Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.1008
waarin de a'.s leden, onder invloed der ouderen,
karaktervorming ondergaan, van schoolknapen tot
mannen worden gemaakt. Hoe ? wat voor ouders
en vrienden een arbeid is vanjaren, dit zou door
ons studenten, die meerendeels nog slechts een
vaag begrip hebben van den eenmaal ook onze
aandacht vragende levensernst en levensstrijd,
in een paar weken tjjds worden klaar gespeeld ?
Dat kunnen wy toch niet in ernst beweren. Wy
zjjn zoo vrjj, "n6* de studenten, die in het extra
nummer van Minerva van September 1895 spra
ken van »de paedagogische kracht, die in ons
is," ten eenen male van meening te verschillen.
De novitius wordt niet opgevoed, hij maakt slechts
kennis met eene voor hem nieuwe omgeving !
Achten wij dus de opvoedende kracht van het
novitiaat in den Bond zeer gering, nog geringer
achten wij haar in de verschillende
Stunentjncorpsen.
Wij zijn vast overtuigd, dat de bewerking, die
men daar de candidaat-leden laat ondergaan en
diéontgroening genoemd wordt, als zijnde eener
studentenvereeniging onwaardig en (op zijn zachtst
uitgedrukt) voor die candidaat-leden althans vol
komen overbodig, liefst zoo spoedig mogelijk
moest verdwijnen.
Het wil er by ons niet in, dat het ontgroenen
iets anders is dan een instelling, uitgevonden tot
vermaak der studenten van het 2de en 3de jaar;
het wil er by ons niet in, dat het ontgroenen
iets anders beoogt, dan het kleinmaken der pas
aangekomen collega's. Bladen van verschillende
richting trekken tegen het groenloopen te velde.
Zelfs het Amsterdamsche corpsblad Propria Cures
schreef indertyd: »het groenwezen is, als men
er goed over denkt, iets zeer belachelijks," en:
»het is inderdaad ondenkbaar, dat er een mensch
zou gevonden worden, die een wezenlijk plausibel
argument voor het groenwezen zou kunnen noe
men." Wij verheugen ons erover, dat hier en
daar in de studentencorpsen in den laatsten tijd
stemmen opgaan, betoogende de wenschelijkheid
van afschaiting van den groentyd.
»Laten de corpsen er rond voor uitkomen, dat
het ontgroenen uit den ty'd is (zoo het al ooit
in den tijd is geweest) en niet meenen, dat zij
deze instelling kunnen redden met gezegden als:
»de groentijd is toch waarachtig wel door te
komen", »wie niet lid van het Corps wordt, toont
te laf te zijn, om groen te loopen", en dergel.
Laten zij evenmin meenen, dat onbevooroordeelde
personen hun bijvallen zullen, wanneer zij aan
voeren, dat, zooals indertijd, l'ropria Cures schreef,
het ontgroenen niet afschaft wil worden, omdat
men het immers ook buiten de studentenwereld
vindt: op hoogere burgerscholen, gymnasia en
timmerwinkels. De muzenzoon spiegelt zijn daden
immers niet aan die van schooljongens en
timmermansknecbts!
Dat weldra cadetten en adelborsten zich ook
boven de genoemde schooljongens mogen ver
heffen !
Rosebery af.
Lord Rosebery heeft zich officieel terug
getrokken als leider der liberale partij in
Engeland.
De naaste aanleiding tot dit besluit was
de door vele liberalen, buiten zijne voor
kennis en zelfs tegen ziju zin, gesteunde
agitatie in de Armenische quaestie. De
oorzaken liggen veel dieper.
Toen in het jaar 18SH de heer Gladstone,
na opnieuw zijne lieveiingsplannen in de
lersche quaestie door het Hoogerhuis ver
ijdeld te hebben gezien, den slechten toestand
zijner oogen als voorwendsel gebruikte om
zich aan de leiding der zaken te onttrekken,
wees hij zelf' zijn opvolger aan in den per
soon van Lord Rosebery. Het advies der
partijgenooten werd bij die gewichtige be
slissing niet gevraagd, en deze weinig
democratische handelwijze heeft, zooals te
verwachten was, veel kwaad bloed gezet.
Het is mogelijk, dat de heer Gladstone
zich tot zijne autoritaire daad heeft laten
verleiden door de overweging, dat van de
zeer weinigen, die voor den post van leider
der liberale partij in aanmerking kwamen,
Lord Rosebery de eenige was, die door het
hof als perxorta (jmtu werd beschouwd. Wel
is die overweging eenigszins bevreemdend
bij een man, die zich gedurende zijn
veeljarige politieke loopbaan bijzonder weinig
aan de sympathie of antipathie der hof
kringen heeft laten gelegen liggen, maar de
heer Gladstone heeft misschien gedacht:
wat mij ij gelukt, kan voor een ander on
overkomelijke moeielijkheden opleveren.
Mogelijk ook wist de oude staatsman
niemand anders te vinden, die zijn programma
zoo onvoorwaardelijk van A tot /, overnam,
als Lord Rosebery deed. Mogelijk vreesde
hij, dat eene vrije keuze zou leiden tot eene
hopelooze verdeeldheid onder zijne getrouwen,
?wier aantal in den laatsten tijd op zoo
onrustbarende wijze was geslonken.
Wat hiervan zijn moge, de keuze van den
heer Gladstone is gebleken, geen gelukkige
te zijn geweest. Van alle zijden werd Lord
Rosebery's bevoegdheid betwijfeld. De een
achtte hem ongeschikt, omdat hij, als erfelijk
lid van het Hoogerhuis, in het Lagerhuis
betrekkelijk weinig invloed kon uitoefenen;
de ander wees erop, dat mannen als Sir
William Harcourt en John Morley door hun
verleden veel meer aanspraak hadden op een
zoo hoogen en gewichtigen post. Zoo stond
Lord Rosebery van den aanvang af in zijne
partij tegenover eene meerderheid van
malcontenten, en zelfs de kleine minderheid,
die zijn optreden als met demonstratieve
warmte had toegejuicht, liet hem in den steek
zoodra hare trouw op eene ernstige proef
werd gesteld. Het was de anarchie in zijn
eigen partij, meer nog dan de overmacht
der openlijke tegenstanders, die den premier
Rosebery reeds na enkele maanden in de
minderheid bracht.
Lord Rosebery heeft zich misschien gevleid
met de hoop, dat zijne positie als leider der
oppositie minder moeielijk zou zijn. In die
laatste hoedanigheid toch kan hij zijn geest
verwanten troosten met «toekomstmuziek"
en staat hij niet bloot aan de verwijten van
teleurgestelde eerzucht. Maar indien de leider
der oppositie het ongeluk heeft lid van het
Hoogerhuis te zijn, dan zijn hem de handen
gebonden, tenzij hij de leiding in het
Lagerhuis kan toevertrouwen aan een ultnr
ego, zooals Lord Salisbury het geluk heeft
er een in Arthur Balfour te bezitten. Wij
behoeven slechts te herinneren, dat de tegen
woordige leider der liberale oppositie in het
Lagerhuis Sir William Harcourt is, 0:11 dui
delijk te maken, dat Lord Rosebery van die
zijde wellicht schijnbaren steun, maar zeker
heimelijke tegenwerking te wachten hid.
Zoo was Lord Rosebery nog slechts een
leider in naam, en, het is te begrijpen, dat
een man van zijn karakter en zijn talent met
zulk een positie op den duur geen genoegen
kon nemen, Maar die positie werd volkomen
onhoudbaar, toen zijne zoogenaamde volge
lingen zich hals over kop stortten in de
Armenisehe agitatie. Wij hebben, niet lang
geleden, opgemerkt, dat deze agitatie voor
een goed deel eene politieke manoeuvre was,
die ten doel had, de regeeringspartij te over
troeven. Lord Rosebery heeft er echter klaar
blijkelijk een veel ernstiger gevaar in gezien.
Hij is nog steeds van meening, dat tegen
over den Sultan alleen de diplomatie hande
lend moet optreden, en nu gaat de oude
Gladstone een gewapende interventie pre
diken, een kruistocht dus, waarbij, naar alle
menschelijke berekening, Engeland geheel
alleen zou staan.
Hoogst waarschijnlijk /al de stem van den
heer Gladstone blijven als die des roependen
in de woestijn, maar toch wil Lord Rosebery
de verantwoordelijkheid voor zulk eene roeke
loosheid niet aanvaarden. Hij is van meening,
dat een staatsman, die eens geroepen is
geweest om de lotgevallen van Groot-Briinnni
te besturen, zich, ook wanneer hij niet meer
aan het roer is, niet mag gelijk stellen met
den eersten den besten meetingbezoeker, wiens
woorden, hoe heftig ze ook mogen zijn, het
Europeesch evenwicht niet zullen verstoren.
Hij acht het voor zich niet wensehelijk en
niet geoorloofd, het voorbeeld te volgen van
den heer Gladstone, die, wanneer hij weer
tot de regeering werd geroepen, beginnen
moest met zijne excuses te maken aan de
eene of andere mogendheid, welke hij, in
den tijd die voor hem een interregnum was,
grovelijk had beleedigd. En daarom (.reedt
hij liever af, dan dat hij zich, door aan te
blijven, medeplichtig zou maken aan eene
politiek, die hij voor zijn land en voor den
vrede van Europa gevaarlijk acht en die
hem de handen zou kunnen binden, indien
hij later wederom met de leiding der zaken
werd belast.
Zoo pleit, naar het ons voorkomt, Lord
Rosebery's besluit, zoowel voor zijn karakter
als voor zijn politiek inzicht. Jammer maar,
dat hij dien uitmuntenden indruk heeft be
dorven door m de fout van zijn voorganger
te vervallen en zijn opvolger als met den
vinger aan te wijzen. De heer Asquitl],
dien hij zeer dringend aanbeval, is ongetwijfeld
een man van groote gaven en van veel
ervaring, maar het gros der partij zal ook
nu de voorkeur geven aan Sir William
Harcourt. Door het opwerpen der
candidatuur-Asquith heeft Lord Rosebery een
nieuwen twislappel geworpen in het kamp
der liberalen.
Intusschen, de omstandigheden zijn anders
dan in lSQ-1. Wat de heer Gladstone toen
deed. zal Lord Rosebery niet kunnen nadoen,
vooreerst omdat hij «een premier meer is,
en ten tweede omdat hij bij lange na
Glaclstone's prestige niet bezit. Het ver
standigst zou zeker zijn, dat het praeeedent
van Is74 werd gevolgd. Ook toen had de
heer Gladstone zich in zijn tent terugge
trokken (voor goed, zooals het toen heette)
en eene stemming van de liberale partij be
noemde van de twee candidaten, Lord
Hartington (den tegenwoordigen hertog van
Devonshire) en den heer Eorster, den eersten
tot leider.
Maar het zou zeer de vraag zijn, of' zelfs
na zulk eene stemming de sedert lang zoek
geraakte eenheid in de liberale partij zou
kunnen worden hersteld.
12 Oct. Geen doctrinariame1' (omtrent vrijhandel
of proctectiame).
)3 Oct. Chriatelijke Democratie", (naar aanleiding
van een artikel in De Tijd".)
14 Oct. De ontbinding van het Liberal sme", (in
Englnnd(.
15 Oct. De groote klok", (De vrijheid van spreken
iu de persj.
16 Oct. Priester afgevaardigden;' (De verkiezing
van Dr. Noiens).
De Volksstem, 10 Oct. Samenwerking der de
mocratische groepen". Radicalen en verkiezingen"
(Slot). Mr. Fokker over de Vrouwenbeweging".
LandbouwbelangCE, door K. G. de Boer". De be
grooting van ondel wijs''. Kandidaten voor do ver
kiezing van den Gemeenteraad''.
Sociaal Weekblad, 10 Oct. Minimumloonen
in Belgische l estekkeu'' I door A. K. Uit Italië" I
door M«j. C. d- V. li.
P a t r i m o n i u m, 10 Oct. Wat wordt in mijne
woonplaats geëischt om kiezer te worden?"
De Sociaal-Democraat, 10 Oct. De
l<'riesche Volkspartij".
De Volks b a nier (B. K. Volksbond). 9 Oot.
Hot vraagstuk van de ai'beiderspentioneering in den
Belgischen Volksbond."
Het Friese h e V o l k s b l a d, 11 Oct. ,Ken
en ander over protectie".
liet Schoolblad, 13 Oct. Het Fransen bij
brt toelatingsexamen voor Hoogere Burgerscholen".
De (A n t i r.) N e d e r l a n d e r. 12 en 14 Oct.
Unitarisch Staatsrecht" I, II (naar aanleiding der
artikelen van Unitarie').
16 Oct. Wat wij onder democratisch'' verstaan".
D e L i m b K o e r i e r. 8 Oct. Gordt u ten strijde"
(de a.s. verkiezingen).
Middel b. C t. ! 2 Oct. Vergoeding" (aan miliciens)
13 Oct. Een verdoovend middel" (voor de nieuwe
kiezers).
Zaanl. C t. 14 O^t. Haagsclie brieven" (de
plannen van den minister van marino).
Nieuwe W i n s c h. C t. 12 Oct. De Fiets"
(belasting en vrijheid).
Het V o l k s d a g b l ad. 10 Oct. De Lijkschemus".
14 Out. Het kerkhof De Liefde".
Hecht voor Allen. 10 Oct. Een treurige
geschiedenis" (steeds dreigende werkeloosheid).
13 en 14 Oct. Geneeskundige hulp".
15 en 16 Oct. Geestdrift moet er wezen".
De A v o n d p o s t. 11 en 12 Oct. De aanstaande
winterbijeenkorust van de officieren der infanterie H'.
ziek
u Je HioHstafi.
Inhoud van verschillende bladen.
Hal Handelsblad. 11 Oct. Hollaudsche
Inlaiuters"'
11, 14 en 15 Oct. P/aatjes over cijfers" V?VII.
(Genieonte-iinanciün).
15 Oct. Kamers van Arbeid" (in do 2e Kamer).
15 Oct. »De plannen van den .Minister van Marine".
De Standaard. 12 Oct. De Armeniërs''.
14 Oct. Moet het arbeiders-contract vrijblijvea ?"
16 Oct. De positie der Kamers."
Het C e n t r n m. 10 Oct. Meel- en Broodprijzen.'1
Thans wensch ik een en ander over Smetana's
ver/ï/i/ijïi' Brui/f te zegden. Ik hoor den naam van
dezen componist nog altijd verschillend uitspreken,
sommieren geven liet accent op den eersten letter
greep, anderen op den tweeden. Het is vroeger al
eens gemeld dat Smctana tot, Liszt zeide:
.Ik heet niet Smctana ('hier zone; hij het thema uit,
de licoanre Ouri'fttire) maar iSmétaiia (hier zong hij
het rhythmische motief uit de l'~ii/i'lii>-<>nre,-//i,-e'i.
Xu is het wel geen levenskwestie hoe een naam
wordt uitgesproken, docli het is niettemin beter die
juist, te zeggen.
Hoelang hebben wij b.v. CavaW'Yia rusticana
hooren zeggen, en hoe dikwijls hoort men nog
iu muzikale kringen bij het woord Scherzo de scli
als sj, in plaats van als sk uitspreken.
Doch nu iets over Prodanil nevesta (die
verkaufte Braut i door het operette en operagezelschap
van den lieer Saalborn opgevoerd.
Wie dit, werk hoort zal niet dadelijk willen
gelooven dat volgens de berichten Smétana een over
tuigd \Vagiioriaan was, zooals uit een vroegere
enisliu'e opera reeds moet gebleken zijn, doch even
min blijkt uit i/ie i;-i'l,-(in/7'' llruul het tegendeel.
liet zou ridicuul geweest ziju voor een zoo weinig
beduidend libretto en zulk een weiniir spannend
goschicdenisje in den stijl van Wagncr te
conipoiieereu. Doch dat een Wagneriaan zoo meesterlijk
in den stijl van Mozart, kan componeereii
dat, zal voorzeker niet zoo heel vaak voorkomen.
Het werk nadert als tekst meer de operette en
zooals liet eerst, in t,wee bedrijven was ontworpen
en opgevoerd paste het daar ook beter voor,
doeh later is het belangrijk utgebreid. Volgens
een Duitseh sciirijver heeft, Smctana dit \verk alleen
geschreven om degenen, die zijn vroegere opera
Dii' l'i'itii'/c/////',;,/'-/' /,/ IH'i/ii/if'ii niet, begrepen en hem
aanrieden een komische opera Ie schrijven om op
de/.e wijze te tooneu of bij werk lijk talent bezat,
te bewijzen dat bij ook in dit genre iets
meestcrlijks kon geven.
Doeh deze .,volksthiiinliche Oper" p.ikte iu
Hohemen niet minder dan -?/''/' /V'.vW//<'/,- in
Duitsehland (leed.
Vooral (ie dansen en de melodiën die een
volksIhüniKch" karakter hebben, sleepten de toehoor
ders mede.
\\ at de musicus echter bewondert, is het lijiie
weefsel in het, orkest, en het meest( rschap waar
mede de motieven verwerkt, zijn.
A\ aarlijk dit, werk leerende kennen, krijgt, men lust,
het orkestrale eens afzonderlijk te hooren, zonder
de intrigito aan te zien en die gemoedelijke,
oubeduidcnde figuren die de librettist heeft geschapen,
waar te nemen. De muziek staal veel te hoog
voor liet libretto eu dit is eeu fout die de beste
uitvoering niet, kan wegreileneereu. De eerste
liefile-sceue van Marie en Hans is te lang en
daardoor vervelend, zij zingen te aandoenlijk. Wij
voelen daar, eu ook later, niets voor hun liefdesmart
die een te groet contrast vormt, met hetgeen er
volgt e u in die omgeving kinderachtig of aanstel
lerig schijnt.
.Die gelieven doen hier zwaar-op.'raiiehtig eu de
anderen spelen bet o'checle stuk als een potsierlijke
operette, wat, ik, met, het oog op de muziek, een
groote fout, vind doc'i waar de librettist evenveel
schuld aan heeft ais de vertolkers van liet gezelschap
van den lieer Saalborn.
De niet, gewilde minnaar Wenzel is minder (lauw
dan b.v. l)iii,il//ii. in Der Trnnijn'lnr n*,i St'/r/,-/,/r/f,/,
doch dat, men hem laat stotteren was met noou'ig
geweest, en dit was ook muzikaal niet weer te
geven. Geen wonder (lat zelfs een Smctaua hier
zijn onmacht toont.
Bijzonder interessant is het gesprek in liet eerste
terzet tusschcn den huwelijksmakelaar en de ouders
van het meisje, en hier vindt men een nieuweren
Mozart, die nog rijker illustreert dan de oude
Mozart deed, doch het orkestrale is, zooals het nu
vertoond werd, alweer te mooi voor hetgeen op
het tooneel geschiedt.
Fijn opgevat en vertolkt met alle hulpmiddelen
van zangkunst en spel, geloof ik, dat dit werk
als geheel (ondanks het libretto) veel meer bevre
digen kan, doch voor dit, genre is een personeel
noodig, zooals hier te lande niet gevonden wordt,
want de Spiel-Oper is bij ons het slechtst gecul
tiveerd, omdat, de groote opera's en de operettes
het publiek eigenlijk het meest boeien, eu omdat die
beide genres ook het meest binneu het bereik van
de vertolkers ligsen die wij hier bezitten.
Er worden wel van tijd tot tijd werken in het
genre van de O|>ora-Goniique of de Spiel-Oper
vertolkt, doch dan voldoen alleen die werken,
waarbij de zang meer op den voorgrond treedt dan
het spel, of die als het, ware voorbestemd zijn als
groote opera dienst te doen. Als bewijs kan gelden,
dat ])i-i- Fi-risrliiil: nog geen grooten indruk bij de
opvoeringen iu de beide Ned. Opera's heeft kunnen
maken.
ik waardeer waf de heer Kwast met de krach
ten waarover hij te beschikken heeft, wist te ver
krijgen, doch het spreekt vau zelf dat hier
evenmin als bij een ander gezelschap liet ware
materieel aanwezig is. Wat zang aiugaat zullen
natuurlijk bij het andere gezelschap sommige
pirtijen veel beter bezet zijn en zal o. a. het en
semble van sok .stommen in de derde acte: A'ocA
citi ir/'/Mi/v, Mnïie meur tot zijn recht, komen,
doch daar zal men wellicht nog meer dan hier
met het sp-'l te worstelen hebben.
De vertolkster van ,,die liraut" heeft een schoone
stem en is een aantrekkelijke verschijning; de
stotterende minnaar speelde met veel entraiii, het
orkest heeft zich, de krachten in aanmerking ge
nomen, wakker gehouden en alles liep vlot, doch
verder wil ik ni.;t in details treden.
Ik geloof dat voor dit werk de gesproken dialoog
die er eerst in voorkwam nog beter geschikt is
dan dezen vorm waarin alles gezongen wordt.
Aan nieuwere tendenzen ontbreekt het in
dit werk niet: er is logische eenheid in de
mumuziek (o.a. het liefdemotief komt in verschillende
vormen voor) die doet gevoelen dat de invloed
van Wagner ook in dit werk te bespeuren is, n.l.
wat betreft, sommige motieven die in uit, werk een
groote rol spelen, (ik spreek hier niet vau slaafsch
navolgen van Waguer, want dat beschouw ik onder
alle omstandigheden als eeu fout.) Xa dien tijd
heeft, Smétana nog een komische op.Ta : t/in Zffl
Wtlticcii g comp jiicerd, waarvan de tekst alweder
niet beduidend genoemd wordt doch die, wat de
declamatie die in die veimhii!/ïi', JSrtnil nog niet
altijd sprekend genoeg is betreft, zeer groote
vooruitgang moet geven.
Een later werk iu dien geest, </>/? A'n.i.i, moet
wat libretto betreft ook interessanter zijn. Dit
werk wordt, geroemd als muzikaal eenvoudiger,
met, zachte, poëtische stemming, en zeer artistiek,
hier en daar gecompliceerd en tevens exquis
van vorm.
Smétaua heeft, zelf de feestopera IJ-',tix<'ti</ en de
komi^he opera Titji>i,tstof (het geheim), handelende
over ei u man die een begraven schat, zoekt, en
eindigt met eeu levenden schat, te vinden, zijn beste
werken ;eno( nul. Daar '/V,1 A'^/x.v meer lyrisch is
heeft het, eeu minder czeeh'.sch karakter dan de
vroeger genoemde werken. De componist schreef
hierover : Bij dramatische handelingen worden
de motieven vanzelf geboren uit, de gewaarwordin
gen die hen voorafgaan, en blijft, er dus geen
plaats over voor nationale ontboezemingen.
Zijn laatste komische opera is : t//>' 7V/'/;7v."v/,,,/,
met, een demonisch-komische figuur H'iraeli, als de
verpersoonlijking van den steeds getopten duivel
uit de c/.eeiiische sprookjes.
Ik hoop dat de kennismaking met I>/i' '?>?;?//,/<;/'''-'
llcui.iJ er toe zal leiden ook eene van de latere
opera's van Sa.etaua, zoowel de genoemde komische,
als do. serieuse opera's Dulilinf en IA/r"«'liii kennis
te nemen. Kr zat, in de muziek die wij dank
zij het initiatief van den heer Saaiboni hoorden
eene friscliheid, die weldadig aandeed, daarom
mogen wij hem voor dit initiatief dankbaar zijn.
liet deed mij veel genoegen, dat bij de opvoe
ring van Li-l-'i-ii (in/'.''! van den eiicrgieken direc
teur d< r Xed. Opera vau der Linden do zaai zoo
//«?zet was. Dit reeds meermalen besproken werk
bleek ook nu weder zeer te voldoen. Vooral de
vaak cll'cotvollc ensembles eu de vertolking van de
interessantste partij uit, het werk dn van \ an
Xoort, waarvan Orelio zulk eene M-lioonc
crei atie heeft gemaakt, werden zeer gewaardeerd.
De heer van der Linden werd dien avond op
sympathieke wijze trehuldigd wat, hou zooud toe
komt voor do goi de eigenschappen van zijne Opera
ais voor de energieke wijze waarop hij de Xed.
Opera tracht Ie verhcüen.
i Het, valt, min of meer buiten het gewuii.' s*reven
wanneer eene ster'' wordt aangekondigd die met
het personeel van de Opera in ecu of ander werk,
speciaal voor sterren geschreven, zal optreden.
(ïewnonlijk. ziju zulke voorstellingen als geheel
niet, al te best. verzorgd omdat, de instiuti erin!:1 dan
als het ware tu-schen de druppeltjes door moet
geschieden en de meeste bezoekers niloon komen
om dr sier te hooren en dus weinig belang stellen
in het gdied.
Bij zulk eeu optreden verwacht men natuurlijk
, iets zeer voorUeiVclijks en voorzeker is Mevr.
Arnoldson in 7V,//?/',,/,/ ;//<?/??//(/) zoowel als zangeres
als actrice niet, la première veiuie", doch dat zij
zooveel indruk op mij gemaakt heeft al voor een
paar jaar in J///,,-,// mag ik niet zomeren. Kerst 1:1
de vierde acte k\\am ik t'cciit ouder den 'in
druk van hare vertolking (toch met dat gedeelte
spreek ik dan ook mijne ingenomenheid uit. i liet,
\ seli'-en mij of Mevr. A. eerst, langzamerhand v(T in"
kwam,, ik heb vroetrer de eigenschappen van .Mevr.
Arnoldson's zang uitvoerig besproken. D,o
eigeuj schappen kwamen ook hier weer ten volle uit.
Ik acht liet echter zeer gelukkig dat .Mevr.
Ari noldsoii ook in Mi:/iifin optreedt,, want die creatie
is werkelijk schoon.
liet, aanhooron in twee talen werkt natuurlijk
verbazend kalmccrend, dus moet men zich daar
over heen zien te zetten.
De heer Tnijsseii was geweldig verkonden, liet
i ware dus wellicht verstandiger geweest, niet zoo
| welwillend te ziju om de opvoering mogelijk te
ma