De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 20 september pagina 4

20 september 1896 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1004 Jacoby; het libretto verscheen in 1884 als » manuscript voor het tooneel" in druk. Verder is een In^o-opera in vier bedreven, naarGustav Freytag's Ahnen, woorden van Otto Schönebeck, muziek van George Rauchenecker, in 1893 te Elberfeld herhaaldelijk met groot succes opge voerd. De laatste componist had zich in 1885 tot Freytag gewend en deze gaf hem met de meeste bereidwilligheid de gevraagde toestemming. Freytag schreef toen het volgende: »Wiesbaden, 26 Maart '85. Zeer geachte heer! Tegen het gebruiken van Ingo voor een libretto heb ik niet de minste bedenking, en volgens de wet heb ik ook niet het minste recht om daartegen bedenkingen te maken. Maar ik mag U niet verzwijgen, dat dezelfde toestemming door my in dergelyken vorm in de laatste tien jaren zeker acht of tienmaal is gegeven, en wel naar aan leiding van soortgelyke aanvragen. Ook zijn mij verschillende liltretti toegezonden. Van eene op voering is my' echter niets gebleken. Hoogachtend, uw dienstwillige Gustav Freytag." IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIinilHIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIItlUIIIIUIIIIIIIliUIIII De Hnypns Tentoonstelling. ii. Veel portretten, teekeningen en gravures achter glas, handschriften in vitrines, instrumenten, een paar kasten met boeken en eenige schilderyen, 't Zy'n juist deze laatste, welke als uitgangspunt zouden kunnen dienen om te wyzen op hetgeen deze ten toonstelling al en niet geeft. Wy wijzen hier onmiddellijk opdenummars 63,61 en 65, regenten en schutterstukken uit het Haagsche gemeente museum, en in de tentoonstelling opgenomen, wyl zij het portret geven van Philips Doublet, Huygen's zwager. De commissie heeft natuurlijk de familie leden van Constanter ook willen gedenken en zich daarby niet bepaald tot den grooten geleerde Christiaan en den secretaris van Willem III, Constanty'n den jongere maar ook andere her dacht, wier namen by lange na niet zoo algemeen bekend zy'n. Onder deze rekenen wij dan den Hage naar, gehuwd met Geertruyd Huygens. Van hem zyn aanwezig de huwelijksvoorwaarden (no. 60) en het testament (no. 61) ; doch wat geven ons nu die nummers 63 en 65 : schilderijen, waarvan de commissie niets anders weet te vermelden, dan dat nummer zooveel of wel zooveel «vermoedelijk" Philips Doublet zal wezen. Een ander stuk in kleuren doet ons het Amsterdamsen stadhuis zien, hier tentoongesteld omdat Huygens niet vergeten heeft een lofdicht te wy'den aan de: Doorluchte stichteren van 's werelds achtste wonder, Van aoo veel steens omhoog op soo veel houts [van onder, Van soo veel kostelicks soo konstelich verwrocht, Van soo veel heerlickheit tot soo veel nuts ge[brocht. Doch nu mag men vragen of hier de grenzen voor eene dergelyke tentoonstelling niet wat al te ver zy'n uitgezet, en de opmerking van een geestig Hagenaar onzer dagen, dat het veel eigen aardiger zou zy'n geweest, om der curiositeits wille ook eens ten-toon-te-stelleu iets uit de lllHlliiliiiiniiniHliiiiiiiiiiiiiiililliiiHllliiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiniiMiniinimiill mond, naar den anderen verhuizen, of nam er haar geheel uit, spuwde op den grond, veegde zijn lippen af en scheen van plan iets te zeggen. Maar het was een loos alarm. Eenmaal nam hij zijn bril van den neus, sloeg haar plechtig toe en legde haar op een schoon plekje van de schaaf'bank. Men zou er op hebben gezworen, dat hij een be sluit had genomen. Vrouw Marvaud wachtte. Maar Philip wachtte eveneens. »Weet jij wat?" vroeg eindelijk de vrouw van den schrijnwerker. »Ik heb een idee." Zij hoopte dat Philip zou antwoorden: »Wat dan?" Maar Philip zweeg. »En ik heb je alleen om raad gevraagd, om je te toonen, dat je nog dommer bent dan ik." Philip dacht er geen oogenblik aan zijn hamer te grijpen of zelfs een naar opstand gelijkende beweging te maken. Hij had wel andere dingen moeten hooren en kende de vrouwen, zijn eigene niet uitgezonderd. Vrouw Morvaud gaf het als hopeloos op, mooie effecten uit te lokken en beval een voudig : »Jij gaat naar Gagnard en komt met hem overeen, een muur te bouwen, die den tuin in tweeën verdeelt, hoog genoeg, dat ik dat schepsel niet meer hoef te zien. maar niet al te hoog, zoodat ik den haan op den kerktoren kan zien, want ik kan het luiden voor de mis beter hooren als ik naar den haan kijk." »Dat zal duur wezen," zei Philip. »Gagnard moet de helft betalen. Hij heeft er evenveel nut van als wij. Dan heeft ieder zijn eigen tuin." »De zaak bevalt me niet erg," zei Philip. »Gagnard is 'n goeie vent." »En mij bevalt de zaak opperbest," anteerste helft der 17e eeuw waarop Huygens geen gedicht heeft gemaakt, is dan ook volkomen juist. De zucht om toch niet te weinig te geven heeft de commissie te veel doen opnemen, 't Is waar, eenmaal komende tot hetgeen niet direct op Huygens betrekking had. was 't moeilyk te bepalen tot hoever men zou gaan, doch de vraag bly'ft of hier niet het een en ander had kunnen worden gemist, o. a. de potretten van de drie eerste gemalinnen des Zwijgers, van Albertus en Isabella, van Lodewyk XIV enz. Doch nu wij eenmaal een catalogus bezitten, welke voor geschiedvorschers en letterkundigen van blijvende waarde is, klage niemand over dit te veel. Wat anders is de opmerking, over hetgeen hier nog ontbreekt, en daartoe wijzen wij op de schil derij van Jan van Goyen (No. 159) mede uit het Haagsche gemeentemuseum, een gezicht op 's Gravenhage in 1651. Dat men daarop «door de boomen duidelijk onderscheidt, rechts van de Hofkapel met het spitse torentje, het dak van het huis van Huygens met de 4 wereldbollen op de schoorsteenen," zooals de commissie ver meldt, is nu wel heel aardig, doch veel aardiger nog zy'n op dit kapitale doek de karossen, het fraaie jacht en de veerschepen, omdat zy een blik gunnen in het het dagelijksche leven van Huygens' ty'd. Al die handschriften, die vele brie ven aan Huygens, die groote en kleine boeken, netjes geordend in de kasten, zijn hier op de ten toonstelling slechts hoofdzakelijk nummers in den catalogus welke de meeste bezoekers koud laten, althans hen, die zich getrokken voelen tot de zeden en gewoonten van vroegere dagen. Da algemeene belangstelling welke de gezichten op de wonin gen van Huygens wekken, om niet te vergeten de prenten betreffende het Mauritshuis, Zorg vliet, Zuylichem, Zeelhem, Hofwijck, de Oranjezaal, het Voorhout enz. bewijzen het. Ennuvrage men, wat deze tentoonstelling had kunnen zijn, als de commissie »het Voorhout" en het »Costelyck mail" als 't ware hadde geïllustreerd met prenten en platen, die verduidely'ken de lobben en bouwen, de wiecken, tuyten en quicken en wat dies meer zy, die ons een blik konden schenken onder de «lindeblaedtgiens, luystervincken Van zoo menigh apen-clucht, Van zoo menigh traan-verdrincker, Van zoo menigh sotte sucht. EQ zoo zal van al hetgeen de tentoonstelling te zien geeft voor vele een der aantrekkelijkste nummers zijn een geheel uitgedoste pop van Susanna Huygens. 't Is waar, de taak der commissie zou daardoor een geheel andere zijn geworden, en al dadelyk zij erkend dat het bijeenbrengen van eene der gelijke tentoonstelling wellicht op bijna onover komelijke bezwaren zou zijn gestuit, doch men had het kunnen beproeven, al ware 't dan ook voor een deel geweest. De geschiedenis der zeden en gewoonten is ten onzent in vele opzichten nog een onontgonnen veld ; wij weten betrekke lijk nog weinig van het huiselijk leven onzer vaderen, en nu is juist Constantijn Huygens de man geweest, die op verschillende wijzen heeft deelgenomen aan het maatschappelijk leven zijner tijdgenooten, en die daarbij zulk een open oog heeft gehad voor al hetgeen er rondom hem te zien viel. En wat zijn zoon en naamgenoot betreft, de generaal Knoop, die aanvankelijk de uitgave van het be kende dagboek veroordeelde, heeft later erkend dat hij »een onrecht ten aanzien van de uitgevers woorde vrouw Morvaud. »En dan voor alle dingen, laat je van nu afaan je Gagnard maar links liggen ; verstaan ?" »Hij heeft mij niets gedaan." »'t Past niet dat de mannen goede vrienden blijven, als hun vrouwen 't niet meer zijn." »De vijandschap zal zoo lang niet duren." »Geen woord meer,Philip! Als je dat nog eens zegt, wordt ik ernstig boos. Waar achtig ! 'k zou liever goede vrienden met ons varken willen wezen ; diiar! met ons varken . ..." »Wat moet ik in vredesnaam tegen Gagnard zeggen ?'' »Zeg hem, dat je niets meer met zoo'n onderkruipsel te doen wilt hebben, wiens beenen ophouden, waar bij andere menschen de knieën zitten." »Ho! Ho!" zei Philip. »Jawel, als hij op een stoel staat, kan hij net over een turf' kijken. Dus, je hebt me verstaan?" Slagvaardig kwam zij overeind, en de krullen om haar heen ritselden en trilden. Philip zette zijn bril weer op en bekeek de plank, of er nog oneffenheden op zaten. »'k Zou me stil houden," zei hij, meer vragend dan dreigend. ;>Ik zal stil zijn, als ik het verkies !" »Goed, praat dan verder." Sedert hij tot de jaren des onderscheids was gekomen, had hij zicli niet meer boos gemaakt en die jaren had hij reeds voor zijn huwelijk bereikt. De triumfeerende vrouw vulde haar schort met krullen, het geen zij nooit verzuimde, als zij in haar man's werkplaats kwam. Een krullenvuur geeft 's avonds licht en warmte tegelijk. Toen ging zij heen. (Slot volyf). had te herstellen" wyl dat dagboek »wel degelijk een aanwinst voor de studie van de geschiedenis" kan heeten. Intusschen denke men hier niet aan eenig verwijt, integendeel, wy mogen dankbaar zy'n voor het gebodene, dankbaar in de eerste plaats voor den catalogus, die evenwel ook al weer stof tot eene opmerking geeft, eene opmerking, die evenzeer alle andere tentoonstellingen betreft, en zich oplost in eene vraag: waarom niet by de ten toongestelde voorwerpen de omschrijving uit den catalogus geplaatst ? Dat herhaaldelijk moeten raadplegen van zoo'n boekwerk is uiterst ver moeiend, en dikwijls zeer tijdroovend. Het groote publiek koopt een dergelijk boekje van een gul den toch niet, en dit om het finantieele be zwaar te ontzenuwen de ware belangstellenden schaffen het zich gaarne aan, wijl het een blijvend stuk is, hetwelk nog vaak geraadpleegd kan worden, hoe ook het gemis van een alphabetisch register te betreuren valt. Maar niet alleen aan Constantijn Huijgens als letterkundige, als gezant en secretaris van Frederik Hendrik en diens zoon, als ontwerper van de Zeestraat en als raadsman van Amalia van Solms is de tentoonstelling gewy'd; wij vinden er mede den ouden Christiaan, den secretaris van Willem I en daarna secretaris van den Raad van State (1551?1624), en diens kinderen; eu ook wat hier vooral trekt de zonen van Constanter: Constantijn junior en Christiaan, wiens groote verdiensten te lang door Newton zijn verduisterd. Die jonge Constantyn is hoe gretig zy'ne journalen ook zijn gelezen voor velen een onbeteekenend man, een babbelkous; misschien zullen zijne penteekeningen hem nog in een ander licht doen beschouwen. Vele van de hier tentoongestelde stukken zijn onbetwistbaar door dezen zoon van Huygens vervaardigd, van vijf andere (No. 918) behoorende aan 's Ry'ks Pren tenkabinet, is het niet geheel zeker, doch het talent van dezen heer van Zeelhem is waarlijk niet alledaagsch geweest. Wat beteekent nochtans dat talent bij de groote gaven van den broeder Christiaan, van den Hol lander wiens naam onstertiijk zal blijven, niet alleen als de uitvinder van de slingeruurwerken, en als ontdekker van de eerste der manen en van den ring van Saturr.us, maar vooral ook als de man van de wetten van het licht. Het pbysisch Kabinet der Universiteit te Utrecht is de gelukkige bezitter van de hier tentoongestelde lens, waarmede de 26 jarige in 1655 de geheimen van Saturnus ontsluierde, en bij de beschouwing van die lens en van de hier mede aanwezige objectieven staat men verbaasd over de eenvoudige hulpmiddelen, voor een groot deel zelf door hem vervaar digd waarmede deze eigenaardige geleerde zich moest vergenoegen. Met trots kan Nederland wijzen op zulk een landgenoot; naast de groote kunstenaars uit de 17e eeuw verdient hij vermelding; het land van Rembrandt is voor de beoefenaars der exacte wetenschappen het land van Huygens, en ieder onzer mag de Haagsche mannen der «Huygenscommissie" dankbaar wezen voor de stille hulde aan Christiaan gebracht. Doch niet minder zijn wij erkentelijk voor hetgeen zij hebben gewrocht ter herinnering aan den 300-jarigen geboortedag van Conetantijn Huygens, den dichter der koornbloemen, den voorbeeldigen dienaar van het huis van Oranje, den smetteloozen man van staat, den Hollander bij uitnemendheid. F. A. B. Nederlandsche Kunst te St. Petersburg. In November-December a.s. zal te Petersburg eene expositie van Nederlandsche moderne kunst worden gehouden. Aldaar is een comitégevormd dat aan deze expositie zijnen zeer gewaardeerden steun heeft verleend. Dit comitéis als volgt geconstitueerd: Eere-voorzitter, Z.Ex. Jlir. Mr. E. W. F. '\YittewaaI van Stoetwegen, buitenge woon gezant en gevolmachtigd minister van H M. de Koningin, bij Z. M. den Keizer aller Kussen ; Dr. H. A. Gillot, voorzitter, F. T. Mellema, consul der Nederlanden, vice-voorzitter, B. liuijs, vice-consul der Nederlanden, penningmeester, Mr. Nicolaas Engberts, II. van Gilse van der Pais, Chr. J. H. van Niftrik, secretaris. De Maat schappij »Arti et Amicitias" heeft gemeend aan hare leden den weg tot deze tentoonstelling zoo gemakkelijk mogelijk te moeten maken; alle kosten, zooals beheer, transport inrichting etc. met uitzondering van assurantie worden door haar gedragen, terwijl verschillende omstandigheden er op wijzen, dat het succes niet alleen zal zijn een moreel, doch dat er groote kans bestaat op Hinken verkoop. liet uitvoerige programma dezer expositie, welke gehouden wordt krachtens besluit der vergadei-ing van stemhebbende leden der Maatschappij dato S September 1896, en vastgesteld in gemeen schappelijk overleg met de commissie van beheer voor de kunstzalen, wordt binnen eenige dagen verspreid. Een Frans Hals" ontdekt. Te Kopenhagen kocht een kunstkenner dezer dagen bij een uitdrager voor vijf kronen een schilderij, dat hem niet onbelangrijk leek. Toen hij het tehuis nader onderzocht, bleek het, tot zijne groote vreugde, een echte Frans Hals te zijn. Zoo althans bericht de Fnnikfinicr Xeitiui//, die tegelijkertijd mededeelt, dat de bekende Deensche bierbrouwer en kunstbeschermer Carl Jaeobsen het stuk voor 50.000 kronen heeft ge kocht en het eene plaats in zijne beroemde ver zameling heeft gegeven. Gedenkteeken voor de gebr. Grimm. Ongeveer half October zal te Hanau de ont hulling plaats hebben van het gedenkteeken voor de gebroeders Grimm, dat door Prof. Eberle te München is vervaardigd. De feestrede zal worden gehouden door Prof. Schröder uit Marsburg, en na afloop daarvan zullen levende beelden worden vertoond, waarvan de onderwerpen aan de «Sprookjes" van Grimm ontleend zullen zijn. Bij de firma E. J. v. Wisselingh & Co., Spui 23, zijn tentoongesteld twee schilderijen van Ed. Karsen, «Tuintje te Enkhuizen" en «Bogaard in Noord-Holland." BOEKBEOORDEELING. Te Parijs is bij Damascène-Morgand verschenen een «Catalogue d'une collection unique de volu mes imprimés par les Elzeviers et divers typographes hollandais du dix-septième siècle". Eduard Bahir heeft het boek samengesteld, Ferdinand Brunetière schreef er een voorbericht bij en van Alphons Willems, den hoogleeraar der Brussel sche universiteit, is er een brief in opgenomen. De geheele hier beschreven collectie voor 125.000 francs te koop aangeboden . bevat niet minder dan 3464 nummers, waarvan 61 tot heden nog niet beschreven waren. Onder de meer be kende en zeer beroemde exemplaren vindt men natuurlyk de uitgaven der Fransche dichters (Molière, Corneille enz.) onder de zeldzaamste l'Academie de l'épee, l'Illustre Théatre, de Satyres de Réynier, enz. ; de meeste in kostbare banden, sommige op groot papier, andere geheel onafgesneden, alle met die keurige letter en dat eenig fraaie papier. Een dergelijke catalogus de oplaag is niet groot, de prijs daarentegen zeer bescheiden, nl. 10 francs heeft natuurlyk groote waarde voor de bibliophielen, vooral door de talrijke figuren, welke mede kunnen bijdragen om in particuliere en openbare verzamelingen de kostbare uitgaven van onze meester -drukkers systematisch te orde nen, terwijl thans de gelegenheid is geopend om de talrijke uitgaven van de Elzeviers en hunne volgelingen te controleeren. Zullen de Hollandsche boekenliefhebbers zich nu ook niet onbetuigd laten, en met dezen cata logus in de hand hunne verzameling eens na zien, hunne uitgaven van Blaue en van Jansonius van Waesberg, AVettstein, Luchtmans enz. enz. om daarna hunne ontdekkingen aan het licht te brengen Misschien zal daarna de belangstelling van het groote publiek voor de kunstvoor breng selen uit de 17e eeuw meer worden geprikkeld: nu moet het nog velen vreemd klinken van een Franschman te hooren, »dat er inde heele geschie denis der boekdrukkunst noch beroemder, noch populairder naam is dan die der Elzeviers'', waar aan een Fransch blad de opmerking toevoegt, dat die Hollandsche boekdrukkers een onschatbaren dienst aan de letteren en aan de geleerden heb ben bewezen, dewijl zij als het ware het boek in handen van een ieder hebben gebracht. ?umumiiiiiiiiiiimniiiiïtmHiiiiiiiiiniiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiuMe'. 40 centa per regel. mniiiiimtniiiHiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Hoofd-Deput VAN Dr. JAEGER'S ORIQ. Soraaal-WolartMen. K.F. DEUSCIILE-BENGER, Amsterdam, Kaherstraat 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederland. Magazijn KEIZERSHOF", Nieuwendijk 196. Z ij d e n S t O f f e n. Grootste sorteering zwarto en gekleurde, effen, gewerkte en gedamaaseerda Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & OLDENKOTT. H. RAHR te Utrecht. Pianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Kuime keuze in Huurpiano's.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl