De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 27 september pagina 3

27 september 1896 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1005 DE AMSTERDAMMKR WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. kleinste bijzonderheden beschreven. Ook een stam boom van Haydn kan men in dit, werk vinden. Pohl zegt: Jeder Ritter, Graf und Fikst halt auf seinen Stanmbaum, warum nicht aucli tin. von Gott geadelter Künstler? Minder interessant is die echter dan bij Bach, Mozart of Weber, in wier geslacht tal van musici te vinden zijn. Behalve Haydn's broeders telt de familie Haydn geen musici onder hare leden en hoewel onder de Augsburger Mozart's meest met selaars en boekbinderste vinden zijn, is toch Leopold Mozart zulk eene belangwekkende figuur, dat daardoor diens stamboom meer betcekenis krijgt. Leopold was eenigen tijd zanger in twee kloos terkoren en kon later als degelijk organist optre den. Zijne ouders hadden geen middelen om hem te laten studeeren, doch zijn Taufpathe, de canonicus Georg Grubher, schijut zich zeer voor zijne studie geïnteresseerd te hebben. Daardoor was het Leopold ook wellicht mogelijk op ISjarigen leeftijd zijn geluk te gaan beproeven te Salzburg, waar veel kerken waren ; waar hij in de muzickkoren ook diensten kon bewijzen en waar hij zich verder kon ontwikkelen. Tevens studeerde hij aan de universi teit aldaar in de logika, voor welke studie hij in 1738 een openlijke bekroning verwierf. Doch laten wij nog een oogenblik bij Haydn stil blijven staan. Wij weten dat de sonatevorm, door Philipp Ernanuel Bach vastgesteld, grooten invloed op Haydn's composities uitoefende. Hoe ontstond die vorm ? Het antwoord kan luiden : Door de samenwer king van het Italiaansche concert, van den dans (in de Suite toen reeds lang tot groote ontwik keling gebracht) en de Italiaansche aria. Met de oudere Italiaansche vioolsonate staat de latere in geen direct verband, noch veel minder met de klaviersonaten van Scarlatti. De eerste satz van de sonate heeft dadelijk de grootste beteekenis gekregen. De liondo-vorm, zoo vaak voor de Finale van eene sonate gebruikt, komt eigenlijk pas bij Beethoven tot zijn volle recht. Die vorm werd in de l Se eeuw zeer ver onachtzaamd, hoewel Philipp Emauuel Bach daar aan in zelfstandige stukken groote beteekenis gaf. Ook stamt de Adagio-vorm bij Emanuel Bach niet van het lied af. Die is meer te beschouwen als eer e overbrenging van het concert-adagio op het klavier, terwijl tevens de opera-zang uit dien tijd daarop invloed heeft uitgeoefend. Zonder eene vergelijking met de vormen van den solozang komt men trouwens niet tot een juist begrip van de instrumentale vormen uit dien tijd. Zooals inen weet, weid aan de fantasie vanden speler altijd Benige ruimte gelaten. Bij de herha lingen van de deelen van een satz (wie helpt ons eindelijk eens aan een goed Nederlandsch woord voor satz r) improviseerde de speler altijd op het gegeven onderwerp en vooral een adagio werd met tal van versieringen en arabeskeu voorzien. (O. a. was Viotti bij de voordracht van zijne vioolconcerten gewoon de adagio's zeer te illustreereu). Daarmede is tevens ook de gewoonte verklaard niet alleen het eerste deel, doch alle deelen te laten herhalen. Het denkbeeld dus alleen het eerste deel van een satz te herhalen ten einde den hoor der beter voor de doorwerking van de twee hoofd thema's te prepareeren, is eerst van later tijd. Duitsche en Italiaansche invloed hebben bij de vaststelling van den sonate-vorm samengewerkt, doch niet wat de dansvormen betreft, die, dank zij vooral Joh. Seb. Bach, met recht Duitsch ge noemd mogen worden. In harmonisch opzicht is de sonate echt Duitsch, want de Italiaansche instrumentale muziek berust geheel op het melodische spel van de viool en de Duitsche op het harmonische spel van het klavier en het orgel. Deze vorm nam Haydn aan en ontwikkelde die. Pohl zegt dat Haydn hoewel hij van de klaviersonates van Bach de eerste krachtige impulsie heeft gekregen zich toch als klavierspeler on eindig langzamer ontwikkelde dan als componist lllllllllllmlIIIUUIHIIfl'HMIHIIItlmlIIBIIIIHII Naar het Fransch van JULES KENARD. (Slot). IV. De onderhandelingen werden gerekt, want Theodule Gagnard was wel geen d warsdrijver, ma ,r hij had de gewoonte om te zeggen: ^>Dat zit nog." Deelde men hem mede, dat 't prachtig weder was, dan gaf hij ten antwoord: »Dat zit nog." Dien tengevolge was het moeielijker het plan voor den muur vast te stellen, dan hem op te trekken. Om te beginnen sloeg I'hilip zulk een laag muurtje voor, dat een kip er overheen had kunnen springen en iedere steen rneer scheen hem onder hevige pijnen te worden afgeperst. »Laten we den muur een meter hoog maken en daarmee uit," zei Theodule. »Dan slaan ze elkaar er overheen om de ooren," zei Philip. »Dan nog een laag er op," besloot Theodule. »Zullen we kalk nemen ?" »Och, we zouden mij dunkt met een lossen muur kunnen volstaan." »Dan duwen onze vrouwen hem met de schouders omver," zei Philip. Theodule liet het hoofd zinken en zei min of meer gluipend : »Jou vrouw is op 't idee gekomen, 't Is dus mijns inziens billijk dat jij de kosten draagt." van kwartetten en symphonieën, want dat tot 1706 slechts klavierstukken van zijn hand verschenen waren die vrij onbelangrijk zijn, doch dat hij de vormen van de sonate op het kwartet en de symphonie heeft overgedragen. Spitta merkt echter terecht op dat het niet de klaviermuziek op zich zelf was, die Haydn zoozeer aantrok in Bach, doch wel de muzikale gedachte en de bouw van diens muziek. Bij Haydn kan men zelfs in zijne beste klavier sonaten niet, zooals bij Mozart, gevoelen dat die muziek bepaald voor het klavier gedacht is. Het was echter in htt begin vooral de muziek van de cSpeellieden uit het volk" die Haydn krachtig aantrok en het is die //Volksthüiiliclie" muziek, die hij met de hoogere kunst in betrekking heeft gebracht. Die muziek staat tegenover hetgeen de Italianen Musica, di Camera noemen. De titel: Kamermuziik geeft slechts zwak de beteekenis terug. Het was niet wat de Duitschers //Hausmui-ik" noemen. Het was de muziek i» de groote aristocratische kringen uitgevoerd, waartegenover de Duitsche Spielmann's-Musik stond, die haar terrein op den da> svloer of in de straten en op de pleinen had. Deze laatste muziek bestond, behalve uit dansen, ook uit stukken in uitgebreider vorm. De namen Serenata en IJ-irertimento bewijzen echter dat hier ook Italiaansche invloed in het spel was. Het woord Cassation waarvan Haydn's kwartetmuziek is uitgegaan (hij noemde zijn eerste kwar tetten aldus) komt van Gasse. G-assatiin loopen, wil zeggen dat de studenten om de schoone meisjes uit de stad met mu/.iek te verrassen door de stra ten trokken. In de vrijheid van opvolging der deelen uit Haydn's Divertimcnti en (.'assationen blijkt dat hij geheel in den vorm van die stukkeu bleef, waar van het, aantal en htt karakter der deelen niet was voorgeschrcvenDe bezetting van de ('(tsnalioii bestond niet alleen uit strijkinstrumenten, er waren ook bla zers bij. Dat, de partijen der strijkinstrijmenten nooit, verdubbeld werden, mag niet, geheel als bewijs gel den dat men toen een anderen smaak voor samenklank had dan thans, nu men liefst sterker be zetting van die grot-p wensclit, want de houten blaasinstrumenten waren toen zwakker van klank (vooral de oude fagot, die bovendien zeer lastig te behandelen was). Beethoven'» Kejtliior en Schubert's Oetcl kunnen als CtisfiationeH beschouwd worden. Doch wat, den vorm betreft heeft Haydn den invloed van de J\[ns'iea di Camera ondergaan, hoewel hij zeer boos was wanneer men zeide dat, hij ecu navolger van Sammartini was (dien hij een //Schmierer" noemde,) Dit, was dan ook niet, billijk, want het betreft alleen de vorm iu vier deeleu. Vau Haydn kan men zeggen dat. hij op heerlijke wijze de vormen van de duitsche <Sy/<W«(fi/utV Jfiisi/c en die van de KlariiTsonale iu harmonisch verband heeft, gebracht, en die bij de duitsche HUHSninsik heeft binnengeleid. Over de Kijmi>ltonie hoop ik later iets te schrijven. VAX MiLLuaix. j April a.s. (1897) de Fidelio als volledige drama tische opvoering. Aan de nauwgezette uitvoering dezer werken, onder leiding van Mr. Viotta, wil men ze zooveel mogelijk doen beantwoorden aan de eischen die in de hoofdstad aan de kunst worden ge steld, zijn noodzakelijkerwijze hooge kosten veri bonden. Excelsior heeft dus gemeend eene geheel an1 dere verdeeling der contributie te moeten maken dan de tot dusver geldende gelijkmatige jaarlijksche bijdrage. Rekening houdende met het betrek kelijk beperkte aantal beschikbare zitplaatsen in den nieuwen Schouwburg, maar niet minder met het feit dat de werkelijke waarde dier plaatsen, al naar de ligging recht tegenover het tooneel i of langs de zijwanden, zeer verschillend is, zal | de jaarlijksche bijdrage afhankelijk gesteld worden l van de waarde die men aan die verschillende | plaatsen mag toekennen. ! De toegezonden inteekenbiljetten worden voor l l October ingewacht bij den secretaris W. J. Viotta, Van liaerlestraat 4(5. Deze interessante uitvoeringen worden zeer in de aandacht aanbevolen. Der Bettelstudent. Voor een goedbezette zaal heeft de heer Saai born met bovenstaand werk zijn Operette i:n ()i>era Gczelschdji bij het publiek geïntroduceerd. De aanwezigen waren zeer opgetogen en juich ten de vertolkers meermalen met geestdrift toe. A"a de eerste acte werden de heer Saalborn en de kapelmeester de heer J. A. Kwast ten tooneele geroepen. Leider en orkest gave het gewenschte entrain aan deze voorstelling en op het tooneel werd los en levendig gespeeld en met toewijding gezongen. Cendrillon. Nu de Opéra- Comique weer heropend is, zal men spoedig een begin maken met do lezing van Cendrillun. de Opéra Kéerie van de heeren Massenet en Caïn waarin de begaafde zangeres Mlle Delna de titel rol zal vervullen. Spoedig zal ook J)on Juan in de Op raComiijue worden opgevoerd met den beroemden zanger Maurel in de titelrol. De Zangvereeniging Excelsior". Het bestuur van «Excelsior" is voornemens voor het komende seizoen een uitgebreider plan van werkzaamheid te ontwikkelen en behalve een werk in concertvorm ook eene dramatische uit voering te geven. Heeft «Excelsior" sedert den brand van den ouden Schouwburg, voor hare uitvoeringen gebruik gemaakt van het Concert gebouw, om een dramatisch werk ten gehoore te brengen, zal zij tot den thans herbouwden Stads-Schouwburg terugkeeren. Het ontworpen plan nu omvat de beide volgende werken : op .'! December a.s. het grootste deel van elk der .'! bedrijven van I'arxi/'al in concertvorm en op '2~2 »0ude vriend", antwoordde Philip en maakte een gebaar, eerst alsof hij iets, den muur misschien, van de aarde wegvaagde en toen, alsof hij iets ten hemel slingerde. Dit be duidde ongetwijfeld : »Als dat het geval is, dan mag mijn vrouw de jouwe naar harte lust braden en in snippertjes scheuren". Theodule was niet, eigenzinnig en verlangde alleen, dat er een contract werd opgemaakt. Natuurlijk zouden zij den muur zelf bouwen. Dat was goedkooper en de muur werd in elk geval mooier. Elk gaf den andere zijn zin en dat stemde hen week. Zij waren on troostbaar, dat hun vriendschap bedreigd werd, want ook vrouw Gagnard had tegen haar Theodule gezegd : »Je zult me pleizier doen, met op staanden voet ruzie met haar man te zoeken, niet waar ? »Dat is het ongeluk," zei Pnilip. Geen van beiden wilde van een vriend schapsbreuk weten. Beiden hadden zitting in den gemeenteraad en stemden sleeds met, elkaar en ofschoon de eene groot en de andere klein was, achtten zij elkander even hoog. Zij spraken af, zich boos te houden en elkaar heimelijk te ontmoeten. De eene zou even met, het hoofd knikken, de andere zou dien wenk begrijpen en dan zouden zij elkaar in de achterkamer van de herberg treffen. Die uitweg troostte hen en beiden riepen : »Aan 't werk !'' Bij het werk hielpen de vrouwen dapper mee. Zij presideerden bij het af bakenen der bouwlijn en maakten zich verder verdien stelijk. Vrouw Morvaud reikte haar echtge noot den vollen kalkbak toe en zei: »Daar, Phlip". En vrouw Gaguard droeg een baksteen aan en zei: »Daar, Theo". De kunsttentoonstellingen te Mnucnen, Dat moet ik u even vertellen, hoe men aan de Isar v uu onzen Israels geniet, alwaar hij meteen klein werk, firoiiliii'H'ili'i'n Trouxl vertegenwoordigd is. Het schilderij kwam uit Engeland naar de tentoon stelling der Secession en werd door de koninklijke Pinakothck voor -.'(KjOO mark aangekocht, liet doek is omstreeks ]SVJ ontstaan, in die periode van Jsrails ontwikkeling, toen het den merster nog bi'UisUe ook in het schilderwerk niet minder groot te zijn dan in de intimiteit van het tafereel. Want hoezeer wij don vertolker der intiemste aan doeningen ook bewonderen, erkennen wij, dat meerdere zijner doeken uit den laatsten tijd bijv. het grootsche schilderij J><- (m/w/iw/crx, in 't, buitenland voor het eerst te Parijs in ]SM), nu te Berlijn tentoongesteld , in de techniek zwak ker zijn dan het s'-hildriijijc, dat bij de wa'irdcvolle koninklijke collectie te Minieren zal ingelijfd Zij spraken hun mannen erg lief toe, om elkaar wederkeerig te toonen, hoe gelukkig hun huiselijk leven was en elk dacht in stilte : >,Xu zie je eens, hoe gelukkig mijn man met me is en ilat bewijst, dat, jij van ons tweeen de onverdraagzaamste bent en schuld aan de oneenigheid hebt. Bovendien volgden zij den drang, om zich bij een ander aan te sluiten, zooals in den regel gebeurt, als men een vriend laat loopen. Bij die liefkozingen hadden Morvaud en Gagnard niet de kracht hun vrouwen weg te jagen en waren zóó verward, dat zij zelfs de kosten van de kalk vergaten. Zij werkten drie dagen lang. Toen op den derden dag alles was afgeloopen en de beloon'mg verdiend was, gaf Pnilip Morvaud het afgesproken teeken ; Theodule Gagnard knipte met de oogen en (oen sloop de een na den ander heen. Zoodra zij weg waren, wilden de twee vijandinnen bezit van den muur riemen. Vrouw Morvaud zette er haar keukentrap tegen om een kleine verkenning te doen en in hetzelfde o.igenblik dat haar hoofd boven den muur verscheen, vertoonde zich vrouw Gaguards muts aan de andere zijde. Dit vonden zij onaangenaam, maar beiden hielden niettemin stand, want zij waren beiden van haar goed recht overtuigd. Philip en Theodule hadden den muur van boven netjes glad en effen gemaakt en dit bracht vrouw Morvaud op het idee er haar bloem potten op te zetten, om voortaan, inplaats van het gehate gezicht harer buurvrouw, rozen en anjclieren voor zich te hebben. Dit was een goed denkbeeld en beviel vrouw Gagnard zóó best, dat zij al spoedig haar buurvrouws voorbeeld navolgde en eveneens worden. In Grootmoeders troost echter is alles van distinktie inhoud en voordracht. Welk eene waardigheid heerscht in de tinten, waarmede de meester het schemerende licht, waarin het ver trek gedompeld is, creëert, welk eene verzadigd heid en diepte der bruiugouden nuancen des bodems en van het houten bed, waarin de arme grootmoeder rust! Wij genieten niet minder van de houding en van den blik der oude vrouw, die het hoofd ietwat naar links draait naar het kleine meisje, dat, zittende op een stoel naast het bed haar uit ecu groot boek voorleest, dan van de kleuren. De stemming van het geheel doet aan Reinbrandt deuken, en de bruiugouden tiuteti aau die, waarin een Frans Hals zich gaarne uitdrnktr. Gelukkig een volk, dat in ouze woelige eeuw, een kunstenaar als Jozef Israels tot de zijnen rekent! Zeventien hollandsche kunstenaars stellen 27 werken ttu toon, die allo zeer schoon zijn; iniddelmatigs is niet ingezonden. Gabriel prijkt, met twee kleine doeken, eene vaait in de duinstreek en eene eenzame pias met, molen; beide lij u van opvatting en uitvoering. Willem Maris geeft eenige eenden te zien, frisch en krachtig in toon. Van der Waay zendt vier doeken in, o.a. eene audiëntie in het paleis te Amsterdam. Bastert is met een groot land schap, met vaart en daaraan liggende boerenwonin gen vertegenwoordigd, iets meer afgewerkt dau de schilder dir, in 't algemeen gewoon is te doen. Wer ken van de Bock, ter Mculcn, holen, Van der Weele, Van de Sande Bakhuizen, Bisschop ver. rijken de schooue collectie onzer school. Mevrouw Bilders vau Bosse is pittig met een vijver met omliggend geboomte. Van Soest, die in het vorige jaar naar München aan de Secession een goed gezien watiriaiidschap stuurde, schenkt de verza meling een voorj larslundschap, waarin hij met talent het doorzichtige leutewaas, waarin de natuur bij lentedagen prijkt, veraanschouwelijkt. AVat zoude ik wenschen aan u even per telephoon te kunnen vragen, of de opsomming der werken uwer iandgeiiooten verveling veroorzaakt. Daar de uitvindingen van dien aard deze uitbreiding echter nog niet bereikten, staan wij, op het, gevaar van u te verdrieten, nog een oogcublik bij de onzen stil. Ik erken gaarne, dat het hart me daartoe dringt. Het was mij moeielijk Jsraels doek te verlaten en eenige malen keerde ik weer naar de inzendingen uit Nederland. Ik gluurde nogmaals links, dau rechts, en omgekeerd. Want naast Israels hangt een krachtige Mesdag, voor twee jareil ontstaan, eii reehls op kiemen afstand een strand gezicht van Jacob Maris. Een paar wond.-rschooue schilderijen zijn ook die der beide laatste genoemde kunstenaars, en onwille keurig dringt, bij liet zicb verdiepen iu de drie doe ken de vraag aan ons op, wie is grooter: Jsracls, Mesdag, .lacob Maris. Het antwoord is gewis moeie lijk. Door liet groote publiek wordt ongetwijfeld de eerste het, best begrepen en gewaardeerd. Maris geeft hier een schip te zien, dat op het droge lig gende wordt gelost, een wagen met paard daar naast, /onder eeiiige sentimentaliteit der hollandsdie school onbekend , roept de meester ons een van die oogenblikkcn der verlichting aan de zee in de herinnering terug, waarop de teen-te tinten liecrschcu. Maris bemint deze liehtvveikingen en creëert Y.C met eeue gezond opgevatte weekheid, waarvoor wij slechts in ouze beste oogeiibiikken stemming hebben.! En welke kracht, en diepte van toon bereikt Mesmet haar bloemen aankwam. Zonder een woord I,e spreken begonnen de vrouwen, elk aau een ander eind van den 7iiuur, haar bloempotten te rangschikken en kwamen zoo doende al dichter en dichter naar elkaar toe. Plotseling gleed een pot uit vrouw Morvaud's handen en rolde naar vrouw Gagnard, die hem nog ter rechter tijd kon opvangen. »Dank u!' zei vrouw Morvaud. »'t Yereischt geen dank!" antwoordde vrouw Gagnard. Dat was droog, maar beleefd. Zij konden natuurlijk eikaars bloemen niet op n plaats neerzetten, maar moesten al dichter en dichter bij elkaar komen. Zwijgend werkten de twee vrouwen door, toen twee geraniumstruiken elkaar ontmoetten en hun kleurige kroontjes bijeen staken, hetgeen niet zonder een regen van bloemblaadjes geschiedde. Schielijk werden /ij gescheiden, en de eene maakte plaats voor de andere. »Neen, neen," zei vrouw Gagnard. »Jawel, zet uw pot daar gerust neer," ant woordde vrouw Morvaud, want zij had van haar vijandin den laatsten dienst genoten en moest revanche nemen. Vrouw Gagnard gaf toe, maar wreekte zich weer een oogen blik later. sWat:-" vroeg zij op knorrigen toon. «Ver stopt u je arme resida achter mijn groote dahlia, waar geen zonnetje ooit kan komen'? Daar gaat 't arme ding kapot.'' »'t Staat daar best." »()ch wat, daar weet u niemandal van." En met gewelddadige handen greep zij de kleine resida en zette het potje op een mooi zonnig plekje, heelemaal apart. Dat was een signaal. De eene liet de beste plaatsen voor de andere over en het scheen alsof al de potten der eene naar den kant van de andere verhuisden. En dat ging net zoo lang door, totdat vrouw Gagnard met vochtige oogen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl