De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 18 oktober pagina 4

18 oktober 1896 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1008 houdt, verwijs ik naar de steenen monumenten nu ongeveer een eeuw geleden opgericht als een herinnering van de limietpalen der bannelingen. In het dorp Sloten staat er een verscholen op een pleVje, van waar het te avond of morgen zal verdwijnen zonder dat iemand er notitie van neemt, dat op den Amstelveenschen weg gaat geheel op in het hakhout. Nog is er een huis W«lna te vinden, niet ver van de plek, waar eens de Berebyt verrees, die eigenaardige herberg buiten de stadspoort. Daar aan den Amsteldijk, was het dat den 13e van Hooimaand 1787 de Amsterdamsche gewapende schutters uittrokken om te Utrecht een der treu rigste bladzijden uit 's lands historie te helpen vullen. En ter zelfder plaatse scheepte de Am sterdamsche mobiele schutterij zich den 29en October 1830 in om met de «Belgische muiters" af te rekenen, waaraan wy nu herinnerd worden door foei leelyke prenten, de afschuwelijkste historieplaten, welke ooit gemaakt zy'n. Tegenover »de Berebijt" van ouds de »b?rebijtersherberg," het rendes fo«s der liefhebbers van honden- en berengevechten, welke in de 17e eeuw tot de Amsterdamsche vermaken behoor den tegenover »de Berebyt" was tot voor eenige jaren 't is wellicht niet ondienstig dit in herinnering te brengen »de Ijsbreker" te vinden, aldus gedoopt naar de 18e eeuwsohe ijsbrekers welke wij nu op de gravure van Iteman van der Horst kunnen aanschouwen, te midden van de fraaie sleden dier dagen, toen de heeren der schepping heusche moffen droegen, gel\jk thans de dames. Welk heerlijk schouwspel moet in vorige eeuwen onze Amstel niet hebben opgeleverd, des winters met die arren wedstrijden en die kieretnierende menigte, op schaatsen en in sleden, en des zomers by' de hardrijderijen en het admiraalzeilen; die breede Amstel, een der hoofdaderen van het verkeer, en een der meest gezochte plekjes voor de sport liefhebbers van voerheen. Nog is ze mooi, veel mooier dan menig Amsterdammer vermoedt, die het wellicht te laat zal betreuren, dat de eischen voor het verkeer hier een tweede Amstelbrug noodig maken, om ten slotte ook dit deel van de hoofdstad voor een oud Amsterdammer op alle punten voor goed onherkenbaar te maken. Wie denkt ter dezer plaatse nog aan een ossen markt, een miütair hospitaal, een cavalerie kazerne, een Utrechtsche poort ? Oudshoorn's glazen paleis deed hier alles veranderen; het hospitaal en de ka zerne werden op zijde gezet, de ossenmarkt ging op in het abattoir en van alle voormalige poorten is alleen de Muiderpoort nog aanwezig, de jon gere editie van een 18e eeuwsck model. De oudere vertoonde den len Februari 1709 zulk acute verschijnselen van verzakking, dat zy moest worden opgeruimd en door de tegenwoordige vervangen, die in 1811 getuige is geweest van Napoleon's intocht, wat van Bree in een schilder stuk meende te vereeuwigen. Thans staat die poort eenzaam op het Alexanderplein, welhaast een vraagteeken voor het jonge Amsterdam, dat zich niet zal kunnen begrijpen, hoe hier een poort is te vinden. Het verleden is zoo spoedig vergeten. Of zouden er wel Amsterdammers wor den aangetroffen, die weten hoe aan deze zijde van Amsterdam eens een dorpje Houtewael heeft gestaan, waaraan de Oetewalerweg zyn naam dankt; en hoe op Zondag den oen Maart 1G51 den dijk by' Houtewael doorbrak, waarvan wy thans het lidteeken vinden in het Nieuwe diep. Zeeburg is voor velen nog een goede bekende, iiiiiiiimiiimiiiiHMimiHijiiiimiimi je daar uit? Dat ziet u, ik wil er in, om geschoren te worden.?Je wordt niet binnen gelaten. Ze scheren je toch niet. Ga liever naar bed. Ja, maar.. Geen praatjes, hoor! rk Heb je in de gaten, en als je nog langer burengerucht maakt, ruk ik je in." Meneer Taupin, die zag dat het mis liep, nam beleefd zijn hoed af en gaf uitleg van zijn toestand en van zijn verlangen. De agent liet zich verteederen... »Mijnheer," verklaarde hij, »die kleine barbiertjes scheren alleen 's morgens; rk zal u bij een coiffeur brengen." Hetgeen hij deed. Onze vriend was nog nooit van zijn leven zoo keurig en zoo luxueus geholpen geworden. Spiegels, gasvlammen overal; mar meren waschtafels met blinkende nikkelen kranen, een heerlijke leuningstoel om in te zitten, een hagelwitte handdoek. Toen hij zich na de operatie in den spiegel bekeek, vond hij zich zelf waarlijk mooi. Hij betaalde zonder al te groote spijt de twintig sous, die hem gevraagd werden en verliet haastig het salon, om zijn geliefde Leonie weer op te zoeken. Hij snelde voort, dobberend tusschen de hoop op den kus, waarmee zij hem zou verwel komen en de vrees voor de verwijten, die hij over zijn lang wegblijven voorzag, toen hij eensklaps staan bleef bij den twijfel, die in zijn geest was opgerezen: »Ga ik den goeden kant wel uit?" Hij keek om zich heen. Hij was in een nauw straatje; verlicht door twee, ver van elkaar staande lantarens, die in den fijnen motregen een twijfelachtig schijnsel gaven. Geen winkels, geen voorbijgangers. Hij kreeg eensklaps een gevoel, alsof hij in een doolhof was verdwaald. Vóór alles moest hij uit de duisternis zien te geraken. Hij keerde op zijn schreden terug, overtuigd binnen enkele oogen maar Jaap Hannes, de Yperslotw sluis en het gemeen landshuis al lang niet meer. Zóó moet men van vele Amsterdammers naar waarheid getuigen, dat zij hunne stad niet kennen, en nog veel minder de grenzen van hun stad. Wellicht dat de tentoonstelling in het oudheidkundig genoot schap sommigen hunner opwekt om die kennis wat op te frisschen en te vermeerderen. F. A. B. Tentoonstellingen. 't Was opmerkelijk deze week by de drie kunsthandelaren in en bij de Kalverstraat de geweigerde schilderijen van de Arti-najaar ten toonstelling in de winkelkasten uitgestalt te zien. By Buffa het groote stuk van Hart-Nibbrig, wat mij, bij alle verdiensten in zoeken, toch niet zoo goed- voorkwam als zijn aangenomen kleinere tafreeltje. By Wisselingh een prachtige Karsen, waarvan de perspectivische fouten zeker de oor zaak der weigering waren; en by de galery Rembrandt het merkwaardige doek van Antoon Molkenboer «Het afscheid van den Held." De najaars-tentoonstelling zelf kan een vrij groot aantal zeer schoone werken aanwijzen, waaronder in de eerste plaats de mooie nieuwe Breitner, en een ander, reeds ergens gezien, ge zicht op de Paleisstraat. De acht teekeningen van Bauer zyn niet minder belangrijk en het is een heugelijk feit dat aan hem de eerste prijs van 't Willink van Collenfonds en de gouden medaille werd toegekend. Veth zond drie portretten. Willem Maris twee van de bekende sloot-gezichten. Van geen van de twee Israëlsen iets. Een magnifieke aquarel van Witsen. Waarvan een varjante op 't oogenblik bij Buffa is in eene kleine Karsen, maar daarom niet minder fraai, een aardige Hartz, de gezegde Hart-Nibbrig, van Bastert, van Poggenbeek eenig werk en een kapitale de Bock. En verder werken van nog eenige portrettisten, en beeldhouwwerk van Mendes. Bij Buffa een curieuse tentoonstelling van Mevr. Ronner, een uiterst merkwaardige verzameling die zeker veel bezoek van dames zal hebben en verdient. Ook een nieuwe aquarel vrn Breitner, zijn be kend gracht-in-de-sneeuw motief is bij denzelf den kunstkooper te zien. TH. M. Een mededingster van de Sixtijnsche Madonna. De Ziiridier Post deelt mede: De Madonna van Rafaël, die in het bezit is van de familie Badrutt te St. Moritz, zal de volgende week in Zürich tentoongesteld worden, waarschijnlijk in het «Künstlerhaus". Zooals bekend is, bestaat er tusschen de autoriteiten op het gebied van kunst altijd nog verschil van meening over de vraag, of de schilderij der familie Badrutt niet het origineel, en die te Dresden een copie is. »Mijn persoonlijke opinie", schrijft een kunstkenner uit Zürich, »is, dat de schildery van de familie Badrutt in verscheiden opzichten boven de Sixtijn sche Madonna in Dresden staat. liet coloriet kan natuurlijk slechts dim beoordeeld worden, als het mogelijk zal zijn, de twee schilderijen naast elkander te zien en te vergelijken." Bij de firma E. J. Wisselingh & Co., Spui 23, is tentoongesteld een schilderij van F. Smissaert, «Nettenboetsters." BOEKBEOORDEELING. Een nieuw boekje over den oorsprong en de afleiding van de Amstet'daiusehe strtiatnamen, door J. TEK Gouw. Uitgegeven door J. E. ter Gouw. (Niet in den handel). Hilversum, Joh. Geradts & Co. 1890. Door eene bijzondere omstandigheid draagt nog geen der nieuwe straten den naam van Jan ter IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHHIIIIIIMIIIIIMIMIII blikken het ruime, in licht badende plein, dat hij zoo even had verlaten, weer te zullen zien; maar hij bemerkte weldra, dat hij op goed geluk ronddoolde. Hij hoorde het in de verte half negen slaan, toen, na een tijdsverloop dat een eeuw geleek, kwart voor negenen. »Bijna negen al! Wat moet zij beginnen ? Wat zal ze wel denken?" Eensklaps besefte hij al het verschrikke lijke van den toestand. Een logement terug vinden, waarvan hij den naam niet weet, een logementje van den laagsten rang, in een stad als Rouaan; een herberg ergens in een straat, of eigenlijk een steeg, waarvan hij noch weet hoe die heet, noch in welke wijk ze ligt Hij begreep heel goed, dat alles den volgenden morgen door bemiddeling van de politie te recht zou komen; hij was niet in een oerwoud Maar tot den volgenden dag was een eeuwig heid! Het lieve vrouwtje zóó lang ten proo' aan de doodelijkste onrust laten, geheel vreemc en alleen, op haar trouwdag nog wel, 't was om gek van te worden. Hij voelde onder het dwalen zijn brein duizelen. Eindelijk hoort hij voetstappen in de ver laten straat; hij onderscheidt een voorbij ganger; maar op liet oogenblik dat hij hem zal inhalen, verdwijnt hij in een dwarsstraat Hij volgt hem op goed geluk. «Mijnheer,' roept hij, zoo hard hij kan, «mijnheer, ik ben verdwaald. Help me asjeblieft op den goeden weg. Mijnheer! Mijnheer!" De voorbijganger versnelde den pas, alsof hij voor een dronken man of een boosdoener wegliep. Eenige oogenblikken later trad hij uit het diepe duister in een schitterend licht. Hij stond voor de vestibule van het Grand-Théfitre. Menschen! Eindelijk menschen!" (Wordt vervolgd). Gouw. 't Is ook haast overbodig, want ieder naambordje in de oude stad diende eigenlijk voorzien te zijn van de toelichting »Zie ter Gouw ... bl. .. ." Immers die straatnamen zijn een onschatbare bydrage tot de geschiedenis onzer stad en de schryver van de Geschiedenis van Amsterdam zal voor alty'd blyven de vraagbaak omtrent den oorsprong en de afleiding van die Amsterdamsche straatnamen. Een enkele toe lichting of nadere opheldering moge hier of daar nog van nut wezen, misschien ook nog een paar veibeteringen, doch daarmede is dan ook voor s;oed dat onderdeel onzer stadshistorie afgewerkt. De waardige zoon van den stadsbeschrijver, wiens heengaan een plaats heeft opengelaten tot heden onvervuld gebleven en misschien nog in jaren niet te vervullen, smaakt nu het voorrecht aan oudere en jongere vrienden een nagelaten werk van ter Gouw te kunnen aanbieden, een taak, waarvan hij zich met evenveel pieteit als gulheid heeft gekweten. Voorafgegaan door een bibliographie, en hier en daar verrijkt met ophel derende noten, deed hij het boek verschijnen, waaraan zijn vader tot aan diens laatste dagen werkte, niet alleen aan de schrijftafel, maar ook telkens weer trekkende naar zijn geliefd Amster dam, om daar persoonlijk na te gaan wat al of niet veranderd was. De wensch, dat dit geschrift dien vrienden allen welkom zal zijn, is zeer zeker vervuld, want deze omwerking van het vroeger verschenen eenvoudige boekske"?en de later daarop gevolgde nalezingen en verbeteringen is een rijke bydrage te meer tot al hetgeen ter Gouw heeft geschreven. Mocht dit geschenk er toe meewerken om een Amsterdamsen geschiedkundige aan te sporen het werk van ter Gouw voort te zet'en, niemand die er zich meer in zoude verheugen dan de zoon, wien den arbeid van den onvergetelijken vader zóó ter harte gaat. F. A. B. Het Jaarboekje der Maatscli. t. Nut i: 't Algemeen 1896!'J7 is bij Roelofzen en Hübner te Amsterdam verschenen, en bevat in de plaats van het vroegere mengelwerk de toespraak van den voorzitter ter algemeene vergaderir.g; het verslag van het hoofdbestuur aangaande den staat der Maatschappij en zijne verrichtingen gedurende het jaar 1895/90; een overzicht van het verhandelde ter algemeene vergadering; de rekening en verantwoording over het dienstjaar 1895/90; de begrooting voor het dienstjaar 1890/97; het verslag der commissie volgens art. 41 van de wet der Maatschappij ; de lijst van de departementen der Maatschappij, met opgave van hunne voorzitters, secretarissen en instellingen, benevens de statistische cijfers be treffende hunne instellingen van ondei wijs en hunne bibliotheken, een overzicht van het aantal instellingen der Maatschappij en een door prof. H. B Greven geschreven overzicht van het nuts-rapport over Armenzorg, liet geeft dit onder den titel «Memorabiliën voor de departe menten", iets wat meer aan Xenophon doet denken dan aan de burgers uit de kleinere steden en de boeren ten platten lande, waarvoor dit boekske in hoofdzaak bestemd is. Waarschijnlijk echter moeten wij hierin den practischen zin van den samensteller waardeeren, die gedacht heeft, onder dit opschrift zullen al die nutsleden zich zeker tot de lezing van dat overzicht zetten, om te zien wat »én memorabilie" is. Wordt hiermede dat doel bereikt, dan is er zeker iets gewonnen. Want deze beschouwingen over armenzorg verdienen algemeen bekend te zijn. NIEUWE UITGAVEN. Bij Van Holkema & Warendorf is verschenen: De. Christus naar de Kcanyeliefn, door Dr. J. A. BRUINS SK Prijs / 150. Jaarboekje voor het jaar 18!)0?'97 uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van :t Algemeen. De Alt/1'ni. Sederl. Diainantbeirerkersbond te Amsterdam. Feiten, cijfers en verrichtingen uit zijn geschiedenis. Zijn doel en streven, door Ilerm. Kuijper. Nationale Zuiderzee Hond, II. (Een IJselmeer met zoet water als onmiddellyk gevolg van de afsluitii g der Zuiderzee). Jiarabbas. Een droom over het wereld-drama. Uit het Engelsch van MARIE CERKLLI, twee deelen. E. J. Brull, Leiden. De Aljclt-oorloff, kort overzicht van oorsprong, verloop en gevolg door J. A. KRVYT. Loman en Funke, 's Gravenhage. Ter perse, om spoedig te verschijnen: J)e ge schiedenis van een stadhuis en run eene kathedraal, van Vioi.i,i;T-r,E-Di'c, door Tu. MOLKENBOEK, uil het Fransch in het Nederlandsch overgezet, met een voorwoord van Dr. P. J. II. Ci YPEIJS. Uitgegeven en gedrukt bij de Erven F. Bohn te Haarlem, 1890. Inhoud van Tijdschriften. Tijdsdirijt vtin hel Ncdei'l. (fcnootscltap r/ior Munt- en l'i-nninijliiinde: Iets over de geschiedenis der Zeeuwsche assignaten in 1795, door Mej. M. de Man. Quatre monnaies inédites ou peu connues de 's Heerenberg et de Stevensweerd, par Ie Vte B. de Jonghe. Penning ter eere van W. G. ten Houte de Lange, door C. W. Bruinvis. Xicolas Heynsius, homme d'étathollandais, numismatiste, par M. Hoger Valentin. Gemengde berichten. Inhoud Kijen Haard: Jonge Harten, door Betty D. Moor.III. De totale Zonsverduistering van Zondag 9 Aug. 1890, door Dr. E. van der Ven, met afbeeldingen. Kijkjes op het oudste Beursgebouw te Amsterdam (bij de plaat). De oude beurspoort te Amsterdam, naar de teekening van H. Craeyvanger. Een uitstapje naar den Tankoebar Prahoe, door Ds. J. A. Tydeman, me1 afbeeldingen. De verwoesting van het RemonteDepöt te Milligen, met afbeeldingen. Woord en Jicc/tl (Oct. '90). Om het bezit door W. G. van Nouhuys. ??De Zaanstreek. Indrukken van de Berlijnsche Tentoonstelling. J. H. Krelage. Zwijgen .... door A. Illustratiën van Haverman, Bruckman, Rueter, Vaarzou Morel en Nieuwenkamp. liiliiiiiiluiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiHunniiiniii iiniiiiiiiiiimiiiiiiiiiiitmiiiii IIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIMIIH Het eerste bevel van den koning van Spanje. Toen de kleine koning van Spanje voor het eerst aan zijn liefhebbende onderdanen werd voorgesteld, was hij een splinternieuwe, roode, wringende baby op een zilveren schotel, en hij vond het zoo weii.ig pleizierig, koning te zijn, dat hy lang en luidkeels schreeuwde. Hij hield erg veel van zijn min, Raimunda, en toen hij te oud begon te worden om langer op den arm te worden gedragen, werd er voor gesteld, haar weg te zenden en hem toe te ver trouwen aan een dame, die vroeger zijn vader had onderwezen. De kleine koning was erg bedroefd over dat besluit, en de min evenzeer, maar gelukkig bedacht zy' een middeltje om de zaak in orde te brengen. Zij leerde hem zeggen : »De min moet blijven; ik beveel het, ik wil dat zij blijft." Hij zeide die woorden langzaam en ernstig in tegenwoordigheid van het geheele hof, en daarna moest Raimunda natuurlijk blij ven, want alles wat een koning van Spanje be veelt, moet gebeuren, en dit was het eerste bevel van Alfonso XIII. De kleine koning is nu on geveer tien jaar oud en is een hartelijk, edel moedig kind. Tydens de langdurige ziekte, waar aan hij op vierjarigen leeftijd leed, heeft hij geen oogenblik een kreupel bedelmeisje vergeten, dat hij kort te voren gezien had, toen hij uit rijden ging. Hij stond erop, dat een gedeelte der lek kernijen, die men naar zijn ziekekamer zond, aan haar gebracht werden. IIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII 1IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIII1IIU Geachte. Redacteur, Met instemming heb ik mogen lezen uw artikel over de opgeloste beurskwestie en ben met u overtuigd, gy reler meening hebt weergegeven, bijna zou ik zeggen aller meening, want wel zijn er enkelen die als beursbezoekers niet vragen of de stad daaronder lijdt, maar niemand heb ik gesproken, die het goedkeurt dat de Beurs op het Damrak wordt gebouwd en in mijn betrek king spreek ik veel menschen, zoodat ik durf zeggen deze oplossing wordt algemeen ver oordeeld, ook al omdat zij zoo ter sluiks heeft plaats gehad, zonder dat men de burgerij, de deskundigen en de meest belangstellenden den tijd gaf om met kennis van zaken te oordeelen en tegen de voordracht op te komen, iets wat zelfs onder het bestuur van den heer v. Tien hoven niet zou hebben kunnen plaats vinden. In n opzicht moet ik van uwe meening afwijken; als gij schrijft, de heeren ontwerpers aan niets anders gedacht hebben dan aan de Beurs, daar mij is ter oore gekomen dat er wel degelijk ook een bebouwingsplan van het terrein tusschen de Beurs en den Dam bestaat, en zij dat niet hebben durven vertoonen evenmin als de gevels van de Beurs zelf, omdat zij vreesden, er dan van de geheele zaak niets zoude komen. Kunt u dit niet eens onderzoeken, want dan zou men tenminste kunnen vragen met de uit voering van het beursplan te wachten tot alles wat noodig is gepubliceerd zou zijn. Met achting, Uwe Dw. Dr.: 11. W. Amsterdam, 13 Oct. 1890. Ons dunkt een schrijven aan den Raad, met verzoek tot het geven van de noodige opheldering, zou in deze het beste middel van onderzoek zijn. KEU. Minimin iiiiiiiiiiiniHNiiimiiii iiiiiiiiiiiniiHiitiiuiii 40 cents per regel. niiiiiiiiiiniiiiiitiniiiiiiniiiiiiiiiiiitiiHiiiiiuii Hooftl-Depót Dr. JAEGER'S ORIG. K. F. DEUSCHLE-BENGER, Amstei dam, Kalverstraat 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederland. Magazijn KEIZERSHOF", Nieuwemlijk 196. Zrjdenstoffen. Grootste sorteering zwarte en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & OLDENKOTT. H. RAHRteÜtrecht. Pianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl