De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 1 november pagina 2

1 november 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.1010 damsche Wethouder voor financiën met den Minister van financiën, die deze regeling moest ontwerpen, een strijd over het perso neel, op een toon, als had hij met zijn doodvijand te doen, en bracht hij de hoofdstad in opspraak, door het drijven naar een foren sen-belasting, die niet te bereiken was, wijl n de wet n de billijkheid haar niet gedoogden. Zoo stond Amsterdam in de persoon van haar vroegeren wethouder tegenover de Regeering, juist terwijl zij de Regeering meer dan ooit noodig had om haar belang te bepleiten; zoo heeft Amsterdams tegenwoor dige wethouder, die door een bondig, met cijfers en feiten gestaafd, betoog, mondeling den Minister en schriftelijk het publiek voor te dragen, bij regeering en natie een opinie moest trachten te verkrijgen, als collega van zijn voorganger gezwegen, terwijl het nog tijd was invloed uit te oefenen; zoo heeft Amsterdam's Dag. Bestuur, zondereen vin te verroeren het ontwerp afgewacht, dat, indien het eenmaal wet wordt, der gemeente honderdduizenden guldens jaarlijks zal onthouden, welke zij in billijkheid vor deren kan. Ziedaar het feit. Nu roepen de heeren v. Nierop en den Hertog het Dag. Bestuur of den Raad op tot de werkzaamheid, die zoolang verzuimd werd. Men zal hun daar dankbaar voor zijn, al valt het moeilijk zich voldaan te verkla ren. Want het verzuim is te groot. De heer v. Nierop immers had gelijk, toen hij zei: *Men weet dat de weg van een denkbeeld van hier naar Den Haag Keer lang is. Wil men over eenige jaren de denkbeelden zien be lichaamd in een wetsontwerp, dan dient men tiidiq met voorstellen te komen". ?J *s Zeker »die weg is zeer lang", en toch, sedert 1893 deed men hier ter stede alsof men geen enkel denkbeeld had, dat Den Haag moest bereiken. Tijdig dient men met voor stellen (e komen. Het is zoo. Tijdig maar met voorstellen kwam Amsterdam in het geheel niet. Nu zal men er zijn ge dachte eens over laten gaan ... in de hoop dat het niet te laat is! Bismarck's onthullingen", Wanneer de kluizenaar van Friedrichsruhe het noodig acht zijne vroeger zoo gezagheb bende stem nog eens te verheffen, dan krijgt men dikwijls iets belangrijks, maar ook meestal iets zeer onverkwikkelijke te hooren. Vorst Bismarck is er van overtuigd, dat sinds zijne aftreding alles in Duitschland verkeerd gaat en hij laat geen gelegenheid voorbijgaan om aan te toonen, dat zijne opvolgers onwetend, onhandig en kortzichtig zijn. Voor een man met zulk een groot en roemvol verleden is die van onverholen spijtigheid getuigende houding zeker allesbehalve waardig, zij is erger dan dat, zij is roekeloos en gevaarlijk, wanneer de oude staatsman, om zijn eigen baan schoon te vegen en zijn opvolgers in een ongunstig daglicht te stellen, staatsge heimen prijsgeeft en zoo zijn vroegere bewon deraars stelt voor de pijnlijke keuze om of zijn goede trouw, of zijne vaderlandsliefde in twijfel te trekken. De Hamburger Nachriclitcn, Bismarck's lijforgaan, bevatten in het laatst der vorige week weder zulk eene sensationeele mededeeling, waarvan de strekking was Ie bewij zen, dat door de schuld vau den heer Voii Caprivi (en natuurlijk ook van keizer Wil helm) Rusland van Duitschland was ver vreemd en zoo de weg was geëffend voor de Fransch-Russische enteulc. Volgens bet Ham burger blad bestond tusschen Duitschland en Rusland eene overeenkomst, krachtens welke elk dier mogendheden zich verplichtte tot eene welwillende neutraliteit, in geval van een aanval op een harer van de zijde eener andere mogendheid, en heeft graaf Caprivi, daartoe door den kei/er gemachtigd, het niet noodig en niet wenschelijk geacht, die overeenkomst (Einvcrnchnirn) te laten voortbestaan. »Het klinkt ongeloofelijk," zegt de Frankfurter Zeitung »dat keizer Wilhelm, die sieeds geijverd heeft voor eene goede verstandhouding met Rusland, zou geweigerd hebben eene zoo voordeelige weclerzijdsche verzekering voort te zetten, als vor.-t Bismarck beweert te hebben tot stand ge bracht. Ophelderingen te dezen opzichte schijnen dringend noodzakelijk, zal het Duitsche volk niet het vertrouwen verlie zen in de continuïteit der leiding zijner buitenlandsche aangelegenheden en in de zakelijke beoordeeling zijner belangen. Er kan geen sprake geweest zijn van gelegenheids-beloften, die mondeling lusschen vorst Bismarck en den heer Von Giers gewisseld zouden zijn; immers in dit geval zou graaf Caprivi niet in de positie geweest zijn om de voortzetting eener overeenkomst te wei geren. Naast de vraag, of zulk eene over eenkomst werkelijk heeft bestaan, komt ook nog deze in aanmerking, of Duitschland's bondgenooten van deze wederzijdsche verze kering hebben kennis gedragen. Zoolang deze beide vragen niet duidelijk beantwoord zijn, zal men de bewering van vorst Bismarck met des te meer wantrouwen moeten aan nemen, omdat het bedoelde artikel in de Hamburger Nachrichicn, naast veel juiste, ook veel onjuiste en scheeve voorstellingen bevat." Ongelukkig blijkt de Duitsche regeering niet geneigd te zijn om de door de Frankfurter Zeitung zoo noodig geachte ophelderingen te geven. In den Reichsanzoigcr toch lezen wij: »Bij de openlijke bespreking der jongste »onthullingen'' in de Hamburger Nacfiriehten over de betrekkingen tusschen Duitschland en Rusland vóór 1800 is van vele zijden de wensch uitgesproken, dat de regeering harerzijds in deze zaak het woord zou nemen. Wij zijn gemachtigd tot de verklaring, dat dit niet zal geschieden. Diplomatieke ge beurtenissen van den aard, dien de Ham burger Naehrichten op het oog hebben, behooren uit den aard tot de strengste staats geheimen. Het is een internationale plicht, die consciëntieus te bewaren, en eene schen ding van dien plicht zou gepaard gaan met groot nadeel voor gewichtige staats belangen. De keizerlijke regeering moet dus afzien van elke rectificatie. Zij zal tegenover deze uitlatingen noch onjuistheden verbeteren, noch onvolledigheden aanvullen, in de over tuiging, dat het vertrouwen op de oprechtheid en de trouw aan bestaande verdragen van Duitschland's staatkunde bij de andere mogendheden te vast gegrond is, om door dergelijke «onthullingen" te worden geschokt." Deze verklaring is niet zeer geschikt om den ongunstigen indruk, door de «onthul lingen" vooral in Oostenrijk gemaakt, weg te nemen of zelfs maar te verminderen. Had er in 't geheel geen overeenkomst van dien aard bestaan, dan zou de Duitsche regeering immers niemand voor het hoofd hebben gestooten, door dit rondweg te verklaren ? Nu denkt men onwillekeurig: »er zal wel iets vau aan zijn; de oude Bismarck heeft weer eens, door persoonlijke rancune gedreven, uit de school geklapt." De Tc.mps wijdt eenige.... krokodillen tranen aan het lot van het arme Oostenrijk, dat door Bismarck zoo om den tuin is geleid. »Men zou Oostenrijk kunnen vergelijken bij eene fatsoenlijke vrouw, die haar hand en haar hart in een wettig huwelijk heeft ge schonken, en die zich niet slechts alle ontrouw heeft ontzegd, inaar ook elke coquetteriüen de kleinste lichtzinnigheid, en die nu plotse ling verneemt, dat de echtgenoot, aan wien zij aldus hare vrijheid heeft geketend, zich zelf het recht heeft toegekend om gelijktijdig een ménage de la maingiind/e te onderhouden. Hoe! roepen de Weener bladen uit, het rijk der Habsburgers heeft zware verplichtingen op zich genomen, het heeft afstand gedaan van eventueele voordeelen, het heeft er in toegestemd, aan Duitschland eene bijna abso lute veiligheid te waarborgen, en de Duitsche bondgenoot heeft, in plasits van eene vol komen reciprociteit toe te passen, zich het recht toegekend om te flirten, juist met den mogelijken vijand tegen welken Oostenrijk zich, ten koste van zoo groote offers, den waarborg van Duitschland had gemeend te verzekeren ?" De Ti'tnpa gelooft dus aan het bestaan der vroegere overeenkomst, maar geeft tege lijk te kennen, dat vorst Bismarck, die. vooral in de laatste jaren van zijne werk zaamheid op sommige punten met blindheid geslagen scheen te zijn, zich daarmede eene zonderlinge illusie heeft gemaakt, en d:it. graaf' Caprivi eerlijk en juist heeft gehandeld, toen hij die «overspelige banden'' verbrak en zijn Oostenrijkschen bondgenoot weer geheel getrouw werd. Dat was echter, volgens den T''i/t]>s, wel een beetje een gedwongen l'raaiigheid : «Kronsladt, dat Toulon voorbereidde en Parijs voorspelde, maakte immers eene bascule polittiek, eene politiek van dubbelhartigheid en van wisselende vriendschappen onmogelijk? En dan... waar is thans M. de Caprivi l' <>/'/ xanl les neii/en d'iinlanï"' De l-'iijaro is nog eenigs/.ins sceptisch. liet verbaal van de IIninbitr//er X'/i-l/rirl/lr,/ kan waar zijn, maar kan ook niet waar zijn. »Als het niet waar is, dan is bet niets meer dan eene manoeuvre, maar de meest mis dadige, de meest ellendige, de meest machtelooze, die ten doel heeft tusohen Frankrijk en Rusland de zaden te strooien van wan trouwen en tweedracht. Als het waar is, wat moet dan Oostenrijk duiken, dat met Duitschland slechts zou worden verbonden op voorwaarde, dat het hulp zou krijgen in zijne rivaliteit tegen Turkije?" Inilii a vorst Bismarck er werkelijk in ge slaagd is, zich bij een mogelijken aanval van Frankrijk óók van Rusland's neutraliteit te verzekeren en dus Frankrijk geheel te isoleeren, zou dat ongetwijfeld een diplomatiek kunststuk van den allercersten rang zijn ge weest. Doch de geschiedenis der betrekkingen tusschen Rusland en Duitschland na het traktaat van Berlijn (1878), maakt het vrij onwaarschijnlijk dat Rusland zich op die wijze zou hebben gebonden. Het begrip »Einveriieh-incn" is trouwens zeer rekbaar. In Oostenrijk kan men zich troosten met de gedachte, dat alleen voor Bismarck zulk een bedenkelijke tour-de-force mogelijk was en dat zijn meer bescheiden opvolgers eene meer alledaagsche eerlijkheid en openhartigheid hebben betracht en zullen blijven betrachten tegen over een bondgenoot, die het waarlijk niet aan bewijzen van goeden wil heeft laten ontbreken. Maar de indruk, dien de onthul lingen in verband met het allerongelukkigste antwoord der regeering in den Jti'ic/isKii-.eir/cr hebben gemaakt, zal niet gemakkelijk weg te nemen zijn. Inhoud van verschillende blacien. Het Handelsblad. 24 Oct. Hout op Java.'1 2:5 Oct. De bedrijfsbelasting." De gas-ipiaestie," (ingezonden door een ingenieur). 2öOct. Batavia of Delft.1' (opleiding Ind. ambten.) 27 Oct. De gas-quaestie,' II en III. 28 en 29 Oct. De regeling der gemeente fmincien." De 8 t a n d a a r d. 26 Oct. Een twiut-appel," (de unie). 28 Oct. Vrije Universite-ten." 3" Oet. De oorlogsbegrooting." Het C e n t r u m. 2« Oct. Nog eens: De Unitariër,'1 (neuttale staat =r neutrale chool). 27 Oct. Voorwaardelijke veroordeeling." 29 Oct. Slepende gang," (organisatie voor de ver kiezingen). 30 Oet. Een ernstige plechtigheid," (aanneming van H. M. de koningin). De (autir.) Nederlander. 20 Oct. Het zwaar tepunt'' (der Begeering.) 27 Oct, Voorloopigo hechtenis." 28 Oct. Des Htandaard's T wistappel" (ingez.) 29 Oct. Hot eenvoudigst pensi'ieiiötels'd.'1 De Li m h. K o e r i e r. 21 Oct. Protektie of Vrijhandel 'f ' 2G Oct. Do Vestiugbcgrooting voor 1897" (door M. de Bs). Middel b. C t. 24, 26 en 27 Oct. Het Protec tionisme en zijne gevolgen" (Brochure Dr. Bos). 28 Oct. Honden en menschen" (Trekdieren.). l'r o v- (l r o n. G t. 26 Oct. De Staatsbegrooting in de afdeelmgen. X i e n w e \V i ns e h. C t. 20 Oct. De Milicien." Xaaul. C t. 28 Oct. Haagsc'ie brieven". (Het hervormings-programma der Lih. Unie). P a t r i ui o n i u m. 2i Oct. Wat wordt er in mi}iic woonplaats geeischt om kiezer te worden?" III. Do V o l k s 8 t o m. 2-t efc. Af boidersbelangen en het parlement". Een liberaal beginsel zoek V" door Dr. H. J. Betz (Scheiding van Staat en Kerk). Om te pree seeren" door C. V. Gerritsen. Werklicdenverzekering" ; in Duitschland;. ,.T)ie goeie" oude tfjd'1 door P. Mol. De Almelosche werk staking". Sociaal Weekblad, 2-1 Oct. Hoe te 's Gravonhage on te Botterdam voor hè', onderwijs der arnien gezorgd wordt" I door FT. W. J. A. Scbook. De Volksbanier (B-K. Volksbond), 23 Oct. , Het recht van veroeniging". D e S o c i a a 1-D e m o c r a a t, 2i Oct. Wat baat het?" (Do politieke strijd!. II e t l' r i e s c h V o l k s b I a d, 25 Oct. De re geling dei- Gemec'.te-ünaneien" H. De Bildtselie Courant, 29 Oct. Yerkiezings-programma's ', door Dr. V. ruinsma. H e t nieuwe S c h o o l b l a d, 23 Out. Bij de stembus van 13!)7". A' o l k s t r i b u u n. 2-4 Oct. Klassepolitiek " K vol ut, ie. 28 Oct. lleereu puluickgi-lijkheid." W e e k b l a d v. d. B u r g e r L A (J m i ni s t r a l i e. 29 O.-t. Het wetsontwerp tot regeling der gemeentenarciüi.." I. De A vond p os t. 21. 25. 20 en 27 Oct. ,.Dc vont-gestolde regeling der gi inocuk-tinancM-n. ' I?'111. De Ni e u w e Lee u w. C t. Oct. Grondwets herziening of kiesrechtuitbreiding." ,u ziek. ^¥& in fle HoofMail In mijn vorige kroniek schreef ik over hot orkest van Colonne; thans /ij iets gemald over liet. oikcst va-n het Concertgebouw in verband mei dit orkest. Deze beschouwing beeft niet in hoofd/aak ten doel vergelijkingen re maken tiisselu n liet muzi kale eehaltc vau beide orkesten. Xuike vergelijkingen gaan )iH-t altijd oj) en leiden vaak tot onbillijke oordeelvellingen. D;>ch AVcl kan men, wanneer zulk een orkest, tot ons komt, onderzoeken of er ook ??op technische grondslagen berustende oiire]:sch;ippen in op te merken zijn, waarvan w;j zouden kumien pro treren, eigenschappen dit: men met ile krachten waar over men te hesch'kken heeft (en het orkest vau het OoiiCortu-ebouw bezit zr.oveol uitnemende krach ten! ook zou kunnen verkrn^en, zoodra men die verbetering niet kracht wil doorzetten. liet eerste concert in het Concertgebouw dat ik ua liet orkest van Colonne gehoord te heb ben bijwoonde, geeft mij aanleiding' tot eenige opmorkinm n. Terwijl ik met groote ingenomenheid opmerkte met. hoe groote volkomenheid e u muzikale intentie onder leiding Van .Mengeibcru" de verschillende werken werden uitgevoerd, werd het mij weer duideli k wat mij, toen ik pas in Int land was 1eruLi-u-ekeei-(l, ook zoo sterk opviel dat in ons land veel te weinig aandacht gewijd wordt, ini/i Ili'l il'-li'itli' rn,i i,',- >iix!fi!i,ii'ii/i'll. Ieder orkest hd dat, een strijkinstrument, bespeelt bom)!, er een solo en een orkcsUnstrument op na ; dat dit laatste van veel miiuli r soms zeer min gehalte is, heb ik talloo/.e linden opgemerkt. l)c gevolgen hiervan blijven zelfs bij een orkest, aL dat van liet Concertgebouw, niet uit. De pianissimo's worden al zeer spoedig k'aukloos en behouden toch de dunne scherpte, aan die mindere, inst ruinenteu eigen. Kr waren bovendien op liet, concert waarvan ik hierboven sprak, ver schillende momenten bij pianissimo's dat men wel iets hoorde, doch niets meer juist kon onder scheiden. Onder de b'azers zijn er sommigen die voortref felijke instrumenten bezitter, die er niet aau denken op een instrument van minder gehalte te spelen. Waarom kan men datzelfde niet van de strijkers verlangen ? Lamourcnx en Colonne onderzoeken niet alleen de spelers doch ook de instrumenten, wanneer zij een nieuw lid hebben te engageercu. Wie geen goed instrument bezit wordt niet aangenomen. Wanneer men bij ons ook eens op deie wijze te werk ging, geloof ik dat het niet lang zou duren of ons orkest zou wat lint,k betreft met, de Fransche orkesten kunnen wedijveren. Natuurlijk zijn er altijd zaken waar de virtuositeit een aandeel in heeft. \\rat de pauken o.a. betreft zal men moeten erkennen hier nog nooit zulk een mooi, zacht on weer te hebben geboord als in de St/?ip/ioi/ie Faiitnxiiqao van Bcrlioz ; dat is echter een gebied dat ik nu niet verder wil betreden. Doch de boven staande opmerkingen zijn van dien aard dat het geheel in de hand van d n directeur ligt daaraan in korten tijd zooveel te verbeteren als bij kan en wil. Ik houd het er voor dat er heel wat mooie instrumenten voor den dag zullen komen wanneer ieder orkestlid op zijn geweten af gevraagd wordt of hij tehuis nog niet een beter instrument, heeft. Wat de trompetten betreft, geloof ik dat, boven dien zeer veel gewonnen zou zijn met Fransche instrumenten. Die harde, dikke (bijna had ik ge zegd vette) toon past niet tusschen de andere instrumenten. Een trompet moet dun en snijdend klinken (ook de bazuinen kunnen een dunueren toon verdragen) dan domineert die groep minder en treedt toch duidelijker naar buiten. Zie.' dat vooral heeft het bezork van liet, Fransche orkest ous geleerd, en wanneer men daar nota van wil nemen, dan geloof ik dat zulks het klaukgehalte van ous orkest, nog veel zal verbeteren. De nit voering vau Les Eoli'les van Cósar Franck heeft mij daarin weer versterkt. De absentie van wecken a;lans bij zachte gedeelten gaven aan deze compositie ditmaal iets droogs, hetgeen m. i. be lette die op de rechte waarde te schatten. Alles hoe zacht ook gespeeld moet blijven klinken, de, kleur toch speelt er een zeer groote rol in. Hoewel men er, ook wat vorm betreft, weer vol komen de meesterliand van Franck in herkent, moet deze toonscbildering toch in de eerste plaats boeien door Idinik en l,i;>/tr. Scherpe tegenstellingen en buitengewone nuances wat betreft dynamiek of thythmiek zijn hier dus niet voldoende, de klank van de instrumenten moet wel degelijk medewerken. Ik heb er mij toe gezet deze opmerkingen eeuigzins gedetailleerd neer te schrijven omdat zij die veel met dit Fransche orkest, op hebben (de opinies waren verdeeld) allicht geneigd zullen zijn de superioriteit van klank van sommige groepen uitsluitend aan muzikale oorzaken toe te schrijven. Ik beschouw noch Lamoureux, noch Colonneals dirigenten ;/di primo cartello" doch juist daar om is het dunkt mij, interessant een der voorname redenen na te gaan waarom wij weer zoo gefrap peerd waren door het klaukgehalte van het Fransche orkest. (Dat de opvatting van de voornaamste Frar.sche dirigenten omtrent l'rapsche toonwerken iets meer eigenaardigs geeft eu meer in het karakter blijft spreekt van zelf. P>ovcndieu hebbeu de meeste onzer musici meer een Duitsche dan wel ecu r'rans-che muzikale opvoeding ontvangen. Daarom is het ook iu muzikaal opzicht ten zeerste belangrijk Lamonreux of Colonne's orkest te hooren. Dit zij gereleveerd om misverstand te voorkomen.) Doch thans stappen wij vau dit ou.lerwerp af, om te vernielden dat op het laatste concert be halve L's Eiil'n'i'x van César Franck de SiiinjJirime: .?t/'x ai:/»',, II'i i/ van Dvorak ecu .Uii,-i-ln',i van Xicodé, het sedert lang niet uitgevoerde voorspel ?He lli'.n' vau Enna en twee oudere werken wer den ten IK hoore. gebracht. De concertzaal is tegenwoordig bii zulke symphouie-concerten ( ven vol ais vroeger alleen de .solisteucoi,eerten waren. Men heeft vaak moeite een plaatsje macl.ti»- t B worden. Dit is een hoogst verblijdend verschijnsel en is voor den diri'.tcnt en de orkestleden eene schoonc voldoeuiiiL'. ^1 ij dunkt bij zooveel \\arc belangstelling is het, wel (ie moeite waard, dat, ieder ziin beste instrument, bespeelt, of als hij geen goed heeft er een tracht machtig te worden. Mosre dus de expressie: oflcest-ciool spoedig voor ons niet meer bestaan'. Op operaireliieil is inden laatstonlijd n,et veel nieuws voorgcvallen. Ju 1-,1,'xl aangekondigd ais geheel nieuw gcnioiiti erd zou de beer J. Dijker ilclmteeren, doch naar ik ven a-u v, erd hij op bet laatste oonenblik vcrvanüei'. door de, heer Tiiii-sen, (waarom w< rd niet gemeld.i Ik was voornemens geweest y.ooals mijn' plicht n.ij voorschrijft -- dit debuut lij t-.; Honen, doch /?',.'«x/ ';:?? een van dio opcra'.i die men iedcren winter niet inkel:-, doch lallooze malen te boon n krijgt en '.vMincei- dan de bezetting met eene buitengewone is, mist, de !.e?c! rijving van zulk eene opvoering voer den lezer i et aaiitrckke!iikc \ au het, nii'ii'-,vc. " \Vel hei i't, «!c directie bij advertentie vijftig (zeggo vijftig) nio:>io, j:i'igc mei-jes gevraagd voor de decoratie \an -Ucpliisto's paleis in de vijfde acte, en hebben n:<ar ik vernam die schoonheden ook iiede.Suticcrd, doc't op mijn leeftijd past liet niet daarover uit te \ïij;'tn en dus heb ik mijzelf dien boloo'.'cri uden aan'ihk niet gi.yiim!. Sis-'rid ArnoM-on zingt, heden avond r,',-, >,?,/ in het. F ranselt, g: a^is'ecnl door Xnlorhui^ch en wellicht ook door \ laam^ch-spivkciide kracMen. l):c rijkdom vau talen i,- moorddadig voor liet, genot. '/,o, a's de !(?/.( r weet hebncn «ij, na vrnecrer tal vau dwiiiisb'.'dcn ''er vertalingen 1e hebben vermeld liet, (i'ideüj); op.r'g'cven ilaar nog iets van i c zeugen. Doch de /auk wordt nog curicuscr wanneer wij in \erschiileud,1 talen hooren zingen. De u-asten die in veii vrccm Ie tnul zingen, U'cvoelen zeil liet konif-L-ii : er vau. Toen d'Aubade eens nut de diii'sclu: opera Itos-iiii's A',',/-v '.-?; in het, itaha.-uiseii /.mig, zeide hij, toen hij Pru'iimlo j u-inü' scheuren me', het bekende manuaal : ./«.---w1/??/'/ .Ui,,a i'.' en toen (ik meen) iiiiinie ILauck eens in den l'arkschouxvourg Carmcn zong, antwoordde

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl