De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 18 oktober pagina 8

18 oktober 1896 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1008 O-ZEOZRO-IE IDTJ :MI_A.TJ:RZ:E:R,- t Zes-en-dertig jaren lang, week aan week, een vriendelijken glimlach te hebben gebracht op het gelaat van de honderdduizenden, over de gansche wereld verspreide lezers van Enge'and's eerste en beste humoristische tijdschrift, en daarbij geen oogenblik te kort te zijn geschoten in hetgeen men van een talentvol en consciëntieus artist mag eischen, ziedaar een waarlijk niet alledaagsche lof. (Jeorge Du Maurier, die in de vorige week over leed, heeft zeker niet minder dan John Leech, Charles Keene en John Tenniel bijgedragen tot de welverdiende populariteit van Punch. Zoo ge hem had gevraagd, wat zijn eigenlijk genre was, hij zou u hebben geantwoord: socialpictorial satire, en geen hulde zal hem welkomer zijn geweest dan die, welke de geschiedschrijver van Punch, M. H. Spielmann, hem bracht, toen hij hem the Thatkeray of the Pencil noemde. Juister misschien oordeelde Mark Lemon, toen hij Du Maurier een plaats aan wees als «-romantisch tenor" in het opera-bouffe gezelschap van Mr. Punch. Naar gratie en elegantie, naar schoonheid in een meer of min weelderige omgeving, ging zijn hart uit, en het leelijke, het alledaagsche, het vulgaire heeft hij slechts als repoussoir gebruikt. Zijn heeren zijn gelukkig niet allen Apollo's in gekleede jassen, maar zijn dames en zijn dienstmeisjes doen u zooals een knorrig Our Countrywomen in Paris. (1885.) (The extra Hal f-franc.) Aunt Jemima (Blue Ribbon). " There, Coshay. This is pour voomaym?sankont sonteems ! But U's a Poitrmanger, youknow?nQta Poiirloireü" realist opmerkte wel wat veel aan Juno's en Hebe's denken. Op dit laatste punt beproeft Du Maurier niet eens, zich te verontschuldigen. Wie hem persoonlijk kende, weet dat hij de modellen voor zi]n pretty women bij de hand had in zijn vrouw en zijn dochters. Op dit viertal beriep hij zich ook, als men hem er mee plaagde, dat zijne teekeniugen, vooral in de Vereenigde Staten, voor de dames de su/irem// lex der laatste mode waren, en dat, een toiletje" van Du Maurier vaak meer gezag had dan de creatie A Grand-daughter of Eve. (1896). van een grand couturier als Wortb. Du Maurier zelf beweert, dat zijn pretty woman depièce /Jer sistance is van zijn werk. //Ik geef toe, dat ze wel wat lang is en ook een beetje stijf; maar Engelsche dames zijn tegenwoordig lang en stijf; ook is ze wel wat te ernstig, maar dat komt alleen, omdat ik het zoo moeielijk vind, met een enkele iuktstreep de bekoorlijke, kleine, gebogen lijnen aan te geven, die van den neus naar de mondhoeken gaan, en de wangen doen glimlachen en zonder die lijnen is de glimlach onvolledig niets meer daii een grijns. En wat de lengte betreft, ik ben dikftijls Ruski", de charme die \an deze snoezige sehepseltj :s uitgaat, op rekening stellen van den kapper en den schoenmaker! Tech behoort Iluskin otegenzepgelijk tot de bewon leraars van Du Maurier. Zeer juist merkt hij op, dat, de ontzaglijke kracht van des teekenaars karaktersatire in gelaat en gedaante bestaat in de afwezigheid van alle caricatuur. Eli uit een technisch oogpunt roemt hij Du Mauriers nauw gezetheid in het gebruik zijner middelen en de subtiele durf", waartoe hij de vertolkers zijner teekeningeu. heeft opgevoed. A Cousinly Hint. (1873). " IIow tall our shadows are, Claude! married, J think ! " " Yes, aren't they ? " " Tall enough for us tojbe begonnen het lieve kind klein Ie leekenen, maar vond dat ik haar door een enkele pennest.reek, die haar rokken een paar duim langer maakten, zóó veel verbeterde, dat ik onmogelijk aan de verzoeking weerstand kon bieden. Hei, laat zich zoo gemak kelijk doen, en het resultaat is zoo bevredigend en zoo onmiddellijk." Da Maurier's veneratic bepaalt zich niet tot de jonge dames: over oude, grijsharige geraakt hij even goed in exstase. /,Het is zoo genoegclijk, oude (lameij te teekencn, en daarop zijn best 1e doen" zegt hij, Eu dan beschrijft hij, hoe hij van de eene de kin neomt, vau de tweede de witte liet zij -hier intusschen opgemerkt, dat de gra veurs, die voor Du Maurier werkten, aau zijne teckcningen niet zoo heel veel te intcrprctceren hadden. Hetzij hij, zooals in vroeger jaren, zijne teekeiiingeu zelf op hout, bracht, hetzij die teekeuiugen, zooaU later toen zijn gezicht zwakker werd, door hem op grooter schaal op papier wer den get.eekend en photographisch op de blokjas werden overgebracht,, wat, hij gaf was duidelijk en precies, zoodat de graveur niet, behoefde te te zoeken naar de middelen om vaag aangeduide effecten te bereiken. The fieight of Magnincence. (1880). Mamma (to Molhj, tcho kas scmtdterl and bitten her Frertch Xiirsc, and irho won 't bc sorry for her behttriour). " Oh, Molly, don't you know who it is puts such wicked thoughts into your head ? " Molly. " Ah, yes, the Heratdiing ! But to bit c Félicie was quite my own idea !" »SVr Oortfiiix Miiiiin. " IIullo ! where 's all the rest of yer gone to 'i llaul Fuutiiinii. " It' you please, Sir (iorgiiis, as it was past two o'clock, and we did: for certain wbether you was coming back bere, o r going to sleep in the City, the hother thought they might go to bed?" Sir Gorijiiiü. " ? Thought they might So that if 'd a' 'appened to brought hin, hay ! " krullen, van de derde den neus en den mond en daarmede a sulitb' «fït/nyi-Hiciit in sid-t-t ."?i/i<ijn'!lieti<K-riMcs" tot stand brengt, dat graveur en druk ker helaas al te vaak bederven. En dan Uu Maurier's kinderen, zijn ze niet be koorlijk? Ruskin zegt: de bekoring van zijn uiterst intelligente en vaak uitgezocht mooie kin deren hangt grootendeels af van goed opgemaakt haar en goedpassende laarzen." Een troost voor ouders, wier spruiten de frissche gratie vaa deze Punch-kindertjes" missen : zij kunnen nu, met hij te Parijs een vroolijken, onvergetelij'ken tijd door, waarvan de best geslaagde gedeelten in zijn Trilby een duidelijk en aantrekkelijk beeld geven. Ka eeuige jaren trok hij naar Antwerpen, waar hij zich oud(r de leiding stelde van den schilder Van Lerius. Hier werd hij door eene oogziekte aange tast, die het gezichtsvermogen, van zijn linkeroog ernstig bedreigde. Bij genas intusschen zoover, dat hij, naar Lon den teruggekeerd als illustrator zijn brood kou verdienen. In den beginne teekende hij voor Dickens' tijdschrift Once a Week en voor het des tijds door Thackeray geredigeerde Cornhill Magazine; in het jaar 1SGO verscheen zijne eerste teekening in ftinr/i, en aan dat weekblad is hij sedert ge trouw gebleven, al vindt men ook na dit jaar talrijke bijdragen van zijne hand in het I/lu4riiled Mayadne en in het Amerikaansche llurper's .}funthli/. The six-mark Tea-pot. (1880). J1-'sthetic liriile/jroom. " It is quite consummate, is it not V " Intens V.YiV/c. " It is, indeed ! Ob, Algernor. let us live up to it! " waarvoor hij o. a. zij a eigen romans /V/c/1 lhh::l^n,i. TriUiij en T lm Mur/hi,/ illusreerde. Aan l'unili zijn de illustratiën ontleend, welke wij hier op eenigsziiis verkleinde schaal rcproduducecreu. De beide oudste dagteekenen van 1^7^lu de ceue maken het, neefje eu nichtje, op de wandeling bij ondergaande zon, de verrassende rn verblijdende ontdekking, dat hun schaduwen /,al lang genoeg zijn om te trouwen." De tweede noemt hij: Maatschappelijke rang uit ei n sociaal oogpunt" ; dat de deftige oude heer, die met ile dames Bottibol staat te praten, van ouden en met van nieuwen adel is, kan men, volgens liet, oneerbiedig. jongmensch, die omtrent hem informatica inwint. aan 's mans ongetwijfeld gd'-rfden feliedclvorm zien Eenc Icikc'iing uit het. j^ar 1^70 (De vertaling op den klank &f) vertooi.t, het echte 1\pe der The new Poolman. (1898). didn't know footmen ro to bed,' did they 'i A pretty state of things, indeed '. ome a t'riend, thero 'd a' only been 3-011 f o u r to let us Du Maurier is in 1S3I te Parijs geboren en ver liet die stad eerst om aan eeuc Engelsche univer siteit, in de natuurwetenschappen te studeereu. Met de studie wilde het echter niet best vlotten, en daar zijn talent als tcekenaar zich toen reeds duidelijk openbaarde, verkreeg hij van zijn moeder de toestemming om naar Parijs terug te keercn en zich daar aan de kunst, te wijden. Hij werkte op het, atelier van Gleyre, te zameu met, Poyuter en Wliistler. Met, deze beiden en mi t Thomas Armstrong, l''red. \Valker, Lamont en ('a'daou, bracht 0'--? - ? 1A -: " Oh, Mummy ! Lin't John a

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl