Historisch Archief 1877-1940
No. 1004
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
elkander te vormen, zijn door onze zedeu zeer be
perkt en komen meestal alleen neer op de toeval
lige waarneming van een gelaatstrek of van eene
eigenaardige lichaamsbeweging, waaraan de dichter
niet het noodige gewicht kan hechten zonder stijf
en pedant te schijnen. De werkelijke, gewone en
gagementstijd is volstrekt niet een onvermengde
zaligheid, zooals hij in de meeste romans wordt
afgeschilderd; er is heel wat bezorgdheid, nieuws
gierigheid en wantrouwen mede verbonden, en wel
te meer, met hoe grooter nauwgezetheid de band
van beide zijden is aangeknoopt. Deze onware
schildering richt in het leven van het volk veler
lei onheil aan. Het meisje meent nog steeds niet
bij haren uitverkorene die romantische liefde te
vinden, die haar in de boeken van de leesbiblio
theek zoo dikwijls tot zoete tranen heeft geroerd;
de jonge man vergeet bij het kijken naar de kuiltjes
in de wangen of naar het fladderende lokje op het
voorhoofd, te letten op die eigenschappen, welke
'later voor hem zijne levensgezellin in zijn huis of
in zijne zaak nuttig en onmisbaar zullen maken.
Dat is eene schaduwzijde van onze soort van be
schaving; in Noord-Duitschland en in de kleine
plattelandssteden is het daarmee wel wat beter
gesteld. Ik heb eene vrouw gekend" en de
dichter sloeg een guitigen blik op zijne trouwe
Louise »bij wie de zoogenoemde liefde langen
tijd bestaan heeft in puur medelijden met het ver
sleten halsboordje en de afgetrokken vestknoopen
van den uitverkorene, totdat het medelijden op
dezen in persoon overging, en daar de arme kerel
hiervoor waarschijnlijk heel dankbaar is geweest,
kan uit het medelijden langzamerhand wel liefde
zijn ontstaan. Toch geloof ik, dat de afgetrokken
knoop ook nu nog het sterkste is van den band."
De kalme en rustige dag had een treurig slot.
Des avonds, bij eene feestelijke bijeenkomst, toen
Reuter juist bezig was een op hem uitgebrachten
toost te beantwoorden, overviel hem een aanval
van zijne kwaal. Mevrouw Reuter was niet aan
wezig, maar daar zij reeds eenige dagen haar man
?onrustig en ongedurig had gevonden en gemerkt
had, dat het eten en drinken hem niet smaakte,
had zij, op grond van langdurige droevige ervarin
gen het rijtuig, dat haar naar buis bracht, terug
gezonden en Demmler gewaarschuwd, die Reuter
naar huis begeleidde.
""i m mini IIIIIIH i iiiiimiimiiiiiiiiii
Een Roman yan Cyriël Bnysse.1(
Ik ben verheugd, dat het mijn lot niet is om
den heer Cyriël Buysse den toegang tot een tijd
schrift te moeten gunnen of weigeren, want naar
ik mij verbeeld brengt hy' heeren redakteuren in
«en lastig parket. Niemand ontkent dat deze
\ laamsche schrijver talent heeft, maar men mag
zeer groote bezwaren tegen zijn taal hebben, en
vragen of hy om haar niet uit Hollandsche perio
dieken moest geweerd worden.
Indien de heer Buysse Vlaamsch schreef, of
althans een dialekt van dien aard, het geval ware
?anders. Wij zouden gaarne dan hem erkennen
als den artist van een eigenaardige neven-taal,
en voor de bekoring van zijn aan de onze ver
wante woorden niet ongevoelig zy'n. Inderdaad
heeft hy meer dan eens zich als zoodanig doen
?opletten, en ik herinner my een zeer fraaie
Vlaamsche schets van zijn hand jaren geleden in een
"Hollandsen orgaan verschenen. Maar in latere
.jaren is hij steeds meer van het idioom afgeweken
in een poging om echt Nederlandsch te schrijven,
?en het is mijn indruk, dat hy met die poging,
^althans in Mea Culpa, niet geslaagd is. Wat op
?een zelfstandig dialekt geleek is uit zijn proza
-verdwenen, en wat overbleef is ten deele banaal
«immiiiiiiiiiuimiumiiiiiiiiiinmimiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiimnnn
«?"? Jaargang. 20 September 1896.
"Tijdelijk adres van den redacteur :
Van Baerlestraat 12, Amsterdam.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
Ibetreffende, aan bovenstaand adres te richten.
aiiintiiiiiiiiii
Errata. In probleem No. 319 staat de witte
oning abusievelijk op e2, moet zijn g2.
COBRESPONDENTIE.
N. te Atjeh. Uw probleem is in 2 zetten door l b3
en op ontelbare wijzen in 3 zetten oplosbaar.
H. Mendes. Volgens de bepalingen kunnen niet meer
dan 3 problemen van denzelfden auteur in een wed
strijd meedingen. Wij zullen uw bijdragen voor den
volgenden wedstrijd zorgvuldig bewaren.
L. A. K. te A. Uw vierzet Iaat nevenopl. toe n.l.
l T d7 enz.
J. O. te B. Dank voor partijen.
TWEEDE NAT. CORRESP.WEDSTRIJD.
Twee-en-veertigste zet van Zwart.
A
K f7
K f6
.:::
T g2
T hS \
'
T e-6
K d(!
do
P e3
T e7
5) * ? ? ?
6
7 T bl:
8 [ R d5
9! K e5
10' c5
Partij C 4 wordt door den heer il. opgegeven.
Er is nog gespeeld in partij C 5 41 l>3, ab3: 42
ab3: en in partij D 4 42 P dO.
In B 7 geen zet ontvangen.
J. J. S.
R d7
T' eS
Nederlandsch, ten deele slecht vertaald Fransch.
Ik maak hier geen verwet aan eenige redaktie ;
ik verklaar my slechts verheugd, dat ik niet be
hoef te beslissen. Een redakteur wil gaarne een
schrü'ver van talent in zijn orgaan opnemen; hij
vindt, dat men dien schryver de gelegenheid tot
oefening niet ontnemen moet; hy wil hem niet
afschrikken. En om al die redenen is een redaktie
wel haast gedwongen werk aan te nemen, waar
tegen ' zij niettemin ernstige bezwaren kan doen
gelden.
Toegestemd zij dat de heer Buysse hier wel
beproefd heeft al te grove gallicismen van zich
te houden. Er komen nog wel rare dingen in zyn
woordekeus; hij spreekt van »uit liefde beminnen";
hy spreekt vele malen van »een geworgde stem",
alsof dat het juiste Hollandsche woord voor de
zaak was; hy spreekt uit welke taal dit bar
barisme genomen is, weet ik niet hij spreekt
van een tijdstip, dat zich geopend heeft; maar
al vindt men deze en nog meer zulke vreemd
soortige uitdrukkingen bij hem, zy zijn minder
in getal dan vroeger. En toch is de taal er niet
veel beter op geworden. Want terwy'l zij, gely'k
ik reeds opmerkte, eensdeels banaal Hollandsen
is, is zij anderdeels in algemeenen toon en stijl zoo
volslagen onvaderlandsch, dat zij het meest doch
denken aan het karikatuur van een opgewonden
Franschman.
Zie hier eenige banaliteiten.
Renékomt thuis, vindt een brief, en «gehoor
zaamt aan de dringende behoefte er onmiddellijk
kennis van te nemen".
Deze brief is van zy'n nichtje Raymonde, die
hy een jaar geleden heeft leeren kennen. Zy'n
indruk van de kennismaking bly'kt uit de volgende
woorden. *Hij had het zeldzame genoegen gesmaald,
in zijn nichtje, dat hij tot nog toe zoo weinig
kende, een meisje aan te treffen, nier natuurlijke
gaven van goedheid en gezonde rede (sic) door
opvoeding niet bedorven waren; een meisje met
verstand en zonder pretentie, dat, zonder als een
bas-bleu te willen optreden, belangstelde in kunst
en wetenschap, enz. enz.
Erger kan het haast niet.
Over een ander meisje zegt hij
.»0, zoolang hij leefde, zou de herinnering
hunner eerste ontmoeting onuitwischbaar in zijn
geest geprent blijven !"
En ook dit is wel zoo erg als het kan. Het lijkt,
alsof de heer Buysse, in zy'a streven om toch
vooral Hollandsch te schrijven, de bij ons voor
verhalend proza reeds lang als mat en versleten
verworpen zeggingen overneemt, en denkt dan
te doen wat hij doen moet.
Dit nu is wel zoo erg als het kan, in zake
banaliteit van zegging. Maar erger nog dan de
banaliteit zijn de zoozeer on-hollandsche leêge
gezwollenheid en bloedlooze drift, die een groot
brok van haast iedere bladzijde vullen. Weet
de heer Buysse wel, dat er bij ons uitdrukkingen
bestaan als Fransche jen en Fransche jioeltaai t
Dat er een nationaal karikatuur is van den
Franschman, als van iemand, die altijd meer
lawaai en beweging maakt dan noodig is ? Weet
de heer Buysse dat en vreest hij niet dat men hem
voor zulk een karikatuur zal aanzien ? Of zou
hij zich misschien verbeelden de Hollandsche
saaiheid door kruising met Fransch vuur te ver
edelen ? Als hij zich dat verkoelden mocht, zeg
ik hem, dat wij hem ter verbetering van ons
mimuiiiiiiiiiimiuuunmiiM ~
Van L. A. Kuijers, te Amsterdam.
Vervaardigd voor den 4en Halfjaarl. Internationalen
probleemwedstrijd in dit blad.
No. 350. Mat in twee (2) zetten.
ahcde fg h
Vut: K cl, D c8, c3, R b5 en g7, P g3 ; a2, d?
en eö= i).
Zwart: K dé, T a7, P a5 en el; B b8 ; da = G.
Oplossing van Ho. 34S (Mx-ndcs).
l P bd3, g3 2 gG, K (.3 3 D al enz.
dl 3 D el
fa 3 D hüf
K dl 2 D alf, K e3 3 g3 '
K c4 3 D b2 .,
K 1"5 2 g3, K g5: 3 D hS
K e3 2 D elf, K d4 3 g3
Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (2).
Beoordoeling van Xo. 318.
Dio Aufgabe ist eigcntlirh ein verliinKerter
Dteiziiger, denn es enthalt weder der erste Zug eine gute
Pointe, noch sind die di'ei Nebeuvarianten, von dvncn
berdies uur eiue correct, ist, geeignet den Inhalt
wesenthch zu bereichern. C. Kockelkorn.
UIT DE SCHAAKWERELD.
Pillsbnry bevindt zich nog steeds te Neurenberg,
maar is, naar wij tot ons leedwezen verneman, voort
durend onder dokters handen.
De Anglo-AmerikaanHche meester Pollock heeft om
gezondheidsredenen zijn redaeteurschap der
Schaakproza-ras niet noodig hebben. Er z\jn er genoeg
hier te lande, die weten hoe zij van de
Franschen leeren kunnen, zonder hun eigen taal te
verknoeien, en die een vurigheid in hun proza
brengen, waardoor het Hollandsch niet verbrandt.
Vraag er den heer van Deyssel maar eens naar.
Hier is wat Fransche jeu.
»En beiden, geschokt tot in de diepste vezels
hunner ziel, beseften nu, als het ware
handtastely'k (sic), in een verrukking gemengd met
schrik, de hevigheid der omwenteling, die ge
durende zijne afwezigheid in beider hart was
losgebroken; den onberekenbaren afstand, door
hun gevoelens ter ontmoeting van elkander afge
legd; de niet langer loochenbare almacht hunner
zoolang sluimerende liefde,.... die liefde, welke
zich nu plotseling kwam openbaren, met een
onweerstaanbare helderheid en kracht, in dat
bliksemsnel oogenblik der onverwachte ontmoeting,
in die seconde van verrassing, gedurende welke
de macht der rede den tijd niet had gehad de
instinctieve ontboezeming van het hart te onder
drukken".
Een zin vol groote woorden, en by elkaar doen
zy u denken aan een leegen koperen kan, die
een trap krygt.
Typisch voor den stijl van Mea. Culpa zijn ook
de volgende zinnen:
«Niettegenstaande de onzeggelijke (sic) verwar
ring van zijn gansche wezen, verkreeg zy'n geest
eenklaps een ongelooflijke helderheid en
bevattelykheid, en geen enkele voorafgaande bijzonder
heid van het groote drama dat zou gebeuren,
ontsnapte aan zijn schier profetisch waarnemings
vermogen".
»De woorden verkropten in zijne keel, zijn
handen wrongen zich gefolterd samen (sic), zijn
smeekende oogen kwamen vol tranen, hij voelde
zich door een onnoemelijken schrik overweldigen
bij die afgrijselijke gedachte, dat zij nog het
gansche treurspel moest vernemen".
Er is geen Hollandsch auteur van eenig fatsoen,
die zoo zou willen schrijven, en het ergste is,
dat de heer Buysse waarschijnlijk noch begrijpt,
noch begrijpen zal, wat wij tegen zulk proza
hebben.
Dit dan over den stijl. Doch ook als ik Mea
C/ilpa van een andere zijde bezie en het verhaal
naga en de behandeling van het moreele probleem,
gelukt het mij niet, den heer Buysse zeer te
bewonderen. Het grootste bezwaar moet dit zijn,
geloof ik, dat de schrijver, al vindt hij zelf ook
zeer veel op Renéaan te merken, toch door toon
en houding nog meer sympathie voor hem vraagt,
dan hem toekomt. Deze jonge man is naar mijn
meening al te ploertig om, met een beroep op
de menschelijke zwakheid, bij de broederschap
der gentlemen, te worden ingeschreven. Ik neem
het hem niet kwalijk, dat hij op Raymonde
verlieft, terwijl hij naar alle menschlijkheid aan
Lucie gebonden was, maar wel dat hij de laatste
veel te weinig waardeert. De gedachte aan Lucie's
beteekenis komt wel menigmaal bij hem op, maar
is veel te dikwijls uit z\jn overwegingen ver
dwenen. Er is niets op dit meisje aan te merken,
en alles in haar te prijzen. Zij is zedig, be
scheiden en liefhebbend. Zij is verleid, maar
door Renézelf, en geen oogenblik anders dan
de beste vrouw voor hem geweest. Gaat het nu
niet al te ver, zoo Renéhet enkel als een ongeluk
beschouwt om haar te huwen, wijl hij dan eenige
iiiiiiiiiiiiiiiiiHimmm
rubriek in de Baltimore News" moeten nederleggen.
Een longziekte heeft hem genoopt naar Eogeland
terug te keeren, waar hij in zijn ouderlijke woning
te Bristol genezing hoopt te vinden. Onze beste
wensclien vergezellen hem.
Champion Lasker vertoeft sedert eenigen tijd te
Hamburg, waar hij als smmltaanspeler groote triomfen
behaalde.
De match te Moskou tusschen Lasker en Steinitz
zal eerst tegen 't einde van October een aanvang
nemen, zoodat beide meesters nog in de gelegenheid
zijn O}) den wedstrijd te Boedapest zich tot den
zwaren strijd voor te bereiden.
De
volgende stelling kwam foor in een partij
onlangs te Leiden gespeeld.
23
21
25
26
27
28
25)
30
31
32
abcdefgh
Wit. Zwart.
M. Kteffelaar. Dr. A. v. Rhijn.
P h3 f! 33 T f2 T cö!
gli3: D f3: 31 P el T ha
P d2 D Ii5 Opgegeven.
K hl T c3: 35 P fli f! dan R f6:
f 3 T ll°?! 3I' T "2, D g3 t: 37 T g2
Kh2: R eö't 'ü(f' -D el t3? P fl'
K <-?> IS .r-, i D l l: T en T h2: en
£ fï1 TV > willt) D ll3 ;W a' ll2
^ > i> f!, j. U h2: t 39 D h2:, Th2:
D e2 1) h3: f K h2:, R al: en wint.
K gl R dl ?{?
sociale voordeelen missen zou ? Dat hij alleen.
in den uitersten wanhoop er ernstig over denkt
en het dan als een vernedering opvat ?
En het is zeer hinderlijk, dat de schrijver ook
dan nog Renéals een normaal goed mensch schijnt
te beschouwen, meer slachtoffer van de omstan
digheden dan van een leelijken inborst.
Ja, later krijgt Renéer van langs. Maar dan
is ook gebleken, dat Lucie nog grooter was dan
men eerst dacht. Dan heeft zij haar leven voor
Renéin gevaar gebracht, is het slachtoffer van
haar liefde geworden, en Renévindt zichzelf haar
moordenaar. Zijn berouw is groot, en hij tracht
zich te dooden: er is dus een groote boete. Maar
in Godsnaam, mijnheer Buysse, hoe hebt ge het
van u verkrijgen kunnen om Renéna zijn herstel
te laten beweren, dat hij door van zijn geval een
romannetje te maken, en dat Mea CuJjja te noemen,
zielen zal redden, smarten lenigen en boete doen?
En dat nog wel terwij hy lekkertjes met Raymonde
zit te vry'en? Of was het inderdaad uw bedoeling
Renéals den ploert bij uitnemendheid voor te
stellen? Dan erken ik gaarne dat ge goed ge
slaagd zijt, maar was ik gaarne eerder gewaar
schuwd.
Er komt in Mea Culpa een buitenpartijtje met
vroolijkheid van beschrijving; Lucie's sterven is
nog al treffend, maar alles bij elkaar vind ik
Mea Calpa geen mooi, niets geen mooi boek.
CH. M. VAN DEVENTER.
1) Mea Culpa, door Cyriël Buysse, Amsterdam,
H. S. W. Becht.
Uitgave der brieven van Victor Hugo.
In October zal te Parijs het eerste deel der
«Brieven" van Victor Hugo verschijnen. Met het
schiften en ordenen heeft zich de eenige nog
levende van Victor Hugo's intieme vrienden, de
heer Paul Meurice, belast. Het eerste deel bevat
de correspondentie met Lamartine, Alfred de
Vigny, Lammennais, Armand Carrel, en vooral
met Sainte-Beuve.
Inhoud van Tijdschriften.
Inhoud van Eigen Haard, No. 38. Moed, door
Wilhelmina Reynbach, (slot). Eene ontmoe
ting, door Sylvia (met afbeelding). Samen uit
samen thuis, door Truida Kok. Herfst, naar
de aquarel van Louis W. van Soest. Herfst
(bij de plaat). Makassar en Omstreken, door
M. C. van Rouveroy van Nieuwaal, met afbeel
dingen naar fotografieën van den schrijver, (slot).
Mahmoed's Kinderen, naar bet Russisch van
Nemirowitsch Dantscheffko, (slot). Feuilleton.
HETSJE1S
De eerlijkheid is nog de
wereld niet nit,
Het waren man en vrouw en zij kwamen uit de
Baronie van Breda, uit, een achterhoek, vlak aan
de Belgische grenzen. De mode van den uieuwfn
tijd had nog geen invloed op hen gehad; ;//'
droeg haar ruim geplooid kleed, waarouder et'n
half dozijn rokken haar een behoorlijken omvang
iiniimimiiuim
FRANSCHE VERDEDIGING,
Uit den C.W. Groep B No. 3.
Wit. Zwart.
P. de Man, Hilversum. A. Bleijkmans, Amsterdam.
l «4 CO de"- R e3 dan 22 P t.j:,
-7 a-t ,r, D e5: 23 T dl enz.
3 P tó p ra 22 p dl: D n
i R dl nr. Met 't g op D b5
4 H (M ca en een aauval op (,en
a e da: ede: h pion. Wit is echter met
6 R ba f R d7 zijn aanval sneller bij de
7 R d7: f D d7: hand en beneemt Zwart
8 de6: D e6: ?}? ook zijn laatste kansje.
9 P ce2 P c6 23 116! b
10 P f3 R c5 2t D b5 P do
11 0-0 0-0-0 25 D c(> D cl
T d8 dan 12 P f4 en 26 ba T UcS
13 T el f. Zwart was 27 T fel T fel! f
dus in zekeren zin tot 28 T el: D t'7
0-0-0 gedwongen, wil hij Om 'e7 ta
voorkozijn d-pion behouden. men D CG: 29 PeC:zou
12 P di 1) d6 den a-pion ko»teu en
daarSterker was o. i D f S. mede de
partij13 P d3 R b<> 2!) et
Mot 't oog op den aan- Sterker was '29 II a:!,
val met a-t, au was R do Pol. (T e8 dan 3i) T eS: -j-,
töverkiezen. De zet in P e8 : 31 l' f5!, ol' 30
den tekst kost later een D e8: 31 D es : f en 32
gewichtig tempo. P fa:) 31) P e«. T c* 31
11 P fea P e5: D b7 'f. K (17 32 D <~ : t,
15 P ff>: D d5 K efi: 33 D cüv. K ea
16 P f3 h<5 34 ll b2 t: K f i 35 i) hC :
-jIn eens l' e4 ware wel
^'(1Zzoo sterk geweest. -?' " <'?> :
17 D d:5 P el 30 P ta: K bS
IS bi D c6: dan 31 P ,7
-jVerhindert P cSenbe- fn P L'^ '?
reidt tevens den aanval ol l Ol D 17
met al, aa voor. 32 R .13! T f S
18 f5 33 T e2 D Ii7
]<> al g-5 31 T o2 T (IS
20 a.» R c7 ?% P e(ïD e7
21 R 1)2 g-i 36 I) e7: f D e7:
De pion was op gee- 37 T e7s
nerlei wijze meer ie red- Opg