Historisch Archief 1877-1940
Nó. 1008
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
0
t//Pzra<^-kindereD." La Fontaines fabel Le chéne et
Ie rosefti moet worden vertaald : wat beteekent nu
trje plie et ne romps f as?" Wel, wat zou het
anders beteekenen, dan I -play lut I don't romp"
(ik speel, maar ik ravot niet), zooals mama altijd
zegt dat we uiet mogen doen?
Hier hebben we een voorbeeld van de
woordmerken! bij hen doet oprijzen: Let tis lice up
io it!"
Van het zelfde jaar dagteekent de voorstelling
van den innig ploertigen, schatrijkin parvenu Sir
Gorgius Midas, die 's nachts te twee uren
tehuiskomend, zich ergert, dat maar vier van zijn lakeien
hem staan op te wachten. Als hij toevallig eens
Phrenological view of Social Rank. (1873).
bonne ??welk een echt Franscll figuurtje!
heeft gekrabd en gebeten. //Wie heeft zulke leelijke
dingen ia je hoofdje gebracht?" vraagt de rijzige
Engelsche mama bestraffend. Wie? ja, het
blijft in 't midden gelaten, of de jeugdige onverlaat
aan erfzonde of aan slechte voorbeelden moet, denken.
Althans voor het krabben. Maar Félicie bijten,
" Who is that Venerable Party the two Miss Bottibols are talking to ?"
"I believe his name is Sir Iligby Digby." "Er?Baronet, of coitrse ; not Knight 't"
"Baronet, I think. But why 'of coiirse' ? "
«'Wel]?er?the Shape of his cranium induces me to believe?er?that the distinction is more
likely to have been inherited than acquired!"
?spelingen, in het Engelsch, het Fransch en andere
'talen, die Du Maurier's bijschriften vaak volkomen
onvertaalbaar maken.
"Uit 1880 vinden we een der vele satiren op de
. aes/Aetes, door Du Maurier gewoonlijk in de onsterfe
lijke figuren van Maudle, Postlethwaite en Mrs.
Cimabue Brown gepariodeerd. Het aesthetisohe
jonge paar, dat wij hier zien, is anonym; maar
duidelijk genoeg spreekt hun gemoeds- en
geestesstemming uit den devoten wensch, dien de bewon
dering van de trekpot oudblauw met de zes
Rust of beweging?
Het bestaande is onveranderlijk;
verandering, beweging zijn schijn.
G. HEYJIAKS (Groningen).
«Alles vloeit, in onophoudelijke
wisseling."
G. J. P. J. BOI.LAND (Leiden).
Geachte redactie,
Er is mij verleden week iets bijzonder
.aangenaams overkomen en ik gevoel de be
hoefte daarvan anderen deelgenoot te maken.
Helaas ben ik niet gewoon in het openbaar
te schrijven en ongetwijfeld zal mijn geschrijf
daarvan de sporen dragen. Met schroom doe
ik u dus het verzoek, tot uwe lezers het woord
te mogen- voeren ; den moed ontleen ik alleen
aan de hoop, hun iets te schenken van het
zalig gevoel van rust, mij geworden door de
intree-rede van prof. Bolland. Het is daartoe
noodig, dat ik den toestand bloot leg, waarin
mijne ziel in de laatste jaren heeft verkeerd.
Ik ben wat zenuwachtig en was dat enkele
jaren geleden erger dan nu. Niet alleen dat
ik toen last had van hartkloppingen, con
gesties en zenuwpijnen vooral kramp in
de kuiten maar ook mijn geest was bene
veld. Vooral leed ik aan dwangvoorstellingen.
Ik kon toen bijvoorbeeld nooit naar de opera
gaan met een tekstboekje, want als ik de
woorden verstond kon ik zeker zijn de groote
aria veertien dagen lang in mijn hoofd te
hooren malen, nacht en dag. Gelukkig dat
men zonder boekje nooit verstaat, wat er
gezongen wordt, en dat ik niet muzikaal
genoeg was om de aria allén te onthouden.
Ik kon ook niet lezen, zelfs de krant niet,
want er was altijd iets in, dat mij in mijn
prikkelbaren toestand zoo frappeerde, dat het
zoolang in mijn hersenen bleef repeteeren tot
het door iets anders vervangen werd. Indexen
rampzaligen staat kreeg ik de intree-rede van
prof. Heymans te Groningen in handen.
Onvoorzichtig, ik geef het toe. Het was geen
halve minuut of ik bedacht mij en lei haar
?weer neer, maar het _was reeds te laat. Ik
had er de zinsnede in gelezen, die ik aan
het hoofd van dit schrijven geplaatst heb.
Ik schrok daarvan zoo, dat ik gedurende
3(5 uren niet kon slapen, eten of' drinken
pardon, drinken wel, herinner ik mij. Voor
ik een tweeden nacht inging, bezon ik mij,
dat ik toch (n verstandig deed door zooveel
te hechten aan een enkelen zin, die wellicht
buiten zijn verband geheel anders klonk dan
hij' bedoeld was. Ik narn dus de rede weer
op, in de hoop te ontdekken dat prof. Hermans
het zoo erg niet gemeend had. Die hoop was
ijdel; ik las de geheele rede door en was er
toen nog veel akeliger aan toe dan te voren.
Zij sloot als een bus en de zin, die ik toe
vallig had gelezen, was haar kern. Die nacht
was de vreeselijkste van mijn leven. Terwijl
ik mij van mijn kleedingstukken ontdeed en
ze buiten de kamerdeur hing opdat de dienst
een vriend had medegebracht, hij zou zich de
oogen uit het hoofd hebben geschaamd!
Uit 1SS5 is het prentje Onze landgenooten te
Parijs," Tante Jemima, die ecu afschafster is,
geeft den griiinikenden koetsier genadig zijn kwartje
fooi, maar vermaant hem tevens in een taaltje, dat
zij voor Fransch houdt,: n't is een jir,iinn<i>/:'/er,
begrijpje, en niet een pottrbnire,"
Ten slofte een paar teekeningen uit den laatsten
tijd va'i Du Maurier's werkzaamheid. Vooreerst
het ȣva's-kleindoehtertjj" dat haar nieuwe Fransch
bode ze 's morgens zou afborstelen wist
ik (ik wist het, want Heymans had het
bewezen), ... dat ik mij niet bewoog!
Dat al die beweging slechts schijn was! Dat
ik dus eigenlijk heizelfde deed als ik ze uit
trok, dan als ik ze aanhield. Dat ze niet
schoon konden worden, wanneer de meid er
's morgens met de borstel overheen ging
-scheen overheen te gaan wil ik zeggen. Ik
was gewoon een koud voetbad te nemen al
vorens te gaan slapen, iets dat mij meestal
in slaap hielp. Ik deed dat ook nu, uit ge
woonte, en trappelde uit gewoonte met mijn
voeten in de kom, maar plotseling hield ik
ze stil waartoe zou ik doen als of ik ze,
bewoog? Zoo zat ik en dacht er over of ik
ze wel zou afdrogen; de onaangename ge
dachte van met natte voeten in Ixd te gaan,
deed mij daartoe besluiten, hoewel het mij
voor een nieuw raadsel stelde, dat de schijn
bare beweging n et de handdoek een nuttig
effect had. Ik ging te IK d en ga nu maar
voorbij de martelingen van mijn geest, die
maar niet begrijpen kon hoe hij last kon
hebben van schijnbare hartkloppingen en
schijnbare muggcbeten....
Den volgenden morgen reisde ik naar
Utrecht, naar Winkler. Nieuwe kwelling
die schijnbare spoorreis zou mij redding
brengen?! Enfin, ik word vervelend. Zoo
ging het door tot ik in de wachtkamer
van den hoogleeraar kwam. Daar las de,
Tijdf!}iicfjcl en daarin een stuk van II. J.
Belz tegen Heymans. wiens rede al eenige
weken oud bleek te zijn. Ik verslond het en
was gered. Mijn geheele ziel juichte. Ik
sprong op, liep fluitend en neuriënd de wacht
kamer op en neer, rekte mij uit, speelde met
den papagaai, alles tot groote verbazing van
andere wachtenden, verbazing in verband
met de omgeving en met mijn te voren zoo
somber uiterlijk. Ik was alles vergeten, zelfs
waar ik was en eerst toen de knecht, kwam
zeggen, dat het mijne beuit was, bezon ik
mij dat ik onder een voorwendsel had moeten
weggaan. Dat, kon nu niet meer, jammer
genoeg, maar ik was niet in de stemming om
mij dat erg aan te trekken, flink er op los
gejokt'. Met veerkrachtigen tred schreed ik
de spreekkamer binnen en toen de hooglee
raar mij vragend aanzag, begon ik op
opgewekten toon en met minzamen glimlach van
mijn hartkloppingen, congesties, buikkrampen
en operaboekje te vertellen, de ware reden
van mijn komst verzwijgend. De verbluf'theid
van den geneesheerhad mij bijna in lachen doen
uitbarsten, maar ik bedwong mij en hoorde
eerbiedig zijne uitspraak aan, die zijn verle
genheid met het geval bewees : hij geloofde
niet dat mijn geval zeer ernstig was en wilde
eerst eens beproeven hoe ik op broomnatriuni
reageerde en of' alles zich weer door goeden
slaap in orde was te brengen. Ik bo g het
recept zorgvuldig op met de geheime gedachte,
het op straat onmiddellijk aan de beweging
der atmosfeer prijs te geven en nam afscheid,
maar kon toch in mijn zielejubel niet nalaten
te zeggen dat ik met zooveel genoegen het
tusage des families cmglaises" enz. Wij noemden
reeds zijn drie romans, waarvan ook de laatste in
Harpers Montkly wordt gegeven en eerst over
eenige maanden in boekvorm het licht zal zien.
Valt dus over dien laatsten roman nog niet te
oordeelen, Pder JbbeUon" heeft in de Vereenigde
Staten veel succes gehad en ,Trilby" heeft een.
A Phonetic Kendering. (1879).
it'
DIDH-K XH. 1 ('tran.tl(iti)ifi <i I''<ible of Vonluine}. " What does 'Je i'lic, cl ne ronijis JK.U' mean ?
what the Itoseait snys to the ('lii'iic. y< u know !''
Dmicc Xo i.'. "Oh, I suppose it means, ' I p/u;/, but J dun'l romp'?what Mamma's always
telling us irc ought to do ! "
dat heb ik zelf verzonnen!" l
En dan de nieuwe knecht; statig en slaafsch
te gelijk. Wat moet er in 's mans brccde horst
omgaan, als hij zijn jeugdige meesteres, alle
bcgripp''n van stand en waardigheid ter zijde stellend,
tot haar moeder hoort zeggen: O maatje, is John
geen snoes'r"
Eerst, 'm de laatste jaren van zijn leven heeft
Du Maurier zich gezet tot meer omvangrijkcn
litcraireii arbeid dan het leveren van bijschriften voor
zijn eigen composities, van Vers nrn/xr',/.?.?/'t/nes ti
triomfanten tocht gemaakt over de halve wereld,
als of het een meesterstuk was.
Eu dat is het zeer zeker niet. Niemand wist
dit, beter dan Du Maurier, die zijn romans meer
of minder als dilettautenwerk beschouwde, en zich
nooit verbeeld heeft een literair talent van groote
beteekenis te zijn, al heeft vooral Trilliy hem be
trekkelijk meer opgebracht dan de kunst, die hij
zoo serieus en met zooveel toewijding beoefende.
artikel van Belz in de wachtkamer had gelezen.
Toen kwam het antwoord uit den beroemden
mond. dat mij verpletterde: Bctz kan niet
halen bij Htymans in geleerdheid ; Heymans
zegt zulke dingen waarlijk niet zonder goede
reden.
Ik was geknakt en had geen kracht meer
om iets te, antwoorden. Jk had ster ds zooveel
aan Winkler's oordeel hooren hechten ! Nau
welijks was ik den deur uit, na uit gewoonte
den knecht een fooi gege en 1e hebben, mij
verwonderend dat, de wel karakteristieke
maar immers slechts schijnbare beweging zijner
hand in staat was mij daartoe uit Ie noodigen,
of' ik begveep dat, Betz niet, opkon tegen
Heymans en Winkler. AVeikluigelijk liep
ik voort, en mijne jarenlange kwelling nam
een aanvang. Bitter lachlte ik t< gen de
remkvuk in de spoorwegeoupé; ik grijnsde tegen
de met zoo bedriegelijken schijn
voortvliegende weiden en telegraafpulen. Ik dacht
aan alles wat mij tot, dusver dierbaar was
geweest en zag alles mij ontvallen. Ik had
veel itan de natuurwetenschap gedaan en
moest, nu hare ijdelheid vernemen. Welkeen
moeite voor niets ! Weg met de wet van hel
behoud van arbeidsvermogen, den grondslag
der moderne physiek. Arme Mayer,
Helmholtz. ('lausius, .Joule! Weg met, de kinetische
gjisthtorie met de voortbeweging der
moloculeen. Die van der Waals, welk een ezel,
of liever w<lk een ongelukkige! Zijn geheele
leven geofferd aan h< rsenschimmen. Kn Van
't Iloli niet minder! Goddank voor
l'tolemaeus, ('opornieus, Kepler, Galilf i en Newton
dat ze dood waren! Wat ren moeite voor
niets, om eeist te bewijzen dal de zon om
de aarde draait en dan dat 't andersom
isterwijl f r niets gebeurt! Die Kepler, die
zijn kolossale boekdoelcn vol berekeningen
zeventig maal geheel zelfstandig had
overgerekènd om precies er achter te komen
hoe In-t zich bewoog! Want, dit vooral was
mij duidelijk: het kon wellicht noodig blijken,
in het dagelijksch leven maar net te blijven
doen alsof er werkelijk beweging was en bij
voorbeeld voort te gaan met het openen van
bruggen voor ongeduldige en onwetende
schippers, die zich allicht tegen de toepassing
der nieuwe leer in dat geval zouden verzetten ;
maar zeker was het, dat men wel kon op
houden met het, maken van alle theorieën,
waarin een beweging werd aangenomen. Met
n streep was, wat ik nooit voor mogelijk
had gehouden en wat zelfs een Napoleon,
die zooveel deed in gewichtige pennestrecpon,
niet, mogelijk geweest zou zijn, de geheele
natuurwetenschap op sterk water gezet! Ken
streep van Heymans !
Mijn lievelingsbezigheid was mij ontnomen.
Apathisch en werkluigelijk heb ik jaren voort
geleefd, nog weet ik niet, goed boe ; mij niet
meer bewegende dan noodig was; mij ver
wonderend hij eiken aardappel, dien de honger
mij dwong te verorberen; glimlachend wan
neer ik uoorde spreken ,)\*er de denkbeeldige
voordeelen van wandelen, gymnastiek,
Licrnurstelsel enz.; over de beteekenis
notabene ! van kiesrechtbeweging en vrouwen
beweging; de krant vermijdend, waarin het
weerbericht met zijn luchtbewegingen mij
evenzeer ergerde als de sportrubriek, waaruit
bleek hoe de verdwaasde menschen meenden
te kunnen nagaan of' een fietser zich op af
standen van duizenden meters een wiellengte
sneller bewogen had dan andere ....
Kn, waarachtig daar ben ik nu verleden
week uit dezen toestand van lethargie plot
seling door Bolland gewekt! Hij is een engel,
die Bolland. ..Verandering en tijd" heet zijn
intreerede en er is voortdurend van beweging
sprake. Heymans wordt telkens aangevallen,
en behalve de zin die ik boven dezen brief heb
afgeschreven staat er bijv. met zooveel woor
den in te lezen : dat ik mij over de bewe
gingen van andere menschen en dieren, van
sloomschepen en spoorwagens en hemellicha
men, of over de veranderingen in plantaardige
verschijnselen geencrlei rechtsfreei;sehe macht
bewust ben." Neen, ik ook niet. absoluut niet,
althans niet over de planten en hemellichamen
Over sommige menschen en dieren, dat wil
nog; Bolland moei maar eens naar de door
mij veroorzaakte bewegingen van mijn hondje
komen kijken ; zelf als vrijgezel zeker nooit
ren hondje gehouden V Ook de
Westingbouserem zou ik niet gaarne zien afgeschaft. Maar
dit daargelaten, waar 't om Ie doen is dat is :
er is beweging, zelfs is alles in beweging, zelfs
is er geen rust en ik loop en spring en dans
dan ook den heeleu dag en ge moet niet
meenen dat ik nu weer last, heb als ik in
bed leg en er aan denk, dat, ik toch in be
weging ben. Volstrekt niel, de redactie doet
mij over deze moeilijkheid heen wippen. De/.e
omgekeerde toestand is zoo heerlijk /.net! K n
later, als ik meer behoefte aan rust, krijg en
gevaar loop dat de eeuwige beweging mij gaat
vervelen welnu, dan neem ik Heymans
weer ter hand en met Héymans in mijn rech
ter-, en Bolland in rniin linker zal ik er
nu verder wel komen. Maak u niet ongerust.
Ik zeil nu lusschen hen door.
Kven wou ik nog zeggen, redactie, waarom
ik juist bij u aanklop, om het publiek in mijn
vreugde te doen deelen. Gij hebt pas verteld
dal er voor ons heele land maar n letter
kundige faculteit, noodig was en dat is Gro
ningen. Toen ik het las, griezelde ik al. Alleen.
Heymans behouden ! Weg met Spruyt en Van
der Wyck !! Maar nu zult, ge wel overtuigd
zijn, hoc gelukkig het is da! we een Bolliind
gekregen hebben als tegenwicht tegen Hey
mans. Wat zou er van mij zonder Holland
geworden zijn ! Denk eens in ruste over uw
voorstel, redactie en begin deze verkeerde
afsehaflingsbeweging uiet!
Met achting.