De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 18 oktober pagina 5

18 oktober 1896 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No.1008 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMEjSf. ?l Eiigreeren en dienstplicht, (Slot.) Het een als het ander deed Jsa ven der Lütt het vol gende plan ontwerpen.Iedere vrouw isvanSl?80jaar dienstplichtig, d. w. z. met haar 21ste jaar verschijnt ze voor een commissie, die beoordeelt of ze zal ingedeeld worden bij den zoogenaamden lichten dienst (het hulp bieden aan zieken en herstellen den) of bij den zwaren (het verrichten van huisen keukenwerk). Wordt de gekeurde wegens gezondheid of lichaamsgebreken in het geheel niet geschikt geacht, dan betaalt ze jaarlijks een som, die in verhouding staat tot haar belastingbiljet, of dat van het familiehoofd. Overschrijdt dit een zeker bedrag, dan wordt het percentage verdubbeld, verdrievoudigd, enz. Het eerste jaar heeft de dienstplichtige een leer tijd van 6 weken. Dat beteekent: dan rust op haar de verplichting om dagelijks, terwijl ze in haar eigen woning verblijft, in een hospitaal aan een dagcursus deel te nemen. Het volgende jaar dient ze als inwonende 6 weken in een ziekenhuis; de verdere jaren 3 weken. Na haar 29ste jaar heeft ze een cursus door te maken in het verplegen van verwonden; een verplichting, waarvan slechts de keuringscommissie haar kan ontheffen, op wie tevens de plicht rust, alle dienstplichtigen te hooren be treffende den tijd, die haar het best schikt voor dienstuitoefening zooveel mogelijk zal met den wensch rekening worden gehouden. Haar, bij wie onoverwinnelijke afkeer van ziekenverplegen be staat, worden huishoudelijke werkzaamheden opge dragen, en wel geheel zonder aanzien des persoons. Na den 30sten verjaardag is de duur der op roeping slechts 3 weken, of zij houdt geheel op door indeeling bij de reserve. Het huwelijk ontheft niet van den dienstplicht; het kan alleen ten gevolge hebben, dat reeds na het eerste leerjaar de dienst tijd tot 3 weken worde teruggebracht. Deze bepa ling is alleen van kracht voor vermogende vrouwen, want de dienstplicht der arbeidster wordt bepaald naar haar inkomen. Bedraagt dit niet het minimum daartoe vastgesteld, dan wordt geacht, dat beslag legging op haar tijd onbillijk zou wezen en krijgt ze volledige vrijstelling, terwijl ook het huwelijk derzulken volkomen ontheffing ten gevolge heeft. Een stel beambten, wier plichtsvervulling een uitnemend vrouwenberoep vormt, eischt de ver wezenlijking van dit plan, een corps te grooter, dewijl het niet slechts het oog slaat op kazernen en ambulancen, maar tevens gasthuizen, herstel lingsoorden en wijkziekenverpleging wenscht te omvatten. Ziehier hoe de schrijfster het zich voorstelt. ledere gemeente kleine gezamenlijk moet, behalve een ziekenhuis, een inrichting hebben, waar onbe middelde herstellende mannen, vrouwen en kinderen, hetzij voor niet, hetzij voor een kleinigheid opge nomen worden, daar na ontslag uit een gasthuis menig arbeider en arbeidster nog allerminst op hun plaats zijn in eigen woning. De ontwerpster zou willen, dat dit plan ook den verwaarloosden kinderen uit sloppen en stegen ten goede kwam, waardoor het een indirect gunstigen invloed uitoefenen zou op den geheelen gezondheids toestand der gemeente, terwijl het vrij zeker ook het aantal jeugdige misdadigers zou doen afnemen. De leiding dezer inrichtingen zou moeten opge dragen worden aan een zedelijk hooge vrouw uit den deftigen stand met voldoende praktische be kwaamheid en ervaring. En goed deel der huiselijke en administratieve werkzaamheden behoort door dienstplichtigen te worden vervuld, dit wil dus zeggen: kosteloos. Het onderhoud dezer stichtingen, met inbegrip van keuken en ziekenzaal, zou niet door het verpleeggeld kunnen gedekt worden, doch naar alle waarschijnlijkheid wel door de belasting der vrij gestelden, daar dezen gewis voornamelijk den hoogeren klassen zouden toebehooren en dus geen vaste som, maar naar gelang van haar rijkdom, zouden te betalen hebben. Yerder kon tot de taak der dienstplichtige vrouwen het gemeentelijke armenwezen en het huisbezoek gebracht worden, alsook het toezicht over de vonde lingen en de bestedelingenhuizen. Het bovenstaande is een uittreksel uit een ontwerp, hetwelk ongetwijfeld den een meer, den ander minder zal monden, maar stellig van geen enkelen kant de beschuldiging zal doen opgaan, dat het klakke loos werd neergeschreven. Het is een weldoordacht plan en getuigt van organiseerend talent. Bij eerste lezing geleek mij het steeds afwisselend personeel, bovenal voor huishoudelijk en administratief werk, een groot zoo niet onoverkomelijk bezwaar toe. Nu ben ik van meening veranderd, en zou het mij zelfs niet verwonderen, wanneer de ontwerpster daarin juist den besten waarborg gelegen achtte voor stipte nakoming der reglementen en voor schriften, den nieuwen bezems indachtig, waarvan wij behalve door hel spreekwoord ook bij ervaring weten, dat ze steeds goed werk verrichten. Dus als equivalent voor den militairen dienst plicht der mannen, algemeene deelneming aan zieken verpleging en krankenbezoek voor de vrouwen, wanneer eerst, of op voorwaarde dat wij gelooven in goede trouw haar wettelijke en sociale positie overeenstemmen zal met haar billijke eischen. Wat dunkt u van dit plan ? is het niet waard te worden overdacht? Wie maakt er een voorstel van? Amsterdam, Sept. '96. ELISE A. HAIGHTON. Dagmeisjes, In het blad Ordelijke Hervorming (orgaan van den Bond van Orde door Hervorming, voorzitter mr. A. H. Koning te Finsterwold, administrateur H. J. Tiemersma, Groningen), komt een inge zonden artikel voor, waarmede wy het zoo vol komen eens zy'n, dat wy het gaarne by'na in zijn geheel overnemen. tDam.es! Byna dagelyks kan men in de nieuwsof advertentiebladen lezen, dat door mej. A. of mevr. B. een net dagmeisje wordt gevraagd. Telkens wanneer wy zoodanige advertentie lezen worden wy onaangenaam aangedaan. Wilt ge weten waardoor? Welnu, doordat dan telkens blijkt, dat er nog zoo velen zijn, die niet besef fen, dat vele meisjes, juist door eenigen tijd als dagmeisjes te dienen, in den grond worden be dorven. Is het hebben van eene dienstbare, die men 's avonds of zoodra het werk of de bood schappen zijn verricht, kan wegzenden, uit een oogpunt van zuinigheid of gemakkelykheid mis schien eenigszins aan te bevelen, voor het be trokken meisje levert dat wegzenden zooveel gevaar en nadeel op, dat het eerste op lange na niet tegen het laatste kan opwegen. Het is ons gebleken, dat de belangrijke straatslypery, welke helaas ook in onze stad is te constateeren, voor een deel is te wijten aan de zoogenaamde dagmeisjes. Meermalen gebeurt het, dat meisjes die 's avonds te 7 of 8 uur verlof krijgen om naar huis te gaan, eerst om 10 uur en later daar aankomen. Onder voor wendsel zoolang in dienst te zijn geweest of boodschappen te hebben moeten doen, vertoeven zy den tusschentyd op straat en maken daar kennis met vrienden of vriendinnetjes, met- en door wie zij dikwerf tot verkeerde handelingen komen. Het hebben van dagmeisjes heeft ook nog eene andere schaduwzijde. In verreweg de meeste gevallen behooren de dagmeisjes tot be hoeftige, talry'ke en slecht behuisde gezinnen. Vooral is het de slaapgelegenheid, welke meestal veel te wenschen overlaat. Is dat uit een hygiënisch oogpunt niet te verdedigen, het levert ook gevaar op voor het gezin, waarin het dagmeisje 's daags moet verkeeren. Wat baten, dames ! uwe pogingen om het meisje zindelijk on rein te houden, wan neer het 's nachts weer wordt verontreinigd ? Doch dat alles nog daargelaten. Al geeft het dagmeisje zich ook niet over aan straatslijperij en al bestaat er ook geen gevaar voor onzindelijk worden enz., meermalen is terugkeer van het dagmeisje in het gezin harer ouders ook nog uit anderen hoofde ongewenscht. Bij ons zijn thans aanhangig aanvragen van wy'kcommissarissen om hulp voor een paar meis jes. Volgens onderzoek is het hoogst wenschelijk dat de meisjes het ouderlijk gezin voor goed verlaten, omdat zij tot dusver nog onbedorven zy'n, maar bij langer verblijf in het ouderlijk huis zeker de slechte eigenschappen der ouders zullen overnemen. Zeggen deze aanvragen reeds niet genoeg ? Gij dames, begry'pt ons zeker. Helpt ons dan s. v. p. een handje. Werkt er zoo veel mogelyk toe mede, dat voor goed met het dagmeisjes-stelsel wordt gebroken en vergeet vooral niet hetgeen helaas nog al eens ver geten wordt dat ieder dienstbare uw evenmensch is en recht heeft op mensonwaardige bejegening. Gij kunt er zeker van zijn, dat eene goede behandeling ook al wordt zij oogenschijnlijk niet dadelijk genoeg gewaardeerd op den duur beide partyen ten zegen zal zijn. Nog eene afzonderlijke wreedheid en onbillijk heid, die in vele Amsterdamsche gezinnen voor komt, is door den Groninger inzender niet ge noemd. Men neemt er het dagmeisje van 9 tot 4 uur. Het kind van 15?18 jaar, in haar sterkste groei periode, dus hongerig, loopt door huis terwy'l het maal der familie bereid wordt, soep gekookt, vleesch gebraden, groente schoongemaakt, meelspijzen toebereid; en tegen dat al die smakelijkheden opgedischt zullen worden, zendt men haar naar haar schamel thuis, waar het middagmaal lang op is, waar alleen de nare etenslucht nog hangt, en het opwarmen van haar hapje" aan de wisselvallige oplettendheid van moeder en jongere zusjes is overgelaten. Resultaat: het kwe ken van onzedelijkheid, onzindelijkheid, snoep lust, ontevredenheid en ongezondheid, alles door het dagmeisjes-systeem. Sitjrid Arnoldson. llloemen. De Ameri kaansdie. liehing en recht. Fannlleroy. Eucasine. Kant icassclieti. ? liecepten. In de voorstelling van La Truriata, waarin Dinsdagavond Sigrid Arnoldson optrad, vormden zeker haar schoonheid en mooie toiletten een deel der aantrekkelijkheid. Een beetje wonderlijk was het dat de ster, terwijl alles Louis XV gecostumeerd was, en dus zelfs de heeren zan gers allen hun »lipcieraad" hadden moeten op offeren, zich aan tijd noch gebod stoorde en eenvoudig »Lodewyk-modern" gekleed was; maar de costumes waren heel mooi. Eerste acte: gepailleteerde tulle over lichtblauw satijn; de ballonmouwen van vier of vijf dikke bouillonnés van gepailleteerde tulle ; het tulle corsage gevat in een halfhoog ceinture-cuirasse van gouden stof, geheel bezet met grootere en kleinere gekleurde steenen en diamanten; om