Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1008
houdt, verwijs ik naar de steenen monumenten
nu ongeveer een eeuw geleden opgericht als een
herinnering van de limietpalen der bannelingen.
In het dorp Sloten staat er een verscholen op
een pleVje, van waar het te avond of morgen zal
verdwijnen zonder dat iemand er notitie van
neemt, dat op den Amstelveenschen weg gaat
geheel op in het hakhout.
Nog is er een huis W«lna te vinden, niet ver
van de plek, waar eens de Berebyt verrees, die
eigenaardige herberg buiten de stadspoort. Daar
aan den Amsteldijk, was het dat den 13e van
Hooimaand 1787 de Amsterdamsche gewapende
schutters uittrokken om te Utrecht een der treu
rigste bladzijden uit 's lands historie te helpen
vullen. En ter zelfder plaatse scheepte de Am
sterdamsche mobiele schutterij zich den 29en
October 1830 in om met de «Belgische muiters"
af te rekenen, waaraan wy nu herinnerd worden
door foei leelyke prenten, de afschuwelijkste
historieplaten, welke ooit gemaakt zy'n.
Tegenover »de Berebijt" van ouds de
»b?rebijtersherberg," het rendes fo«s der liefhebbers
van honden- en berengevechten, welke in de 17e
eeuw tot de Amsterdamsche vermaken behoor
den tegenover »de Berebyt" was tot voor
eenige jaren 't is wellicht niet ondienstig dit
in herinnering te brengen »de Ijsbreker" te
vinden, aldus gedoopt naar de 18e eeuwsohe
ijsbrekers welke wij nu op de gravure van
Iteman van der Horst kunnen aanschouwen, te
midden van de fraaie sleden dier dagen, toen de
heeren der schepping heusche moffen droegen,
gel\jk thans de dames.
Welk heerlijk schouwspel moet in vorige eeuwen
onze Amstel niet hebben opgeleverd, des winters met
die arren wedstrijden en die kieretnierende menigte,
op schaatsen en in sleden, en des zomers by' de
hardrijderijen en het admiraalzeilen; die breede
Amstel, een der hoofdaderen van het verkeer,
en een der meest gezochte plekjes voor de sport
liefhebbers van voerheen. Nog is ze mooi, veel
mooier dan menig Amsterdammer vermoedt, die
het wellicht te laat zal betreuren, dat de eischen
voor het verkeer hier een tweede Amstelbrug
noodig maken, om ten slotte ook dit deel van
de hoofdstad voor een oud Amsterdammer op
alle punten voor goed onherkenbaar te maken.
Wie denkt ter dezer plaatse nog aan een ossen
markt, een miütair hospitaal, een cavalerie kazerne,
een Utrechtsche poort ? Oudshoorn's glazen paleis
deed hier alles veranderen; het hospitaal en de ka
zerne werden op zijde gezet, de ossenmarkt ging
op in het abattoir en van alle voormalige poorten
is alleen de Muiderpoort nog aanwezig, de jon
gere editie van een 18e eeuwsck model. De
oudere vertoonde den len Februari 1709 zulk
acute verschijnselen van verzakking, dat zy moest
worden opgeruimd en door de tegenwoordige
vervangen, die in 1811 getuige is geweest van
Napoleon's intocht, wat van Bree in een schilder
stuk meende te vereeuwigen. Thans staat die
poort eenzaam op het Alexanderplein, welhaast
een vraagteeken voor het jonge Amsterdam, dat
zich niet zal kunnen begrijpen, hoe hier een
poort is te vinden. Het verleden is zoo spoedig
vergeten. Of zouden er wel Amsterdammers wor
den aangetroffen, die weten hoe aan deze zijde
van Amsterdam eens een dorpje Houtewael heeft
gestaan, waaraan de Oetewalerweg zyn naam
dankt; en hoe op Zondag den oen Maart 1G51
den dijk by' Houtewael doorbrak, waarvan wy
thans het lidteeken vinden in het Nieuwe diep.
Zeeburg is voor velen nog een goede bekende,
iiiiiiiimiiimiiiiHMimiHijiiiimiimi
je daar uit? Dat ziet u, ik wil er in, om
geschoren te worden.?Je wordt niet binnen
gelaten. Ze scheren je toch niet. Ga liever
naar bed. Ja, maar.. Geen praatjes, hoor!
rk Heb je in de gaten, en als je nog langer
burengerucht maakt, ruk ik je in." Meneer
Taupin, die zag dat het mis liep, nam beleefd
zijn hoed af en gaf uitleg van zijn toestand
en van zijn verlangen. De agent liet zich
verteederen... »Mijnheer," verklaarde hij, »die
kleine barbiertjes scheren alleen 's morgens;
rk zal u bij een coiffeur brengen." Hetgeen
hij deed. Onze vriend was nog nooit van zijn
leven zoo keurig en zoo luxueus geholpen
geworden. Spiegels, gasvlammen overal; mar
meren waschtafels met blinkende nikkelen
kranen, een heerlijke leuningstoel om in te
zitten, een hagelwitte handdoek. Toen hij zich
na de operatie in den spiegel bekeek, vond
hij zich zelf waarlijk mooi. Hij betaalde zonder
al te groote spijt de twintig sous, die hem
gevraagd werden en verliet haastig het salon,
om zijn geliefde Leonie weer op te zoeken.
Hij snelde voort, dobberend tusschen de hoop
op den kus, waarmee zij hem zou verwel
komen en de vrees voor de verwijten, die hij
over zijn lang wegblijven voorzag, toen hij
eensklaps staan bleef bij den twijfel, die in
zijn geest was opgerezen: »Ga ik den goeden
kant wel uit?"
Hij keek om zich heen. Hij was in een
nauw straatje; verlicht door twee, ver van
elkaar staande lantarens, die in den fijnen
motregen een twijfelachtig schijnsel gaven.
Geen winkels, geen voorbijgangers. Hij kreeg
eensklaps een gevoel, alsof hij in een doolhof
was verdwaald. Vóór alles moest hij uit de
duisternis zien te geraken. Hij keerde op zijn
schreden terug, overtuigd binnen enkele oogen
maar Jaap Hannes, de Yperslotw sluis en het
gemeen landshuis al lang niet meer. Zóó moet men
van vele Amsterdammers naar waarheid getuigen,
dat zij hunne stad niet kennen, en nog veel
minder de grenzen van hun stad. Wellicht dat
de tentoonstelling in het oudheidkundig genoot
schap sommigen hunner opwekt om die kennis
wat op te frisschen en te vermeerderen.
F. A. B.
Tentoonstellingen.
't Was opmerkelijk deze week by de drie
kunsthandelaren in en bij de Kalverstraat de
geweigerde schilderijen van de Arti-najaar ten
toonstelling in de winkelkasten uitgestalt te zien.
By Buffa het groote stuk van Hart-Nibbrig, wat
mij, bij alle verdiensten in zoeken, toch niet zoo
goed- voorkwam als zijn aangenomen kleinere
tafreeltje. By Wisselingh een prachtige Karsen,
waarvan de perspectivische fouten zeker de oor
zaak der weigering waren; en by de galery
Rembrandt het merkwaardige doek van Antoon
Molkenboer «Het afscheid van den Held."
De najaars-tentoonstelling zelf kan een vrij
groot aantal zeer schoone werken aanwijzen,
waaronder in de eerste plaats de mooie nieuwe
Breitner, en een ander, reeds ergens gezien, ge
zicht op de Paleisstraat. De acht teekeningen
van Bauer zyn niet minder belangrijk en het is
een heugelijk feit dat aan hem de eerste prijs
van 't Willink van Collenfonds en de gouden
medaille werd toegekend.
Veth zond drie portretten. Willem Maris twee
van de bekende sloot-gezichten. Van geen van
de twee Israëlsen iets. Een magnifieke aquarel
van Witsen. Waarvan een varjante op 't
oogenblik bij Buffa is in eene kleine Karsen, maar
daarom niet minder fraai, een aardige Hartz, de
gezegde Hart-Nibbrig, van Bastert, van
Poggenbeek eenig werk en een kapitale de Bock. En
verder werken van nog eenige portrettisten, en
beeldhouwwerk van Mendes.
Bij Buffa een curieuse tentoonstelling van Mevr.
Ronner, een uiterst merkwaardige verzameling
die zeker veel bezoek van dames zal hebben en
verdient.
Ook een nieuwe aquarel vrn Breitner, zijn be
kend gracht-in-de-sneeuw motief is bij denzelf
den kunstkooper te zien.
TH. M.
Een mededingster van de Sixtijnsche
Madonna.
De Ziiridier Post deelt mede: De Madonna
van Rafaël, die in het bezit is van de familie
Badrutt te St. Moritz, zal de volgende week in
Zürich tentoongesteld worden, waarschijnlijk in
het «Künstlerhaus". Zooals bekend is, bestaat er
tusschen de autoriteiten op het gebied van kunst
altijd nog verschil van meening over de vraag,
of de schilderij der familie Badrutt niet het
origineel, en die te Dresden een copie is. »Mijn
persoonlijke opinie", schrijft een kunstkenner
uit Zürich, »is, dat de schildery van de familie
Badrutt in verscheiden opzichten boven de Sixtijn
sche Madonna in Dresden staat. liet coloriet kan
natuurlijk slechts dim beoordeeld worden, als
het mogelijk zal zijn, de twee schilderijen naast
elkander te zien en te vergelijken."
Bij de firma E. J. Wisselingh & Co., Spui 23,
is tentoongesteld een schilderij van F. Smissaert,
«Nettenboetsters."
BOEKBEOORDEELING.
Een nieuw boekje over den oorsprong en de
afleiding van de Amstet'daiusehe
strtiatnamen, door J. TEK Gouw. Uitgegeven
door J. E. ter Gouw. (Niet in den
handel). Hilversum, Joh. Geradts & Co.
1890.
Door eene bijzondere omstandigheid draagt nog
geen der nieuwe straten den naam van Jan ter
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHHIIIIIIMIIIIIMIMIII
blikken het ruime, in licht badende plein, dat
hij zoo even had verlaten, weer te zullen zien;
maar hij bemerkte weldra, dat hij op goed
geluk ronddoolde. Hij hoorde het in de verte
half negen slaan, toen, na een tijdsverloop
dat een eeuw geleek, kwart voor negenen.
»Bijna negen al! Wat moet zij beginnen ?
Wat zal ze wel denken?"
Eensklaps besefte hij al het verschrikke
lijke van den toestand. Een logement terug
vinden, waarvan hij den naam niet weet,
een logementje van den laagsten rang, in een
stad als Rouaan; een herberg ergens in een
straat, of eigenlijk een steeg, waarvan hij noch
weet hoe die heet, noch in welke wijk ze ligt
Hij begreep heel goed, dat alles den volgenden
morgen door bemiddeling van de politie te
recht zou komen; hij was niet in een oerwoud
Maar tot den volgenden dag was een eeuwig
heid! Het lieve vrouwtje zóó lang ten proo'
aan de doodelijkste onrust laten, geheel vreemc
en alleen, op haar trouwdag nog wel, 't was
om gek van te worden. Hij voelde onder het
dwalen zijn brein duizelen.
Eindelijk hoort hij voetstappen in de ver
laten straat; hij onderscheidt een voorbij
ganger; maar op liet oogenblik dat hij hem
zal inhalen, verdwijnt hij in een dwarsstraat
Hij volgt hem op goed geluk. «Mijnheer,'
roept hij, zoo hard hij kan, «mijnheer, ik ben
verdwaald. Help me asjeblieft op den goeden
weg. Mijnheer! Mijnheer!" De voorbijganger
versnelde den pas, alsof hij voor een dronken
man of een boosdoener wegliep. Eenige
oogenblikken later trad hij uit het diepe duister
in een schitterend licht. Hij stond voor de
vestibule van het Grand-Théfitre. Menschen!
Eindelijk menschen!"
(Wordt vervolgd).
Gouw. 't Is ook haast overbodig, want ieder
naambordje in de oude stad diende eigenlijk
voorzien te zijn van de toelichting »Zie ter
Gouw ... bl. .. ." Immers die straatnamen zijn
een onschatbare bydrage tot de geschiedenis onzer
stad en de schryver van de Geschiedenis van
Amsterdam zal voor alty'd blyven de vraagbaak
omtrent den oorsprong en de afleiding van die
Amsterdamsche straatnamen. Een enkele toe
lichting of nadere opheldering moge hier of daar
nog van nut wezen, misschien ook nog een paar
veibeteringen, doch daarmede is dan ook voor
s;oed dat onderdeel onzer stadshistorie afgewerkt.
De waardige zoon van den stadsbeschrijver,
wiens heengaan een plaats heeft opengelaten tot
heden onvervuld gebleven en misschien nog in
jaren niet te vervullen, smaakt nu het voorrecht
aan oudere en jongere vrienden een nagelaten
werk van ter Gouw te kunnen aanbieden, een
taak, waarvan hij zich met evenveel pieteit als
gulheid heeft gekweten. Voorafgegaan door een
bibliographie, en hier en daar verrijkt met ophel
derende noten, deed hij het boek verschijnen,
waaraan zijn vader tot aan diens laatste dagen
werkte, niet alleen aan de schrijftafel, maar ook
telkens weer trekkende naar zijn geliefd Amster
dam, om daar persoonlijk na te gaan wat al of
niet veranderd was.
De wensch, dat dit geschrift dien vrienden
allen welkom zal zijn, is zeer zeker vervuld,
want deze omwerking van het vroeger verschenen
eenvoudige boekske"?en de later daarop gevolgde
nalezingen en verbeteringen is een rijke bydrage
te meer tot al hetgeen ter Gouw heeft geschreven.
Mocht dit geschenk er toe meewerken om een
Amsterdamsen geschiedkundige aan te sporen het
werk van ter Gouw voort te zet'en, niemand die
er zich meer in zoude verheugen dan de zoon,
wien den arbeid van den onvergetelijken vader
zóó ter harte gaat.
F. A. B.
Het Jaarboekje der Maatscli. t. Nut i: 't Algemeen
1896!'J7 is bij Roelofzen en Hübner te Amsterdam
verschenen, en bevat in de plaats van het vroegere
mengelwerk de toespraak van den voorzitter ter
algemeene vergaderir.g; het verslag van het
hoofdbestuur aangaande den staat der Maatschappij
en zijne verrichtingen gedurende het jaar 1895/90;
een overzicht van het verhandelde ter algemeene
vergadering; de rekening en verantwoording over
het dienstjaar 1895/90; de begrooting voor het
dienstjaar 1890/97; het verslag der commissie
volgens art. 41 van de wet der Maatschappij ; de
lijst van de departementen der Maatschappij, met
opgave van hunne voorzitters, secretarissen en
instellingen, benevens de statistische cijfers be
treffende hunne instellingen van ondei wijs en
hunne bibliotheken, een overzicht van het
aantal instellingen der Maatschappij en een door
prof. H. B Greven geschreven overzicht van het
nuts-rapport over Armenzorg, liet geeft dit
onder den titel «Memorabiliën voor de departe
menten", iets wat meer aan Xenophon doet denken
dan aan de burgers uit de kleinere steden en de
boeren ten platten lande, waarvoor dit boekske in
hoofdzaak bestemd is. Waarschijnlijk echter
moeten wij hierin den practischen zin van den
samensteller waardeeren, die gedacht heeft, onder
dit opschrift zullen al die nutsleden zich zeker tot
de lezing van dat overzicht zetten, om te zien
wat Ȏn memorabilie" is. Wordt hiermede dat
doel bereikt, dan is er zeker iets gewonnen. Want
deze beschouwingen over armenzorg verdienen
algemeen bekend te zijn.
NIEUWE UITGAVEN.
Bij Van Holkema & Warendorf is verschenen:
De. Christus naar de Kcanyeliefn, door Dr. J.
A. BRUINS SK Prijs / 150.
Jaarboekje voor het jaar 18!)0?'97 uitgegeven
door de Maatschappij tot Nut van :t Algemeen.
De Alt/1'ni. Sederl. Diainantbeirerkersbond te
Amsterdam. Feiten, cijfers en verrichtingen uit
zijn geschiedenis. Zijn doel en streven, door
Ilerm. Kuijper.
Nationale Zuiderzee Hond, II. (Een IJselmeer
met zoet water als onmiddellyk gevolg van de
afsluitii g der Zuiderzee).
Jiarabbas. Een droom over het wereld-drama.
Uit het Engelsch van MARIE CERKLLI, twee deelen.
E. J. Brull, Leiden.
De Aljclt-oorloff, kort overzicht van oorsprong,
verloop en gevolg door J. A. KRVYT. Loman
en Funke, 's Gravenhage.
Ter perse, om spoedig te verschijnen: J)e ge
schiedenis van een stadhuis en run eene kathedraal,
van Vioi.i,i;T-r,E-Di'c, door Tu. MOLKENBOEK, uil
het Fransch in het Nederlandsch overgezet,
met een voorwoord van Dr. P. J. II. Ci YPEIJS.
Uitgegeven en gedrukt bij de Erven F. Bohn te
Haarlem, 1890.
Inhoud van Tijdschriften.
Tijdsdirijt vtin hel Ncdei'l. (fcnootscltap r/ior
Munt- en l'i-nninijliiinde: Iets over de geschiedenis
der Zeeuwsche assignaten in 1795, door Mej.
M. de Man. Quatre monnaies inédites ou peu
connues de 's Heerenberg et de Stevensweerd, par
Ie Vte B. de Jonghe. Penning ter eere van
W. G. ten Houte de Lange, door C. W. Bruinvis.
Xicolas Heynsius, homme d'étathollandais,
numismatiste, par M. Hoger Valentin. Gemengde
berichten.
Inhoud Kijen Haard: Jonge Harten, door
Betty D. Moor.III. De totale Zonsverduistering
van Zondag 9 Aug. 1890, door Dr. E. van der
Ven, met afbeeldingen. Kijkjes op het oudste
Beursgebouw te Amsterdam (bij de plaat). De
oude beurspoort te Amsterdam, naar de teekening
van H. Craeyvanger. Een uitstapje naar den
Tankoebar Prahoe, door Ds. J. A. Tydeman, me1
afbeeldingen. De verwoesting van het
RemonteDepöt te Milligen, met afbeeldingen.
Woord en Jicc/tl (Oct. '90). Om het bezit
door W. G. van Nouhuys. ??De Zaanstreek.
Indrukken van de Berlijnsche Tentoonstelling.
J. H. Krelage. Zwijgen .... door A.
Illustratiën van Haverman, Bruckman, Rueter,
Vaarzou Morel en Nieuwenkamp.
liiliiiiiiluiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiHunniiiniii
iiniiiiiiiiiimiiiiiiiiiiitmiiiii
IIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIMIIH
Het eerste bevel van den koning van
Spanje.
Toen de kleine koning van Spanje voor het
eerst aan zijn liefhebbende onderdanen werd
voorgesteld, was hij een splinternieuwe, roode,
wringende baby op een zilveren schotel, en hij
vond het zoo weii.ig pleizierig, koning te zijn,
dat hy lang en luidkeels schreeuwde.
Hij hield erg veel van zijn min, Raimunda,
en toen hij te oud begon te worden om langer
op den arm te worden gedragen, werd er voor
gesteld, haar weg te zenden en hem toe te ver
trouwen aan een dame, die vroeger zijn vader
had onderwezen. De kleine koning was erg
bedroefd over dat besluit, en de min evenzeer,
maar gelukkig bedacht zy' een middeltje om de
zaak in orde te brengen. Zij leerde hem zeggen :
»De min moet blijven; ik beveel het, ik wil
dat zij blijft." Hij zeide die woorden langzaam
en ernstig in tegenwoordigheid van het geheele
hof, en daarna moest Raimunda natuurlijk blij
ven, want alles wat een koning van Spanje be
veelt, moet gebeuren, en dit was het eerste bevel
van Alfonso XIII. De kleine koning is nu on
geveer tien jaar oud en is een hartelijk, edel
moedig kind. Tydens de langdurige ziekte, waar
aan hij op vierjarigen leeftijd leed, heeft hij
geen oogenblik een kreupel bedelmeisje vergeten,
dat hij kort te voren gezien had, toen hij uit rijden
ging. Hij stond erop, dat een gedeelte der lek
kernijen, die men naar zijn ziekekamer zond, aan
haar gebracht werden.
IIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
1IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIII1IIU
Geachte. Redacteur,
Met instemming heb ik mogen lezen uw artikel
over de opgeloste beurskwestie en ben met u
overtuigd, gy reler meening hebt weergegeven,
bijna zou ik zeggen aller meening, want wel zijn
er enkelen die als beursbezoekers niet vragen of
de stad daaronder lijdt, maar niemand heb ik
gesproken, die het goedkeurt dat de Beurs op
het Damrak wordt gebouwd en in mijn betrek
king spreek ik veel menschen, zoodat ik
durf zeggen deze oplossing wordt algemeen ver
oordeeld, ook al omdat zij zoo ter sluiks heeft
plaats gehad, zonder dat men de burgerij, de
deskundigen en de meest belangstellenden den
tijd gaf om met kennis van zaken te oordeelen
en tegen de voordracht op te komen, iets wat
zelfs onder het bestuur van den heer v. Tien
hoven niet zou hebben kunnen plaats vinden.
In n opzicht moet ik van uwe meening
afwijken; als gij schrijft, de heeren ontwerpers
aan niets anders gedacht hebben dan aan de
Beurs, daar mij is ter oore gekomen dat er wel
degelijk ook een bebouwingsplan van het terrein
tusschen de Beurs en den Dam bestaat, en zij dat
niet hebben durven vertoonen evenmin als de
gevels van de Beurs zelf, omdat zij vreesden,
er dan van de geheele zaak niets zoude komen.
Kunt u dit niet eens onderzoeken, want dan
zou men tenminste kunnen vragen met de uit
voering van het beursplan te wachten tot alles wat
noodig is gepubliceerd zou zijn.
Met achting,
Uwe Dw. Dr.:
11. W.
Amsterdam, 13 Oct. 1890.
Ons dunkt een schrijven aan den Raad, met
verzoek tot het geven van de noodige opheldering,
zou in deze het beste middel van onderzoek zijn.
KEU.
Minimin iiiiiiiiiiiniHNiiimiiii iiiiiiiiiiiniiHiitiiuiii
40 cents per regel.
niiiiiiiiiiniiiiiitiniiiiiiniiiiiiiiiiiitiiHiiiiiuii
Hooftl-Depót
Dr. JAEGER'S ORIG.
K. F. DEUSCHLE-BENGER,
Amstei dam, Kalverstraat 157.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel Nederland.
Magazijn KEIZERSHOF", Nieuwemlijk 196.
Zrjdenstoffen. Grootste sorteering zwarte
en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerde
Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
SCHADE & OLDENKOTT.
H. RAHRteÜtrecht.
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.