Historisch Archief 1877-1940
No. 1008
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Het nienwe drama yan Maeterlinci
Iemand, die van Maeterlinck niets gelezen had,
doch door aanleg en hooren zeggen voorbereid
was om hem te bewonderen, ik geloof, dat hij
Aglavaine et Sélysette in handen zoukrygen, het
met groote aandoening lezen, en begrijpen, waarom
velen dien schoenen dichter liefhebben. En hjj
zou gelukkiger zijn dan vele anderen. Want
vele anderen lazen andere werken van Maeter
linck, en hun kost het eenige moeite om zich
buiten het vergelijken te houden, om geen ver
andering in opvatting op te letten, en zich niet
af te vragen of de dichter wellicht op een ge
vaarlijken weg is gekomen. Het kost hun moeite
'hun indruk van het drama-zelf te scheiden van
?den indruk uit het oordeel der vergelijking ont
staan, en ik ben er niet zeker van of dit drama
een vooruitgang op de voorgaande heeten mag.
Maar als ik aan Aglavaine et Sélysette denk
en er .in slaag het vergelijken te ontgaan, dan
herinner ik my een indruk van uitnemende
fraaiheid. Het stuk is misschien wat te lang,
misschien niet gecondenseerd genoeg, misschien
is Méléandre van te weinig effect, misschien gaat
de dichter hier en daar met niet geheel zekeren
tred op het smalle grenspad tusschen het sublime
en het ridicule, maar dit alles zijn kleinigheden,
gering van beteekenis naast de schatten in het
drama neergelegd. De taal is taal van de hoogste
distinctie: van nobelen eenvoud en aandoenlijke
«oberheid. Het minimum van woordschat, waartoe
Maeterlinck zich beperkt, is voor hem een ryke
'inyn van uitdrukkingsmateriaal, en teederheid,
noch aandoenl|jkheid, noch pathos zyn er zwak
ker om, wy'l de dichter zoo uiterst gematigd in
.zijn zegging is.
Er is een zieledrama, zoo fijn en teeder van
?bewegingen, dat men het ternauwernood durft
^aanraken. Hoe heeft een mensch het kunnen
gedaan kragen om zich op zulk een gevaarlijke
hoogte van gevoel te houden, geruimen tyd
aan?een, en niet te vallen ? Welk een zekerheid van
gevoel en van hand waren er noodig om het spel
dier hooge, zuivere en zachte aandoeningen op te
zetten, ten einde te brengen, en voortdurend in
?die wondervol teedere en edele stemming te
houden? Hoe rijk moet een ziel zijn, hoe zuiver
.zich zelf gevoelen, om in zulk een eenvoud van
gegevens de schakeeringen te vinden, die voort
durend treffen en boeien?
Er is geen heftigheid in het drama: alles is
stil en zacht. En toch is de aandoening warm
en weldadig. Het is de weldadigheid van den
diepen weemoed. Ge hoort de ernstige en lieflijke
stem van een dierbaren vriend, die met u lijdt
?en u troost, en u den besten troost geeft, door u
te doen gevoelen, dat er iemand is die met u
.gevoelt.
Er is geen heftigheid in het drama, slechts het
-slottooneel klaagt luid van leed. Maar het
slotlltMIIIIIIIIIMIIUmill
?6d« Jaargang. 18 October 1896.
Redacteur: RUD. J. LOMAN.
Adres: Stonehaven Streatham London S.W.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
fcetreffende, aan bovenstaand adres te richten.
iiiiiiiiiiiiiuiiiiiifiitiiiniiifiiiiniiiHi
Van Konrad Erlin, te Weenen.
Vervaardigd voorden4en Halfjaar!. Internationalen
probleemwedstryd in dit blad.
No. 354. Mat in drie (3) zetten.
abcde f g h
Wit: K h8, D cl, P c8 en do, R c4 en dC; aG,
b2, c7 en f5 = 10.
Zwart: K c6, D hl, T a2, P al en b4, R a3 en
a8; b3, dé, d7, f4; g2, g7 en h5 = 14.
Oploasing Van 352 (T. Stieltjes).
l D h4 enz.
Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (1); H. J. den
Hertog, Amsterdam (2); H. Mendes da Costa, Am
sterdam (2); S. te Gorssel (2); J. van Wijhe, Zwolle
(2); P. D. v. Zeeburgh, Groningen (2): W. Albregta,
Amsterdam (2).
Beoordeelingen (No. 352).
Der Zweizüger des Hernn Stieltjes würde mir schon
besser gefallen, wenn er auf den Zugzwang gegen
den Laufer, der doch nichts schönea bietet und mir
?eine konomische Darstellung des ebrigen verhin
dert, ganz verziohtet batte. Einfacher und viel
aesthatischer ware die Aufgabe in der Stellung: Wit
K a5, D h8, R e8, P b5 en c4; e2. Zwart Kd5, Pf4;
c5 en f5. So wie sie ist, schatze ich die Aufgabe
?nnr 1. C. Kockelkorn.
Een minder gelukkige sleutelzet en een zestal vrij
goede varianten. No. 350 (Kuijers) staat m. i. iets
ihooger dan dit probleem.
H. J. den Hertog.
tooneel is dan ook tevens de catastrofe, en de
tragische les, dat ook de schoonste adeldom van
gemoed alle misverstand niet voorkomen kan en
ook in den strijd der edelmoedigen de slagen
gevoeld worden.
Zulke dingen, verbeeld ik my', zal hij gevoelen,
die van Maeterlinck niets kende dan een gerucht,
en daarom niet in de verleiding komt om
Aglavaine et Sélysette met zyn andere werken te
vergeleken. In hem zal Maeterlinck een nieuwen
vriend verworven hebben.
Maar wie Pelléas et Mélisande reeds kende
en de Trois petits Drames, en het vergelyken
niet laten kan, zijn gewaarwording zal een andere
zijn. Voor hem is Maeterlinck klaarblijkelyk in
een nieuwe fase getreden, hij weet niet zeker of
deze verandering een verbetering is, en nog min
der of de dichter niet nog verder en te ver zal
gaan in zyn nieuwe richting, en eindigen met
zoo onstoffelijk te zijn, dat wij niets meer in hem
tasten kunnen.
Doch ook deze criticus zal moeten erkennen,
dat in n opzicht zijn vrees voor het oogenblik
ongegrond is. De taal is in dit drama met haar
krachtigen eenvoud niet minder van effekt dan
in vroegere stukken, en misschien bewyst Maeter
linck zijn superioriteit er des te beter om, nu
hy deze belangrijke deugd onverzwakt behouden
heeft, waar hij zoo groot gevaar liep tegelyk met
zijn dramatisch procédéook zyn poëzie te ver
slappen.
Aan Maeterlinck is het namelijk, gelijk aan
vele jonge dichters, overkomen in een periode
van kentering te treden. Beschikte hij in den
aanvang over een zeker fonds van gevoel en
willen, waaruit hy schoone werken voortbracht,
gaandeweg heeft hij verlangd door studie en
nadenken geest en ziel te vernieuwen. Hij is op
zijn manier een geleerde geworden en heeft ge
lezen, gedacht en geschreven. De bundel Ie 2'résor
des IlunMes bevat de uitkomsten van zijn studie.
Men weet ook dat hy Ruysbroeck vertaald heeft
en Novalis.
Le Trésor des Humlles geeft de verklaring van
Aglavaine et Sélysette ? men zou zelfs de studies
Ie Silence en la Vie J'rofonde een commentaar
op het nieuwe drama kunnen noemen. En wat is de
schat der nederigen ? Het is het leven hunner
ziel. En wat is de ziel, wier leven zulk een
schat is? Wie dat wil weten, denke aan over
dreven sentimaliteit en hyperpoëtische gevoelig
heid ; hij herleide deze excessen tot een juiste
maat, en dan houdt hij een geheel van aan
doeningen over, een beginsel van gewaarworden,
dat tal van fijne en schoone gevoelens omvat en
aanraakt, voor onzen dagelijkschen sleur niet
bestaand. Het zijn gevoelens van schoonheid,
sympathie, deugd, liefde, oneindigheid, god,
en alles in de fijnste en zuiverste essentie.
Het is deze ziel, wier leven Maeterlinck den schat
der nederigen noemt, en waaraan zijn nieuw drama
iniiiiiiiiiMiiiiiiiniiiiHiiiiiiiii iiiiiiiiiiiniiiii immuun
De sleutelzet ligt voor de hand, maar de
matstellingen zijn fraai. H. Mendes da Costa.
TWEEDE NAT. COKRESP.WEDSTRIJD.
Vier-en-veertigste zet van Zwarj.
A i B » F
K
T
D
P
b6
ga
c
l
3
4
5
6 ---- K b6
1
8
9
10
In partij A l geen zet ontvangen.
De 44e zet van Wit in B 6 was P
T do
c6
dV: f
eé.
J. J
c6
. s.
UIT DE SCHAAKWERELD.
Nationale wedstrijd,
ter gelegenheid van het 25-ja ig bestaan van de
achaakvereenigi g Stannton".
Het bestuur heeft thans definitief bepaald als volgt:
Woensdag 25 November, des avonds te 7'3 uur
opening en voor genoodigden en medespelers aan
het nationaal concours tombola-wedstrijd.
Donderdag 2öNovember, voormiddags 10 uur, aan
vang van den nationalen wedstrijd.
Vrijdag 27 November, vervolg.
Zaterdag 28 November, vervolg en beëindiging des
avonds te 11 uur, te IH'o uur uitreiking van prijzen,
te 12 uur gelegenheid tot gemeenschappelijk souper.
PRIJZEN.
1ste klasse.
1ste prijs groote zilveren medaille, vereerd door
H. M. Koningin Wilhelmma,
benevens ter tegemoetkoming in reis- en verblijf
kosten eene waarde van ? 40.
2de prijs verguld zilveren medaille, aangeboden
door de feestvierende vereeniging,
benevens een prijs ter waarde van ? 20.
3de prijs zilveren medaille, aangeboden als voren,
benevens een prijs ter waarde va« ? 10.
2de klasse.
1ste prijs, groote bronzen medaille, vereerd door
H. M. de Koningin-Regentes,
benevens ter tegemoetkoming in reis- en verblijf
kosten eene waarde van ? 25.
Me prijs, zilveren medaille, aangeboden door de
feestvierende vereeniging,
benevens een prijs ter waarde van f 15.
3de prijs, zilveren medaille, aangeboden als voren,
benevens een prijs ter waarde van ? 10.
4de prijs, een prijs ter waarde van f 7.50.
5de prijs, een prijs ter waarde van f 5.
Door de vereeniging ter bevordering van het vreem
delingenverkeer wordt verder aangeboden voor de
1ste klasse eene verguld zilveren medaille voor een
der zes en voor de 2de klasse een verguld zilveren
medaille voor een der tien beste spelers, die de
grootste reis heeft moeten maken.
De vereenigirrj; behoudt zich het recht voor de
pi ijzen eventueel te vermeerderen. De sluiting van
gewyd is. Het zou een geringe moeite zyn om
tal van parallelplaatsen uit Ie Trésor des HmiMes
en Aglavaine et Sélysette aan te wy'zen. Doch
ik beperk mij in dit opzicht tot de opmerking,
dat het citaat van Jean Paul: »lorsque je veux
aimer tres tendrement une personne chère, et
lui pardonner quelque chose, je n'ai plus qu'a
la regarder quelque temps en silence", als
het motto van het drama zou kunnen gebruikt
worden. Liever ga ik na, in hoever men de spo
ren van Maeterlinck's kentering ook in zijn
dramatiek kan vinden.
Wil men het in enkele woorden uitdrukken,
men kan zeggen, dat de dramatiek zooveel mo
gelijk onstoffelijk wordt gehouden. Er gebeurt
bijna niets dan een verloop van subtiele aandoe
ningen ; het drama is een etherisch conibat de
génêrosité. De hartstocht ontbreekt bijna geheel,
liefde en haat in gewoon-menschelijtsen zin wor
den bijna geheel vervangen, de eerste door een
fijne sympathie, de tweede door een kortstondige
en spoedig overwonnen opwelling van afgunst.
De schoonheid, waarvan telkens en telkens gespro
ken wordt, is schoonheid van ziel; de woorden
zijn gebrekkige aanwijzingen op ziele-aandoenin
gen ; de stilte zegt meer dan het spreken.
Waar de gansche stemming zoo etherisch moest
zijn, heeft Maeterlinck zijn dramatisch-symbo
lische aanwyzingen, platweg gezegd, niet goed
aangedurfd. Er wordt in den aanvang gesproken
van een toren, die slechts door Sélysette betreden
mag worden, en men begry'pt dat die toren wat te
beteekenen heeft: men gevoelt hem echter niet
door het geheele stuk heen. Er wordt met een
zekeren nadruk gesproken van den sleutel, die bij
den toren hoort, maar de sleutel heeft zijn efi'ekt
niet. Er is voortdurend weemoed in het stuk,
maar het dreigen van het onheil beseft men niet
voortdurend. Van Sélysette weet men, doch ge
voelt men niet terstond, dat het een onbezorgd
jong kind is, wier ziel nog ontwaken moet. De
kleine Yssaline had naar onze meening kunnen
wegblijven : in n tooneel is zy op haar plaats,
maar anders begrijpt men niet wat zij in het werk
te maken heeft. Méléandre is al te schimachtig,
te weinig de essentie van een man, en laat zich
wat al te kalm de liefde der twee vrouwen aan
leunen. In al deze opzichten verschilt dit drama
van J'ellétts et Mélisande, en is het verschil geen
verbetering.
Ik heb gezegd, dat men het stuk haast niet
durft aanraken, en mijn aanraking is zonder
eenigen twijfel te plomp. Evenwel leert de lezer
er uit, door welk groot gevaar Maeterlinck in
zijn nieuw drama bedreigd werd: door het
gevaar om belachelijk te worden. Doch dit is
juist zijn merkwaardig talent: het gevaar dreigde
steeds, en steeds heeft hij het overwonnen. Een
hél enkele maal schijnt hij even over het randje
te gaan en sentimentaliteit in plaats van gevoel
te geven, doch zeker ben ik er niet van.
Dooraangifte oorspronkelijk vastgesteld op 7 November,
blijft tot 15 November geopend.
De inleg blijft voor de 1ste klasse bepaald op ? 3
en voor de 2de klass op ? 1.50. Bij de aangifte moet
deze inleg worden ingezonden aan den heer dr. N.
Westendorp Boerma, Zuiderpark te Groningen.
De regelingscommissie voor den wedstrijd regelt
verder alles wat daarop betrekking heeft na de slui
ting der aangifte. Elke klasse speelt groepsgewijze.
Voor belangstellenden (geen medespelers) zijn tot
een beperkt getal doorloopende kaarten op naam
beschikbaar gesteld a ? l, welke op aanvraag worden
toegezonden.
Voor verdere inlichtingen wende men zich tot den
heer J. P. llunsink, voorz. van het uitvoerend comité.
Wit.
H. N. Pillsbury
(New-York).
e4
d4
P c3
e5
f4
6 dc5:
7 D g4
FRANSCHE VERDEDIGING,
Congres te Budapost.
Zwart.
Adolf Albin
(Weenen).
Beter ia P-O 8 R <13,
f5 9 D h8, h(! 10 P f3
P cG 11 g4, fj>4: I2Dg4,
T f7 13 It d2, l'f8 enz.
Bird speelde tegen
Gunsberg te Haatings 7 K 18.
8 h4 h5
9 D g3 P c6
e6
d5
P 16
P fd7
ca
R ca:
g6
loopend handhaaft hij zijn kunst van het
nietste-veel en niets-te-weinig, doorloopend redt hij
zich door de nobelheid van zijn taal en de echt
heid van zyn gevoel.
My'n aanmerkingen waren talry'k, en ik geloof
dat ik ze maken mocht, doch ik zeg er by, de
gebreken, zoo zy dat zijn, hinderen weinig, de
stemming van het stuk is schoon en hoog ge
houden. En het slottooneel is oude, schoone,
beste-rangs-Maeterlinck, waar geen vlekje aan
te zien is.
Wanneer men nagaat, hoe gevaarlijk het voor
een jong artist is om een nieuwe faze in te gaan
dan mag men Maeterlinck nog mér bewonderen,
die een nieuwen weg nam, maar ook daar wist,
hoe hij gaan moest.
Cii. M. VAN DEVENTER.
1) Aglavaine et Sélyaette. Paris, Sociétédu
Mercure de France, 189<>.
Wij verwijzen onze lezers naar eene advertentie
van de firma Burgersdijk & Niermans te Leiden,
voorkomende in dit blad. Zij kondigt daarin
eene allerbelangrijkste veiling van boekwerken
aan. De namen der bibliotheken waarborgen dat
deze catalogus vele zeer belangrijke warken be
helst, en wel op elk gebied, voornamelijk echter
op het gebied der taal- en letterkunde.
Dezelfde firma die reeds zoovele belangrijke
bibliotheken onder de hamer bracht, kondigt
tevens hierin aan den verkoop der kostbare en
uitgebreide wis-, natuurkunde- en astronomische
bibliotheken van wijlen Prof. D. Bierens de Haan
te Leiden en Dr. N. M. Kam te Schiedam, de
theologische bibliotheek van wijlen Prof. H. G
Kleyn te Utrecht en eindelijk nog de rechtsge
leerde bibliotheek van wijlen den Oud-Officier
van Justitie Mr. D. F. van Leeuwen ie Alkmaar.
De catalogi zyn reeds in bewerking en de
veilingen kunnen nog einde van dit jaar en
begin van 1897 worden tegemoet gezien.
Het Studenten-Liederiioek, vanT.R.CoEits Tzn.
Uitgever Gerrit Hilhorst Azn., Utrecht.
Van het bovengenoemd Liederboek heeft de
firma Deierkauf opgehouden uitgever te zijn en
de heer G. Hilhorst te Utrecht zal de uitgave
verder voortzetten. De geheele oplaag van het
eerste deel is bijna geplaatst, zoodat samensteller
en uitgever zich reeds bezig houden met de
bezorging der uitgave van het tweede deel, dat
in belangrijkheid zeer zeker bij het eerste niet
zal achterstaan.
Vooral in de bibliotheken van Zuid-Nederland
werd voor dit tweede deel menig schoon oud
lied gevonden.
Prof. Paul Frédericq, professor te Gent, de
kenner van het Xed. Lied bij uitnemendheid en die
bij ons geen onbekende is door zijne voordrachten
over het Oud Ned. Lied, zal de voorrede schrijven,
terwijl prof. jhr. dr. B. C. K. van der Wijck to
Utrecht de opdracht heeft aanvaard.
De omslag wordt geteekend door onzen kun
stenaar Toorop.
uiiMMiiMMiiMniiiiiiiiiHiiiiiiimiMiiiiiMimiiimmnmniiiiiiiiiiiiiiiiiii
10 a3 P d4
11 R d3 P f5
12 R f'5: gf5:
13 D g7 T f8
14 P f3 D e7
15 1)42 R 1)6
16 D h7 a5!
Zwart maakt onmiddel
lijk van de gelegenheid
gebruik, hem dooi- Wit's
vroegtijdig uitbrengen van
den b-pion geschonken,
een tegen-aanval in te
leiden.
17 P b7
Zwart kan wel is waar
niet beletten dat't paard
zich op d6 nestelt; daar
echter de koning naar
b8 kan uitwijken, was 't
gevaar van dezen zet voor
Zn-art niet groot.
17 ab4:
18 P böf K d8
19 P g5 K c7
20 P gf7: K 1)8
21 D h5: R d4
22 T a2 P c5
23 D g6 P e4
24 h5 D c"
De zwarte stukken staan
in voortreffelijke slagorde,
terwijl die van Wit elkaar
in den weg staan. Men
ziet ook thans weór dat
twee paarden, die elkaar
dekken, weinig uitrichten.
25 T h3 R c3 f
26 K f l b<>!
27 K gl
Zwart dreigde B ali r,
28 K g), R ei, 29 Tel:,
D c4: enz.
27 b3!
Do doodsteek. Wit heeft
't verlies der partij o. i.
te wijten aan zijn loden
zet.
28 T c3: D c3:
29 T 1)2 D el f
30 K h2 D cl:
en Zwart wint.
Aanschouwelijk overzicht
van
't Internat. Congres te Boedapest.
Stand na de 7de ronde.
Weenen 1
Bek, Boedapest
Parijs
, Weenen
y, Boednpest 1
, ieckskcreck
ry. New York 0
1, Weenen : 0
ter, Weenen 0
sch, Neurenberg 1 'o
oriue, Petersburg
dt, Berlijn
Warschau 1
1 ' 'i
0
0 0
0
0
1 2
0 1
1
0
>/2
1
1
1
0
1
1
!':>
0
0
1
1
1
1
1
V'a
l
i
l
i
0
0
0
o
'a
1
1
1
1
1
1
1
1
r.,
]':,
"2
1/2
0
lo.
1
0
0
'/2
1
0 ; 3I'3
1 i 4' 3
0 0 21 'o
o ; o : 11/2
1 0 : 31 o
'2 0 » '2
: i[2
o : o : : o
1 3
0 3
- 1 i -t>:,2
o ; . s
u