het décolletéeen overvloed van diamanten versierselen; om den hals een schat van diamanten. Tweede acte: rok van zwaar ivoor-wit peau-desoie met rand van zwart bont. Het hoog corsage en ook ten deele de rose fluweelen ballonmouwen bedekt met gedrapeerde witte kant; om den hoogen col Medicis en ook, als smalle epauletten tusschen het rose der mouwen en het wit van het corsage, randen zwart bont; bolero en ceintuur van stalen en zilveren kralen en pailletten. Derde acte: eenvoudig wit zijden soir e-costuum met ruche van wit crópe-de-Chine en witte camelias onder om den rok; lange witte hand schoenen; collier van paarlen niet franje van lichtblauwe steenen. Vierde acte: wit négligé; kamerjapon van vieux rose pluche met wit chèvre de Mongolië, gevoerd met vieux rose zyde. De toiletten van mejuffrouw Kamphuijzen, beter in stijl dan die van de »ster", waren ook zeer fraai en smaakvol. * * * Uit het toenemen van den bloemenverkoop hier te lande, kan men opmaken hoe het in grooter omgeving gaan moet. In dit opzicht zy'n de cijfers der Londensche markt merkwaardig. In het voorjaar komen daar dagelyks dertig ton narcissen aan, en andere bloemen naar even redigheid. Rozen worden het heele jaar door geleVerd; er is een Engelsch kweeker die geen enkele week zijn 500 dozijn witte theerozen heeft overgeslagen; in de season zond hij wel 2000 dozijn. Van duizendschoonen heeft n kweeker de specialiteit; hij zendt er duizenden 's weeks. Het verlies door verwelken is al heel gering, omdat de bloemen zoo spoedig van de hand gezet worden. Van de eilanden in het Kanaal komen de jonquilles, narcissen en muurbloemen; met ieder jaar meer. Het laatste voorjaar was er een vermeerdering van 250.000 pakketten. Op de Scilly-eilanden worden veel voorjaarsbloemen gekweekt: meer dan 300.000 pond sterling is daar in bloemkweekerijen belegd, van de af gesneden bloemen zendt de Riviera het meest, Cannes, Mee, Grasse ; dit laatste zond van Juli tot September 150 ton afgesneden jasmijnen. liet Hollandsche saizoen duurt maar zes we ken ; van eind Maart tot bijna Mei; maar in dien korten ty'd zijn de bezendingen narcissen, hyacinthen en tulpen, reusachtig; 4000 a 5000 kisten daags, en een millioen hyacinthen. In November komen de Fransche viooltjes en seringen het Kanaal over. Te Vitry-sur-Seine vindt men de groote kweekerijen, waar de seringen kunst matig wit gekweekt worden; de 9 millioen struiken beslaan daar 700 bunders grond. De orchideeën, voor de elegante bloemenwin kels van het West-End, komen uit Belgiëen Duitschland; de asters alle uit Duitschland, vooral Erfurt. Toch komt er, behalve deze voorraden, nog ruim evenzooveel uit Engeland, uit de vallei van de Theems. Te Ham kweekt men ook bollen, over een oppervlakte van 130 bunders ; niet ver van Canning-town, een van de vuilste en dichtstbevolkte voorsteden, zijn bunders vol met rozen bezet. Een ander kweeker daar in de buurt zendt 5000 dozijn potten geraniums en margueriten. Maar het saizoen voor de afgesneden bloemen is langer dan voor de potbloemen en er zit meer winst op. Voor bloemen verandert de mode even snel als voor andere kleurige dingen. De rozen zijn altoos fatsoenlijk; de gardenia's, eenmaal de rage, verdwijnen snel. De gladiolus wordt steeds meer gevraagd, de sering prijkt op alle aristocratische tafels. Hier te lande, is op dit oogenblik, de enkele dahlia in de mode; tusschen de herfsttinten van sommige bladen, wilde wingerd, roode eiken en andere, maken de enkele dahlias in alle tinten van geel en rood tot diep donker rluweelbruin, met vuurpijlen en Rothschild-orchideeën een prachtige harmonie. * * * Stichtelijke lectuur voor een Amerikaansch echtgenoot moet een artikel zijn, dezer dagen door eene Amerikaansche dame in een tijdschrift geschreven en in T/te Ladics' l'idorial aangehaald. »De reden waarom wij Amerikaanschen gaarne een vreemdeling, een Engelschman of een ander, trouwen, is de verlokking van het onbekende. Een Amerikaanschen man kan men door en door zien; hij heeft geen mysterie, geen reserve. Ik rekende onlangs uit, dat ik ongeveer vijftig Amerikaansche heeren zeer intiem gekend heb, en dat van geen hunner de ziel verder dan in het allereerste stadium van ontwikkeling was. Misschien is een Engelschman ook leeg en hol en geheel waardeloos, maar de geheimzinnigheid waarin hij zich opsluit, maakt hem aantrekkelijk, terwijl men den Amerikaan terstond herkent als een opgeschoten plant zonder kracht, een huts pot, bij elkaar geflanst in een ruwen geldschrapenden beschavingstoestand." De dame gaat verder en vertelt, ook uit naam van hare zusteren sprekend : »Wy hebben geen groote bewondering voor onze mannen; ofschoon we wel aan hen hechten kunnen als voorwerpen van bescherming. Als ze geen onmogelijke bullebakken zy'n, en dan scheiden we, dan kunnen wy ze wel besturen, en welke vrouw vond ooit, dat de man dien zij besturen kon, aan hare eischen voldeed ? De huwelijken van Amerikaansche meisjes met Engelschen of Duitschers zy'n gewoonlyk gelukkiger dan die met Amerikanen, omdat de vrouw in de eersten meer belang stelt, meer werk van hen maakt, minder zelfvertrouwen beeft." Men moet zich verwonderen dat er nog niet meer jongelieden den Oceaan oversteken, om ry'ke, mooie en intelligente Amerikaansche meisjes, die er bij de vleet zyn, te gaan trouwen. Wat de Engelschen in de Amerikaansche vrouwen speciaal onuitstaanbaar vinden, is de klank van hare stem, die veel scheller, hooger, krassender is dan die van Engelsche meisjes. * * * Een nieuw vrouwentijdschrift is verschenen: Belang en Hecht, orgaan van het comitétot verbetering van den maatschappelijken en den rechtstoestand der Vrouw in Nederland, van den Vrouwenbond te Groningen, en van de Vereeniging »Thugatêr" te Amsterdam. Redactrice is Mej. Henriette van der Mey, uitgever de heer S. L. van Looy, te Amsterdam. Het eerste num mer bevat: Wat wij willen (solidariteit en recht vaardigheid, belang en recht). Mr. E. Fokker, Eene roor de gehuwde vrouw niet onbelangrijke wet (wijziging in art. 4 W. v. B. R. V., dag vaarding aan het domicilie van den man). Jeltje de Bosch Kemper, De Vrouwenbeweging. H. v. d. M., Congres-indrukken. C. . de Jong, Een Friibelsche Rindertuin en Moederschool. Mededeelingen (tentoonstelling van vrouwen-arbeid, etc.). Advertentiën. * * Mej. Murkens, corsetière, Leidschekade 69, zendt ons nogmaals een prospectus van hare bekende «tailles de santé", met de medische aan bevelingen en de uittreksels uit verschillende bladen en tijdschriften. * * * Een zoon van Mevr. Hodgson Burnett, heeft »groen geloopen" te Harvard College. Tot toelating in het «Pi Eta" dispuut was hem de taak opgelegd, drie dagen in het costuum van den kleinen »Lord Fauntleroy" in het publiek rond te loopen. Hij heeft er een keurig costuum voor aangeschaft, met bijbehoorende goudblonde pruik. *** Te Weenen hebben eenige rijke jongelieden een vereeniging gesticht, wier leden zich ver binden, enkel arme meisjes te trouwen. Wanneer een der leden een rijk meisje trouwt, betaalt hij 5000 florijnen boete, die als uitzet dienen voor een onbemiddeld paar. * * * Op de vergadering van Duitsche natuuronder zoekers en geneesheeren, deze week te Frankfort gehouden, bracht dr. Benno Laquer een nieuwe voedingsstof ter sprake, Eucasine. Het is eene ammoniak-verbinding van de uit melk gemaakte kaasstof, bevat 83 percent eiwit, wordt bijna ge heel door het lichaam opgenomen, en draagt bij tot het opnemen der vettenen koolhydraten. Daaren boven kan bet lang gebruikt worden zonder tegen staan, en is heel goedkoop ; 100 gram Eucasine is voor een Mark te verkoopen; men meende er een toekomst in te zien als voeding voor de armere volksklassen; het zou de melk voor een groot deel kunnen vervangen. Bij verschillende ziekten, o. a. bij jicht, heeft het aanbevelens waardige eigenschappen. De inleider deelde nog niets mede over den vorm, waarin hij het wilde toedienen; daarvan hangt toch bij een spijs heel wat af. Wat de voeding der armere klasse betreft, moet men zich trouwens geen illusie maken ; het is bekend dat door tienduizenden behoeftigen erwten en boonen, die zoo rijk zijn aan eiwit, niet als behoorlijk eten beschouwd worden. ^Katit icassuhen. Witte kant wordt niet zoo gauw vuil; zij wordt nog veeleer onfriscb en slap. In dat laatste geval kan zij schoon gemaakt worden met neufaline, een nieuw product, speciaal daarvoor bestemd. Men legt de kant goed plat op een doek, wrijft ze niet, maar drukt ze op alle punten met een sponsje met neufaline twee of drie malen op iedere zijde. Dan speldt men de picots vast en Iaat de kant in de lucht drogen; zoo wordt ze niet gerekt en kan men vooral fijne oude kanten een groote stevigheid geven. Een ander middel is : men zet de kant twee dagen in een bakje olijfolie; daarna doet men ze m een dun linnen zakje, en haalt dit een kwartierlang, zonder te wrijven, heen en weer door kokend zeepwater. Daarna spoelt men ze steeds in bet zakje met lauw water uit, haalt ze dan door slap gomwater, neemt ze uit het zakje, spreidt ze met zorg op een witten doek, en speldt de puntjes vast. Nog vochtig wordt ze gestreken met een doek erover heen dan gewasschen in dik zemelenwater, gedroogd, opge speld en weer gestreken. Het procédéveraischt veel tijd en veel zorg, maar mooie kant is dit wel waard. Aar<ldi>jiekn beicaren. In Frankrijk wordt van de kisten of bakken, waarin men de aardappelen voor winterprovisie bewaart, de bodem met houts kool bedekt. Men zegt, dat dit zoowel het spruiten als het bevriezen tegengaat. Schorseneren d la crème. Men schrapt en snijdt de schorseneren en legt ze in koud water met een lepel azijn (om ze blank te houden). Men laat ze koken in zout water, waar een lepel meel in is aangelengd. Als ze zacht, maar nog stevig zijn, laat men ze uitdruipen en boudt ze, weer om ze blank te houden, bedekt, tot men'ze in de saus legt. De saus maakt men in een aarden pan, van een lepel gesmolten boter, een lepel meel, dicht bij bet vuur door elkaar gewerkt, en kokende melk, lepel voor lepel er doorgemengd. Dan zeeft men de saus, zout ze, zet ze te vuur en voegt er langzaam een lepel zoete room bij, gewarmd au bain-marie. Men roert, giet ze over de schorseneren en laat ze 15 a 20 minuten op zacht vuur. Moet de saus even wachten, dan au bain-marie bewaren, maar niet op vuur, uit vrees van schiften. E-e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl