Historisch Archief 1877-1940
No.1006
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjg.
?l
Het Congres te Berlijn.
Het Vrouwencongres te Berlijn heeft als
offlcieele talen Duitsch, Fransch, Engelsch en
Italiaansch. Duitsch werd ook gesproken door Mevr.
Melik uit den Kaukasus, Mej. Haighton uit Am
sterdam, miss Routledge uit Engeland en de
Hongaarsche dames: Baronnes Gripenberg uit
Finland, hield Maandag een interessante speech
in het Engelsch over de vrouwenbeweging in
haar land ; zij vindt er vooral in de lagere klassen
bijval zonder daarom nog socialistisch te zijn.
Portugal schijnt volgens het rapport van Mevr.
de Vasconcellos, nog by'na middeleeuwsch te zy'n
ten opzichte van de ontwikkeling der vrouw.
Maandag is er verder vooral over onderwijs op
de lagere en een deel der middelbare school ge
sproken.
Dinsdag was de groote vraag van het
«meisjesgymnasium" of »de meisjes op het gymnasium"
aan de orde, in verband met hare verdere toela
ting tot de universiteiten, en men vergeleek de
tot dusverre behaalde overwinningen in verschil
lende landen met het weinige wat nog in D
itschland zelf verkregen was. Een interessante bij
drage leverde hier Mevr. Krajewska, die sedert
drie jaren dokteres in Bosniëis, als ambtenaar
van de Oostenrijksche regeering. Zij draagt ook
een soort uniform, zwarte jaquette met rooden
kraag en drie paar gouden sterretjes. Zij heeft
hetzelfde traktement als een aangesteld dokter
en ofschoon zij voornamelijk ten dienste van de j
mahomedaansche vrouwen er heen gezonden is,
behandelt zij ook mannen. Zij gaf curieuse bij
zonderheden over de levenswijs en den gezond
heidstoestand der Bosnische vrouwen, die tot
nog toe van alle medische hulp verstoken waren,
door een aantal ziekten, gevolgen van onwetend
heid en verwaarloozing, geteisterd werden, en
misbruik maakten van tabak en koffie. Uit
harems en hutten vertelde zij allerlei bijzonder
heden die bewezen, hoe ver men er ten achteren
was.
Woensdag behandelde het Congres den toestand
der vrouw in handel en industrie ; vakscholen ;
vakvereenigingen van vrouwen; dus de sociale
quaestie. Hier omtrent was het Duitsche comit
in tweeën gedeeld; Mevr. Lina Morgenstern is
bourgeoise, mevrouw Cauer, die met haar het
bestuur deelt, is meer socialistisch. De voor
naamste voordrachten waren die van Mevr
Schlesinger-Eckstein uit Weenen, die over de uitkom
sten eener arbeids-enquête aldaar sprak, vooral
over het lot der arbeidsters in steenbakkerijen;
miss Florence Routledge, over den toestand der
arbeidsters in Engeland, waarvan duizenden steeds
op de grens van verhongeren zyn.
Daarna kwam Mevr. Braun, de socialiste. Eerst
hadden de socialistische vrouwen in Duitschland,
de dames Zethin, Ihrer, Bader, enz. bedankt
voor het congres ; toen hebben zij een gedele
geerde gezonden, Mevr. Braun, een zeer goede
spreekster, jong, elegant, scherp en vol vuur.
De presidente heeft haar, ofschoon zij op
zettelijk spottend en beleedigend was voor het
comité, met de meeste hoffelijkheid het woord
gelaten en ten slotte gezegd, dat het beste ant
woord op Mevr. Braun's verwijten was, de orde
van werkzaamheden, waarin de sociale quaestie
was opgenomen.
Op Mevr. Braun volgde Mad. Montessori uit
Rome, die met het oog vooral op Italië, het on
derscheid tusschen de arbeidersvrouw en de
arbeidster wilde in 't oog houden. De laatste
komt in Italiëveel meer voor dan elders. Van
de 15% millioen arbeiders zijn er 6 millioen
vrouwen tegen 9 K mannen; haar arbeidsdag is
even lang als die der mannen, van 9 tot 18 uur,
en haar loon is de helft. Mej. Agnes Hermann
vertelde iets dergelijks van Berlijn;
allerverderfelijkst werkt daar de gewoonte, om de arbeidsters
maar voor een »saizoen" te engageeren ; zoodat
ze een half jaar leegloopen, schulden maken en
niet zeker zijn, dat ze een volgend seizoen weer
werk zullen vinden. Mad. Vincent gaf in een
zeer heldere en zeer toegejuichte rede een over
zicht van de Fransche arbeidstersvereenigingen ;
zy is afgevaardigd door vijf arbeidsters- en hon
derd arbeidersvereenigingen. Mevr. Dr. Daszynska
uit Polen behandelde met veel tact een eenigzins
moeielijk onderwerp de vrouwelijke overbevolking.
Woensdagavond had er in een der groote bier
lokalen een soort van concurreerende of
protesteerende vergadering plaats van de socialistische
voorvechters of »proletarierinnen"; zij hadden
ook de dames van het congres geinviteerd en
vele zijn er heen gegaan.
Donderdags was de clou der zitting een kort
verslag, vol feiten, van den onverschrokken
advokaat Mevr. Bieber?Böhni, uit Berly'n, die
de zedelijkheids-quaestie uit hygiënisch oogpunt
besprak ; maar de geheele dag was belangrijk, en
wanneer de uitgebreide verslagen komen, zal men
op de toen behandelde punten wel terugkomen.
Duitsche, Fransche, Russische en Italiaansche
spreeksters hadden het over de rechtspositie en den
socialen steun der vrouw. Het meest geavanceerd in
hare politieke eischen waren de Engelsche en
Amerikaansche dames; in haar land toch zijn vaak
de kerkelijke en hooge politieke autoriteiten
niet tegen deze eischen gekant.
De redevoeringen dien dag waren talrijk. Miss
Blackburn over stemrecht; mevr. Jeannette
Schwerin over staats-armen- en
weezenverpleging; Mevr. Prölsz weer over stemrecht; Mevr.
Raschke over de vrouw in Denemarken en in
Noorwegen, wat familiebezit en persoonlijk eigen
dom betrof; Mad. Popelin, van de Ligue beige
du droit des femmes, over het civiel recht der
vrouw in België; Dr. Montessori over de vrouw
in Italië; Mej. Haighton uit Amsterdam over den
politieken toestand der vrouw in Nederland.
's Avonds was er weer vergadering van de
socialistische vrouwen in een bierlokaal; zeer
vele van de congresleden waren er heengegaan,
en hoorden met belangstelling eene fanatieke
maar zeer welsprekende rede van Mevr. Zetkin
aan. Er waren meer dan 4000 toehoorderessen
en de orde was voorbeeldig.
De laatste dag was aan de r.esthetische be
langen en beschouwingen gewijd. Eene rede van
Mej. Menseh uit Darmstadt: »Wat hebben de
vrouwen van de moderne litteratuur te verwach
ten ?" werd in tegenstelling met de krachtige
woorden der vorige dagen nogal speculatief ge
vonden ; volkomen belachelijk maakte zich een
andere dame Gutbier uit Berlijn, die onder voor
wendsel van over »de Duitsche vrouw in poëzie
en kunst" te spreken, een aanprijzing van haar
eigen drama's, haar ȃleazar" die door de censuur
verboden was, en haar andere producten gaf.
Eenige sprekers, ook Mevr. Lina Morgenstern,
bespraken den vredebond ; Mevr. Dr. Schirmacher
las een haar gezonden groet uit Parijs voor, en
verzocht dat men wel zou opmerken hoe deze
vredegroet uit Frankrijk kwam.
In een uitmuntende slotrede recapituleerde mevr.
»Schulrath". Minna Cauer, die zich gedurende het
geheele congres door haar tact en activiteit onder
scheiden had, het door dit congres verkregene ;
zy' dankte het bestuur van Berly'n, dat door het
Raadhuis aftestaan, het streven der vrouwenbe
weging erkend had ; voorts mevr. Lina Morgen
stern, die het congres op touw gezet had, het
comité, de commissie, eindelijk de pers. In deze
rede werden ook nog de beschouwingen aange
geven die tot het afwijzen van resoluties en dis
cussies hadden geleid.
Aan
Mejuffrouw Loitisc Stratemts'
Omdat ik met uw streven voor de weezen
sympathiseer, vind ik het te betreuren, dat u in
uw artikel: »Voor de Weezen" later afbreekt
wat u in den aanvang opbouwt.
Nadat u hebt aangetoond hoe moeilijk het voor
de ziekelijke en zwakke weezen is, om, wanneer
zij genoodzaakt worden de wijde wereld in te
gaan, den strijd om het leven te beginnen, zegt u :
«Hieraan zou een voortdurend verblijf in de
buitenlucht veel kunnen veranderen. In alle
landen komt men meer en meer tot de ontdekking
dat het kind, even goed als de bloemen, de natuur
noodig heeft om tot vollen wasdom te komen".
Dit stem ik volgaarne toe.
Maar hoe is dit te rijmen met hetgeen later
volgt, waar u veronderstelt dat het weesbestuur
alle hinderpalen uit den weg ruimt, en de zieken
naar buiten stuurt, en waar u schrijft: »Dit ge
vaar is niet gering, weeskinderen behooren niet
tot een klasse, die zich dergelijke uitstapjes ver
oorloven kan, en wie (h' eiaclte» ra n een
medemensch rcrmecrtkrt, brengt iets tot ~ijn ongeluk toe."
Waarom dan geijverd voor meerdere eischen,
wanneer volgens u het ongeluk van den mede
mensen daardoor wordt vergroot V
In een ander verband zou voor deze stelling
wel iets te zeggen zijn.
Bv. Men heeft een zieke een geruimen tyd
de gelegenheid verschaft om de buitenlucht te
genieten; hij is daardoor herstellende geworden,
en keert na verloop van tijd, gezond en krachtig
in de stad terug, om daar in werkplaats of fabriek
zijn werkzaamheden te beginnen.
Hij kan zich dan voor een oogenblik zg. onge
lukkig gevoelen door die groote verandering, en
het gemis aan de vrije genieting van de buitenlucht.
Maar weegt dit op tegen het voordeel, dat hij
heeft behaald, om thans, krachtiger en gezonder
dan voorheen, beter den strijd om het bestaan
te aanvaarden en vol te houden ?
Neen, er kan niets gelukkiger voor hem zijn
dan, na geruimen tijd ziek te zijn geweest, zich
weer gezond te gevoelen, en bovendien kan hij
in andere omstandigheden dan vroeger, in dank
bare herinnering aan het buitenleven, trachten
nu en dan een uitstapje naar buiten te doen.
Ik geloof dan ook, Mejuffrouw, dat uwe be
wering onjuist is, en in strijd met uwe goede
bedoeling.
J. MKIJKK, Axx.
's-Grarenltaye, 17 Sept. '90.
Misschien heb ik mij onduidelyk uitgedrukt;
mijne bedoeling was een hlijrctul verblijf in de
buitenlucht te bevorderen.
L. STH.VTKM'Ï-,
Mode. Cornet.?llijivielcn. ]<ortitin
gemaal;!. Jl/c/x/Vx lectuur. Jl/i'sx
('reunie O'l'oinior. l''.en
rronifen?pa/eis. Recepten.
Het karakteristieke van de mode dezen winter,
althans wat de mantels betreft, zal de hoogte
van den kraag zijn, die tot ver over de ooren
zal opstaan. Het is verwonderlijk, dat hiertegen
nog geen krachtig doktersprotest is ingekomen ;
het is toch algemeen bekend, dat de hals en al
wat hij bergt, door te veel inbakeren verzwakt
wordt. Een consideratie die misschien nog meer
by de betrokken personen gelden zal, is dat de
hals ook zijn rondheid, zijn blankheid en schoon
heid verliest door al te warm inwikkelen.
De beste hooge kraag is dan nog, die men
kan omslaan, en ook deze komt op de platen
voor. Het model dat wij een vorige maal ver
meldden, lange bolero, kort huisje, min of meer
aansluitende jaquette, naar verkiezing, maar met
een cape-model als mouwen, vindt, meer en meer
bijval. Ook in de nieuwe bonten mantels ziet
men het Een variatie is dan nog : korte jacquette,
aansluitend, met heel hoogen kraag, maar
als mouwen twee wijde trechters, van boven
betrekkelyk nauw, geplooid, aan het ondereinde
heel wijd, en met zwaar bont omzoomd. Dit
ondereinde valt lang niet tot op den pols. Het
model lijkt ons alleen voor najaar geschikt; in
de winter zal het verbazend koud om de armen
zy'n.
De tours-de-cou van tulle van den zomer
zullen zeker in den winter gevolgd worden door
kleine boas; als overgang neemt men ruches
van lint, tulle en veeren dooreen. Men maakt
ze weer zonder einden, niet grooter dan de
wijdte van den hals; een aardige vinding is
daarbij, als het te warm weer is, de ruche open
te laten en met twee broches aan beide zijden
van den hals vast te steken; de mooie ruche
encadreert dan het hoofd als een kraag uit den
tijd van Catherina de Medicis.
* f
*
Het artikel in de Westminster Gazette over de
afschaffing van het corset heeft in Engeland sen
satie gemaakt; allerlei bladen bevatten er opmer
kingen over, uit hygiënisch of modieus oogpunt,
en zeggen nog eens, wat honderdmaal gezegd is.
Ons artikel, aan een Fransch blad ontleend,
heeft ook brieven uitgelokt, vooral met de be
wering, dat confectie-corsetten uit de mode
kunnen raken, maar corsets sur mesure nooit.
Men zendt ons uit den Haag met aanbeveling
voor de lezeressen het adres van eene gediplo
meerde firma, Maison Derwei, 14b Korte Hout
straat, waarvan de directrice, leerlinge der cole
professionelle te Pary's, eene verguld zilveren
medaille heeft verkregen op de Exposition du
travail aldaar, en eene gouden medaille op de
Exposition de l'hygiène de l'enfance. dit laatste
voor corsets orthopédiques. De firma werkt
intusschen niet enkel voor de gezondheid maar
ook voor de mode, getuige haar aankondiging
van corsets bals, chanteuse, amazone, bicycliste,
de eerste van heel dunne stof om geen milli
meter te verliezen, de laatste voor een deel van
elastiek weefsel.
A propos van bicyclisten zendt men ons twee j
aardige reclames voor de Hinde-rijwielen, liet
eene is een sprookje, de Legende run het deli/l',
waarin een 'eelijke prinses van de fee
Wieierwinde,, de godin der lichamelijke schoonheid,
een Hinde-rijwiel cadeau krijgt en dan mooi
en frisch wordt. Het andere is een stel plaatjes,
geteekend door onze medewerker W. O. J. N.,
waarin een Kngelschman aan een wilden
volksstam ontkomt door doodeenvoudig met zijn
llinderijwiel een peilloozen afgrond in te zweven en
voort te rijden alsof er niets gebeurd was.
*
Eene zangeres die in Frankrijk plotseling
fortuin heeft gemaakt, en naar men zegt, ten
volle een gelukkig lot verdiende, is Mlle Vialla,
eigenlijk llenriette Lavielle, te Bordeaux geboren.
/ij leefde daar in de treurigste omstandigheden
met hare moeder en zes broertjes en zusjes;
een meelijdend zangmeester hoorde dat zij een
aardige stem had en gaf' haar gratis les. llenriette
werkte heel hard, en wist door vlijt en talent
eene geachte positie in de zangwereld te krijgen
en hare familie er wat boven op te helpen. Zij
werd aan de opera te Verviers geëngageerd.
In haar verloftijd ontmoette zij te Royat een
grijsaard van 84 jaar ; zij was '20 jaar. Hij was
de baron Jonathan Auguste Sarget de la Fontaine,
drager van een ouden naam, volbloed royalist en
groot grondbezitter, vooral van kasteelen en
wijnbergen in de Gironde. Hij vroeg haar ten huwelyk
maar onder bedinging dat zij het tooneel zou
vaarwel zeggen; na eenigen stry'd nam zij aan,
en ontving op den morgen na haar huwelijk een
millioen contant en een landgoed van reusachtige
waarde, OhiXteau-Larose, het bekende merk. Hare
moeder kreeg ook tegelijk een kasteel.
De baron is nu gestorven, na vijf maanden
huwelijks, en de barones, die eene groote, heel
knappe vrouw is, bezit een vermogen van 28 ;\
30 millioen francs. Zij woont in een elegant
hütel in het Quartier Saint-Germain te Parijs.
* #
De Ilenie ]>onr les jeune» filles heeft bij hare
lezeressen in omvraag gebracht, wat voor lectuur
ze liefst wat meer in het blad zouden zien; het
feuilleton verlengd,wat meer politiek of iets anders?
De redactie heeft er plezier van gehad en ruim
zeshonderd brieven van jonge meisjes gekregen.
De uitslag schijnt haar te verwonderen en was
toch te voorzien. Als men weet wat voor romans
men in Frankrijk aan de jonge meisjes te slikken
geeft, hoe rose, hoe hemelsblauw, hoe vroom en
laf, kan men begrijpen dat bijna ieder van de
zeshonderd het zoutelooze feuilleton liever inge
kort dan verlengd zag. Uw novellen zijn voor kin
deren van tien jaar bestemd", schrijft ile een.
! >Uw feuilleton is het minste deel van uw blad"
schrijft een ander. >\\ sont gentils, tres gentils,
vos romans. Mais enfin les romans pour jeunes
lilles, c'est toujonrs la mrrne chose" is de uit
spraak van een derde.
Maar wat zouden zij in plaats willen hebben V
j De laatste schrijfster vraagt meer poëzie. «C'est
l si beau, la poésie, mais la vraie, en (lammee,
l vibrante. Tenez, c'est cela qui man que a votre
Jiei'iic, elle ne fait pas assez vibrer". Overigens
zijn de gevoelens heel verdeeld. Een veront
schuldigt zich dat ze van grappige verhalen
houdt, maar ze heeft, zooals uit andere brieven
blijkt, verscheidene geestverwanten, van verschil
lenden leeftijd. De meeste verder, naar mate ze
ouder worden, vragen meer geschiedenis, meer
politiek, meer wetenschap, maar ook eenige zijn
zoo oprecht om meer emotie te vragen. Voorts
vragen er gedenkschriften van beroemde mannen
en vrouwen, anderen vragen wat over marine en
oorlog, anderen het een en ander over den oor
sprong der staatsinstellingen
De redactrice, Mad. Arvède Barine, merkt in
haar verslag met eenige verwondering op, dat
de jonge dames niet om de poëzie van Stéphane
Mallarméof de decadenten vragen, wel om die
van Victor Hugo, de Musset, Lamartine, ook wel
om die van Yerlaine. Ook verlangt men zeer
naar Anatole France, Pierre Loti, Alphonse
Daudet en Jules Lemaltre. Genoemd worden
ook Ibsen, Bjiirnson, Schopenhauer, Tolstoï;ook
Flaubert; ook oude werken als La chanson\de
Eoland worden gevraagd.
Nog trof het de redactrice, dat de toon van
bijna al de brieven zoo ernstig is. Er waren
geen would-be geestige bij, geen sceptische of
blageerende; de meisjes schreven alle te goeder
trouw, met de bedoeling om zich eerlijk ver
staanbaar te maken; de correspondentie als
geheel maakte, op een paar brieven van al (te
naieve jonge gansjes na, een heel gunstigen indruk,
als het werk van ernstige, goedwillige en],vaak
heel verstandig redeneerende meisjes.
CliKfSIK O'OOXXOH.
Het portret op onze pagina is dat van miss
Creusie O'Connor. uit Wexford, leerlinge van de
St. Andrews-Universiteit te Edinburg, en in het
Convent of Notre Dame te Blackburn gepromo
veerd. De plechtigheid werd geleid door den
bisschop van Salt'ord; de jonge dame kreeg den
titel van »laterale in Arts", met het recht om
toga en baret te dragen. Het examen loopt over
Latijn, geologie, astronomie, aardrijkskunde,
Engelsch en aesthetica; in de drie laatstgenoemde
vakken verkreeg miss Creusie CH»I lande. Aan
het eind hield de gepromoveerde eene sierlijke
rede tot /.ijn Lordschap den bisschop om hem te
bedanken, en de bisschop antwoordde met eene
speech, waarin hot Convent van Blackburn, de
Universiteit van Edinburg en de jonge dame om
strijd geprezen werden.
* *
*
De tentoonstelling van vrouwelijke industrie
enz te Kopenhagen het vorige jaar gehouden,
had een vrij aanzienlijk batig slot opgeleverd.
Het comitéheeft besloten, dit te gebruiken tot
oprichting van een fonds voor een vrouwenpaleis.
Dezer (Jagen werd eene bestuursvergadering ge
houden, waarin de presidente, de schrijfster
mevr. Emma Gad. verdere plannen uiteenzette
om het fonds aan te vullen. Men wil eene
nationale inschrijving houden; wanneer al de
Deensche vrouwen een jaar lang 25 oere 's maands
geven, zou men eene som van ,'! a, 400,000 kronen
bijeenkrijgen, en dit zou voldoende zijn voor den
bouw. Verschillende aanzienlijke kooplieden heb
ben reeds groote bijdragen beloofd. Het vrouwen
paleis zal eene leeszaal, restaurant, bibliotheek
enz. bevatten, en ook woningen voor alleenstaande
vrouwen. Er zouden periodieke tentoonstellingen
van vrouwelijke handwerken, kunstwerken enz.
gehouden worden.
*
('i1ïoeiieii-coniL>ote. Men maakt wat
abrikozenof perzikencompote, heel gaar, bijna moes of
gelei. Dan schilt men twee of meer citroenen
tot dicht op het vleesch af; snijdt ze in schijven
en neemt er de pitten uit. Men laat de schijven
tien minuten koken in de gelei en dan bekoelen;
neemt ze uit de gelei en schikt ze in een
compotier, bestrooit ze dik met gezeefde suiker en
bedekt ze met gelei.
l.)riiiri'n,tt»-l>cf. Men drukt het sap uit de druiven,
giet het door een doek, voegt bij lederen halven
liter het sap van twee cbinaasappelen en een
citroen, en giet alles in de sorbetkroes, waar men
het als andere sorbets bewerkt. Suiker is daarbij
niet noodig; het druivensap is zoet genoeg.
l-ji</el*t'/i<: tuurt. Men wascht kersen, pruimen,
abrikozen, groote aalbessen of wat men wil,
neemt er de pitten niet uit, en legt de vruchten
in een vuurvasten schotel. Als deze vol is, of
zelf met een kop er op, bestrooit men de vruchten
dik met suiker, en bedekt ze met taartendeeg
(zoo eenvoudig als men wil) dat vooruit is
klaargemaakt. Men hecht dat met wat eierdooier
en melk vast aan den rand, verguldt ook het
deeg hiermede, en bakt de taart in den vorm of
liever met vuur onder en boven.
Kruiden. Ken aantal groene kruiden, peter
selie, kervel, pimpernel, waterkers, kan men zeer
goed bewaren, als men ze versch afplukt, schoon
maakt, wascht, in een doek afdroogt en zeer fijn
hakt, dan ze tusschen twee bladen papier in de
zon of bij een oven te drogen legt en ze dan
in papieren zakken doet die men dichtplakt. Als
men ze zal gebruiken moet men ze niet koken.
maar ze een paar minuten aan den damp van
warm water blootstellen.
E?e.