Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1004
THEE-R BRANDSMA
Trademark
Trademark
Koldeweij & Corbière,
OH AMSTERDAM OH
V LEID8CHESTRAAT " U
Wiegen, Kinderledikanten, Bad
kuipen, Baby Waschtafeltjes,
in groote collectie.
"Vraagt geïllustreerde Catalogus.
Cacaofabriek Mexico".
Cacaofdbrïkanten,
KOOG a. d. ZAAN,
HOLLAND.
Il X UUUMA »Ml
33, Amsterdam.
DAGELIJKS CONSULT.
Door den geurigen honing en
de prima qualiteit der andere
grondstoffen is
Verkade's
HoningOntbjjtkoek
lekker en zuiver van smaak.
H\j bl\jft lang versch, is
zindehjk net verpakt in cartonnen
doozen en a 30 Cent in krui
deniers- en commestibleswinkels
verkrijgbaar.
Let op de naam VERKADE"
en fabrieksmerk RUIJTER".
VERKADE & COMP.,
Zaandam.
PHILIPPONA KETELAAR,
K A I, V E R S T K A A T 166, A M S T E U I> A M
SPECIALE INRICHTING voor het vervaardigen van volledige
Uitzetten en Luiermanden.
Op aanvraag worden prijsopgaven en modellen franco toegezonden.
A. L. SMIT Jr.,
opvolger van
S. H. I'EREt,,
van wijlen Z. M. den Koning,
KAI.VERSTRAAT 2O8
J^ni 1 1 e r d a m.
Maypole Zeep
verft Goederen in alle vaste kleuren.
Leidschestraat
AMSTERDAM.
Magazijn van
TEEKEN
ARTIKELEN,
Olie- en Walerverwen,
Passerdoozen.
's LiiiiiengoeèreD? zoo niet - vraagt
franco ter inzaie.
Firma E. TER BRAAKE, Almelo.
PFAFF, VERITAS, PHÖNIX
NAAIMACHINES,
met rele praktische
rerbeterlngen,
uitsluitend t>U
A D L E R,
CLAES-PYL & LAPERLE.
RIJ'WIELiEN. ««derfeelen, Repur.He-Inrichting.
Bondi-rUTrielheriteller.
KINADRUPPELS van Dr. DE VRIJ,
Het krachtigst werkend middel tegen
Malaria (binnenkoortsen) algemeene
zwakte, bloedarmoede en bleekzucht.
Vraagt overal de Q verzegelde flacons
a ?1.?, voorzien van nevensstaand fabrieks
merk. Men lette daarop.
Bij overmaking van een postwissel a
/ 1.15 volgt franco toezending door de
Chemische Fabriek
van H, NANNING, Den Haag.
llllllinilHlllllllllltllllllllHIIIMIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMIHIMIIi
Een dag met Fritz Reuter.
In de Frankfurter Zetting deelt Guido Weisz
eenige belangrijke bijzonderheden mede over Fritz
Reuter, dien hij door den Meeklenburgschen archi
tect Demmler leerde kennen. Deze Demmler was
eene zeer eigenaardige figuur. Zijne betrekking
als hofarchitect raakte hij kwijt, omdat hij in de
torenspits van het slot, dat hij voor den groothertog
had gebouwd, bij de gebruikelijke oorkonden eene
memorie had verstopt, waarin hij niet slechts uit
een technisch oogpunt de moeilijkheden van den
bouw had uiteengezet, maar tevens eene bijzonder
vrijmoedige kritiek op den groothertog en diens
hof had uitgeoefend. De ex-hofarchitect, die zijne
vrijzinnige denkbeelden niet onder stoelen of ban
ken stak, en een der eersten was, die zich bij de
Duitsche volkspartij aansloot, werd later door de
sociaal-democraten als vertegenwoordiger van een
Saksisch plattelands-district naar den Rijksdag
gezonden. Hij achtte zich toen verplicht, bij zijn
vroegeren heer en meester, den groothertog, een
aficheidsbezoek te brengen. Dorchlauchting" ont
ving hem bijzonder genadig, raadde hem aan goed
op zijn gezondheid te passen en zeide ten slotte:
Na und Demmler, machen sie es mir nicht «M
arg in Serlin!" Demmler schijnt het inderdaad,
in den zin van den groothertog, niet te bont te heb
ben gemaakt, want bij de eerste herkiezing lieten
zijn kiezers hem vallen. Hij bleef zijn eigen weg
f aan, en dat de groothertog Paul hem dit niet
walijk nam, blijkt uit het feit, dat de ex-hofarchi
tect op zijn ouden dag, na de gelukkige beant
woording vsn eene prijsvraag over de vergrooting
van het groothertogelijk hoftheater, in dien schouw
burg weer een eigen loge kreeg, dezelfde die hij
vroeger had gehad, toeu hij nog zijne officieele
betrekking bij het hof bekleedde.
Guido Weisz ontmoette den reeds bejaarden Demm
ler in 1867 te Eisenach. Den volgenden dag zou eene
plechtige bijeenkomst van oude Burschenschafter"
plaats hebben ter herinnering aan de
Wartburgfeesten van 1817. Demmler zou daaraan met Fritz
Reuter deelnemen. Daar Reuter niet veel lust
had om de voorafgaande bezoeken en begroetingen
mede te maken, zou hij in den namiddag van den
RIJTUIGFABRIEK
Hofleveranciers,
AMSTERBAM-HILVERSÜI.
SINGEL 302-304-512,
DEN HAAG.
ARNHEM. Janstraat'
iiTZdëTe steek
DRUKW[RK?
Warmoesstraat 147, AMSTERDAM,
Kraepelien 2 Holm's
QUINA-LARÖCHE
Opwekkend, versterkend,
drijvend, de meest krachtige en
versterkende Kina-Wijn. _ Aan
bevolen door tal van Geneeshee^
ren, Bekroond met eers-dip!oma ett
Gouden medailles. MET STAAL,
zeer aan te bevelen bij bloed
armoede, bleekzucht, enz.
f rijt f er l/i facon. ? 1.90.
l/s jtacon f \.?.
KRAEPELIEN * HOLM,
HOFLEVERASCIERS, ZEIST.
Depots te Amsterdam bij de H.H.
Apothekers J. H. VAN MKUKS, Kalverstr.;
J. M. POLAK, Hoogstr. en Galery 34;
J. A. STOLTK & ZN.,Keizersgr. b/d Reestr.;
NIENABEB & KISJES, Haarlemmerdyk;
A. VAN TÜIJLL, Paleisstr.; J. M. HULSWJT,
Vondelkade; O. J. SOUCIJT Jr., Haar
lemmerstraat 140; Haarlem, MONS &
GKYSEELS, en verder in de bekende depots.
nimiMiiiitiilii
miiiiiiimimiHiii
feestdag met zijne vrouw en met Demmler per
rijtuig een uitstapje in de bossehen maken, om
eerst des avonds naar Eisenach terug te keereu ;
Weisz mocht van de partij zijn.
De kennis -was spoedig gemaakt, en daar Demmler
zich als oud vrieud met mevrouw Reuter bezig
hield, had Weisz alle gelegenheid om met den
dichter te praten. Eerst vlotte het gesprek niet
best. Het liep over de Jiursefienschaften van
Reuter's studententijd, eu meii weet, dat het lid
maatschap van een der toenmalige Bursche>tscJt(tften
te Jena, de Gevmania, door Pritz Reuter met eene
langdurige gevangenschap is geboet. Guido Weisz
dacht, dat Reuter in vuur zou geraken, als de
politieke idealen werden aangeroerd, waarmede de
dichter in zijn jeugd had gedweept; het bleek hem
echter, dat Reuter niet om politieke redenen lid van
de Germania was geworden, doch alleen omdat hij,
als vroolijk en opgewekt, maar met aardsche goe
deren niet gezegend jongmensch, het gezelschap van
de studenten, die zich niet zouder grootspraak
mannen van de daad noemden en die zich tot de
eenvoudigste en goedkoopste genoegens beperkten,
het meest overeenkomstig achtte met zijn persoon
lijke neigingen eu met zijne middelen. Aan politiek
deed Reuter destijds niets; om de vier-en-dertig vor
sten, die toen Duitschland beheerschteu, bekommerde
hij zich volstrekt niet. Des te zwaarder trof hem de
belachelijke, maar voor hem zoo tragisch in den
langdurigen Festuiigtid eindigende vervolging we
gens hoogverraad.
Een valsch draaiorgel bracht Reuter een
oogenblik op een ander gebied. Zóó hoor ik de muziek
graag;" zei hij //wanneer de bladeren daarbij
ruischen, worden uit de orgelkast alle valsche tonen
en uit het hart alle leelijke gedachten weggewischt."
Maar spoedig kwam hij zelf weer terug op zijn
vestingtijd; vooral de Pruisische minister van justitie
Von Kamptz moest het ontgelden, omdat deze, toen
Reuter, op zijn zwerftocht van vesting tot vesting,
van itagdeburg naar Graudenz werd overgebracht
en enkele dagen te Berlijn was, eene ontmoeting
had verhinderd tusschen hem en zijn vader, die
naar de hoofdstad was gereisd om gratie voor zijn
Fritz te vragen. Guido Weisz herinnerde den dichter,
hoe slecht het was afgeloopeu met de meeste mannen,
die destijds aan de demagogen-vervolging een
werkzaam aandeel hadden genomen, maar dit was
voor Reuter een schrale troost. //Als ik die hou
ding van den minister niet vergeten kan" zeide
hij //dan is dat niet om mijnentwil, maar ter wille
van mijn vader, want die zou mij toen hebben
vergeven, als ik hem had kunnen overtuigen, dat
ik onschuldig was. De mau heeft toen om mij meer
geleden dan ik zelf; bij mij is de ellende eerst
achterna gekomen."
//Maar gij hebt u immers, volgens het oude be
proefde recept, door het, schrijven al die ellende
van den hals geschoven?"
Dat moet ge niet denken," antwoordde
Reuter, die na een oogenblik van opgewondenheid
weer rustig was geworden. Wanneer iets zóó in
iemands leven heeft ingegrepen, dan kau men zich
dat niet zoo gemakkelijk uit de ziel wegschrijven.
Het heeft dan ook lang geduurd, eer ik dat kon
probeeren, en als mij zoo iets naar het uiterlijk is
gelukt, dan komt dat, omdat ik het treurige en
wanhopige eerst heb neergeschreven, en het in den
regel, als de vertelling af was, weer heb geschrapt."
Maar" zoo ging Guido Weisz voort?dat
is dan ook voor U een artistiek succes geworden ;
des te pakkeuder werken de ernstige passages, die
zijn blijven staan. Daar hebt gij den lezers iets
geleerd, wat hun bij andere dialectdichters nog
nooit is voorgekomen. Neem de Silezische, de
Zuidduitsche dialectdichters, neem zelfs uwlandsmau
Klaus Groth: hun allen gaat het naïeve en het
komische zeer goed af, en soms gelukt hun ook
het sentimenteele en het zacht-weemoedige, maar
zij kunnen niet het aangrijpend tragische geven,
zooals gij dit zoo meesterlijk hebt gedaan in de
tusschenbeschouwingeu van uw Fustitngtid en in
Kein Hiisung. Daarbij werkt, naar mijne mecniug,
eterk mede de overvloed van, donkere vocalen en
tweeklauken, waaraan het Mecklenburgsch zoo rijk
is en die ons, Hoogduitsch sprekenden, des te
meer treft."
;,Zoo, daaraan heb ik nog nooit gedacht,"
merkte Reuter droogjes op //en hoe zou ik dat
ook hebben kunnen doen? Wij hebben immers van
kindsbeen af nooit iets anders gehoord en daarover
nooit gephilosopheerd."
Even //leuk" bleef Reuter, toen Weisz met be
wondering sprak over de menigte van karakteris
tieke figuren, die de schrijver met zooveel virtuositeit
in zijn Framosentid zelfs in de kleinste episoden
had gegroepeerd. //Alles is bijna in dezelfde volg
orde gebeurd" zei Reuter eu ik heb niets
anders te doen gehad dan het juist zoo op te
schrijven." Een oogenblik bleef hij nadenken en
giug toen voort: «Neen, neen, zoo iets hebben
anderen mij ook wel gezegd, en een professor uit
Berlijn heeft daar zooveel philosophische uitdruk
kingen doorheen gegooid, dat er mij een molenrad
van in mijn hoofd begon te draaien; maar ge kunt
mij gelooven, alles is zoo natuurlijk mogelijk in
zijn werk gegaan: zooals ik het mij herinnerde, zoo
heb ik het opgeschreven, zonder mij veel te be
kommeren om de regels van eene kunst, die ik
niet versta en waarbij mij alle lust om te vertellen
zon vergaan."
Het echtpaar Reuter gebruikte met Demmler en
Weisz het middagmaal te Wilhelmsthal. //Een zeer
eenvoudig maal" zegt Weiss «?waarbij wij
met ons vieren slechss n flesch wijn dronken.
Het voorstel om een tweede flesch te laten komen,
werd door Mevrouw Reuter zeer beslist afgewezen.
Op den terugweg werd wederom het gesprek
gebracht op Reuter's werken en op zijne daarvan
onafscheidelijke persoonlijkheid. Reuter was zeer
in ziju schik, toen een van het gezelschap beweerde,
dat in onze geheele moderne literatuur de liefde
vóór het huwelijk eene te groote en onware rol
speelde. De dichters" zeide hij moesten
zich toch wat meer bezighouden met het leven in
het huwelijk. Daar is ontwikkeling in, die in de
alleriijuste trekken op te vatten is; daar is waar
heid in, want slechts wat werkelijk doorleefd is,
niet wat alleen verzonnen is, kan daarin meespre
ken. Dit verzounene is juist de fout van de meeste
liefdeshistories; hebben van het paartje hij en zij
elkaar eens gevonden, dan hangt de verdere ge
lukkige ontwikkeling meestal alleen af van uiter
lijke omstandigheden : hij inoet het beroep krijgen,
of een rijke tante moet sterven, eu zulke prozaïsche
dingen meer. De wederzijdsche kennis der beide
karakters, de verschillende schuchtere pogingen,
om die voor het toekomstige samenleven naar