De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 25 oktober pagina 5

25 oktober 1896 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No.1009 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMEjS. Een scliooiie levenstaak Als jong meisje heb ik er me dikwijls mee ge amuseerd, hoe weinig de buiten Friesland wonende menschen van deze provincie afwisten en hoe klein, ja nietig zelfs zij zich 't gewest mijner geboorte voor stelden. Hoe dikwijls volgde op de mededeeling, dat ik uit Friesland kwam, onmiddelijk de vraag: »o zoo, dan woont u in Leeuwarden:1" of werd ook wel heel vriendelijk geïnformeerd, in welke van de elf steden m'n ouders woonden, net als was met de hoofdstad of met die steden alleen heel Friesland bekeken! De meesten die toen zoo spraken, hadden zeker al hun kennis van dit deel van hun land aan courantenberichten ontleend, waarin 's winters met ophef melding werd gemaakt van vermaarde hardrijders, die op hun ijzeren wieken op n dag al de elf steden bezochten; en dat Leeuwarden de hoofdstad was, ja, dat wist zoowat iedereen. Bedachten zij zich dan eens heel goed, dan herinnerden zij zich, ook nog wel eens gehoord te hebben van //'t schoone Oranjewoud", waarin men bij warm weer ('t was echter volgens hen in Friesland bijna altijd Siberisch koud) zóó prettig wandelen kon. Maar verder wisten ze toenmaals in de Hollandsche steden en dorpen, waar ik wel eens logeerde, zoo 't scheen, bitter weinig van onze Friesche provincie af. In de laatste 20 a 25 jaar is dat veel veranderd. Nu wordt men, als de menschen wat belangstellend en weetgierig zijn uitgevallen,naar heel andere dingen gevraagd. Tal van mensctien hebben zelf al eens een kijkje in ons hoekje" genomen. De dorpen Beets en St. Jacobi Parochie zijn door de werkstakingen in ieders geheugen gegrift; het vlek Heerenveen, //het Friesche Haagje" en ook Appelscha,01terterp,Dockum en nog andere plaatsen leven om de eene of andere reden in 't geheugen voort; de beroemde grafkelder te Wieuwerd is ook door velen bezocht, die in den omtrek of in de steden Bolsward en Sneek een kijkje namen, en vergelijkingen tusschen een ritje door de Bildtdorpen of door Gaasterland vallen al naar gelang de persoon, die er gewag van maakt, van bouwland of van boschrijke streken houdt, ten voordeele van de eersten of wel van het laatste uit. Maar waar ze ook over spreken, de oude roem van deze provincie blijft altoos't Oranjewoud. Wie van verre komt en niet in 't Woud gewandeld heeft, kan eigenlijk niet over Friesland meepraten, en telken zomer voeren trein en tram en rijtuig de bezoekers van dat lustoord bijna dagelijks aan. En geen wonder; want als ieder er over spreekt en men er zoo gedurig ook van leest-, wat vroeger minder het geval was, toen zelfs de Leeuwarder Courant nog maar driemaal in de week verscheen en aan de oprichting van tal van thans verschij nende bladen nog in de verste verte niet werd gedacht^ dan krijgt men lust, ook eens door eigen aanschouwing er zich van te kannen vergewissen, dat hetWoud een uitspanningsoord van beteekenisis. Men kan van Heerenveen uit op verschillende wijzen het Woud bereiken; doch als men, om alles goed te kunnen opnemen, te voet wil gaan, dan doet men goed, van 't station komende, de tramlijn te volgen tot aan 't logement van de dames Vonk, en dan, rechts de brug over, recht uit Heerenveen uit te wandelen, en zoo verder den voor zich uitstrekkenden straatweg te nemen, om dan bij het eerste tolhek links af te slaan. Dien straatweg van uit de bebouwde kom vol gende, passeert men o.a. het Volksgebouw Aurora en verderop het beruchte Armhuis, waar men de oudjes en ongelukkigen op potvet" tracteert, hoewel 't gebouw zelf en de aanleg er omheen aan een zekere weelde, althans aan een onbe krompen beurs denken doet. En daartusschen be vinden zich nog vele huizen, grootere en kleinere, ook een geheel op zich zelf staand gebouw: liet //Ziekenhuis van defreule",zooalsdelleerenveeusters zeggen. En nu kan 't zijn dat ik me vergis, maar 'k heb zoo'n idee, dat de meeste bezoekers van 't Woud, die uit andere provincies komen en hun weg langs dien kant nemen, die schoone inrichting voorbij loopen, zonder te weten, welk heerlijk liefdewerk daar wordt gewrocht. Zijn er onder hen lezers van Hepkema's Nieuw Advertentieblad, dan kan 't zijn, dat ze, te H. komende, zelf gaan informeeren, waar die inrichting staat, en zoodoende worden opmerkzaam gemaakt op het stevige, ietwat van ter zijde gezien?-wonderlijk uitziend gebouw met z'n ramen, voor ventilatie en nieuwerwetsche lichtschepping ingericht. En daarachter ... maar daarover straks. Iu 't hierboven genoemde blad toch, treft men gedurig dankbetuigingen aan van her stelden of hunne betrekkingen. Mannen, vrouwen en kinderen, die, na langeren of korterentijd bij de freule te zijn verpleegd, genezen eii gesterkt tot de hunne terugkeeren, zijn vol lof over de daar ondervonden behandeling en gevoelen zich gedrongen, hunne inge nomenheid publiek kenbaar te maken. nOedronyen?' zegt daar misschien iemand op wantrouwenden toon, //o, maar dan begrijp ik ...." Laat me u zeggen, dat ge u vergist. 'Zij wie iu de eerste plaats die danktoon geldt, is wars van elke dankbaarheidsuiting in 't publiek, 'k Weet hoe verdrietig zij soms naar die advertenties vol lof kijkt, hoe noode zij mij toestaan zou, om dit artikel te schrijven, hoe ongaarne zij haar naam in de kranten ziet gedrukt en hoe boos zij worden zou, als ik den zetter verzocht, dien naam met vette, opvallende letter te drukken. AVaut zij vindt zelve haar daad zóó natuurlijk. De argumenten die zij u bijbrengt als ge haar vraagt, waarom zij dat voor haar zoo betrekkelijk vreemde werk begon, zijn zoo eenvoudig. Zij, van moeders zij eene Friezin, wilde haar van dien kant verkregen fortuin in Friesland verteren niet alleen, maar ook anderen in de voorrechten van zulk een ver mogen doen deelen. En wie zocht zij daartoe nu uit;1 (Want het is begrijpelijk, dat zij onder de ontelbare minder bevoorrechte broeders en zusters eene keuze moest doen, daar zij niet allen omvatten kon.) Lijdenden, ongelukkigen, met kwalen behepten, gekwetsten, verminkten, die allen verza melt zij om zich heen en biedt hen in haar daartoe geheel ingerichte woning de beste verpleging die men zich denken kan. 't Valt gemakkelijk te begrijpen, dat zoo'n par ticuliere inrichting niet groot kan zijn. Drie kamers, elk met drie bedden (3 voor mannelijke, 3 voor vrouwelijke patiënten, en 3 voor kinderen) zijn op eene hoogst enkele uitzondering na, bijna altijd door, alle bezet. Alles is hoogst eenvoudig, maar geheel naar de eischen des tijds ingericht. Netheid, zindelijkheid, frischheid stralen u vau alle kanten tegen. Prettig licht en luclitig is 't overal waar ge komt. De grootste zorg en nauwkeurigheid worden in acht genomen. Is het wat heel warm of integen deel 's winters koud en guur, alle hulpmiddelen van dezen tijd zijn bij de hand, om eene gelijkmatige temperatuur in de ziekenvertrekkeu te verschaffen, zoo noodig voor het zieke en zwakke kind of den verzwakte volwassene of oude van dagen. Moeten er naar het oordeel der doktoren (elke patiënt, die de kinderschoenen heeft uitgetrokken, mag z'n eigen dokter kiezen) baden gebruikt wor den, ook daarin is op oubekrompen wijze voorzien. Eene badkamer, waarin n groote en n kleine badkuip, waarin op elk uur van den dag koude of warme baden gegeven kunnen worden, ziet er echt aanlokkelijk uit. Het venster is hoog aan gebracht en de badkachel is onzichtbaar voor 't oog en wordt buiten 't vertrek gestookt. De inrichting daarvan heeft inzonderheid veel moeite gekost. Er was toch te H. geen water leiding en nu wordt het water eerst hoog boven in het huis opgevoerd en bereikt vandaar het doel op eene wijze die niets te wenschen overlaat. Voor elke patieut, 't zij groot of klein, liggen een voldoend aantal kleedingstukkeu, ondergoed i en nachtkleeding, alsook gedeeltelijke boveukleei ding, gereed. Maar deze voorzorg is geen ,/gedwoni gen fraaiighcid." Ieder is geheel vrij, om eigen kleeren te blijven dragen, als dit om de eeue of andere reden gewenscht wordt. Alleen wordt in dit geval eene goede en voldoende verschooning geëischt. Want reinheid bovenal! En de grootste voorzichtigheid wordt in acht genomen. Reeds dadelijk bij 't betreden vau het huis werd mij telkenmale gevraagd of ik ook nagaan kon, dat ik in den laatsten tijd met lijders aan de eene of andere besmettelijke ziekte in aanraking was geweest. Een in den tuin geheel op zich zelf staand ge bouw, de ojicratietciMtH', aan drie zijden van glas met gedeeltelijk glazen dak, mocht ik slechts nm luiten u/ bekijken, doch er binnentreden was niet geoorloofd. Hoe keurig helder en rein blonk alles me dair tegen! Hoe geruststellend leek me alles toe, hoewel ik me bewust was, welke pijnlijke oogenblikken daar door de patiënten en óók door de verpleegsters werdeu doorleefd. Komt ge in het huis, gij zult vier verpleegsters tellen. In 't eenvoudig katoenen kleed met witte boezelaar en stemmig opgemaakt haar zien de dames er alle bij eene oppervlakkige beschou wing vrij gelijk uit. Maar de zieken kennen 't onderscheid; want hoe lief, hoe zorgzaam alle vier ook zijn, die ue is de freule," aan wie ze alles danken, wier trouwe zorg niemand hunner een oogenblik vergeet. Hoe verheldert het gelaat van dien lijder, nu zij hem zelve de zoo gewenschte lafenis biedt; hoe zoekt liet oog vau ziju buurtje ia den nood liet hare, om te zien of zij raad en hulpe weet voor het euvel dat hem plaagt; hoe verheugd slaat dat meisje haar beide armpjes om haar hals, hoe vertrouwelijk fluistert dat jongetje met //zijn'' freule; hoe glinsteren de kijkers vau dat andere lijdertje, nu zij belooft, haar zelve te zullen voeren van die lekkere pap, die zoo straks wel klaar zal zijn! En die oude vrouw met haar in doeken gezwachteld hoofd, lioe vergenoegd kijkt zij, nu de freule hare betoonde standvastigheid en geduld roemt en vertelt hoe zij spoedig weer zal mogen opzitten en wandelen iu den tuin! Waarlijk, ik zou wel willen, dat alle menschen eens, met den ring van Gyges gewapend, konden zien, welk werk der liefde daar zouder ophouden wordt verricht! En is de lijdensweg weer afgelegd en de gezondverklaring van den dokter gevolgd, dan moet de herstelde plaats maken voor een ander (de aan vragen zijn zoovele!) doeh de belangstellende zorg der jonkvrouw strekt zich ook buiten hare woning, zoo noodig, nog uit, om het zwakke te steunen en de verloren krachten zoo mogelijk geheel te doen terugkeereu. Wonen de gewezen patiënten dan ook niet te ver af, dan komen ze op vaste uren terug, om het noodige bij de freule te gebruiken. Lezeressen van de Cn-oeiie! wat dunkt u? Kunnen wij, Friezen, niet prat zijn op zoo'n werk, tot stand gebracht en iu stand gehouden door eene r/w/r) eene afstammelinge van den ouden Friesehen adel, die niet wenscht te rusten op de lauweren van haar voorgeslacht, die niet wil schitteren door nietsdoen en uitgaan en zich niet bezig houdt met nuttelooze haudwerkjes en de beoefening van allerlei tijddoodende aport, maar de schoonste sport be oefent, die dienende liefde heet! Eu als ge, door 't lezen van m'n opstclletje, nieuwsgierig ge worden en naar ik hoop, ook door een groot gevoel van sympathie gedrongen het verlangen in u voelt opkomen, om zelve eens kennis te maken met de particuliere ziekenverpleging van de freule A. de Vos van Steenwijk te Heerenveen, welnu, als ge, in Friesland komende, van plan zijt, ook dien sohoonen hoek vau onze provincie te bezoeken, ook bij har/r ik weet dat zult ge welkom zijn en vriendelijk zult ge ontvangen worden, ook door de zieken, wien een belangstellend woord zóó goed doet, ook door de kinderen, die u als vrienden van //hun'' freule, ook als hunne vrienden zullen be groeten. Waarlijk, die inrichting is een schoon voorbeeld voor vele gefortuueerden, hoe men dubbel leven kan als men van z'n fortuin een goed gebruik maakt, met en voor anderen leeft en iu hun lijden deelt, met den scliooneu wenscli, doel heeft geko zen, dat lijden te verzachten en kau het zijn! geheel weg te nemen. Eere aan onze Frieschc zuster, die de haar zelf opgelegde taak zóó ijverig volbrengt en daarvoor alles veil heeft, omdat zij voelt, dat de armen, vooral in dagen van ziekte en pijn zoo oneindig, veel ontberen en die dit hun vergoeden wil in haar eigen huis, geholpen en gesteund door haar eigen hand zooveel zij kan! G. C. STüLUNGwEiir?JEXÏIXK. iiiiimiiiiiMiimmiiiiiniimuimmnMiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniimiiiiiiiiniiii ]lo)>l. Corsetten. Muiltunc AVn-rli. Waaiers. Kutharinn Klu/'skij. KinderiecliuiT. Iteci'jiten. Pélerines en jaquettes zullen dezen winter nog om strijd met bont versierd zijn. Het huis Griinwaldt te Parijs en St. Petersburg brengt tal van modellen in den handel, van pélerines o.a.: Irene geheel van sabelbont, heel ruim, met hoogen geplooiden kraag; Litcctte van loutre met revers van breitschwanz ; iïlignon van wit breit schwanz met garnituur van bisonstaarten en kant; Jfarflinr/ van sabelbont met sabelstaarten en kant ; Colette van geplooid loutre; Aiigeline zeer elegant, van astrakan en witte kant. Voorts jaquettes: fitella van zwart breitschwanz met wit, waarop wit borduursel; Cléo, loshangend ruim jakje met groote gigotmouwen, van loutre of astrakan, met hermelijn gegarneerd ; Mmtricette, heel eenvoudig, aansluitend, van loutre; Murijitiscltc, hetzelfde met grijs damherten revers, waarop . groote knoopen van gewerkt staal en stalen bor duursel. Xog andere vormen zijn de Torn', een »stola", lang afhangend schouderstuk van hermelijn, met p-'ilerine als mouwen, van astrakan en borduur sel ; I'dijifcreffe, een zeer aansluitend corsage van loutre, met gegolfde basques, en daarop plastron en drie hoog boven elkaar ruime gegolfde mouwkappen van bison, sabelbont of chinchilla. Alle kragen buitengewoon hoog en wijd uitstaande, en daarbinnen nog een geheel nestje van gegolfde en geplooide kanten ruches. * * In Californiëheeft men bij het onderwijs de corsetquaestie ernstig opgevat, en het is aan alle schoolkinderen, op straffe van onmiddellijke weg zending, verboden, corsetten te dragen. Protesten van de moeders en pogingen tot ongehoorzaam heid van de meisjes hebben niet geholpen; het verbod is gehandhaafd. Maar onlangs begon professor Meades aan de hoogere burgerschool voor meisjes te Oakland, zijn lessen in de natuurkunde met het behan delen der electriciteit. Hij zou eenige proeven nemen als illustratie van het onderwijs. Op de tafel stond de groote galvanometer, die alle variatiën in den electrischen stroom, hoe gering ook, aanwijst. Ieder van de leerlingen mocht er bijkomen, en na explicatie door prof. Meades het teergevoelig instrument in werking brengen. De eerste leerling nadert; maar alsof het instrument duizelig geworden was, gaat de naald aan 't draaien. Toen de tweede leerling nog op een meter afstand was, had de galvanometer haar al geraden. Een derde meisje kwam er bij, en professor Meades begreep er niets van. Maar andere menschen begrepen het wel. Ondanks het streng verbod, waren tal van stalen baleinen de school binnengesmokkeld. Er werd besloten, de wet streng te handhaven; de meisjes moesten een voor een op het appèl komen, en wie de naald deed afwijken, zou terstond worden weg gezonden. Gelukkig was de galvanometer intusschen omgekocht of vastgeschroefd ; hij ver klapte niemand. Maar de les had in zooverre gewerkt, dat voortaan de corsetten werkelijk ver bannen werden van Oakland-college, althans die met stalen veeren. In Portugal heeft de koningin de aardigheid gehad, op een soiree met llóntgen-stralen het skelet van al haar hofdames te laten photograf'eeren, en toen door een dokter te laten aan duiden welke misvormingen daarin door het corset gebracht waren, en welke kwalen en ziekten men als gevolg daarvan kon duchten. Deze les moet wel practisch nut gehad hebben. * * * Met eenigen spot wordt gesproken over de school van een zekere Madame Alberti te X'ewYork, die het zich tot taak stelt, mooie meisjes mooier te maken en leelijke minder leelïjk. Tusschen overdrijving en verwaarloozing ligt een ruim veld, en Madame Alberti, die zeker veel meer belooft dan zij houden kan, most van haar zorgen, berustend op medische, hygiënische en psychologische studie, wel satisfactie hebben. Men beweert toch dat te farijs en lirussel eenige kostscholen ook eene reputatie hebben voor liet, zooal niet aanbrengen, dan toch volmaken en in het licht stellen der elementen van schoonheid. De tred, de houding van het hoofd, de buiging, de beweging bij hel uit- en instappen van een rijtuig, bij het plaats nemen, bij het hanteeren van den waaier en de parasol, het opzetten van den hoed en het omhangen van den mantel worden kritisch besproken en geregeld. Te XewYork komt er meer bij. De meisjes worden onder worpen aan het régime dat haar schoonheid kan verhoogen, de groei van wenkbrauwen en tanden wordt geleid of beteugeld, speciale heil-gymnastieken voor enkele spieren, massages, baden", kleine operaties, worden toegepast. Madame Alberti gaat nog verder. Xij heeft nagegaan, dat sommige gedachten aan het gezicht een liefelijke, edele, peinzende, spottende, fiere, uitdrukking geven en dat het eene meisje door die uitdrukkingen mooier gemaakt wordt dan het andere. Met iedere kiest zij dan uit, van welk avontuur of groote daden of verzen of muziek de herinnering haar ilatteert; en in dit genre wordt haar iets van buiten te leeren gegeven ; zij moet het zich op gewenschte oogenhlikken herin neren. Sommige monden worden door het herhaald uitspreken van sommige letters (men denke aan «pruimpjes en prisma's'"] in welgevallige plooi gevormd, men zegt haar welke letters voor ieder speciaal aangewezen zijn. Hoe Madame Alberti het aanlegt om te maken dat neusvleugels op commando trillen en de kin een intelligente uit drukking aanneemt, zooals men beweert, is haar geheim. Dit alles klinkt zeker nogal belachelijk; toch berust ook een d«el van onze meisjes-opvoeding, het recht-zitten, de kamergymnastiek, het dansen, op hetzelfde beginsel, alleen in het wilde en zonder aanzien des persoons toegepast. * * # Bij de firma Rimmel in de Kalverstraat, kan men als intrede van het wintersaizoen een uit gelezen collectie waaiers geëtaleerd zien. De groote waaier heeft afgedaan, ook de bloemdessins komen niet meer als nieuw voor ; behalve eenige kostbare veerenwaaiers die altoos mode blijven, is alles nu de kleine Louis XVI en de nog kleiner Empire, De eenen hebben weer decor a sujets, de fijn geteekende genrestukjes, de andere hun regelmatige lijnen en academische figuren. Beide op gaas, beide met pailletten; het is al gekleurde pailletten, goud, zilver, roodgoud, groengoud, wat men ziet. De paillettenfabrieken houden in het departe ment der Seine, te Sainte-Génevieve, eene geheele bevolking bezig, en men is er zeer verheugd over den caprice der mode, die millioenen pail letten verlangt, want de Fransche werkman en vooral de werkster gaat zeer moeilijk van een vak in een ander over. Het opnaaien en opplak ken der pailletten geschiedt te Parijs; het komt hierin, ofschoon de patronen op de stof geteekend geleverd worden, zeer op de vlugheid van hand en den smaak der werkster aan. Een andere toepassing zijn zwart zijden reticules, waarop met gouddraad en verschillend gekleurde pailletten zeer elegante figuren geschetst zyn. * * * Wij geven het portret van de bekende zangeres Katharina Klafsky, dezer dagen te Hamburg overleden. De bladen hebben van hare artistieke triomfen gesproken; ook voor het Xederlandsch publiek was zij geen onbekende. In het voorjaar van l S!) l zong zij te Amsterdam de Brünhilde in Wagner's OüUci'dï'uiiiiu-rtiiig. KI.AI-'.Een ruime verspreiding verdient het ^Rapport der commissién voor scboolbibliotheken, benoemd door de afdeeling ^Amsterdam" en «Amsterdam I en II" van het X'edorlandsch onderwijzers genootschap,'' 18S??181)5 met het »eerste ver volg, ISHij". Ue bedoelde commissie heeft zich de moeite gegeven, een kritisch overzicht te geven van oen KOU-tal boeken, die door ver schillende uitgevers als kinderlectuur worden verkocht. Men weet,, hoe het gewoonlijk toegaat. Mama's die hun lieveling met een kinderboek verrassen willen, gaan naar den winkel, kijken de plaatjes van een paar dozijn boekjes in, vragen aan den boekhandelaarsbediende: is dat mooi V is dat geschikt 'i en ontvangen altoos een bevestigend antwoord. Minder dan in eenig ander geval kan hier op recommandatie van kennissen afgegaan j worden ; de boekjes toch die al in het bezit van ' vrienden en vriendinnen zijn, worden door den j lieveling ongevraagd geleend en gelezen; en men j behoeft dus niet meer te onderzoeken of men ! ze voor hem zal koopen of niet. | Voor twijfelende ouders nu is dit rapport een l uitkomst; het is voor -15 centen (met het vervolg) bij de firma ten Brink en de Vries te krijgen, en is zeer betrouwbaar. De uitgevers van Aimard, Gerdes, Louise Stratenus. van Leent, Falkenhorst, Cheribon, zullen er niet mee ingenomen zijn; daarentegen zullen die van Louise Alcott, Tine van Berken, >Met een kaartje de wereld om", Farrar, mevr. v. Osselen, l lector Malot, mevr. Colomb, Culla, Suze Andriessen, de commissie welhaast een boekenkast vol bandjes cadeau willen zenden. /vnv/ïc'H/D'fX)./. Men stampt uil een busje de kreeft tot moes. en haalt er de stukjes schaal enz. uit, voegt er dan een stuk brood zonder korst bij, dat men even in water gelegd en dan in een doek heeft uitgedrukt, vervolgens i'2ïi gr. boter, stampt alles dooreen, en zoeft het. Dan voegt men er drie eieren, liet wit stijf geklopt, bij, rnet zout, peper en nootmuscaat ; wrijft een timbalevorm met boter, en legt daarin het deeg. liet rijst, dus mag niet meer dan drie vierden van den vorm vullen; men kookt het au bain marie, met vuur op het deksel. Het kreeftenbrood is gaar ais men er een mes in kan steken en dit droog er uithaalt. E-e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl