De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 11 oktober pagina 2

11 oktober 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.1007 stoffelijk geschenk, maar dat die hulde op eenigerlei wijae zoude kunnen ten goede komen aan de bevordering van een liefdadig doel. Volkomen duidelijk is ons deze mededeeling niet. Volstrekt duidelijk is, dat men ten Hove besloten heeft, geen kroningsgeschenk voor Wilhelmina te begeeren. . Wij zeggen ten Hove, daar het moeilijk is te denken, dat de jonge koningin zelf op IGjarigen leeftijd er vast van overtuigd zou zijn op ISjarigen leeftijd geen geschenk van de natie te willen aanvaar den. In elk geval achten wij dit besluit, door wie dan ook genomen, een verstandig besluit daar op de kroningsplechtigheid spoedig eene andere plechtigheid kan volgen, die niet minder tot het aanbieden van een geschenk uitlokt. Ook verstandig, omdat, indien H. M. de Regentes wél een geschenk wil aanvaarderhet n door het ander dan geen schade zal kunnen lijden. Of nu de Regentes zelve ook van het aan, vaarden van een geschenk afziet, is uit de slot-alinea van het communiquéniet met zekerheid af te leiden. Wil men doen weten, dat H.M. reeds dadelijk zóó noode aan den wensch der commissie heeft toegegeven, dat zij even als de Koningin toch liever in het geheel geen geschenk zou ontvangen, of heb ben die woorden deze beteekenis: geef mij desnoods een geschenk, maar dan een in geld, waarmede ik een liefdadig doel kan bevorderen ; ofschoon, dan zou het toch weder een stoffelijK geschenk zijn. Ons dunkt, zij die deze mededeeling in de wereld hebben gezonden, zijn niet bijzonder gelukkig in de keuze van hun woorden ge weest; ook doet het slot van dat communiqu denken aan een te groot gebrek aan takt. Het doel zou zijn der Regentes een huldeblijk aan te bieden. Welnu, daarvoor had men dan de bijdrage te vragen, en eenmaal wetende hoe groot het geheele bedrag zou zijn, het te besteden of het H. M. aan te bieden, in over eenstemming met de inlichtingen die men aangaande hare bedoelingen ontvangen had. Nu echter reeds twee jaren van te voren te adverteeren, de bijdragen ter huldiging van de Regentes zullen dienen voor een liefdadig doel dit ontneemt aan het huldebewijs zelf zijn eigenaardig karakter, daar de Regentes op deze wijs onmogelijk zal kunnen te weten komen, hoeveel men te harer eere geeft, en hoeveel om der liefdadigheids wille. Nu maakt men de zaak nog erger door in die slot-alinea te schrijven: liet is bekend dat H. M. de Regentes slechts toegaf aan het denkbeeld in het jaar 1898 een huldeblijk te aanvaarden, onder voorbehoud, dat de haar te brengen hulde zoude kunnen ten goede komen aan de bevordering van een lieidadig doel". Hiervan was tot dusverre niets bekend. Het behoorde ook l hans niet bekend te worden .... En ware het bekend geweest, dan zou men het nu niet nog eens bekend maken ! Waarlijk een linkscher commissie, dan die waarvan de heer Heemskerk, met zijn bekende twee linkerhanden, voorzitter is heeft er zelden bestaan. Had zij niet beter gedaan met zich geheel naar ons advies te voegen, door zichzelf voor goed op te bergen, zoodat zij verdwenen was, vóór zij nog andere fouten had kunnen voegen, bij die, waardoor hare samenstelling en haar zoo ontijdig optreden zich kenmerken ? Een Averechlsch Plan. (Een iroordje aan 't adres van den heer 11. Mr.telerkamp). Het jongst verschenen nr. van de Wereld kroniek doorbladerende, viel hoe zou 't anders kunnen? aanstonds mijn oog op de afbeelding van het monument o/> den Dam en tegelijk was ik aan 't lezen van den tekst van de hand des heeren R. Metelerkamp. Z.Ed. herinnert 't is dezer dagen al meer gedaan aan ?t veertigjarig bestaan van het monument, dat in herinnering moest doen voortleven dagen van geestdrift en daden van trouw: geestdrift voor een heilige zaak, trouw aan een heerlijk beginsel. Naar aanleiding van dit 40-jarig jubil oppert de geachte schrijver een zeker plan, waarvan ik nog niet met mijzelf eens ben welk adjectief ik er naast zetten zal. Het is ook den heer M. niet ontgaan, dat het oude gedenkteeken, uit aesthetisch oogpunt beschouwd, zich niet meer in de sympathie zijner landgenooten mag verheugen. 'Welnu, wat belet der Nederlandsche natie om't oude monument op te ruimen, en er een nieuw voor in de plaats te stellen", vraagt hij, en gaat dan voort met te betoogen, hoe gemakkelijk het is eene commissie te doen vormen, die met eenige inschrijvingsbiljetten de noodige fondsen wel zal samen brengen om dan in korten tijd de geheele zaak in orde te maken. En »als dan over ee-nigen tijd dat nieuwe moHument onthuld wordt, wrelk een prachtige gelegenheid zal die onthulling dan aanbieden om aan de veteranen van 1830 een nationale hulde te bewijzen!"' Tot zoover de schrijver, op wiens welgemeend woord een nalezing niet achterwege mag blijven. Er zullen ik cursiveer nu fondsen genoeg worden bijeen gebracht, en : wat zou die hulde aan die ouden van dagen goed doen aan 't hart! Met warme sympathie druk ik de hand van den rechtschapen zoon, die weet te eeren de nagedachtenis zijns vaders, die ook eens be hoorde tot de orde van 't Metalen Kruis.... maar, in de eerste plaats, waarde heer, zijt gij een vreemdeling in Jeruzalem, dat gij niet weet van de dingen, die geschied zijn? En dan, wat zijt gij een idealist! Gelooft gij, dat maar zoo dadelijk de noodige fondsen bijeen zullen zijn voor de oprichting van een nieuw monument, waar nog jaarlijks gebedeld, en altijd meer gebedeld moet worden voor die ouden van dagen, aan wier geestdrift en aan wier trouw dat monument de herinnering be waart ? Maar al zou dit ook alles zijn, gelijk gij het u voorstelt och, laten wij over de restauratie van dat gedenkteeken later maar eens praten eerst dient gehandeld in de zaak, die door u in de laatste plaats aan de orde wordt gesteld. Weet gij niet, dat over eenigen tijd" als uw monument gereed zou zijn, onze veteranen tot hun vaderen ver zameld zullen wezen! Denk eens aan, de zuil op den Dam schrijft 5 Oct. 1830, en wij schrij ven GG jaren later. De Benjamin der Oudjes vierde l Sept. j.l. zijn SOsten verjaardag! Neen, laat die Vrouwe op den Dam voorloopig maar staan zooals zij staat haar uiterlijk schoon moge ons niet meer bekoren, wij hebben haar toch nog lief om haar afkomst en wilt gij iets doen, eerende de nagedachtenis uws vaders, verhef dan met andren en wij uw stem, opdat alsnog aan onze mannen van '30 gegeven worde de eer die hun toekomt. Geen bedelbrok en dan nog wel zoo karig 1) hebben zij verdiend, maar wel naar 't voorbeeld van Belgiëeen staatspensioen, groot genoeg om geen armoede te moeten lijden. Z. E. de Minister zou, als ik 't wel heb, destijds een onderzoek doen instellen naar de te lang vergeten helden. Of dat onderzoek al heelt plaats gehad en wat het aan 't licht heeft gebracht? Wie weet welke verrassing ons straks bij de voort gezette behandeling der begrooting wacht! Weet u intusschen iets in 't belang der oudjes te doen, wacht niet op het nieuwe monument, evenmin als op de afhandeling der begrooting. Allermeest ook hier geldt: »al wat gij doet, doe het haastiglijk.'' GIIOOTIIUIXKN (N.-H.), Oct. '<J(i. F. W. DIU.TVKI;. 1) 't Xicincs i'fin /Jen J)nr/ wist dezer dagen o.a. no.ir te vermelden, dat de Oudjes, dank /ij de lietdevolle en onbaatzuchtige bemoeiingen van »Trouw aan Koning en Vaderland," naar gelang hunner omstandigheden, nu f 1.?of/ l.öo per week krijgen! Marianne en Nicolaas. Georg Brandes, de welbekende Deensclie aertheticus, vertelt in de -te Weenen ver schijnende Ze. 11 het een en ander over de Russische censuur in Polen. Alle couranten moeten, voor zij worden afgedrukt, in proefbladen aan de autoriteiten worden voorgelegd. Daarom zijn bijna alle artikelen, waarin wer kelijk iet? wordt gezegd, zoo geschreven, dat men ze bij de eerste lezing niet begrijpt. De bewoordingen zijn abstract, onbepaald, dubbel zinnig. Het lezend publiek is er sedert lang aan gewend, tusschen do regels te lezen. Bijna allo feuilletons zijn allegorieën en druk ken iets geheel andeis uit dan zij schijnen te zeggen. Daar woorden als rrijluid en vaderland altijd verboden /ijn, is het begrij pelijk, dat men hierover omschrijvingen noodig heeft. Te vier uur komen de door de censuur gecorrigeerde proef bladen bij de mlactiën terug. Het doorgeschrapte moet worden ver vangen door reserve-artikelen, die men vooraf dorr de censuur heeft laten goedkeuren en als vulstukken in voorraad houdt. Het is te begrijpen, dat de boeken, die in het land uitkomen, eveneens met de uiterste gestreng heid worden onderzocht. Zelfs de klassieken der oudheid ontgaan dit lot niet. De Latijnsche versregel ive Itntco renxores fulurox werd geschrapt: men meende daarin te lezen: »ik ben niet bang voor de censoren der toekomst,'' ofschoon de dichter natuurlijk bedoelde: ^>ik ben niet bang voor het oordcel der toekomst." In een drama, dat het verleden van Polen behandelt,schrapte men voor den naam Jagidio de woorden: «Koning van Polen" en verving die door «hertog," ofschoon er nooit hertogen van Polen zijn geweest. Zelfs de kookboeken worden zoo kleingeestig nageplozen, dat men onlangs in zulk een werkje de uitdrukking: »op een zacht vuur koken" schrapte, omdat die, in het Poolsch, letterlijk luidde: ->over een c r ij vuur." Brandes wilde te NVarschau voorlezingen houden over Poolsche literatuur en moest eerst zijne manuscripten aan het oordeel der censuur onderwerpen. Geheele bladzijden werden geschrapt; het citaat van Schiller ?»der Lebende hat Recht" had geen genade gevonden ; de woorden résignation et tristesse, waarmede de Poolsche literatuur werd ge kenschetst, mochten evenmin blijven staan. Deze censuur-staaltjes dagteekenen niet uit den tijd, toen Charles FJoquet te Parijs den grootvader van den tegenwoordigen czar zijn »Vive la Pologne, Monsieur,'' toeriep, maar uit de dagen, waarin de Fransche republikeinen, die nog steeds de woorden vrijheid, gelijkheid en broederschap in hun devies voeren, den Russischen alleenheerscher Nicolaas II toejuichen en toejubelen, als waren al hunne idealen belichaamd in dezen jongen man, die met een effen, strak en bleek gelaat al deze uitbarstingen van geestdrift en al die uitbundige hulde aanziet en aanhoort. De czar heeft in een zijner bestudeerd kalme antwoorden op eene warme toespraak van president Faure het woord «republiek" gebruikt. De Russische cei soren in Polen zouden het stellig hebben gesihnpt: het denkbeeld alleen van een volk. dat met schromelijke ondankbaarheid zich van de gezalfden des Heeren afwendt en zichzelf wil regeeren, is immers majesteitsscl.ennis en heiligschennis tegelijk. Intusschen, de czar heeft dat schennende woord gebruikt en de Fransche republikeinen zijn verrukt over deze »wijding" van hun régime. En nog grooter vreugde wachtte hun : de e/ar zou zijn visitekaartje brengen bij de presidenten van den Senaat en de Kamer en de leden dezer wetgevende lichamen in corpore ontvangen; hij zou zelfs zeggen, dat, het hem verheugde, de vertegenwoordigers der Fransche natie te zien. Welk eene nederbuigende goedheid van een man, die voor zijn eigen natie eene volksvertegenwoordiging overbodig en ge vaarlijk acht! Hier en daar gaan enkele stemmen op om tegen deze houding te protesteeren. Een comité, bestaande uit de socialistische afge vaardigden Chauvière, Baudin, Vaillant en Walter, den onder-voorzitter van den Parijschen gemeenteraad, Landrin, en eenige an dere socialisten, heeft proelarnatiën doen aan plakken, waarin deu regeeremle klassen en der burgerij wordt -verweten, dat zij, de republikeinsche en de nationale waardigheid ver getend, zich vernederen aan de voeten van den czar. De ondertcekenaars geven verder uitdrukking aan hun broederlijke sympathie met de proletariërs van alle landen, in het bijzonder met de Russische socialisten en bannelingen, die moedig strijden tegen de lyrannie van den czar en voor de vrijheid van het Russische volk. Hetzelfde comitéroept tegen den volgenden Zaterdag eene protestmee ting bijeen. Het'is niet waarschijnlijk, dat deze 'plak katen langer dan enkele minuten zijn aan geplakt gebleven. Want in de geestdrift der Franschen speelt een sterk chauvinistisch ge tint patriotisuie eene groote rol. en de socia listische onderteekeniiars zijn immers maar w/r* fiiiis-jii(h'ic'\ lieden die zich niet zouden ontzien, zelfs met l'riiN.iir//x, met een Bebel en een Liebknecht te fratcrniseeren. Xeeu, elk onderscheid van ras, van aanleg, van neiging, van politieke overtuiging, moet wij ken voor het grootschc en vi-rhotlende denk beeld, dat de czar komt als />o,,,/,/, ,,o(,i Van Frankrijk. Zelfs de Orleanistischc Sniril wordt, er warm bij en heeft CPU complimentje over voor het door de republikeinsche regeering geregelde progromma der feestelijkheden. »Men zal den czur het Frankrijk toonen van het verleden, maar men zal hem ook liet leger foo::en, dat aan Frankrijk eene rechtvaardi'^e veigoeding voor de toekomst waar borgt. De czar kent, de gevoelens der Fransehe patriotten ; hij weet, wat zij hopen." Dat zal wel zoo zijn. Maar juist daarom is hel, te meer in het O'.>gloopend, dat de exar dat lang verwachte en vurig begeerde woord nl'tnnlii maar niet heeft willen uilsproken. Hij scheept zijn enthousiaste Fransche vrien den af met allerlei surrogaten, zooals »kostbare vriendschapsbanden" en hij geeft den heer Faure geen rechtstreekseh t/i:n/''ii/i, als deze spreekt van de vyreeniging (lUiimt) tusschen het «machtige keizerrijk' en de «arbeidzame republiek", ofschoon hij in zijn antwoord liet woord iniinn voorzichtigheids halve door /i in il i'' vervangt. Lieve hemel, dat hal Nikolaas II ook wel te Weenen en te Breslau kunnen zeggen ! Wij weten uit dozijnen van troonreden, dat er tusschen twee staten al een buitengewoon groote spanning moet bestaan, als de traditioneele phrase der vriendschappelijke be trekkingen niet meer wordt gebruikt. .Maai de Fransche bladen lezen tusschen de regels, evenals de slimme courantenlezers in Polen. Het, Journal di-x .liélmtx, dat op zijn manier een diplomaat is, merkt, op, dat de czar zoo duidelijk is geweest als hem veroorloofd was in een officicelen toast, :>waarin de kleinste nuances van uitdrukking eene bijzondere intensiteit verkrijgen." En het blad conclu deert hieruit: -/Het bestaan der FranschRussische alliantie, welke men thans als oftieiëel geproclameerd kan beschouwen, werd eigenlijk door niemand meer in twijfel ge trokken, die sedert eenige jaren den loop der gebeurtenissen heeft gevolgd. Maar gis teren konden nog uitmuntende burgers zich afvragen, of de Russische alliantie schijn of werkelijkheid was. Thans heeft de czar, met een zeer juist inzicht van de behoeften eener regeering, die gelijk de onze, van de openbare meening afhankelijk is, het oogenblik gekomen geacht om de ongerustheid weg te nemen, die, zelfs ten onrechte, de nederigsten onder ons bezorgd kon maken." Wij geven gaarne toe, dat de toenadering tusschen Rusland en Frankrijk (waarbij Frankrijk in den regel drie stappen deed tegen Rusland n) voor geen mensch, die oogen heeft om te zien en ooren om te hoorer, een geheim gebleven is. En aan het al of niet bestaan van een geschreven traktaat willen wij geen overdreven beteekenis hechten. Toch blijft het zonderling dat, terwijl de keizers van Duitschland en Oostenrijk en de konitig van Italiëelkander bij elke voorko mende gelegenheid ;>bondgenooten" noemen, de czar met angstvallige zorg een dergelijk bindend woord vermijdt. En die zorg zal nog duidelijker in het licht worden gesteld, wanneer de czar, zooals men verzekert, na de bezoeken aan zijne familie te Darmstadt en te Wiesbaden, eeu tweede bezoek aan den Duitschen keizer gaat brengen. * * * In de Parijsche café's-concert maakt tegen woordig een liedje grooten opgang, waarin Marianne (de Republiek) en Nicolas (de czar) de hoofdpersonen zijn. Marianne stelt haren p'til Nicolas met een briefje gerust; ze is zoo erg niet als ze er uitziet: Je sais bicn, ma foi, Qu' c'est assez comique, Que tu vieuu's chez mui, Uu' siinpl' Itépublique ; itais traiKjuilhb' toi, J'u'ai rien d'auarchiquc. Zij stelt zich veel voor van het bezoek en zal den czar allerlei moois laten kijken, want, zoo zegt ze tot zich zelf: Car jamais t'as r'c/u L'u typ' si cossu ! Het is voor Marianne te hopen, dat zij die vriendelijke qualificatie niet aan een ondankbaren gast heeft verspild ! Inhoud van verschillende bladen. Hot Handelsbl. C Oct. Nogmaals Kallantsoog." !) Oct. Praatjes voor cijfers" IV (Geinecntclinancien). De Standaard. 5 Oet. Koeis" ''slot). 7 en l) Oct. Constitutioneel of praktisch'.''' [ en II. (Do positie, de r Kamer). II e t C c n t r n in. 5 Oct. Een geheirnziiriige persoonlrjkheid (op liet anti-maconnieke congres te Trente, Miss Yanghai' ?. 7 Oct. l*o 11. K. VTerkliedenvereeniging St. Jo/ef' to TI recht." 8 Oct. Onzekerheid" (omtrent samenwerking van de- democratische partijen'. !) Oct. F.en belangiijke gebeurtenis" De Cxaar te Pari». I) e (antir.) N e d e r l a n d e r. 5 Oct. ,.1'oliticophobie" (slot . 7 Oei. Splitsing dor gemeenten" (ingezonden door Van Idsiiiga). !) Oct. De jongste schoolwetwtjzigiug" vrje en IM de-ot toningen." L i m b. K r, e r i e r. 3 Oct. Schadeloosstelling van miliciens j Oct. Nog '1 millioen voor nieuwe ourlogsehepeii'1 (door .H. de Kas. y. i d d e l l,, ('t. 5 Oct. ..Vrije- en crde-oc leningen der gymnastiek.' I) i ,Y v o n d p o s 1. Oct. De, aanstaand!.1 winterbi-e.'iikomsten v. d oiV. der li.i'. Prcv. O r o n. ('t. 5 O 4 ..De vronw.'uvraag. ' iMr. fokker's brochnre en het lierl. C'ongro- . Nieuwe Win se h. (..'t. 5 Oct. liet begin der aetie" (van de liberale partij). 7. a ii n 1. (.' t. l Oct. ttaagsche brieven." (De ra dicale bond i. Il e t V o ] k s d a g b l a d. 5 Oct. Het nut van ge/.ant'.'n.' U e e'u t voor Allen. G en 7 Oei. /eer lang zaam is de onl\\ ikkeling van liet meiisehengt -lacht. tiet S o c i a a l Weekblad. '.'> ('et. t'aclitmeestors ter verbetering van het paehtcontract door Mr. /. v. d. 15. P a i r i m o n i n m. 3 Oct. De arbeids\vng,-ving en de rechtstreeks daarbij be'anghebbeinh'n" .sint). Do Volksslem. '-> Oct. ..Kadicalen en Verkie zingen" I. - - ..Hoe Kegout /ijn arbeiders om den tuin lei.d." - - Landbomv, au Woord op twee vragen", door \V. Meijer. De S o <? i a a 1-t) e m o c r a a t. 3 Oct. Samen werking bij de Verkiezingen'' door J. II. S-haper. De V o l k s h a n l e r. (K. K. Volksbond!. :> Oct. Over de organisatie van en 11. K. Yoik-boii.il.'' Voor eeu paar weken sprak ik over de outwikkeling' die llavdn aan de symphoilie heeft' gegeveu en de v:.i/.e. waarop hij (te p'i|iukiire miuiek in de groote kiinstvonneit heeft, binngeiigcleid. De ,s>,,(/;//>,,.//' was vroeger niets dan een voor- of tusschcnspel voor orkest, in een opera of oratorium. Daar de. iuleidii'.'j; het voornaamste ii.sl nnneutale stuk was, werd de naam ,V,</',,//<< hoe langer hoe meer alleen voor dit nummer gebruikt, te meer daar in den tijd van Allcssandro iSc.irliitt.i, een viiste vorm iu drie saUeu wa>. vastgesteld. De S/:ifi,n/,/ werd ook als eoneeilatuk. valk afzonderlijk uit gevoerd. L Daar men echter in dien tijd meende dat men

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl