licht betreft, was veel ver
betering op te merken, in dien zin, dat wij niet
meer die plotselinge opvolgingen van dag en nacht
verkregen; doch in de tweede acte was het voort
durend te licht op het tooneel. Het kan dunkt
mij, bij de scène van Frederik en Ortrud niet te
donker op het tooneel zijn, want het is voldoende
wanneer men slechts even de gestalten van beiden
onderscheidt. Is het zooals gisteravond te licht,
dan is er geen harmonie tusschen de muzikale
stemming en hetgeen men ziet. Verder was het
al te veel dag bij het gesprek tusscheu jhlsa
en Ortrud.
Iets nieuws was het voor mij dat Elsa besche
nen werd door het licht dat van uit haar vertrek
kwam. Ik voor mij heb meer op met de opvatting
dat het eerst volkomen duister is cu dat bij Elsa's
verschijnen het maanlicht op hare gestalte valt.
Dat moet?dunkt, mij ook Waguer's bedoeling
geweest zijn. Ook vond ik het jammer dat de
krijgers geen metalen, in plaats van bordpapieren
schilden hadden, want nu was het slaan van de
zwaarden tegen de schilden volkomen zonder effect.
Wellicht verwondert men zich dat ik, na de regie
een pluimpje te hebben gegeven, met zooveel aan
merkingen achteraan kom, doch vroeger beschouwde
ik het als eene hopelooze zaak er iets over te
zeggen en thans heb ik, na hetgeen ik van deze
regie gezien heb, het vertrouwen dat opmerkingen
zoo niet altijd opgevolgd, ten minste overwogen
kunnen worden. Zooals ik zeide, er is reeds veel
verbeterd en dus zie ik met veel belangstelling
het streven en werken van de nieuwe regie te
gemoet.
Over den nieuwen zwaan of de costumes en
derzelrer schoonheden wil ik thans niet uitwijden, doch
liever over het muzikale gehalte van deze uitvoering
spreken.
Ook in dit opzicht was de opvoering ecne goede
belofte. Niet meer, docli ook niet minder ! Doch
men zal toestemmen dat, dit niet weinig is.
Wanneer een jong zanger als de heer Urlu?,
wiens talent ik tot uu toe nog zeer onrijp vond,
ruime perron walsen?... de muziek klinkt hier
heel duidelijk... en binnen is't om te bezwijken!...
Zij durfde niet weigeren en liet hem zijn zin
doen, maar vreesde toch, zouder te weten waarom,
dat het, oom Mare, die nog steeds onbeweeglijk
voor zijn balcoii stond, zou mishagen.
Toen de dans was afgeloopen, zei de prins:
Het spijt mij geducht, dat ik uw oom van
avond niet zal zien . ..
'?Hij blijft op zijn kamer... wegens den
rouw ... stamelde zij met een steelsehen blik
naar het, venster.
Een aangenaam, degelijk mensch ... Ik heb
veel met hem op!... We hebben in de laatste
dagen verscheidene tochtjes gemaakt, zoowel te
paard als te voet...
Hé! . . . dacht het meisje verwonderd,
daar weet ik niets van ... hij heeft mij nooit over
hem gesproken . . . sedert dien bewusteu avond . . .
Hij is een van de meest ontwikkelde menschen
die ik ken ... en heeft een voortreffelijk gemoed . ..
Is 't niet waar, Hoogheid r" riep Coryse,
die den prins om deu hals had willen vallen.
En ik mag van harte lijden ... vervolgde
hij dat de manoeuvres bijtijds gedaan zijn,
zoodat ik met hem samen kan reizen . . .
Reizen?... vroeg het meisje angstig,
waar gaat hij dan naar toe ? .. .
Heeft hij 't u dan niet verteld?...
Jawel, jawel... ??antwoordde zij, gejaagd
zoowat...
Nu, zoodra de verkiezing achter den rug is,
gaat mijnheer de Bray een paar maanden op reis...
jg?Ah ! ...
Er heerscht heel veel ellende, die hij van
nabij wil zien ... er zijn een massa dingen, waar
van hij zich persoonlijk op de hoogte wil stellen ...
in n woord, hij wil en kan veel goed doen ....
Uw oom . . . freule Chiffou ... is een dier weinige
?menscheu, die hun leven besteden met het verrichten
van nobele dadun, die zij angstvallig verbergen,
alsof 't misdaden waren . . .
Ja... 't zelfde wat ik hem ook al eens zei...
dacht Coryse, die zich geweld aandeed, om niet
te^gaan schreien.
Het denkbeeld dat oom Mare weer weg ging,
maakte haar geheel van streek. Als hij gekozen
werd, zou hij als zijn reis was afgeloopen naar
Parijs gaan, waar de de Bray's nooit heentrokken,
er in slaagt deze partij met veel verdienste ten
einde te zingen, wanneer hij blijk geeft vele stroef
heden en ongelijkheden in het orgaan reeds gedeel
telijk te hebben overwonnen en tevens voor zijne
vertolking toont goeden raad te hebben ingewonnen,
dan mag men die belofte reeds als een succes
vermelden.
Ik vertrouw dat de heer Urlus niet even opti
mistisch zal zijn als het publiek dat hem en de
anderen soms vijf maal terugriep, en nog ijverig
voort zal streven om meer adel aan zijne wijze van
voordracht te geven en het vlakke dat nog zoo
vaak in den klank is op te merken te overwinnen;
doch de meerdere weekheid van klank en de juistere
kleur waren een bewijs dat deze stem aan buig
zaamheid gewonnen heeft, en dat de zanger zich
met ernst tracht in te denken in zijne partij.
Wat Orelio's vertolking betreft kan ik volstaan
met te zeggen dat hij als vertolker bovenaan stond
en dat hij in deze partij weer gaf wat wij vroeger
met ingenomenheid geconstateerd hebben. Mevr.
Engelen Sewing heeft zooals men weet, zeer schoone
stemmiddelen, doch //darstellerisch" zooals onze
Duitsche naburen zeggen vond ik hare ver
tolking zwak.
Er is iets klein-traditioneels in de geheele op
vatting en wanneer deze dame, inplaats van de
rol van Elsa te Parijs te gaan zien zooals met
veel ophef is vermeld die door een der groote
Duitsche zangeressen had hooren vertolken, zou
zij begrijpen wat ik hiermede bedoel.
Een fout was o. a. het onbewogen gelaat bij
hare verschijning, wanneer zij in de tweede acte
met hare vrouwen naar den Munster" (en niet naar
Munster, zooals in eene vroegere vertaling van
Lohengrin moet gestaan hebben) gaat. Hoeveel
indruk zou daar ecu gelaat, stralend van geluk,
maken. Bij een tocht, naar het schavot had mevr.
Engelen niet treuriger kunnen kijken. Daardoor
ging het contrast, in de uitdrukking verloren bij
Otrud's plotseling optreden voor de treden van
de kerk.
In de tweede en derde acte heeft mevr. Engelen
echter als zant/ veel goeds gegeven, doch met het
geheel had ik geen vrede.
Mevr. Dirckx van de Weghe's spel stond boven
haar zang. De opvatting van het karakter vond
ik vaak schoon, vooral het slangachtige in Ortrud
werd zeer treffend weergegeven. Wat deze dame
echter bij het zingen in den weg zit, is haar accent.
Het komt mij voor dat mevr. Dirckx van de Weghe
te weinig studie van onze taal maakt, anders zou
in die zes- of zeven jaren dat zij reeds in Holland
vertoeft de zuiverheid van taal meer gewonnen
hebben.
Ik releveer dit, omdat het sterk Vlaamsche
accent aan den indruk van deze werkelijk zeer
schoone stem niet ten goede komt.
De heer Van den Hoeck was een flinke JTi'ranl
en de heer Ebboler, die den Koning zong, heeft
goede stemmiddelen en heeft zicli niet onverdien
stelijk door deze partij heen geslagen, doch meer
ook niet, want voor deze schoone, interessante
partij wordt heel wat meer verlangd dan de heer
Ebbeler geven kan.
De koren waren met zorg ingestudeerd en het
kritieke koor, wanneer de zwaan aankomt, liep
heel wat beter dan vroeger steeds het geval was.
Het heerlijke kwintet met koor in de eerste acte
was echter zeer onzeker, en niet schoon van kUuik.
Het orkest heeft zich wakker gehouden en het
streven naar meer discretie vermeld ik zeer dankbaar.
Ook hier is eem: goede belofte te constatceren.
Summa summarum kan de heer Van der Linden
tevreden zijn dat deze eerste opvoering aldus is
afgeloopen, doch wanneer de nieuwe krachten ge
heel met, elkander vertrouwd zullen zijn en de
leiders hebben verkregen wat, zij willen 'bereiken,
kan men eerst de beteckenis van het, gezelschap
zooals het nu is zamengesteld, beslist consiatceren.
Men vatte de aanmerkingen daarom welwillend,
als ter overweging gegeven, op, omdat dan bereikt
kan worden wat ik met deze besprekingen steeds
eer 't lente was ... en dan zou ze hem niet meer
zien ... in 't geheel niet meer! . ..
Op dit oojrenblik keerde de burggraaf, over de
leuning van het balkon gebogen, zich schielijk naar
het binnenste van zijn kamer om. Blijkbaar was
iemand de deur ingekomen.
Dat's zij ... dacht Chiiïon wier hart eens
klaps begon te bon/en, en daar de muziek stil
hield, grortte zij den prins en drong zich door de
dansers heen, die naar hun plaatsen terugkeerden.
In de bibliotheek-kamer gekomen snelde zij de
eikenhouten trap op, die rechtstreeks naar de
vertrekken van den burggraaf voerde, vast, besloten
om te zien, te hooren, om, hot, dan ook, iets zckers
te weten te komen. Maar halfweg bleef zij plotseling
ontmoedigd staan.
Neen! . .. zei ze in zichzclve, dat, zou
gemeen wezen!... en bovendien... 'k weet immers
alles wat er te weten valt! . . .
Een geritsel van zijde en kant waarschuwde
haar dat iemand van boven kwam en haastig de
treden weer afsiieUeud, verborg zij zich achter
de trap.
Kersrood en met veel beweging stoof mevrouw
de Liron langs haar heen het, salon binnen, hard
schreeuwend, om goed te laten hooren, dat zij haar
bezoek niet onder stoelen of banken stak.
Neen, maar! . . . verbeeldt je ... hij vond ''t
niets aardig ! . . . 't scheelde zelfs weinig, of hij
was boos! .. .
Dat liegt, ze!... dacht Ghifl'on - hij
vond 't verrukkelijk . . . dat, zegt, ze alleen maar
om 't niet te laten schijnen ... en op baar
beurt naar boven loopcnde deed zij zonder kloppen
de deur open.
Oom Mare zat voor zijn schrijftafel met, het hoofd
op zijn arm geleund en hoorde haar binnenkomen
niet. Met trillende stem, diep bewogen, vroeg zij
woedend :
Wat heeft ze je gedaan ? . . .
Bij den klank der stem van zijn nichtje stond
hij toornig op.
Wat moet jij hier . . . zeg? . ..
Toen zij het goedige, ontstelde gelaat zag, dat
zich dreigend naar haar toekeerde, gevoelde
Cluffon niets dan een onbegrensde teedcrheid voor
den oom, dien zij zoo zielslief had. /ij vergat
alles; berouwvol, verbaasd en diep ontroerd vroeg zij»
Huil je ?... ach, God ! .. . waarom huil je,
beoog: een klein steentje aan te brengen voor de ont
wikkeling van onze muzikaal-dramatische kunst.
Het publiek was zeer enthousiastisch gestemd
en liet het scherm na iedere acte eenige malen
ophalen.
Ik zie dus wel dat mijn uitgesproken wensch,
dat men den indruk v«n het genotene niet moest
verstoren door de medewerkers min of meer handige
buigingen te laten maken, allerminst kans heeft bij
de Ned. Opera vervuld te worden.
De directie heeft getoond daartoe wel te willen
medewerken door bij het ophalen van het scherm
nog eens het beeld van het laatste tableau te
geven, en dat is werkelijk voldoende, doch het
publiek hield niet op ; de buigingen moesten er
wezen. De heer Orelio onttrok er zich eerst aan,
(bravo!) doch ook hij moest zwichten voor de pressie.
Wanneer het echter nog eens zoover kon komen
zouden allen bespeuren dat de indruk van iedere
acte veel langer bijbleef. De directie kan, door het
gordijn onverbiddelijk gesloten te houden, daartoe
veel medewerken. VA:N MILLIGKX.
dna&zonb&n.
Aan Dr. A. Mijnlieff te Kreukelen.
MijnJteer.'
Het blijkt, dat de beknoptheid, waarop de
Redactie bij mijn vorig schrijven aandrong, mij
voor u onduidelijk heeft doen zijn wat betreft
het ee ste punt, daar u in uw schrijven van
27 Aug. wel bespreekt de stelling : de. docent
moet onderwijzer zijn (en wie zou het hierin niet
eens zijn met u en den heer Niermeijer!); doch
niet wordt door u gemotiveerd uwe bewering,
dat, als eerst elk docent ook onderwijzer is, er
niets ter wereld kan zijn dat een herexamen
noodig kan maken.
Kn deze stelling is onverdedigbaar, daar er
toch leerlingen zijn, die door zwakheid hetzij
van verstand, lichaam of karakter met den besten
wil door een goed onderwijzer in eene groote
klasse niet voortgeholpen kunnen worden en voor
hen kan juist een herexamen soms nog dienstig zijn.
Ten tweede vergun mij u protest tegen mijne
door u gequaliticeerde «manoeuvre'' onbevredigend
te noemen. Want als u schrijft:
.welk pull/iel: maar al Ie rauk het verwijt
»doct hooren dat herexamens geschieden ter
«wille van de onvermijdelijke privaatlessen",
moeten die woorden den indruk maken dat
(volgens u) het kwaad, waarop u doelt, tamelijk
algemeen is; want als liet pnlilicl;, spreekt moeten
er nog al tal van feiten hi> r en elders als bewijs
kunnen worden aangevoerd. Een paar gevallen
toch, voorkomende in "25 jaar en in uw kring
zullen het publiek niet doen uitroepen: »Zie
eens, de geheele soort is corrupt !" l" hebt dus
te veel geladen op den rug van het publiek en
beperkt dit in uw laatste schrijven al tot>-personen''.
Nu ja. docenten zijn ook menschen en het zou
pedant zijn te beweren, dat er in zake moraliteit
in 't geheel geen kaf onder dat soort koren zou
schuilen.
Maar waarlijk, als u eens evenveel >vertrouwd
zijt met onderwijszaken (en personen) als de heer
Niermpijcr'1 zult u wel tot de wetenschap komen,
dat het feit waarop u doelt een ->rara avis" is.
Ik kajïnatuurlijk slechts voor mezelven spreken
nl. dat ik O jaar bij het Midd. en 4 jaar bij het
(ivniimsiaal Onderwijs ben werkzaam geweest en
voordat ik uw antwoord aan de Kedaetio las nog
nooit van het bewuste publiek verwijt had gehoord,
en ik heb tal van docenten leereu kennen, maar
weet xeke/ dat geen van hen ooit aan de
crimineele handeling hebben gedacht, evenmin (om
het sterk uit te drokken/ als aan 't stelen van
een broodje.
liet
op
zes .J . .. en neveiid
Om haar . . . niet ? . . .
Ik weet, niet, wie je haar" noemt
barstte de burggraaf uit maar ik wou dat je je
met je dansen en koketteeren bemoeide ! . . . luis
ter naar de complimentjes van dien (lanwcn de
Trénc . . . en dans in den tuin met graaf van
Axcn . . . als je daar plcizicr iu hebt... maar laat
mij rustig zitten ! . . .
liustig ? . . . om te huilen ? . . .
Om te huilen, ja, als me dat aanstaat!...
Door de openstaande deur van het slaapvertrek
zag Chili'? twee groote geopende kuilers en zij
vroeg beklemd :
f ia ji! al eerder ? . . .
Eerder dan wanneer?... en in de eerste
plaats . . . hoe weet, je dat ik op reis ga ? . . .
(iraat' van Aten zei . . .
Och, kom . . . heb je 't, dan HOK over mij.
als je bij mekaar bent. . . dat 's lief van jelui ...
zei liij, sarcastisch grinnckcnd.
,la'. ... hij vertelde dat je ging reizen...
troeddoeu ... en daar hij niet antwoordde vroeg
zij, ivt een trillende stem, waarin al haar angst
doorklonk :
Maar ik?... wat, moet ik beginnen?...
'/onder haar aan te zien antwoordde hij op snij
denden toon :
Nou! ik kan je, toch bezwaarlijk meenemen,
niet,r... of hierblijvcn om voor kiudcrmcid te
spelen ... of dacht je dat soms 'r ...
Oh!... riep smartelijk het meisje, wier
verirect-mij-niet-oogen door tranen werden ver
duisterd hoc kun je 700 tegen mij spreken...
oom Mare... hoe kun je zoo leelijk doen!...
Waarom kwel je me dan ook zoo?,,. Laat
me aan mijn lot over ! . ..
/ij u'af geen antwoord. Liefelijk blozend bleef
/.ij eeu oogcnblik in het midden der kamer staan,
onbeweeglijk in haar sneeuwwit kleedje, dat, glad
laim's de heupen afhangend, (te zuivere lijnen van
haar jong, krachtig llguurtjc aftcekendc. De blonde
lokken, die, bewogen door den tocht van het
raam, als een sluier om haar schouders golfden,
gaven haar het voorkomen van een kleine fee,
een wonderlijk bovenaardsch wezentje. En on
danks zichzelf staarde oom Mare, die het, hoofd
had opgeheven, haar aan, met een wereld van
teedcrheid in zijn rood opgezette oogen.
Tenzünu voor u de taal is de kunst om ge
dachten te verbergen, zooals de zinsnede daar
staat, kan ik er niet anders inzien dan een zeer
overdreven voorstelling van een paar alleenstaande
gevallen die u of een ander ter oore zijn ge
komen en die u, al generaliseerende, kracht van
argument hebt willen geven.
Dat mijne phantasie mij in deze geene parten
heeft gespeeld, bewezen mij verscheidene, waar
onder ook buiten het onderwijs staande personen,
die uwe woorden geheel onwaar achten.
Dat ik dus de eenige zou zijn, die aan uw
schrijven aanstoot heb gevonden, ben ik zoo vrij
te betwijfelen, al ben ik de eenige, die in dezen
vacantiestrijd er tegen geprotesteerd heb.
Inmiddels dank Ik u dat u den lezers van dit
blad betere gevoelens omtrent docenten hebt
kenbaar gemaakt dan volgens mij en anderen
lagen opgesloten in de aangehaalde woorden.
Ten slotte nog dit: Een docent in de Lagere
school gevormd, is niet per se een goed onder
wijzer, terwijl daarentegen een universiteitsman
toch ook tot Valtours geboren onderwijzers kan
behooren, niet waar?
Ik heb de eer hoogachtend te zijn
Uw dw. dr.
Amersfoort, '2 Sept. '!)(>. B. D. BEST.
Reclames.
Hoofil-Depót
VAN
Dr. JAEGEITS ORIG.
Eorfflaal-folarltalen.
K. F. DEUSCIILE-BENGER,
Amsterdam, Kalverstraat 157.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel Nederland.
Magazijn KEI/ERSHOF", Nieuweiidijk 196.
Zij denstoffen. Grootste sorteering zwarta
en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde
Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
SCHADE & O L DENKOT T.
H. RAHR te Utrecht.
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.
Te diep in haar gepeins verzonken om dien blik
op te merken, vroeg Cniü'on eindelijk, na lang te
hebben nagedacht:
Dus... volgens wat de prins me zei... ga
je hier vandaan om goed te doen?...
Mare Irok ds: schouders op.
Goed vervolgde het meisje dan zou ik
je er vast ecu kunnen aanwijzen... een goede
daad... cu die niet eens buiten je bereik ligt
ook... en daar hij bleef zwijgen, mompelde zij
met ecu zwakke /.uelit:
Dat zou wezen : mij trouwen . . .
Doodsbleek liep de burggraaf op liaar toe:
\Vat zei je daar? . . .
Dat heb je heel goed verstaan . . .
/oc ... antwoordde hij met schorre stem
als dat scherts moet, heeten, is 't wreed . . .
maar alles behalve grappig!...
Scherts ! . . . riep Chiffon ontsteld groote
God!... terwijl ik je boven alles lief heb!... En
er zijn oogenbiikken soms waarin 't, me voorkomt,
dat jij ook meer van me houdt, dan van de rest...
daarom, zeg ik: //Trouw me...''
(,'hill'ou! . . . sprak oom Mare zachtjes,
terwijl hij het meisje in zijn armen sloot mijn
eiiren ('hülou:... O, ja, ik heb je lief... o! zoo
lief! . . . zoo lief! . . . zoo lief! . . .'
-- Dus . .. je wilt? . . .
'/wijgend overdekte hij haar gelaat met kussen.
Met, een huivering van u'cnot, zuchtte zij:
()! wit is 't, heerlijk... door jou te worden
jrczoend ! . .. ??? en toen eensklaps in lachen uit
barstend :
Wat zullen ze op hun neus kijken, zeg!...
beneden . . . als /.e 't: weten van ons . ..
Oom Mare zaï; Chill'on aan, nog te verrast schier
om zijn mcluk te durven gelooven. Over haar gelaat
heeuücbostcu, mompelde hij, met een kus;
Ach! kleine C'hiil'on! .. . als je wist hoc
ellendig ik ben geweest!... cu wanhopig!... en
jaloersch ! . . .
Jaloersch ? . . . foei l... dat had je niet moeten
zijn?... en zich onstuimig tegen hem aau
drukkend, stamelde zij vleiend en teeder:
... \Vant 't zou me razend verwonderen ...
als ik... jou... ooit bedriegen zou... zeg!...