Historisch Archief 1877-1940
No. 1005
DE AMSTERDAMMKR WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
kleinste bijzonderheden beschreven. Ook een stam
boom van Haydn kan men in dit, werk vinden.
Pohl zegt: Jeder Ritter, Graf und Fikst halt
auf seinen Stanmbaum, warum nicht aucli tin. von
Gott geadelter Künstler?
Minder interessant is die echter dan bij Bach,
Mozart of Weber, in wier geslacht tal van musici
te vinden zijn. Behalve Haydn's broeders telt de
familie Haydn geen musici onder hare leden en
hoewel onder de Augsburger Mozart's meest met
selaars en boekbinderste vinden zijn, is toch Leopold
Mozart zulk eene belangwekkende figuur, dat
daardoor diens stamboom meer betcekenis krijgt.
Leopold was eenigen tijd zanger in twee kloos
terkoren en kon later als degelijk organist optre
den. Zijne ouders hadden geen middelen om hem
te laten studeeren, doch zijn Taufpathe, de
canonicus Georg Grubher, schijut zich zeer voor zijne
studie geïnteresseerd te hebben. Daardoor was het
Leopold ook wellicht mogelijk op ISjarigen leeftijd
zijn geluk te gaan beproeven te Salzburg, waar
veel kerken waren ; waar hij in de muzickkoren ook
diensten kon bewijzen en waar hij zich verder kon
ontwikkelen. Tevens studeerde hij aan de universi
teit aldaar in de logika, voor welke studie hij in
1738 een openlijke bekroning verwierf.
Doch laten wij nog een oogenblik bij Haydn stil
blijven staan.
Wij weten dat de sonatevorm, door Philipp
Ernanuel Bach vastgesteld, grooten invloed op Haydn's
composities uitoefende.
Hoe ontstond die vorm ?
Het antwoord kan luiden : Door de samenwer
king van het Italiaansche concert, van den dans
(in de Suite toen reeds lang tot groote ontwik
keling gebracht) en de Italiaansche aria.
Met de oudere Italiaansche vioolsonate staat de
latere in geen direct verband, noch veel minder
met de klaviersonaten van Scarlatti.
De eerste satz van de sonate heeft dadelijk de
grootste beteekenis gekregen. De liondo-vorm,
zoo vaak voor de Finale van eene sonate gebruikt,
komt eigenlijk pas bij Beethoven tot zijn volle
recht. Die vorm werd in de l Se eeuw zeer ver
onachtzaamd, hoewel Philipp Emauuel Bach daar
aan in zelfstandige stukken groote beteekenis gaf.
Ook stamt de Adagio-vorm bij Emanuel Bach
niet van het lied af. Die is meer te beschouwen
als eer e overbrenging van het concert-adagio op
het klavier, terwijl tevens de opera-zang uit dien
tijd daarop invloed heeft uitgeoefend. Zonder eene
vergelijking met de vormen van den solozang
komt men trouwens niet tot een juist begrip van
de instrumentale vormen uit dien tijd.
Zooals inen weet, weid aan de fantasie vanden
speler altijd Benige ruimte gelaten. Bij de herha
lingen van de deelen van een satz (wie helpt ons
eindelijk eens aan een goed Nederlandsch woord
voor satz r) improviseerde de speler altijd op het
gegeven onderwerp en vooral een adagio werd met
tal van versieringen en arabeskeu voorzien. (O. a.
was Viotti bij de voordracht van zijne vioolconcerten
gewoon de adagio's zeer te illustreereu).
Daarmede is tevens ook de gewoonte verklaard
niet alleen het eerste deel, doch alle deelen te
laten herhalen. Het denkbeeld dus alleen het eerste
deel van een satz te herhalen ten einde den hoor
der beter voor de doorwerking van de twee hoofd
thema's te prepareeren, is eerst van later tijd.
Duitsche en Italiaansche invloed hebben bij de
vaststelling van den sonate-vorm samengewerkt,
doch niet wat de dansvormen betreft, die, dank
zij vooral Joh. Seb. Bach, met recht Duitsch ge
noemd mogen worden.
In harmonisch opzicht is de sonate echt Duitsch,
want de Italiaansche instrumentale muziek berust
geheel op het melodische spel van de viool en de
Duitsche op het harmonische spel van het klavier
en het orgel.
Deze vorm nam Haydn aan en ontwikkelde die.
Pohl zegt dat Haydn hoewel hij van de
klaviersonates van Bach de eerste krachtige impulsie
heeft gekregen zich toch als klavierspeler on
eindig langzamer ontwikkelde dan als componist
lllllllllllmlIIIUUIHIIfl'HMIHIIItlmlIIBIIIIHII
Naar het Fransch van
JULES KENARD.
(Slot).
IV.
De onderhandelingen werden gerekt, want
Theodule Gagnard was wel geen d
warsdrijver, ma ,r hij had de gewoonte om te
zeggen: ^>Dat zit nog." Deelde men hem
mede, dat 't prachtig weder was, dan
gaf hij ten antwoord: »Dat zit nog." Dien
tengevolge was het moeielijker het plan voor
den muur vast te stellen, dan hem op te
trekken. Om te beginnen sloeg I'hilip zulk een
laag muurtje voor, dat een kip er overheen
had kunnen springen en iedere steen rneer
scheen hem onder hevige pijnen te worden
afgeperst.
»Laten we den muur een meter hoog maken
en daarmee uit," zei Theodule.
»Dan slaan ze elkaar er overheen om de
ooren," zei Philip.
»Dan nog een laag er op," besloot
Theodule.
»Zullen we kalk nemen ?"
»Och, we zouden mij dunkt met een lossen
muur kunnen volstaan."
»Dan duwen onze vrouwen hem met de
schouders omver," zei Philip.
Theodule liet het hoofd zinken en zei
min of meer gluipend :
»Jou vrouw is op 't idee gekomen, 't Is
dus mijns inziens billijk dat jij de kosten
draagt."
van kwartetten en symphonieën, want dat tot 1706
slechts klavierstukken van zijn hand verschenen
waren die vrij onbelangrijk zijn, doch dat hij de
vormen van de sonate op het kwartet en de
symphonie heeft overgedragen.
Spitta merkt echter terecht op dat het niet de
klaviermuziek op zich zelf was, die Haydn zoozeer
aantrok in Bach, doch wel de muzikale gedachte
en de bouw van diens muziek.
Bij Haydn kan men zelfs in zijne beste klavier
sonaten niet, zooals bij Mozart, gevoelen dat die
muziek bepaald voor het klavier gedacht is.
Het was echter in htt begin vooral de muziek van
de cSpeellieden uit het volk" die Haydn krachtig
aantrok en het is die //Volksthüiiliclie" muziek,
die hij met de hoogere kunst in betrekking heeft
gebracht.
Die muziek staat tegenover hetgeen de Italianen
Musica, di Camera noemen. De titel:
Kamermuziik geeft slechts zwak de beteekenis terug.
Het was niet wat de Duitschers //Hausmui-ik"
noemen.
Het was de muziek i» de groote aristocratische
kringen uitgevoerd, waartegenover de Duitsche
Spielmann's-Musik stond, die haar terrein op den
da> svloer of in de straten en op de pleinen had.
Deze laatste muziek bestond, behalve uit dansen,
ook uit stukken in uitgebreider vorm. De namen
Serenata en IJ-irertimento bewijzen echter dat hier
ook Italiaansche invloed in het spel was.
Het woord Cassation waarvan Haydn's
kwartetmuziek is uitgegaan (hij noemde zijn eerste kwar
tetten aldus) komt van Gasse. G-assatiin loopen,
wil zeggen dat de studenten om de schoone meisjes
uit de stad met mu/.iek te verrassen door de stra
ten trokken.
In de vrijheid van opvolging der deelen uit
Haydn's Divertimcnti en (.'assationen blijkt dat hij
geheel in den vorm van die stukkeu bleef, waar
van het, aantal en htt karakter der deelen niet
was
voorgeschrcvenDe bezetting van de ('(tsnalioii bestond niet
alleen uit strijkinstrumenten, er waren ook bla
zers bij.
Dat, de partijen der strijkinstrijmenten nooit,
verdubbeld werden, mag niet, geheel als bewijs gel
den dat men toen een anderen smaak voor
samenklank had dan thans, nu men liefst sterker be
zetting van die grot-p wensclit, want de houten
blaasinstrumenten waren toen zwakker van klank
(vooral de oude fagot, die bovendien zeer lastig
te behandelen was).
Beethoven'» Kejtliior en Schubert's Oetcl kunnen
als CtisfiationeH beschouwd worden. Doch wat, den
vorm betreft heeft Haydn den invloed van de
J\[ns'iea di Camera ondergaan, hoewel hij zeer boos
was wanneer men zeide dat, hij ecu navolger van
Sammartini was (dien hij een //Schmierer" noemde,)
Dit, was dan ook niet, billijk, want het betreft
alleen de vorm iu vier deeleu.
Vau Haydn kan men zeggen dat. hij op heerlijke
wijze de vormen van de duitsche <Sy/<W«(fi/utV
Jfiisi/c en die van de KlariiTsonale iu harmonisch
verband heeft, gebracht, en die bij de duitsche
HUHSninsik heeft binnengeleid.
Over de Kijmi>ltonie hoop ik later iets te schrijven.
VAX MiLLuaix.
j April a.s. (1897) de Fidelio als volledige drama
tische opvoering. Aan de nauwgezette uitvoering
dezer werken, onder leiding van Mr. Viotta, wil
men ze zooveel mogelijk doen beantwoorden aan de
eischen die in de hoofdstad aan de kunst worden ge
steld, zijn noodzakelijkerwijze hooge kosten
veri bonden. Excelsior heeft dus gemeend eene geheel
an1 dere verdeeling der contributie te moeten maken
dan de tot dusver geldende gelijkmatige jaarlijksche
bijdrage. Rekening houdende met het betrek
kelijk beperkte aantal beschikbare zitplaatsen in
den nieuwen Schouwburg, maar niet minder met
het feit dat de werkelijke waarde dier plaatsen,
al naar de ligging recht tegenover het tooneel
i of langs de zijwanden, zeer verschillend is, zal
| de jaarlijksche bijdrage afhankelijk gesteld worden
l van de waarde die men aan die verschillende
| plaatsen mag toekennen.
! De toegezonden inteekenbiljetten worden voor
l l October ingewacht bij den secretaris W. J.
Viotta, Van liaerlestraat 4(5.
Deze interessante uitvoeringen worden zeer in
de aandacht aanbevolen.
Der Bettelstudent.
Voor een goedbezette zaal heeft de heer Saai
born met bovenstaand werk zijn Operette i:n ()i>era
Gczelschdji bij het publiek geïntroduceerd.
De aanwezigen waren zeer opgetogen en juich
ten de vertolkers meermalen met geestdrift toe.
A"a de eerste acte werden de heer Saalborn
en de kapelmeester de heer J. A. Kwast ten
tooneele geroepen.
Leider en orkest gave het gewenschte entrain
aan deze voorstelling en op het tooneel werd los
en levendig gespeeld en met toewijding gezongen.
Cendrillon.
Nu de Opéra- Comique weer heropend is, zal men
spoedig een begin maken met do lezing van
Cendrillun. de Opéra Kéerie van de heeren Massenet en Caïn
waarin de begaafde zangeres Mlle Delna de titel
rol zal vervullen.
Spoedig zal ook J)on Juan in de Op
raComiijue worden opgevoerd met den beroemden
zanger Maurel in de titelrol.
De Zangvereeniging Excelsior".
Het bestuur van «Excelsior" is voornemens voor
het komende seizoen een uitgebreider plan van
werkzaamheid te ontwikkelen en behalve een
werk in concertvorm ook eene dramatische uit
voering te geven. Heeft «Excelsior" sedert den
brand van den ouden Schouwburg, voor hare
uitvoeringen gebruik gemaakt van het Concert
gebouw, om een dramatisch werk ten gehoore
te brengen, zal zij tot den thans herbouwden
Stads-Schouwburg terugkeeren. Het ontworpen
plan nu omvat de beide volgende werken : op .'!
December a.s. het grootste deel van elk der .'!
bedrijven van I'arxi/'al in concertvorm en op '2~2
»0ude vriend", antwoordde Philip en maakte
een gebaar, eerst alsof hij iets, den muur
misschien, van de aarde wegvaagde en toen,
alsof hij iets ten hemel slingerde. Dit be
duidde ongetwijfeld : »Als dat het geval is,
dan mag mijn vrouw de jouwe naar harte
lust braden en in snippertjes scheuren".
Theodule was niet, eigenzinnig en verlangde
alleen, dat er een contract werd opgemaakt.
Natuurlijk zouden zij den muur zelf bouwen.
Dat was goedkooper en de muur werd in
elk geval mooier. Elk gaf den andere zijn
zin en dat stemde hen week. Zij waren on
troostbaar, dat hun vriendschap bedreigd
werd, want ook vrouw Gagnard had tegen
haar Theodule gezegd :
»Je zult me pleizier doen, met op staanden
voet ruzie met haar man te zoeken, niet
waar ?
»Dat is het ongeluk," zei Pnilip.
Geen van beiden wilde van een vriend
schapsbreuk weten. Beiden hadden zitting
in den gemeenteraad en stemden sleeds met,
elkaar en ofschoon de eene groot en de
andere klein was, achtten zij elkander even
hoog. Zij spraken af, zich boos te houden
en elkaar heimelijk te ontmoeten. De eene
zou even met, het hoofd knikken, de andere
zou dien wenk begrijpen en dan zouden zij
elkaar in de achterkamer van de herberg
treffen. Die uitweg troostte hen en beiden
riepen :
»Aan 't werk !''
Bij het werk hielpen de vrouwen dapper
mee. Zij presideerden bij het af bakenen der
bouwlijn en maakten zich verder verdien
stelijk. Vrouw Morvaud reikte haar echtge
noot den vollen kalkbak toe en zei:
»Daar, Phlip".
En vrouw Gaguard droeg een baksteen
aan en zei:
»Daar, Theo".
De kunsttentoonstellingen te Mnucnen,
Dat moet ik u even vertellen, hoe men aan de
Isar v uu onzen Israels geniet, alwaar hij meteen klein
werk, firoiiliii'H'ili'i'n Trouxl vertegenwoordigd is.
Het schilderij kwam uit Engeland naar de tentoon
stelling der Secession en werd door de koninklijke
Pinakothck voor -.'(KjOO mark aangekocht, liet
doek is omstreeks ]SVJ ontstaan, in die periode
van Jsrails ontwikkeling, toen het den merster
nog bi'UisUe ook in het schilderwerk niet minder
groot te zijn dan in de intimiteit van het tafereel.
Want hoezeer wij don vertolker der intiemste aan
doeningen ook bewonderen, erkennen wij, dat
meerdere zijner doeken uit den laatsten tijd
bijv. het grootsche schilderij J><- (m/w/iw/crx, in
't, buitenland voor het eerst te Parijs in ]SM), nu
te Berlijn tentoongesteld , in de techniek zwak
ker zijn dan het s'-hildriijijc, dat bij de
wa'irdcvolle koninklijke collectie te Minieren zal ingelijfd
Zij spraken hun mannen erg lief toe, om
elkaar wederkeerig te toonen, hoe gelukkig
hun huiselijk leven was en elk dacht in
stilte :
>,Xu zie je eens, hoe gelukkig mijn man
met me is en ilat bewijst, dat, jij van ons
tweeen de onverdraagzaamste bent en schuld
aan de oneenigheid hebt.
Bovendien volgden zij den drang, om zich
bij een ander aan te sluiten, zooals in den
regel gebeurt, als men een vriend laat loopen.
Bij die liefkozingen hadden Morvaud en
Gagnard niet de kracht hun vrouwen weg
te jagen en waren zóó verward, dat zij zelfs
de kosten van de kalk vergaten.
Zij werkten drie dagen lang. Toen op den
derden dag alles was afgeloopen en de
beloon'mg verdiend was, gaf Pnilip Morvaud
het afgesproken teeken ; Theodule Gagnard
knipte met de oogen en (oen sloop de een
na den ander heen. Zoodra zij weg waren,
wilden de twee vijandinnen bezit van den
muur riemen. Vrouw Morvaud zette er haar
keukentrap tegen om een kleine verkenning
te doen en in hetzelfde o.igenblik dat haar
hoofd boven den muur verscheen, vertoonde
zich vrouw Gaguards muts aan de andere
zijde. Dit vonden zij onaangenaam, maar
beiden hielden niettemin stand, want zij waren
beiden van haar goed recht overtuigd. Philip
en Theodule hadden den muur van boven
netjes glad en effen gemaakt en dit bracht
vrouw Morvaud op het idee er haar bloem
potten op te zetten, om voortaan, inplaats
van het gehate gezicht harer buurvrouw,
rozen en anjclieren voor zich te hebben. Dit
was een goed denkbeeld en beviel vrouw
Gagnard zóó best, dat zij al spoedig haar
buurvrouws voorbeeld navolgde en eveneens
worden. In Grootmoeders troost echter is alles
van distinktie inhoud en voordracht. Welk
eene waardigheid heerscht in de tinten, waarmede
de meester het schemerende licht, waarin het ver
trek gedompeld is, creëert, welk eene verzadigd
heid en diepte der bruiugouden nuancen des bodems
en van het houten bed, waarin de arme grootmoeder
rust! Wij genieten niet minder van de houding
en van den blik der oude vrouw, die het hoofd
ietwat naar links draait naar het kleine meisje,
dat, zittende op een stoel naast het bed haar
uit ecu groot boek voorleest, dan van de kleuren.
De stemming van het geheel doet aan
Reinbrandt deuken, en de bruiugouden tiuteti aau die,
waarin een Frans Hals zich gaarne uitdrnktr.
Gelukkig een volk, dat in ouze woelige eeuw,
een kunstenaar als Jozef Israels tot de zijnen rekent!
Zeventien hollandsche kunstenaars stellen 27
werken ttu toon, die allo zeer schoon zijn;
iniddelmatigs is niet ingezonden. Gabriel prijkt, met twee
kleine doeken, eene vaait in de duinstreek en eene
eenzame pias met, molen; beide lij u van opvatting
en uitvoering. Willem Maris geeft eenige eenden
te zien, frisch en krachtig in toon. Van der Waay
zendt vier doeken in, o.a. eene audiëntie in het paleis
te Amsterdam. Bastert is met een groot land
schap, met vaart en daaraan liggende boerenwonin
gen vertegenwoordigd, iets meer afgewerkt dau de
schilder dir, in 't algemeen gewoon is te doen. Wer
ken van de Bock, ter Mculcn, holen, Van der
Weele, Van de Sande Bakhuizen, Bisschop ver.
rijken de schooue collectie onzer school. Mevrouw
Bilders vau Bosse is pittig met een vijver met
omliggend geboomte. Van Soest, die in het vorige
jaar naar München aan de Secession een goed
gezien watiriaiidschap stuurde, schenkt de verza
meling een voorj larslundschap, waarin hij met
talent het doorzichtige leutewaas, waarin de natuur
bij lentedagen prijkt, veraanschouwelijkt.
AVat zoude ik wenschen aan u even per telephoon
te kunnen vragen, of de opsomming der werken
uwer iandgeiiooten verveling veroorzaakt. Daar de
uitvindingen van dien aard deze uitbreiding echter
nog niet bereikten, staan wij, op het, gevaar van
u te verdrieten, nog een oogcublik bij de onzen
stil. Ik erken gaarne, dat het hart me daartoe
dringt. Het was mij moeielijk Jsraels doek te
verlaten en eenige malen keerde ik weer naar de
inzendingen uit Nederland. Ik gluurde nogmaals
links, dau rechts, en omgekeerd. Want naast
Israels hangt een krachtige Mesdag, voor twee jareil
ontstaan, eii reehls op kiemen afstand een strand
gezicht van Jacob Maris.
Een paar wond.-rschooue schilderijen zijn ook die
der beide laatste genoemde kunstenaars, en onwille
keurig dringt, bij liet zicb verdiepen iu de drie doe
ken de vraag aan ons op, wie is grooter: Jsracls,
Mesdag, .lacob Maris. Het antwoord is gewis moeie
lijk. Door liet groote publiek wordt ongetwijfeld
de eerste het, best begrepen en gewaardeerd. Maris
geeft hier een schip te zien, dat op het droge lig
gende wordt gelost, een wagen met paard daar
naast, /onder eeiiige sentimentaliteit der
hollandsdie school onbekend , roept de meester ons
een van die oogenblikkcn der verlichting aan de
zee in de herinnering terug, waarop de teen-te
tinten liecrschcu. Maris bemint deze liehtvveikingen
en creëert Y.C met eeue gezond opgevatte weekheid,
waarvoor wij slechts in ouze beste oogeiibiikken
stemming hebben.!
En welke kracht, en diepte van toon bereikt
Mesmet haar bloemen aankwam.
Zonder een woord I,e spreken begonnen
de vrouwen, elk aau een ander eind van den
7iiuur, haar bloempotten te rangschikken en
kwamen zoo doende al dichter en dichter
naar elkaar toe. Plotseling gleed een pot
uit vrouw Morvaud's handen en rolde naar
vrouw Gagnard, die hem nog ter rechter tijd
kon opvangen.
»Dank u!' zei vrouw Morvaud.
»'t Yereischt geen dank!" antwoordde
vrouw Gagnard.
Dat was droog, maar beleefd. Zij konden
natuurlijk eikaars bloemen niet op n plaats
neerzetten, maar moesten al dichter en dichter
bij elkaar komen. Zwijgend werkten de twee
vrouwen door, toen twee geraniumstruiken
elkaar ontmoetten en hun kleurige kroontjes
bijeen staken, hetgeen niet zonder een regen
van bloemblaadjes geschiedde. Schielijk
werden /ij gescheiden, en de eene maakte
plaats voor de andere.
»Neen, neen," zei vrouw Gagnard.
»Jawel, zet uw pot daar gerust neer," ant
woordde vrouw Morvaud, want zij had van
haar vijandin den laatsten dienst genoten en
moest revanche nemen. Vrouw Gagnard gaf
toe, maar wreekte zich weer een oogen blik later.
sWat:-" vroeg zij op knorrigen toon. «Ver
stopt u je arme resida achter mijn groote
dahlia, waar geen zonnetje ooit kan komen'?
Daar gaat 't arme ding kapot.''
»'t Staat daar best."
»()ch wat, daar weet u niemandal van."
En met gewelddadige handen greep zij de
kleine resida en zette het potje op een mooi
zonnig plekje, heelemaal apart. Dat was een
signaal. De eene liet de beste plaatsen voor
de andere over en het scheen alsof al de
potten der eene naar den kant van de andere
verhuisden. En dat ging net zoo lang door,
totdat vrouw Gagnard met vochtige oogen