Historisch Archief 1877-1940
No. 1003
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
gewend, hè? Jij zou je lachen wel kunnen
nouden en al ben je nog zoo bram, ik zou
je wel eens willen zien als je hier op de brug
zoo'n zee'lje over kreeg maar nou heb je
gelijk, 't is hier goddelijk! Och ja, kameraad,
wanneer je, zooals ik, zoo gezegd op zoo'n
brug permanent bent, denk je over zooveel
dingen na, die 'n ander mensch in den sleur
van zijn krenterig levemiiet eens overpiekert.
Hier op de brug, waar je de zon zoo heerlijk
ziet op- en ondergaan, waar je zoo'n ruimen
blik hebt, hier wordt je beter, vrindje! Hier
leer je, dat 'n mensch eigenlijk minder dan
niemendal is. Je voelt je als kommandant
een heele kerel, hè? maar als mensch bitter
klein, vat je? Hier leer je dat al dat geleuter
van die geleerde lui maar lak is, wanneer ze
je vertellen dat alles in en door de natuur
ontstaat. Hij tikte even aan zijn pet. Een Opper
wezen bestaat er, daar gaat niets van af. Hoe ze
dat nu noemen, komt er niet op aan Jehova
of onze lieve heertje, mij is 't zelfde maar
Hij is er! Kijk maar eens omhoog naar die
eeuwig mooie sterren, naar die millioenen bol
len, die langs vaste wegen, volgens vaste
wetten staan of gaan. Dat zou allemaal van
«elf komen zonder dat er een georganiseerde
kracht achter zat! Gekheid hoor! Er moet
n wezen die de lakens uitgeeft, anders loopt
de heele natuur in de war. Ze moesten die
geleerde lui eens laten reizen, riiet over land,
maar op zee, hè'!* Konden ze d'r neus een
poos in de frissche bries steken, in plaats van
in de boeken, dan zou de duffigheid er wel
afwaaien!
Kijk het zuiderkruis van avond eens schit
teren, daar heb je Jupiter en daar de Kreeft;
zoo'n sterrenhemel is heel wat beter en ver
standiger docent dan al die geleerde oomes, hè?
Al sprekend had de kommandant zich te
lij over de leuning gebogen. Hij zweeg een
poosje, haalde een paar maal diep adem door
zijn neus en trok mij toen naar zich toe:
Kom eens hier, maat, haal je neus eens
goed op, ruik je niets, haal op dan!
Ik ruik waarlijk niets kommandant!
Niet? dat komt omdat jij zoo lamlendig
je neus ophaalt; haal eens ferm op!
? 'k Ruik waarachtig niets!
Nu dan is 't de ongewoqnte, ik wel. Ik
ruik 't land! Daar, nu moet je 't ruiken; de
boschlucht waait ons volop tegen, diidr, nu
ruik ik zelfs kamponglucht!
O ja! nu ruik ik 't, iets specerijachtigs.
Juist! dat is 't de landwind komt
opzetten, die brengt dat geurtje mee.
Wel lekker, hè?
Nu heb je den reuk al beet ga 't nu
maar eens aan de anderen vertellen hoor,
ze spelen achter de kruispolka. Ze tillen de
beentjes van den vloer, ze hebben pret en dat
doet mij plezier maar hier is 't toch heel
wat lekkerder. Bonsoir, tot straks, nu krijg
ik weer handen vol 'k heb nu geen praats
meer joor je, kameraad!
(Slot volgt.)
SNUIFJES.
Ik maak me wel een beetje ongerust over
hetgeen er gebeurd is in de Synode der Ge
reformeerde kerken te Middelburg. Eerst
moest ik vernemen, dater ook kwestie bestond
omtrent dr. Kuypers zuiverheid in de leer,
en al kon ditmaal de aanklacht, daar zij niet
genoeg gepreciseerd was, niet tot eenig effect
leiden, het is te vreezen, dat eens zulk een wan
trouwen uitgesproken, het verder niet op den
duur zal blijven zwijgen.Bij mijzelf althans heeft
dat vergif_in stilte doorgewerkt, want toen ik
las, dat in de zitting van verleden week
Donderdag, o. a. een ingekomen schrijven van
een vroeger predikant in het geheim was
behandeld, rees dadelijk de vraag bij me op,
zou dat misschien weer betrekking hebben
gehad op die fatale verdenking? En wat kom
ik nu te weten? D.it den Uden Augustus,
op uitnoodiging van den voorzitter alle leden
van hun zitplaatsen zijn opgestaan, om in
stemming te betuigen met de --Formulieren
van Eeniijhcid der kerken" maar dat de heeren
Rutgers, Noordzij, Wielinga, Lindeboom,
Biesterveld, Kuj-per, Bavinck en Donner toen
zijn opgestaan, ofschoon zij het niet alleen
niet_ eens waren met de Formulieren van
Eenigheid, maar zelfs deze bevonden hadden
in strijd te verkeeren met Gods U'oord. Dat is
zoowaar geen kleinigheid. Nader bleek mij,
dat zij een «gravamen" hadden tegen art. 80,
hetwelk aan de wereldlijke overheid de ver
plichting oplegt om a'c/oderij en valsclten gods
dienst desnoods met het .\waanl uit Ie roeien,
en aan de kerk voorschrijft dit der overheid
als haar plicht te prediken. Ondanks hun
'gravamen" zijn dus die heeren toch opgestaan,
om zulk een monsterachtige leer te belijden.
Hoe zij dat voor hun geweten verantwoorden
kunnen, dienen zij zelf te weten. Gelukkig
komen zij nu met de vereischte duidelrjkhehi
voor hun »gravamen" uit. Zij hadden zich op
den Uden Augustus daarvan onthouden,
Belastingheffing na de annexatie van
Nieuwer-Amstel.
Het eerste bezoek van den nieuwen koning aan zijn boeren
onderdanen.
«overmits zij niet anders onderstellen konden,
dan dat dit hun gravamen genoegzaam aan
hunne medeleden bekend was." Plieruit blijkt,
dat de voorzitter, die de heeren had
uitgenoodigd ook de gedrochtelijke leer van art. ,'i<J
door hun opstaan te belijden, zeer wel wist,
dat zij dit niet konden doen, zonder voor Onze
Lieve Heer zich als leugenaars te plaatsen. Dit
is dus wel een treurige geschiedenis ! Maar
hiermee is voor iemand, die Formulieren van
Eenigheid onmisbaar acht om een zuiver ge
reformeerde kerk te behouden, de zaak nog
niet uit. Want er is niet alleen sprake van
bovengenoemd gravamen (bezwaar), maar de
heeren vervolgen. »Nu echter het voortbestaan
van slapende gravamina (onuitgesproken be
zwaren) als gevaarlijk voor de zuiverheid
deileer en mitsdien voor den welstand der kerken
door de synode is afgekeurd" ... Hier wordt
dus onomwonden de mogelijkheid erkend, dat
er onder de broederen ^slapende gravamina''
wie weet hoevele gravamina! gekoesterd kun
nen worden tegen de formulieren van Eenig
heid?en als ik nu zie, dat zelfs een gravamen
tegen de leer, dat, de Regeering met het zwaard
de ketters moet uitroeien, heeft kunnen
»slapen", en dat nog wel bij de fine (leur der
Calvinisten wat zal ik dan verder aan hunne
Eenigheid nog kunnen hechten! Eenig zijn
zij allesbehalve!
De heer Bultman berijdt zijn stokpaardje
den landbouw, dat het zoo'n vaart heeft. Nu
neemt hij het den Minister weer kwalijk, dat
deze baron d'Aulnis de Bourouill heeft uit
verkoren om Nederland te vertegenwoordigen
op het internationaal landbouw-congres Ie
Buda-Pest. En ook wordt het Z.Ex. verweten,
dat hij het niet noodig heeft geoordeeld het
Landbouw-comitébij het doen van die keus
te raadplegen. Natuurlijk, daar is altoos wel
een stok te vinden als men een hond wil
slaan. Maar waarvoor zou v. Houten dat
Landbouw-comiténog hebben moeten hoorcn,
als hij nu eenmaal den meest geschikte van
zelf gevonden had ? Dat comitébehoeft toch
iemand niet voor te lichten, die in de zon
staat. Eerlijk gezegd, ik zelf had ook aan geen
ander gedacht dan aan de Bourouill, en ik
houd het er voor, dat het Landbouw-comit
als liet was geraadpleegd, ook met de Bourouill
zou zijn voor den da? gekomen, want daar
is niemand zoo geschikt als hij. Hij heeft alles
voor. Hij is professor, hij is meester, hij is
baron, hij draagt een internationalen naam,
eigenlijk twee namen, hij heeft zeker wel een
paar boerenplaatsen, en zoo niet, dan ver
dient hij die toch te hebben, want als ik
mij niet vergis, dan boert hij niet alleen, maar
is hij zelfs heel aardig vooruitgeboerd. Een
verstandige vent, bij alles wat hij doet. En
hij doet zooveel ! De landbouw is maar een
onderdeel van zijn bedrijf'; maar waarmee hij
zich ook inlaat, hij slaagt altijd. Daar heb je
de staathuishoudkunde, depraktlsche politiek,
<le theoretische politiek, de verkiezingen, de
liberale unie, de sociale aangelegenheden. Als
er te Utrecht iets van dien aard aan de
orde komt, wat is de eerste vraag van
ieder, die weten wil welke koers het uit moet:
heeft de Bourouill al gesproken, wat heeft
hij gezegd ? Daarom doet het mij zoo'n
genoegen, dat de Bourouill naar Buda-Pest
gaat, om den landbouw te belpen cureeren.
Was hij hier in 't land gebleven ten gevolge
van den omvang zijner studiën, de veelheid
zijner bemoeiingen, zou hij allicht er niet toe
gekomen zijn ons ooit te vertellen wat er
voor dezen patiënt geschieden moet. Hij zou
aan dit reddingswerk misschien niet hebben
gedacht. maar nu krijgen wij zeke;1 zijn
advies. Kn daar is die Bultman bang voor
en het Ned. Landbouw-comiléwaarschijnlijk
ook . .. zij schamen zich al bij voorbaat, want
eigenlijk hadden zij reeds lang hier moeien doen
wat, de Bourouill nu te Buda-Pest niet alleen
voor den Neiierlandschen landman, maar voor
alle landlui Ur wereld te gelijk zal verrichten.
Daarom wordt v. Houten door Bultman als een
lichtvaardig Minister aan de kaak gesteld, ter wijl
Z.Ex. de ernstigste man is, die op twee boenen
loopt. Hij kent zijn Pappenheimers en weet
precies wat zij waard zijn. Hij had drie pages
die hem trouw waren boven alle, en hoe heeft
hij die bedacht ? Zaayer maakte hij ridder
van de Leeuw, Hoetink ridder in de Oranje
Nassau en de Bourouill heeft hij, met een lichte
handbeweging, tot Eere-Landbouw Specialiteit
van het Koningrijk gepromoveerd. En daarom
blaft me nu die Bultman als een hond tegen
een bedelaar op een boeren-erf!
Rpusset, te Bordeaux, oud-recordhouder",
heeft, ruim zestig jaar oud, afscheid srenomen
viin de baan met een ^1 uurs-rit! Hij begon
zijn rit Zaterdag-morgen op de baan te Bor
deaux en reed in l' l uur zonder gangmakers
fil'i kil. Tllii m. Hij kwam zonder hulp van
zijn machine en was wonder frisch." Toen ik
dit in de krant las, gevoelde ik mij aanstonds
gedrongen hem mijn kaartje te zenden, niet
alleen om hem geluk te wenschen met zijn
jongst succes, maar vooral niet zijn voornemen
om dezen rit nu ook zijn laatste te doen zijn
op de baan. Welk een zelf beheersching ! dacht
ik; zou wel n zestiger, die in een etmaal
bijna 017 kilometer aifietst, besluiten om voor
goed te eindigen met zijn bedrijf als hij
??zonder hulp van zijn machine, was gekomen
en wonder frisch"? Wat is dat wei ken met
de beenen toch geheel iets anders dan het
werken met het hoofd, gelijk je dat ziet bij
onze politieke record houders. De oude heer
Heemskerk b.y. heb ik al verscheidene keeren
op zijn machine gezien, maar nooit zag ik
hem afstappen nvonder frisch'': en zoo ook
v. Tienhoven, pas vijftig jaren oud, hij kwam
van zijn machine en viel daarbij, e)i nu drie
jaar later gevoelt hij zich nog zeer onfrisch!
Wat zal het weldra weer niet v. Houten zijn?
Of, om dichler bij huis te blijven, metTreub?
(i een record, wel gangmakers, wel hulp bij't
afkomen van de machine en wonder onfrisch.
j Maar wie durft; er aan denken dat een van
[ deze en huns gelijken, zoo veel zwakker dan
| de Kousset van Bordeaux. (Hen zullen evenaren
in zelf beheersching, om voor goed (ie haan.
vrij te laten voor anderen'.'Terwijl de beenen.
door het hoofd geregeerd worden, schijnt een
mensch zijji hoofd veel minder in de macht
te hebbe-n dan zijn beenen.