De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 18 oktober pagina 2

18 oktober 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.1008 waarin de a'.s leden, onder invloed der ouderen, karaktervorming ondergaan, van schoolknapen tot mannen worden gemaakt. Hoe ? wat voor ouders en vrienden een arbeid is vanjaren, dit zou door ons studenten, die meerendeels nog slechts een vaag begrip hebben van den eenmaal ook onze aandacht vragende levensernst en levensstrijd, in een paar weken tjjds worden klaar gespeeld ? Dat kunnen wy toch niet in ernst beweren. Wy zjjn zoo vrjj, "n6* de studenten, die in het extra nummer van Minerva van September 1895 spra ken van »de paedagogische kracht, die in ons is," ten eenen male van meening te verschillen. De novitius wordt niet opgevoed, hij maakt slechts kennis met eene voor hem nieuwe omgeving ! Achten wij dus de opvoedende kracht van het novitiaat in den Bond zeer gering, nog geringer achten wij haar in de verschillende Stunentjncorpsen. Wij zijn vast overtuigd, dat de bewerking, die men daar de candidaat-leden laat ondergaan en diéontgroening genoemd wordt, als zijnde eener studentenvereeniging onwaardig en (op zijn zachtst uitgedrukt) voor die candidaat-leden althans vol komen overbodig, liefst zoo spoedig mogelijk moest verdwijnen. Het wil er by ons niet in, dat het ontgroenen iets anders is dan een instelling, uitgevonden tot vermaak der studenten van het 2de en 3de jaar; het wil er by ons niet in, dat het ontgroenen iets anders beoogt, dan het kleinmaken der pas aangekomen collega's. Bladen van verschillende richting trekken tegen het groenloopen te velde. Zelfs het Amsterdamsche corpsblad Propria Cures schreef indertyd: »het groenwezen is, als men er goed over denkt, iets zeer belachelijks," en: »het is inderdaad ondenkbaar, dat er een mensch zou gevonden worden, die een wezenlijk plausibel argument voor het groenwezen zou kunnen noe men." Wij verheugen ons erover, dat hier en daar in de studentencorpsen in den laatsten tijd stemmen opgaan, betoogende de wenschelijkheid van afschaiting van den groentyd. »Laten de corpsen er rond voor uitkomen, dat het ontgroenen uit den ty'd is (zoo het al ooit in den tijd is geweest) en niet meenen, dat zij deze instelling kunnen redden met gezegden als: »de groentijd is toch waarachtig wel door te komen", »wie niet lid van het Corps wordt, toont te laf te zijn, om groen te loopen", en dergel. Laten zij evenmin meenen, dat onbevooroordeelde personen hun bijvallen zullen, wanneer zij aan voeren, dat, zooals indertijd, l'ropria Cures schreef, het ontgroenen niet afschaft wil worden, omdat men het immers ook buiten de studentenwereld vindt: op hoogere burgerscholen, gymnasia en timmerwinkels. De muzenzoon spiegelt zijn daden immers niet aan die van schooljongens en timmermansknecbts! Dat weldra cadetten en adelborsten zich ook boven de genoemde schooljongens mogen ver heffen ! Rosebery af. Lord Rosebery heeft zich officieel terug getrokken als leider der liberale partij in Engeland. De naaste aanleiding tot dit besluit was de door vele liberalen, buiten zijne voor kennis en zelfs tegen ziju zin, gesteunde agitatie in de Armenische quaestie. De oorzaken liggen veel dieper. Toen in het jaar 18SH de heer Gladstone, na opnieuw zijne lieveiingsplannen in de lersche quaestie door het Hoogerhuis ver ijdeld te hebben gezien, den slechten toestand zijner oogen als voorwendsel gebruikte om zich aan de leiding der zaken te onttrekken, wees hij zelf' zijn opvolger aan in den per soon van Lord Rosebery. Het advies der partijgenooten werd bij die gewichtige be slissing niet gevraagd, en deze weinig democratische handelwijze heeft, zooals te verwachten was, veel kwaad bloed gezet. Het is mogelijk, dat de heer Gladstone zich tot zijne autoritaire daad heeft laten verleiden door de overweging, dat van de zeer weinigen, die voor den post van leider der liberale partij in aanmerking kwamen, Lord Rosebery de eenige was, die door het hof als perxorta (jmtu werd beschouwd. Wel is die overweging eenigszins bevreemdend bij een man, die zich gedurende zijn veeljarige politieke loopbaan bijzonder weinig aan de sympathie of antipathie der hof kringen heeft laten gelegen liggen, maar de heer Gladstone heeft misschien gedacht: wat mij ij gelukt, kan voor een ander on overkomelijke moeielijkheden opleveren. Mogelijk ook wist de oude staatsman niemand anders te vinden, die zijn programma zoo onvoorwaardelijk van A tot /, overnam, als Lord Rosebery deed. Mogelijk vreesde hij, dat eene vrije keuze zou leiden tot eene hopelooze verdeeldheid onder zijne getrouwen, ?wier aantal in den laatsten tijd op zoo onrustbarende wijze was geslonken. Wat hiervan zijn moge, de keuze van den heer Gladstone is gebleken, geen gelukkige te zijn geweest. Van alle zijden werd Lord Rosebery's bevoegdheid betwijfeld. De een achtte hem ongeschikt, omdat hij, als erfelijk lid van het Hoogerhuis, in het Lagerhuis betrekkelijk weinig invloed kon uitoefenen; de ander wees erop, dat mannen als Sir William Harcourt en John Morley door hun verleden veel meer aanspraak hadden op een zoo hoogen en gewichtigen post. Zoo stond Lord Rosebery van den aanvang af in zijne partij tegenover eene meerderheid van malcontenten, en zelfs de kleine minderheid, die zijn optreden als met demonstratieve warmte had toegejuicht, liet hem in den steek zoodra hare trouw op eene ernstige proef werd gesteld. Het was de anarchie in zijn eigen partij, meer nog dan de overmacht der openlijke tegenstanders, die den premier Rosebery reeds na enkele maanden in de minderheid bracht. Lord Rosebery heeft zich misschien gevleid met de hoop, dat zijne positie als leider der oppositie minder moeielijk zou zijn. In die laatste hoedanigheid toch kan hij zijn geest verwanten troosten met «toekomstmuziek" en staat hij niet bloot aan de verwijten van teleurgestelde eerzucht. Maar indien de leider der oppositie het ongeluk heeft lid van het Hoogerhuis te zijn, dan zijn hem de handen gebonden, tenzij hij de leiding in het Lagerhuis kan toevertrouwen aan een ultnr ego, zooals Lord Salisbury het geluk heeft er een in Arthur Balfour te bezitten. Wij behoeven slechts te herinneren, dat de tegen woordige leider der liberale oppositie in het Lagerhuis Sir William Harcourt is, 0:11 dui delijk te maken, dat Lord Rosebery van die zijde wellicht schijnbaren steun, maar zeker heimelijke tegenwerking te wachten hid. Zoo was Lord Rosebery nog slechts een leider in naam, en, het is te begrijpen, dat een man van zijn karakter en zijn talent met zulk een positie op den duur geen genoegen kon nemen, Maar die positie werd volkomen onhoudbaar, toen zijne zoogenaamde volge lingen zich hals over kop stortten in de Armenisehe agitatie. Wij hebben, niet lang geleden, opgemerkt, dat deze agitatie voor een goed deel eene politieke manoeuvre was, die ten doel had, de regeeringspartij te over troeven. Lord Rosebery heeft er echter klaar blijkelijk een veel ernstiger gevaar in gezien. Hij is nog steeds van meening, dat tegen over den Sultan alleen de diplomatie hande lend moet optreden, en nu gaat de oude Gladstone een gewapende interventie pre diken, een kruistocht dus, waarbij, naar alle menschelijke berekening, Engeland geheel alleen zou staan. Hoogst waarschijnlijk /al de stem van den heer Gladstone blijven als die des roependen in de woestijn, maar toch wil Lord Rosebery de verantwoordelijkheid voor zulk eene roeke loosheid niet aanvaarden. Hij is van meening, dat een staatsman, die eens geroepen is geweest om de lotgevallen van Groot-Briinnni te besturen, zich, ook wanneer hij niet meer aan het roer is, niet mag gelijk stellen met den eersten den besten meetingbezoeker, wiens woorden, hoe heftig ze ook mogen zijn, het Europeesch evenwicht niet zullen verstoren. Hij acht het voor zich niet wensehelijk en niet geoorloofd, het voorbeeld te volgen van den heer Gladstone, die, wanneer hij weer tot de regeering werd geroepen, beginnen moest met zijne excuses te maken aan de eene of andere mogendheid, welke hij, in den tijd die voor hem een interregnum was, grovelijk had beleedigd. En daarom (.reedt hij liever af, dan dat hij zich, door aan te blijven, medeplichtig zou maken aan eene politiek, die hij voor zijn land en voor den vrede van Europa gevaarlijk acht en die hem de handen zou kunnen binden, indien hij later wederom met de leiding der zaken werd belast. Zoo pleit, naar het ons voorkomt, Lord Rosebery's besluit, zoowel voor zijn karakter als voor zijn politiek inzicht. Jammer maar, dat hij dien uitmuntenden indruk heeft be dorven door m de fout van zijn voorganger te vervallen en zijn opvolger als met den vinger aan te wijzen. De heer Asquitl], dien hij zeer dringend aanbeval, is ongetwijfeld een man van groote gaven en van veel ervaring, maar het gros der partij zal ook nu de voorkeur geven aan Sir William Harcourt. Door het opwerpen der candidatuur-Asquith heeft Lord Rosebery een nieuwen twislappel geworpen in het kamp der liberalen. Intusschen, de omstandigheden zijn anders dan in lSQ-1. Wat de heer Gladstone toen deed. zal Lord Rosebery niet kunnen nadoen, vooreerst omdat hij «een premier meer is, en ten tweede omdat hij bij lange na Glaclstone's prestige niet bezit. Het ver standigst zou zeker zijn, dat het praeeedent van Is74 werd gevolgd. Ook toen had de heer Gladstone zich in zijn tent terugge trokken (voor goed, zooals het toen heette) en eene stemming van de liberale partij be noemde van de twee candidaten, Lord Hartington (den tegenwoordigen hertog van Devonshire) en den heer Eorster, den eersten tot leider. Maar het zou zeer de vraag zijn, of' zelfs na zulk eene stemming de sedert lang zoek geraakte eenheid in de liberale partij zou kunnen worden hersteld. 12 Oct. Geen doctrinariame1' (omtrent vrijhandel of proctectiame). )3 Oct. Chriatelijke Democratie", (naar aanleiding van een artikel in De Tijd".) 14 Oct. De ontbinding van het Liberal sme", (in Englnnd(. 15 Oct. De groote klok", (De vrijheid van spreken iu de persj. 16 Oct. Priester afgevaardigden;' (De verkiezing van Dr. Noiens). De Volksstem, 10 Oct. Samenwerking der de mocratische groepen". Radicalen en verkiezingen" (Slot). Mr. Fokker over de Vrouwenbeweging". LandbouwbelangCE, door K. G. de Boer". De be grooting van ondel wijs''. Kandidaten voor do ver kiezing van den Gemeenteraad''. Sociaal Weekblad, 10 Oct. Minimumloonen in Belgische l estekkeu'' I door A. K. Uit Italië" I door M«j. C. d- V. li. P a t r i m o n i u m, 10 Oct. Wat wordt in mijne woonplaats geëischt om kiezer te worden?" De Sociaal-Democraat, 10 Oct. De l<'riesche Volkspartij". De Volks b a nier (B. K. Volksbond). 9 Oot. Hot vraagstuk van de ai'beiderspentioneering in den Belgischen Volksbond." Het Friese h e V o l k s b l a d, 11 Oct. ,Ken en ander over protectie". liet Schoolblad, 13 Oct. Het Fransen bij brt toelatingsexamen voor Hoogere Burgerscholen". De (A n t i r.) N e d e r l a n d e r. 12 en 14 Oct. Unitarisch Staatsrecht" I, II (naar aanleiding der artikelen van Unitarie'). 16 Oct. Wat wij onder democratisch'' verstaan". D e L i m b K o e r i e r. 8 Oct. Gordt u ten strijde" (de a.s. verkiezingen). Middel b. C t. ! 2 Oct. Vergoeding" (aan miliciens) 13 Oct. Een verdoovend middel" (voor de nieuwe kiezers). Zaanl. C t. 14 O^t. Haagsclie brieven" (de plannen van den minister van marino). Nieuwe W i n s c h. C t. 12 Oct. De Fiets" (belasting en vrijheid). Het V o l k s d a g b l ad. 10 Oct. De Lijkschemus". 14 Out. Het kerkhof De Liefde". Hecht voor Allen. 10 Oct. Een treurige geschiedenis" (steeds dreigende werkeloosheid). 13 en 14 Oct. Geneeskundige hulp". 15 en 16 Oct. Geestdrift moet er wezen". De A v o n d p o s t. 11 en 12 Oct. De aanstaande winterbijeenkorust van de officieren der infanterie H'. ziek u Je HioHstafi. Inhoud van verschillende bladen. Hal Handelsblad. 11 Oct. Hollaudsche Inlaiuters"' 11, 14 en 15 Oct. P/aatjes over cijfers" V?VII. (Genieonte-iinanciün). 15 Oct. Kamers van Arbeid" (in do 2e Kamer). 15 Oct. »De plannen van den .Minister van Marine". De Standaard. 12 Oct. De Armeniërs''. 14 Oct. Moet het arbeiders-contract vrijblijvea ?" 16 Oct. De positie der Kamers." Het C e n t r n m. 10 Oct. Meel- en Broodprijzen.'1 Thans wensch ik een en ander over Smetana's ver/ï/i/ijïi' Brui/f te zegden. Ik hoor den naam van dezen componist nog altijd verschillend uitspreken, sommieren geven liet accent op den eersten letter greep, anderen op den tweeden. Het is vroeger al eens gemeld dat Smctana tot, Liszt zeide: .Ik heet niet Smctana ('hier zone; hij het thema uit, de licoanre Ouri'fttire) maar iSmétaiia (hier zong hij het rhythmische motief uit de l'~ii/i'lii>-<>nre,-//i,-e'i. Xu is het wel geen levenskwestie hoe een naam wordt uitgesproken, docli het is niettemin beter die juist, te zeggen. Hoelang hebben wij b.v. CavaW'Yia rusticana hooren zeggen, en hoe dikwijls hoort men nog iu muzikale kringen bij het woord Scherzo de scli als sj, in plaats van als sk uitspreken. Doch nu iets over Prodanil nevesta (die verkaufte Braut i door het operette en operagezelschap van den lieer Saalborn opgevoerd. Wie dit, werk hoort zal niet dadelijk willen gelooven dat volgens de berichten Smétana een over tuigd \Vagiioriaan was, zooals uit een vroegere enisliu'e opera reeds moet gebleken zijn, doch even min blijkt uit i/ie i;-i'l,-(in/7'' llruul het tegendeel. liet zou ridicuul geweest ziju voor een zoo weinig beduidend libretto en zulk een weiniir spannend goschicdenisje in den stijl van Wagncr te conipoiieereu. Doch dat een Wagneriaan zoo meesterlijk in den stijl van Mozart, kan componeereii dat, zal voorzeker niet zoo heel vaak voorkomen. Het werk nadert als tekst meer de operette en zooals liet eerst, in t,wee bedrijven was ontworpen en opgevoerd paste het daar ook beter voor, doeh later is het belangrijk utgebreid. Volgens een Duitseh sciirijver heeft, Smctana dit \verk alleen geschreven om degenen, die zijn vroegere opera Dii' l'i'itii'/c/////',;,/'-/' /,/ IH'i/ii/if'ii niet, begrepen en hem aanrieden een komische opera Ie schrijven om op de/.e wijze te tooneu of bij werk lijk talent bezat, te bewijzen dat bij ook in dit genre iets meestcrlijks kon geven. Doeh deze .,volksthiiinliche Oper" p.ikte iu Hohemen niet minder dan -?/''/' /V'.vW//<'/,- in Duitsehland (leed. Vooral (ie dansen en de melodiën die een volksIhüniKch" karakter hebben, sleepten de toehoor ders mede. \\ at de musicus echter bewondert, is het lijiie weefsel in het, orkest, en het meest( rschap waar mede de motieven verwerkt, zijn. A\ aarlijk dit, werk leerende kennen, krijgt, men lust, het orkestrale eens afzonderlijk te hooren, zonder de intrigito aan te zien en die gemoedelijke, oubeduidcnde figuren die de librettist heeft geschapen, waar te nemen. De muziek staal veel te hoog voor liet libretto eu dit is eeu fout die de beste uitvoering niet, kan wegreileneereu. De eerste liefile-sceue van Marie en Hans is te lang en daardoor vervelend, zij zingen te aandoenlijk. Wij voelen daar, eu ook later, niets voor hun liefdesmart die een te groet contrast vormt, met hetgeen er volgt e u in die omgeving kinderachtig of aanstel lerig schijnt. .Die gelieven doen hier zwaar-op.'raiiehtig eu de anderen spelen bet o'checle stuk als een potsierlijke operette, wat, ik, met, het oog op de muziek, een groote fout, vind doc'i waar de librettist evenveel schuld aan heeft ais de vertolkers van liet gezelschap van den lieer Saalborn. De niet, gewilde minnaar Wenzel is minder (lauw dan b.v. l)iii,il//ii. in Der Trnnijn'lnr n*,i St'/r/,-/,/r/f,/, doch dat, men hem laat stotteren was met noou'ig geweest, en dit was ook muzikaal niet weer te geven. Geen wonder (lat zelfs een Smctaua hier zijn onmacht toont. Bijzonder interessant is het gesprek in liet eerste terzet tusschcn den huwelijksmakelaar en de ouders van het meisje, en hier vindt men een nieuweren Mozart, die nog rijker illustreert dan de oude Mozart deed, doch het orkestrale is, zooals het nu vertoond werd, alweer te mooi voor hetgeen op het tooneel geschiedt. Fijn opgevat en vertolkt met alle hulpmiddelen van zangkunst en spel, geloof ik, dat dit werk als geheel (ondanks het libretto) veel meer bevre digen kan, doch voor dit, genre is een personeel noodig, zooals hier te lande niet gevonden wordt, want de Spiel-Oper is bij ons het slechtst gecul tiveerd, omdat, de groote opera's en de operettes het publiek eigenlijk het meest boeien, eu omdat die beide genres ook het meest binneu het bereik van de vertolkers ligsen die wij hier bezitten. Er worden wel van tijd tot tijd werken in het genre van de O|>ora-Goniique of de Spiel-Oper vertolkt, doch dan voldoen alleen die werken, waarbij de zang meer op den voorgrond treedt dan het spel, of die als het, ware voorbestemd zijn als groote opera dienst te doen. Als bewijs kan gelden, dat ])i-i- Fi-risrliiil: nog geen grooten indruk bij de opvoeringen iu de beide Ned. Opera's heeft kunnen maken. ik waardeer waf de heer Kwast met de krach ten waarover hij te beschikken heeft, wist te ver krijgen, doch het spreekt vau zelf dat hier evenmin als bij een ander gezelschap liet ware materieel aanwezig is. Wat zang aiugaat zullen natuurlijk bij het andere gezelschap sommige pirtijen veel beter bezet zijn en zal o. a. het en semble van sok .stommen in de derde acte: A'ocA citi ir/'/Mi/v, Mnïie meur tot zijn recht, komen, doch daar zal men wellicht nog meer dan hier met het sp-'l te worstelen hebben. De vertolkster van ,,die liraut" heeft een schoone stem en is een aantrekkelijke verschijning; de stotterende minnaar speelde met veel entraiii, het orkest heeft zich, de krachten in aanmerking ge nomen, wakker gehouden en alles liep vlot, doch verder wil ik ni.;t in details treden. Ik geloof dat voor dit werk de gesproken dialoog die er eerst in voorkwam nog beter geschikt is dan dezen vorm waarin alles gezongen wordt. Aan nieuwere tendenzen ontbreekt het in dit werk niet: er is logische eenheid in de mumuziek (o.a. het liefdemotief komt in verschillende vormen voor) die doet gevoelen dat de invloed van Wagner ook in dit werk te bespeuren is, n.l. wat betreft, sommige motieven die in uit, werk een groote rol spelen, (ik spreek hier niet vau slaafsch navolgen van Waguer, want dat beschouw ik onder alle omstandigheden als eeu fout.) Xa dien tijd heeft, Smétana nog een komische op.Ta : t/in Zffl Wtlticcii g comp jiicerd, waarvan de tekst alweder niet beduidend genoemd wordt doch die, wat de declamatie die in die veimhii!/ïi', JSrtnil nog niet altijd sprekend genoeg is betreft, zeer groote vooruitgang moet geven. Een later werk iu dien geest, </>/? A'n.i.i, moet wat libretto betreft ook interessanter zijn. Dit werk wordt, geroemd als muzikaal eenvoudiger, met, zachte, poëtische stemming, en zeer artistiek, hier en daar gecompliceerd en tevens exquis van vorm. Smétaua heeft, zelf de feestopera IJ-',tix<'ti</ en de komi^he opera Titji>i,tstof (het geheim), handelende over ei u man die een begraven schat, zoekt, en eindigt met eeu levenden schat, te vinden, zijn beste werken ;eno( nul. Daar '/V,1 A'^/x.v meer lyrisch is heeft het, eeu minder czeeh'.sch karakter dan de vroeger genoemde werken. De componist schreef hierover : Bij dramatische handelingen worden de motieven vanzelf geboren uit, de gewaarwordin gen die hen voorafgaan, en blijft, er dus geen plaats over voor nationale ontboezemingen. Zijn laatste komische opera is : t//>' 7V/'/;7v."v/,,,/, met, een demonisch-komische figuur H'iraeli, als de verpersoonlijking van den steeds getopten duivel uit de c/.eeiiische sprookjes. Ik hoop dat de kennismaking met I>/i' '?>?;?//,/<;/'''-' llcui.iJ er toe zal leiden ook eene van de latere opera's van Sa.etaua, zoowel de genoemde komische, als do. serieuse opera's Dulilinf en IA/r"«'liii kennis te nemen. Kr zat, in de muziek die wij dank zij het initiatief van den heer Saaiboni hoorden eene friscliheid, die weldadig aandeed, daarom mogen wij hem voor dit initiatief dankbaar zijn. liet deed mij veel genoegen, dat bij de opvoe ring van Li-l-'i-ii (in/'.''! van den eiicrgieken direc teur d< r Xed. Opera vau der Linden do zaai zoo //«?zet was. Dit reeds meermalen besproken werk bleek ook nu weder zeer te voldoen. Vooral de vaak cll'cotvollc ensembles eu de vertolking van de interessantste partij uit, het werk dn van \ an Xoort, waarvan Orelio zulk eene M-lioonc crei atie heeft gemaakt, werden zeer gewaardeerd. De heer van der Linden werd dien avond op sympathieke wijze trehuldigd wat, hou zooud toe komt voor do goi de eigenschappen van zijne Opera ais voor de energieke wijze waarop hij de Xed. Opera tracht Ie verhcüen. i Het, valt, min of meer buiten het gewuii.' s*reven wanneer eene ster'' wordt aangekondigd die met het personeel van de Opera in ecu of ander werk, speciaal voor sterren geschreven, zal optreden. (ïewnonlijk. ziju zulke voorstellingen als geheel niet, al te best. verzorgd omdat, de instiuti erin!:1 dan als het ware tu-schen de druppeltjes door moet geschieden en de meeste bezoekers niloon komen om dr sier te hooren en dus weinig belang stellen in het gdied. Bij zulk eeu optreden verwacht men natuurlijk , iets zeer voorUeiVclijks en voorzeker is Mevr. Arnoldson in 7V,//?/',,/,/ ;//<?/??//(/) zoowel als zangeres als actrice niet, la première veiuie", doch dat zij zooveel indruk op mij gemaakt heeft al voor een paar jaar in J///,,-,// mag ik niet zomeren. Kerst 1:1 de vierde acte k\\am ik t'cciit ouder den 'in druk van hare vertolking (toch met dat gedeelte spreek ik dan ook mijne ingenomenheid uit. i liet, \ seli'-en mij of Mevr. A. eerst, langzamerhand v(T in" kwam,, ik heb vroetrer de eigenschappen van .Mevr. Arnoldson's zang uitvoerig besproken. D,o eigeuj schappen kwamen ook hier weer ten volle uit. Ik acht liet echter zeer gelukkig dat .Mevr. Ari noldsoii ook in Mi:/iifin optreedt,, want die creatie is werkelijk schoon. liet, aanhooron in twee talen werkt natuurlijk verbazend kalmccrend, dus moet men zich daar over heen zien te zetten. De heer Tnijsseii was geweldig verkonden, liet i ware dus wellicht verstandiger geweest, niet zoo | welwillend te ziju om de opvoering mogelijk te ma

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl