De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 27 september pagina 1

27 september 1896 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°.1005 DE AMSTERDAMMER A°. 1896, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Dit nummer bevat een Bijvoegsel. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORï', te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 27 September. Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post/" 1.65 Voor Indiëper jaar , mail,, 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.12* Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer ...» 0.20 Reclames per regel 0.40 l N H O U Pi VAK VEBBE EK VAN NABIJ: De Beurs op het Damrak. Turkije en de Mogendheden. ??SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Volkssanatoria voor longlijders, door E. MUZIEK in de hoofdstad, door Van Minigen. KUNST EN LETTEREN: De Kunst tentoonstellingen te München, door J. H. Schorer. WETENSCHAP: Uit het Staatsarchief van Choetaten. Een astronomisch jubilaeura. FEUILLETON: De muur, naar het Fransch van Jules Renard I (Slot). BECLAMES. VOOB DAMES: De vrouwenvraag tot op het congres te Berlyn. Zjj fietst, door Men a. Allerlei, door E-e. Chineesche wijsheid, door Ch. M. van Deventer. SCHAAKSPEL. VABIA. SCHETSJES. PEN- EN POTLOODKBASSEN. ADVEBTENTIEN. iiiiiiiiiiiiiiiimiimiiHiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiN De Beurs op het Damrak. Daar zitten we weer midden in de Beursquaestie, en dat wil tevens zeggen: midden in de Damrakquaestie, want deze twee zijn n. Had men, onder den gewezen genie-officier Bergsma, dat Damrak maar niet dicht ge gooid ... hoeveel leed en leelijks zou Am sterdam dan zijn bespaard! Welk een karakteristieke toegang tot den Dam ware voor onze waterstad behouden gebleven, en hoe eenvoudig zou thans de Beursquaestie zijn! Want wat de Beursquaestie zoo uiterst moeilijk maakt, is de enorm groote omvang van het gebouw, die gevorderd wordt, zoo men de Korenbeurs met de groote beurs meent te moeten vereenigen. Dat de Amsterdamsche graanhandel heeft kunnen bloeien met een afzonderlijke Koren beurs ; vooral niet minder heeft gebloeid dan na zijn intrede op de groote koopmansbeurs is van algemeene bekendheid. De vereeniging van korenbeurs met goederen handel- en effectenbeurs, moge den graanhandelaren aangenaam zijn, hun eenig gemak bezorgen zij heeft Amsterdam opgelegd het probleem op te lossen, zonder onteigening, ergens een kast te plaatsen van G a 7 duizend vierkante meter oppervlak! Het nut der tegenspoeden is ook thans gebleken in een toename van bescheidenheid. De Handel zal zich, volgens het nu inge diende plan, kunnen tevreden stellen met een Beurs van 6500 M2.; doch het te stichten gebouw zal toch nog, bij een breedte van 37 tot 55 M., een lengte moeten hebben van + 14O M. Dit schijnt dus het minst wat men vorderen kan voor een Beurs, die ook den graanhandel ruimte biedt. Ware er een afzonderlijke Korenbeurs ge bleven, dan zou de groote Beurs zeker 1000 M-. minder oppervlak behoeven te hebben, immers voor graanbeurs en terras wordt in het nieuwe plan een ruimte van 988 M", aangewezen. Dat de eigenlijke beursquaestie derhalve vooral ingewikkeld is geworden, door den eisch : de graan-, goederen- en effectenhandel in n Huis te samen te brengen is dui delijk genoeg. Daarom, hoe hoog wij het nut ook willen aanslaan van het voordeel, dat de graanheeren genieten, door niet twee, maar n Beurs te moeten bezoeken, de vraag is o. i. toch geoorloofd, of men recht heeft aan dit bijzonder belang een algemeen belang te wagen. De vooordracht bij den gemeenteraad inge diend kenmerkt zich door vriendelijkenbetoogtrant en een innemend optimisme. De commissie had de opdracht om te onderzoeken of, en zoo ja, op welke wijze de noodige verbeteringen in de groote Koopmansbeurs waren aan te brengen. »Wèl was nog in dezelfde vergadering door een der Raadsleden de stichting van eene nieuwe beurs »eene onafwijsbare eisch van hygiëne en aesthetica, van waardigheid en goede trouw" genoemd en was met nadruk geconstateerd, dat Amsterdam moreel ge bonden was zijn handel een behoorlijk beursgete verschaffen: »maar nadat de beurskwestie 26 jaren lang hangende was gebleven, had men de hoop in den eersten tijd een nieuw gebouw te zien verrijzen verloren, en wenschte men, overtuigd dat de bestaande toestand niet bestendigd kon worden, althans eene poging te doen, om het hoogst noodzakelijke te verkrijgen." Hoezeer dat eene lid zoo iets had gezegd, de commissie dacht er niet aan in die rich ting koers te zetten. Zij ging dus aan het werk om een verbouwingsplan te ontwerpen, steeds in overleg met »de organen van den Handel". Of dit overleg ook heeft plaats gehad met architechten, die een verbouwing van de Beurs zeer wel mogelijk achtten het is bekend hoe het raadslid Gosschalk indertijd zich daarvoor warm heeft gemaakt blijkt uit de voordracht niet. Intusschen, toch geraakte men met een plan gereed dat aan de gestelde eischen scheen te voldoen. »Wel merkte de Kamer van Koophandel altijd nog met nadruk op, dat de maatregel provisoir was en men er slechts toe zou mogen overgaan, omdat de tijdsomstandigheden een behoorlijke oplossing der sedert meer dan een kwarteeuw aanhangige beurskwestie voors hands onmogelijk schenen te maken, maar toch verklaarde zij aanvankelijk, evenals de Vereeniging voor den Effectenhandel en de Commissie voor den Graanhandel, tegen de voorgestelde verbouwing geen overheerschende bezwaren te hebben. In de openbare verga dering, welke korten tijd later door de Ka mer van Koophandel werd gehouden, bleek de sympathie der leden voor het verbouwings plan evenwel nog geringer te zijn, dan zich aanvankelijk liet aanzien. »Toen ondergeteekenden bemerkten, dat de handel zoo bijzonder weinig voor dit verbou wingsplan gevoelde en de Kamer van Koop handel uitdrukkelijk bleef verklaren, dat zij zich alleen als een tijdelijken maatregel daarbij kon neerleggen, begrepen ze dat, al was het het alleen om de hooge kosten minstens ?530,000 zouden noodig zijn het denk beeld van verbouw van de bestaande beurs nooit werkelijkheid mocht worden, daar het niet aanging zulk een groote som uit te ge ven voor een tijdelijken maatregel van zoo weinig afdoenden aard." Zoo was dus de commissie in het bezit van een plan, dat natuurlijk niet aan grootsche verwachtingen of aan het verlangen naar luxe voldeed, maar dat bij »de or ganen van den handel" geen overwegende bezwaren ontmoette. Doch dit werd opge geven, omdat... ja, de reden is opmerkelijk genoeg, »omdat de kamer van koophandel zich alleen als een tijdelijken maatregel daarbij kon neerleggen". De vier heeren beursmannen der commissie: v. Nierop, Muller, v. Eeghen en Altes, zijn tevreden met het plan; de Vereeniging voor den Effectenhandel, zelfs de Kamer van koophandel, die zweert bij een nieuwe beurs, kan het er mee doen, en toch de commissie gaat niet naar den Raad met dit plan, vraagt er den Raad geen oordeel over, en verzoekt evenmin een mandaat tot het ontwerpen van een nieuwe beurs. Zij doet nu maar, alsof haar dit was opgedragen. Toch, over het provisoirr karakter van een verbouwde Beurs, waaraan ? 530.000 zou worden ten koste gelegd, heeft allerminst uitsluitend een Kamer van Koophandel te oordeelen, die natuurlijk liever een nieuwe Beurs begeert; en behalve dit provisoire karakter, welke argumenten heeft de com missie aan te voeren tegen het verbouwen van de bestaande Beurs? Allereerst het verkeers-argument, uit kracht waarvan men Amsterdam reeds zoo vaak onnoodig heeft bedorven. Het is het argu ment uit den tijd van Bergsma. dat ons ook al het gedempte Damrak heeft bezorgd! Hoe zou dit argument kunnen gelden bij het verdwijnen van de »puist" en de aan wezigheid van twei' wegen, die beiden langs de Beurs naar het Damrak voeren? Eu dan: de Beurs, een aan alle kanten vrijstaand gebouw, is niet zoo te verbouwen, zelfs ai legt men er 5 5'2 ton aan ten koste, dat zij te verlichten en te ventileeren is! Nu omvatte dit plan van verbouwing ook de Korenbeurs, maar indien men eens de groote beurs alleen voor den goederen- en effectenhandel had in te richten, zoude dan niet voldaan kunnen zijn aan ruime eischen, waar men nu toch reeds een ver deeling had gevonden, die, naar de erken tenis van onze handelsorganen, welke, gelijk bij het gild behoort, gaarne wat overvragen, aan matige eischen voldeed? De vier heeren van de commissie, »die gewoon zijn de Beurs te bezoeken," gingen nu een nieuw plan ontwerpen, met mede werking van den door hen te hulp geroepen architect, den heer Berlage. En zoo kwa men zij tot het bekende voorstel: een Beurs op het gedempte Damrak, eindigende op eenigen afstand van het water en in den vorm van een trapezium; aan de water zijde 55, aan de Damzijde 37 meter breed, aan de zijde van de Warmoesstraat 140, aan die van het Damrak 138 meter lang; een oppervlak van + G500 M2. Ten oosten een straat van 12 meter, ten westen een van 30 meter breedte. Alzoo, wat het terrein betreft, het zoo vaak reeds veroordeelde plan: een prop in de luchtpijp van Amsterdam. Nu doet de commissie wat in haar ver mogen is om den raad en de burgerij den pil te vergallen. Zij verzuimt niet mede te deelen, dat de heer Beilage, die de Beurs bouwen zal, verklaard heeft, de plaats voor dat doel het meest geschikt te achten, en ook »dat een monumentaal gebouw daar uitnemend zal passen, in het architecto nisch karakter van dat deel onzer stad." De zuidgevel, zoo vernemen wij, zal het Beursplein afsluiten dat spreekt van zelf en de noordgevel zal het Water afsluiten ... en het effect van het Water verhoogen ! Maar wat zal bij verwijdering van de Beurs den Dam afsluiten van het Beursplein ; hoe zal de Dam aan de Oost zijde er uit zien ; is er aan de Noordzijde juist een gevel noodig om het effect van het Water te verhoogen, en al kan men op deze vragen een bevredigend antwoord geven, wie ter wereld gelooft nu, dat een kast van honderd veertig meter lengte, midden tusschen de huizen van het Damrak gezet, uitnemend zal passen in het architectonisch karakter van dit deel onzer stad ? Geruststellend wordt verder door de com missie verzekerd, dat de hoogte over het algemeen niet meer is dan die der gevels van de huizen; «daardoor zal de Damrakgevel geheel passen bij de overzijde" en »het ge heele gebouw zal in hoofdzaak van baksteen worden opgetrokken en ook daardoor goed bij de omgeving passen" Maar de com missie zal ook wel weten, dat het «passen in de omgeving" van dit 140 meter lange instru ment nog van geheel iets anders afhangt, dan van de hoogte en van den baksteen waarin het zal worden opgetrokken. Zeker, ware er sprake van het bouwen van een Korenbeurs, ongeveer op de plek, waar de oude gestaan heeft, - - een gebouw van + 1000 meter, men zou het voordeel hebben, door een zoo bekwaam man als de heer Berlage het Water te doen afsluiten met een mooien gevel, en een Korenbeurs te doen verrijzen, die het Damrak kon tot sieraad blijven strekken, ook als het Water was verdwenen. Maar een Huis van 140 meter lengte op een ruimte, die te smal is voor een plein en te breed is voor een straat! Afgescheiden echter van het terrein, wekt het plan, zooals het daar ligt, bezwaren. Om te komen tot een dekking der kosten, of juister om het plan zeer aanbevelens waardig te maken, zoodat men kan zeggen, met zulk een oplossing houdt ge de beurs belasting geheel ten bate der stad, heeft men de n'i'i/iej/i/n/ als volgt verdeeld : Vergaderzaal Kamer v. K. 227 Meter Veilingzaal 170 -> Een vergaderzaal ....117 » Een vergaderzaal .... 215 » 08 lokalen 1221 » te samen geraamd op een jaarlijksche op brengst van f' 27.OOO. Aan geen enkel dezer zalen is behoefte. De Kamer v. Koophandel resideert zeer netjes ten stadhuize. Veiling- en vergaderzalen zijn er in de stad in voldoende hoeveelheid, en aan kantoorlokalen is geen gebrek. Is het nu geoorloofd, dat de gemeente in deze soort i ~ van artikelen concurrentie gaat drijven met particulieren ? Wel beschouwd zijn de circa 2000 meter bovenverdieping bijna geheel overbodig, en zeker zou het gebouw een minder grooten omvang behoeven te hebben, als alles wat niet strikt noodig gelijkvloers geborgen be hoeft te worden, zooals b.v. koffiekamer, schrijfkamer, noteerzaal, post- en telegraafkantoor, boven onder dak werden gebracht. Evenzoo betwijfelen wij het of het goed is gezien, midden in de stad in mededinging met de restaurants, een gemeentelijk caf restaurant te verhuren, waarbij men aanvan kelijk reeds rekent op een huursom van ?5000 'sjaars. Zeer onzeker is voorts de opbrengst van ?30.000 voor nissen, banken en tafels, waar onder niet minder dan ?25.000 voor nissen ii ?250 per stuk is geteld. Ons dunkt, deze geheele rekening: kan zeer tegenvallen. Doch waarom haar aldus opgemaakt? De gemeente heeft zich zoo weinig mogelijk in te laten met eene con currentie tegen particulieren, en wordt daar toe ook niet gedwongen door de omstandig heden, zoodat de f 27.000 behooren te ver vallen. De beursbelasting bedraagt ongeveer /'100.000. De Vereeniging voor den effecten handel staat ? 5000 per jaar toe, en al mochten nu de nissen, banken, tafels, monsterkasjes, het café, de post en telegraaf, enz. te samen niet meer dan 40 of 50.000 opbrengen de Beurs werpt dan toch nog ?140 of ?150.000 per jaar af om de / 59.G25, der jaarlijksche rente en aflossing van een kapitaal van f l. 325.000 te dekken. Na aftrek der gewone onkosten voor bedie ning, onderhoud, schoonmaken, verwarming en verlichting ad ?20.000 per jaar geniet de gemeente zeker nog /'120.000 om in Beurs behoeften te voorzien. Nog eens dus: concurrentie met gemeen tenaren is volstrekt niet noodig. Men zui vere in elk geval de voordracht van deze vlek. * * In n opzicht kan de commissie rekenen op aller goedkeuring. Toen zij eenmaal be sloten had een nieuwe Beurs te doen ont werpen, mocht niemand anders als bouwheer in aanmerking komen dan de heer Berla^e, die indertijd mede bekroond werd bij de beantwoording der beurs-prijsvraag, voor het ontwerp Sanders-Berlage. Aan wie liever zou men zulk een werk zien opgedragen ? Jammer alleen, dat men van hem een ontwerp ge vraagd heeft, van niet minder dan 0500 Aloppervlakte; en dat voor het betrekkelijk eng terrein, hetwelk hem noodzaakte, daar de lijnen van een trapezium te trekken, 37 en 55 Meter in de breedte en pi. m. 140 Meter in de lengte, midden in den wijden trechter tusschen Station en Dam. Indien men den heer Berlage eens had kunnen opdragen een Korenbeurs te ont werpen aan het begin van de Damrak-vlakte, en een dus veel kleinere Koopmans-beurs ter plaatse waar nu de oude Beurs zich be vindt ...! Want herbouwd of geheel nieuw, de Beurs behoort te blijven aan den Dam En zelfs als het onmogelijk moet geacht worden, den graanhandel van het overige te scheiden, zou men niet een geheel nieuwe beurs kunnen bouwen, die gelijkvloers een veel minder groote oppervlakte noodig heeft, dan waarop thans gerekend moest worden, omdat van de »verdieping" volstrekt geen gebruik voor de beurs als zoodanig mocht worden gemaakt? Het paleis eenmaal raadhuis , de Nieuwe kerk en de Beurs maken te samen den Dam tot het hart van Amsterdam. Als men nu toch een buitensporig lang gebouw moet stichten, laat men dan daarmee den Dam als van ouds afsluiten, maar met een gevel, die hem waardig is. Daar zal een tijd komen, dat het kommandantshuis verdwijnt, de oostzijde van den Dam meer beteekenis verkrijgt, en dan zal de gevel van de Beurs te beter uitkomen eu in nog veel grooter mate bijdragen tot verhooging van liet uiterlijk van ons hoofdplein. De Dam heeft een beurs en een monu mentalen beursgevel noodig, terwijl men er zeker van kan zijn, dat de gevel op het Dam rak, dien men thans wil doen verrijzen, tot »verhooging van het effect van het water" na niet zeer langen tijd in dit opzicht alle werking zal verloren hebben. Want nu het

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl