Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.1010
damsche Wethouder voor financiën met den
Minister van financiën, die deze regeling
moest ontwerpen, een strijd over het perso
neel, op een toon, als had hij met zijn
doodvijand te doen, en bracht hij de hoofdstad
in opspraak, door het drijven naar een foren
sen-belasting, die niet te bereiken was, wijl
n de wet n de billijkheid haar niet gedoogden.
Zoo stond Amsterdam in de persoon van
haar vroegeren wethouder tegenover de
Regeering, juist terwijl zij de Regeering meer
dan ooit noodig had om haar belang te
bepleiten; zoo heeft Amsterdams tegenwoor
dige wethouder, die door een bondig, met
cijfers en feiten gestaafd, betoog, mondeling
den Minister en schriftelijk het publiek voor
te dragen, bij regeering en natie een opinie
moest trachten te verkrijgen, als collega
van zijn voorganger gezwegen, terwijl het
nog tijd was invloed uit te oefenen; zoo
heeft Amsterdam's Dag. Bestuur, zondereen
vin te verroeren het ontwerp afgewacht,
dat, indien het eenmaal wet wordt, der
gemeente honderdduizenden guldens jaarlijks
zal onthouden, welke zij in billijkheid vor
deren kan.
Ziedaar het feit.
Nu roepen de heeren v. Nierop en den
Hertog het Dag. Bestuur of den Raad op
tot de werkzaamheid, die zoolang verzuimd
werd. Men zal hun daar dankbaar voor zijn,
al valt het moeilijk zich voldaan te verkla
ren. Want het verzuim is te groot. De heer
v. Nierop immers had gelijk, toen hij zei:
*Men weet dat de weg van een denkbeeld van
hier naar Den Haag Keer lang is. Wil men
over eenige jaren de denkbeelden zien be
lichaamd in een wetsontwerp, dan dient men
tiidiq met voorstellen te komen".
?J *s
Zeker »die weg is zeer lang", en toch,
sedert 1893 deed men hier ter stede alsof
men geen enkel denkbeeld had, dat Den Haag
moest bereiken. Tijdig dient men met voor
stellen (e komen. Het is zoo. Tijdig
maar met voorstellen kwam Amsterdam in
het geheel niet. Nu zal men er zijn ge
dachte eens over laten gaan ... in de hoop
dat het niet te laat is!
Bismarck's onthullingen",
Wanneer de kluizenaar van Friedrichsruhe
het noodig acht zijne vroeger zoo gezagheb
bende stem nog eens te verheffen, dan krijgt
men dikwijls iets belangrijks, maar ook meestal
iets zeer onverkwikkelijke te hooren. Vorst
Bismarck is er van overtuigd, dat sinds zijne
aftreding alles in Duitschland verkeerd gaat
en hij laat geen gelegenheid voorbijgaan om
aan te toonen, dat zijne opvolgers onwetend,
onhandig en kortzichtig zijn. Voor een man
met zulk een groot en roemvol verleden is
die van onverholen spijtigheid getuigende
houding zeker allesbehalve waardig, zij is
erger dan dat, zij is roekeloos en gevaarlijk,
wanneer de oude staatsman, om zijn eigen
baan schoon te vegen en zijn opvolgers in
een ongunstig daglicht te stellen, staatsge
heimen prijsgeeft en zoo zijn vroegere bewon
deraars stelt voor de pijnlijke keuze om of
zijn goede trouw, of zijne vaderlandsliefde in
twijfel te trekken.
De Hamburger Nachriclitcn, Bismarck's
lijforgaan, bevatten in het laatst der vorige
week weder zulk eene sensationeele
mededeeling, waarvan de strekking was Ie bewij
zen, dat door de schuld vau den heer Voii
Caprivi (en natuurlijk ook van keizer Wil
helm) Rusland van Duitschland was ver
vreemd en zoo de weg was geëffend voor de
Fransch-Russische enteulc. Volgens bet Ham
burger blad bestond tusschen Duitschland
en Rusland eene overeenkomst, krachtens
welke elk dier mogendheden zich verplichtte
tot eene welwillende neutraliteit, in geval
van een aanval op een harer van de zijde
eener andere mogendheid, en heeft graaf
Caprivi, daartoe door den kei/er gemachtigd,
het niet noodig en niet wenschelijk geacht,
die overeenkomst (Einvcrnchnirn) te laten
voortbestaan.
»Het klinkt ongeloofelijk," zegt de
Frankfurter Zeitung »dat keizer Wilhelm,
die sieeds geijverd heeft voor eene goede
verstandhouding met Rusland, zou geweigerd
hebben eene zoo voordeelige weclerzijdsche
verzekering voort te zetten, als vor.-t
Bismarck beweert te hebben tot stand ge
bracht. Ophelderingen te dezen opzichte
schijnen dringend noodzakelijk, zal het
Duitsche volk niet het vertrouwen verlie
zen in de continuïteit der leiding zijner
buitenlandsche aangelegenheden en in de
zakelijke beoordeeling zijner belangen. Er
kan geen sprake geweest zijn van
gelegenheids-beloften, die mondeling lusschen vorst
Bismarck en den heer Von Giers gewisseld
zouden zijn; immers in dit geval zou graaf
Caprivi niet in de positie geweest zijn om
de voortzetting eener overeenkomst te wei
geren. Naast de vraag, of zulk eene over
eenkomst werkelijk heeft bestaan, komt ook
nog deze in aanmerking, of Duitschland's
bondgenooten van deze wederzijdsche verze
kering hebben kennis gedragen. Zoolang deze
beide vragen niet duidelijk beantwoord zijn,
zal men de bewering van vorst Bismarck
met des te meer wantrouwen moeten aan
nemen, omdat het bedoelde artikel in de
Hamburger Nachrichicn, naast veel juiste,
ook veel onjuiste en scheeve voorstellingen
bevat."
Ongelukkig blijkt de Duitsche regeering
niet geneigd te zijn om de door de Frankfurter
Zeitung zoo noodig geachte ophelderingen te
geven. In den Reichsanzoigcr toch lezen wij:
»Bij de openlijke bespreking der jongste
»onthullingen'' in de Hamburger Nacfiriehten
over de betrekkingen tusschen Duitschland
en Rusland vóór 1800 is van vele zijden
de wensch uitgesproken, dat de regeering
harerzijds in deze zaak het woord zou nemen.
Wij zijn gemachtigd tot de verklaring, dat
dit niet zal geschieden. Diplomatieke ge
beurtenissen van den aard, dien de Ham
burger Naehrichten op het oog hebben,
behooren uit den aard tot de strengste staats
geheimen. Het is een internationale plicht,
die consciëntieus te bewaren, en eene schen
ding van dien plicht zou gepaard gaan
met groot nadeel voor gewichtige staats
belangen. De keizerlijke regeering moet dus
afzien van elke rectificatie. Zij zal tegenover
deze uitlatingen noch onjuistheden verbeteren,
noch onvolledigheden aanvullen, in de over
tuiging, dat het vertrouwen op de oprechtheid
en de trouw aan bestaande verdragen
van Duitschland's staatkunde bij de andere
mogendheden te vast gegrond is, om door
dergelijke «onthullingen" te worden geschokt."
Deze verklaring is niet zeer geschikt om
den ongunstigen indruk, door de «onthul
lingen" vooral in Oostenrijk gemaakt, weg
te nemen of zelfs maar te verminderen. Had
er in 't geheel geen overeenkomst van dien
aard bestaan, dan zou de Duitsche regeering
immers niemand voor het hoofd hebben
gestooten, door dit rondweg te verklaren ? Nu
denkt men onwillekeurig: »er zal wel iets
vau aan zijn; de oude Bismarck heeft weer
eens, door persoonlijke rancune gedreven, uit
de school geklapt."
De Tc.mps wijdt eenige.... krokodillen
tranen aan het lot van het arme Oostenrijk,
dat door Bismarck zoo om den tuin is geleid.
»Men zou Oostenrijk kunnen vergelijken bij
eene fatsoenlijke vrouw, die haar hand en
haar hart in een wettig huwelijk heeft ge
schonken, en die zich niet slechts alle ontrouw
heeft ontzegd, inaar ook elke coquetteriüen
de kleinste lichtzinnigheid, en die nu plotse
ling verneemt, dat de echtgenoot, aan wien
zij aldus hare vrijheid heeft geketend, zich
zelf het recht heeft toegekend om gelijktijdig
een ménage de la maingiind/e te onderhouden.
Hoe! roepen de Weener bladen uit, het rijk
der Habsburgers heeft zware verplichtingen
op zich genomen, het heeft afstand gedaan
van eventueele voordeelen, het heeft er in
toegestemd, aan Duitschland eene bijna abso
lute veiligheid te waarborgen, en de Duitsche
bondgenoot heeft, in plasits van eene vol
komen reciprociteit toe te passen, zich het
recht toegekend om te flirten, juist met den
mogelijken vijand tegen welken Oostenrijk
zich, ten koste van zoo groote offers, den
waarborg van Duitschland had gemeend te
verzekeren ?"
De Ti'tnpa gelooft dus aan het bestaan
der vroegere overeenkomst, maar geeft tege
lijk te kennen, dat vorst Bismarck, die.
vooral in de laatste jaren van zijne werk
zaamheid op sommige punten met blindheid
geslagen scheen te zijn, zich daarmede eene
zonderlinge illusie heeft gemaakt, en d:it.
graaf' Caprivi eerlijk en juist heeft gehandeld,
toen hij die «overspelige banden'' verbrak en
zijn Oostenrijkschen bondgenoot weer geheel
getrouw werd. Dat was echter, volgens den
T''i/t]>s, wel een beetje een gedwongen
l'raaiigheid : «Kronsladt, dat Toulon voorbereidde
en Parijs voorspelde, maakte immers eene
bascule polittiek, eene politiek van
dubbelhartigheid en van wisselende vriendschappen
onmogelijk? En dan... waar is thans M.
de Caprivi l' <>/'/ xanl les neii/en d'iinlanï"'
De l-'iijaro is nog eenigs/.ins sceptisch. liet
verbaal van de IIninbitr//er X'/i-l/rirl/lr,/ kan
waar zijn, maar kan ook niet waar zijn.
»Als het niet waar is, dan is bet niets meer
dan eene manoeuvre, maar de meest mis
dadige, de meest ellendige, de meest
machtelooze, die ten doel heeft tusohen Frankrijk
en Rusland de zaden te strooien van wan
trouwen en tweedracht. Als het waar is,
wat moet dan Oostenrijk duiken, dat met
Duitschland slechts zou worden verbonden
op voorwaarde, dat het hulp zou krijgen in
zijne rivaliteit tegen Turkije?"
Inilii a vorst Bismarck er werkelijk in ge
slaagd is, zich bij een mogelijken aanval van
Frankrijk óók van Rusland's neutraliteit te
verzekeren en dus Frankrijk geheel te
isoleeren, zou dat ongetwijfeld een diplomatiek
kunststuk van den allercersten rang zijn ge
weest. Doch de geschiedenis der betrekkingen
tusschen Rusland en Duitschland na het
traktaat van Berlijn (1878), maakt het vrij
onwaarschijnlijk dat Rusland zich op die
wijze zou hebben gebonden. Het begrip
»Einveriieh-incn" is trouwens zeer rekbaar.
In Oostenrijk kan men zich troosten met de
gedachte, dat alleen voor Bismarck zulk een
bedenkelijke tour-de-force mogelijk was en
dat zijn meer bescheiden opvolgers eene meer
alledaagsche eerlijkheid en openhartigheid
hebben betracht en zullen blijven betrachten
tegen over een bondgenoot, die het waarlijk
niet aan bewijzen van goeden wil heeft laten
ontbreken. Maar de indruk, dien de onthul
lingen in verband met het allerongelukkigste
antwoord der regeering in den Jti'ic/isKii-.eir/cr
hebben gemaakt, zal niet gemakkelijk weg
te nemen zijn.
Inhoud van verschillende blacien.
Het Handelsblad. 24 Oct. Hout op Java.'1
2:5 Oct. De bedrijfsbelasting." De gas-ipiaestie,"
(ingezonden door een ingenieur).
2öOct. Batavia of Delft.1' (opleiding Ind. ambten.)
27 Oct. De gas-quaestie,' II en III.
28 en 29 Oct. De regeling der gemeente fmincien."
De 8 t a n d a a r d. 26 Oct. Een twiut-appel," (de
unie).
28 Oct. Vrije Universite-ten."
3" Oet. De oorlogsbegrooting."
Het C e n t r u m. 2« Oct. Nog eens: De Unitariër,'1
(neuttale staat =r neutrale chool).
27 Oct. Voorwaardelijke veroordeeling."
29 Oct. Slepende gang," (organisatie voor de ver
kiezingen).
30 Oet. Een ernstige plechtigheid," (aanneming
van H. M. de koningin).
De (autir.) Nederlander. 20 Oct. Het zwaar
tepunt'' (der Begeering.)
27 Oct, Voorloopigo hechtenis."
28 Oct. Des Htandaard's T wistappel" (ingez.)
29 Oct. Hot eenvoudigst pensi'ieiiötels'd.'1
De Li m h. K o e r i e r. 21 Oct. Protektie of
Vrijhandel 'f '
2G Oct. Do Vestiugbcgrooting voor 1897" (door
M. de Bs).
Middel b. C t. 24, 26 en 27 Oct. Het Protec
tionisme en zijne gevolgen" (Brochure Dr. Bos).
28 Oct. Honden en menschen" (Trekdieren.).
l'r o v- (l r o n. G t. 26 Oct. De Staatsbegrooting
in de afdeelmgen.
X i e n w e \V i ns e h. C t. 20 Oct. De Milicien."
Xaaul. C t. 28 Oct. Haagsc'ie brieven". (Het
hervormings-programma der Lih. Unie).
P a t r i ui o n i u m. 2i Oct. Wat wordt er in mi}iic
woonplaats geeischt om kiezer te worden?" III.
Do V o l k s 8 t o m. 2-t efc. Af boidersbelangen
en het parlement". Een liberaal beginsel zoek V"
door Dr. H. J. Betz (Scheiding van Staat en Kerk).
Om te pree seeren" door C. V. Gerritsen.
Werklicdenverzekering" ; in Duitschland;. ,.T)ie goeie"
oude tfjd'1 door P. Mol. De Almelosche werk
staking".
Sociaal Weekblad, 2-1 Oct. Hoe te 's
Gravonhage on te Botterdam voor hè', onderwijs der
arnien gezorgd wordt" I door FT. W. J. A. Scbook.
De Volksbanier (B-K. Volksbond), 23 Oct.
, Het recht van veroeniging".
D e S o c i a a 1-D e m o c r a a t, 2i Oct. Wat baat
het?" (Do politieke strijd!.
II e t l' r i e s c h V o l k s b I a d, 25 Oct. De re
geling dei- Gemec'.te-ünaneien" H.
De Bildtselie Courant, 29 Oct.
Yerkiezings-programma's ', door Dr. V. ruinsma.
H e t nieuwe S c h o o l b l a d, 23 Out. Bij de
stembus van 13!)7".
A' o l k s t r i b u u n. 2-4 Oct. Klassepolitiek "
K vol ut, ie. 28 Oct. lleereu puluickgi-lijkheid."
W e e k b l a d v. d. B u r g e r L A (J m i ni s t r a l i e.
29 O.-t. Het wetsontwerp tot regeling der
gemeentenarciüi.." I.
De A vond p os t. 21. 25. 20 en 27 Oct. ,.Dc
vont-gestolde regeling der gi inocuk-tinancM-n. ' I?'111.
De Ni e u w e Lee u w. C t. Oct. Grondwets
herziening of kiesrechtuitbreiding."
,u ziek.
^¥& in fle HoofMail
In mijn vorige kroniek schreef ik over hot orkest
van Colonne; thans /ij iets gemald over liet. oikcst
va-n het Concertgebouw in verband mei dit orkest.
Deze beschouwing beeft niet in hoofd/aak ten
doel vergelijkingen re maken tiisselu n liet muzi
kale eehaltc vau beide orkesten. Xuike vergelijkingen
gaan )iH-t altijd oj) en leiden vaak tot onbillijke
oordeelvellingen.
D;>ch AVcl kan men, wanneer zulk een orkest,
tot ons komt, onderzoeken of er ook ??op technische
grondslagen berustende oiire]:sch;ippen in op te
merken zijn, waarvan w;j zouden kumien pro
treren, eigenschappen dit: men met ile krachten waar
over men te hesch'kken heeft (en het orkest vau
het OoiiCortu-ebouw bezit zr.oveol uitnemende krach
ten! ook zou kunnen verkrn^en, zoodra men die
verbetering niet kracht wil doorzetten.
liet eerste concert in het Concertgebouw dat
ik ua liet orkest van Colonne gehoord te heb
ben bijwoonde, geeft mij aanleiding' tot eenige
opmorkinm n.
Terwijl ik met groote ingenomenheid opmerkte
met. hoe groote volkomenheid e u muzikale intentie
onder leiding Van .Mengeibcru" de verschillende
werken werden uitgevoerd, werd het mij weer
duideli k wat mij, toen ik pas in Int land was
1eruLi-u-ekeei-(l, ook zoo sterk opviel dat in ons
land veel te weinig aandacht gewijd wordt, ini/i
Ili'l il'-li'itli' rn,i i,',- >iix!fi!i,ii'ii/i'll.
Ieder orkest hd dat, een strijkinstrument, bespeelt
bom)!, er een solo en een orkcsUnstrument op na ;
dat dit laatste van veel miiuli r soms zeer min
gehalte is, heb ik talloo/.e linden opgemerkt.
l)c gevolgen hiervan blijven zelfs bij een orkest,
aL dat van liet Concertgebouw, niet uit.
De pianissimo's worden al zeer spoedig
k'aukloos en behouden toch de dunne scherpte, aan die
mindere, inst ruinenteu eigen. Kr waren bovendien
op liet, concert waarvan ik hierboven sprak, ver
schillende momenten bij pianissimo's dat men wel
iets hoorde, doch niets meer juist kon onder
scheiden.
Onder de b'azers zijn er sommigen die voortref
felijke instrumenten bezitter, die er niet aau denken
op een instrument van minder gehalte te spelen.
Waarom kan men datzelfde niet van de strijkers
verlangen ?
Lamourcnx en Colonne onderzoeken niet alleen
de spelers doch ook de instrumenten, wanneer zij
een nieuw lid hebben te engageercu. Wie geen
goed instrument bezit wordt niet aangenomen.
Wanneer men bij ons ook eens op deie wijze te
werk ging, geloof ik dat het niet lang zou duren
of ons orkest zou wat lint,k betreft met, de
Fransche orkesten kunnen wedijveren. Natuurlijk zijn er
altijd zaken waar de virtuositeit een aandeel in
heeft. \\rat de pauken o.a. betreft zal men moeten
erkennen hier nog nooit zulk een mooi, zacht on
weer te hebben geboord als in de St/?ip/ioi/ie
Faiitnxiiqao van Bcrlioz ; dat is echter een gebied dat
ik nu niet verder wil betreden. Doch de boven
staande opmerkingen zijn van dien aard dat het
geheel in de hand van d n directeur ligt daaraan in
korten tijd zooveel te verbeteren als bij kan en wil.
Ik houd het er voor dat er heel wat mooie
instrumenten voor den dag zullen komen wanneer
ieder orkestlid op zijn geweten af gevraagd wordt
of hij tehuis nog niet een beter instrument, heeft.
Wat de trompetten betreft, geloof ik dat, boven
dien zeer veel gewonnen zou zijn met Fransche
instrumenten. Die harde, dikke (bijna had ik ge
zegd vette) toon past niet tusschen de andere
instrumenten. Een trompet moet dun en snijdend
klinken (ook de bazuinen kunnen een dunueren
toon verdragen) dan domineert die groep minder
en treedt toch duidelijker naar buiten. Zie.' dat
vooral heeft het bezork van liet, Fransche orkest
ous geleerd, en wanneer men daar nota van wil
nemen, dan geloof ik dat zulks het klaukgehalte
van ous orkest, nog veel zal verbeteren.
De nit voering vau Les Eoli'les van Cósar Franck
heeft mij daarin weer versterkt. De absentie van
wecken a;lans bij zachte gedeelten gaven aan deze
compositie ditmaal iets droogs, hetgeen m. i. be
lette die op de rechte waarde te schatten. Alles
hoe zacht ook gespeeld moet blijven klinken,
de, kleur toch speelt er een zeer groote rol in.
Hoewel men er, ook wat vorm betreft, weer vol
komen de meesterliand van Franck in herkent,
moet deze toonscbildering toch in de eerste plaats
boeien door Idinik en l,i;>/tr.
Scherpe tegenstellingen en buitengewone nuances
wat betreft dynamiek of thythmiek zijn hier dus
niet voldoende, de klank van de instrumenten
moet wel degelijk medewerken.
Ik heb er mij toe gezet deze opmerkingen
eeuigzins gedetailleerd neer te schrijven omdat zij
die veel met dit Fransche orkest, op hebben (de
opinies waren verdeeld) allicht geneigd zullen zijn
de superioriteit van klank van sommige groepen
uitsluitend aan muzikale oorzaken toe te schrijven.
Ik beschouw noch Lamoureux, noch
Colonneals dirigenten ;/di primo cartello" doch juist daar
om is het dunkt mij, interessant een der voorname
redenen na te gaan waarom wij weer zoo gefrap
peerd waren door het klaukgehalte van het Fransche
orkest.
(Dat de opvatting van de voornaamste Frar.sche
dirigenten omtrent l'rapsche toonwerken iets meer
eigenaardigs geeft eu meer in het karakter blijft
spreekt van zelf. P>ovcndieu hebbeu de meeste
onzer musici meer een Duitsche dan wel ecu
r'rans-che muzikale opvoeding ontvangen.
Daarom is het ook iu muzikaal opzicht ten
zeerste belangrijk Lamonreux of Colonne's orkest
te hooren. Dit zij gereleveerd om misverstand te
voorkomen.)
Doch thans stappen wij vau dit ou.lerwerp af,
om te vernielden dat op het laatste concert be
halve L's Eiil'n'i'x van César Franck de SiiinjJirime:
.?t/'x ai:/»',, II'i i/ van Dvorak ecu .Uii,-i-ln',i van
Xicodé, het sedert lang niet uitgevoerde voorspel
?He lli'.n' vau Enna en twee oudere werken wer
den ten IK hoore. gebracht.
De concertzaal is tegenwoordig bii zulke
symphouie-concerten ( ven vol ais vroeger alleen de
.solisteucoi,eerten waren. Men heeft vaak moeite een
plaatsje macl.ti»- t B worden. Dit is een hoogst
verblijdend verschijnsel en is voor den diri'.tcnt en
de orkestleden eene schoonc voldoeuiiiL'. ^1 ij dunkt
bij zooveel \\arc belangstelling is het, wel (ie moeite
waard, dat, ieder ziin beste instrument, bespeelt, of
als hij geen goed heeft er een tracht machtig te
worden.
Mosre dus de expressie: oflcest-ciool spoedig voor
ons niet meer bestaan'.
Op operaireliieil is inden laatstonlijd n,et veel
nieuws voorgcvallen.
Ju 1-,1,'xl aangekondigd ais geheel nieuw
gcnioiiti erd zou de beer J. Dijker ilclmteeren,
doch naar ik ven a-u v, erd hij op bet laatste oonenblik
vcrvanüei'. door de, heer Tiiii-sen, (waarom w< rd
niet gemeld.i Ik was voornemens geweest y.ooals
mijn' plicht n.ij voorschrijft -- dit debuut lij t-.;
Honen, doch /?',.'«x/ ';:?? een van dio opcra'.i die men
iedcren winter niet inkel:-, doch lallooze malen te
boon n krijgt en '.vMincei- dan de bezetting met
eene buitengewone is, mist, de !.e?c! rijving van
zulk eene opvoering voer den lezer i et
aaiitrckke!iikc \ au het, nii'ii'-,vc.
" \Vel hei i't, «!c directie bij advertentie vijftig (zeggo
vijftig) nio:>io, j:i'igc mei-jes gevraagd voor de
decoratie \an -Ucpliisto's paleis in de vijfde acte,
en hebben n:<ar ik vernam die schoonheden
ook iiede.Suticcrd, doc't op mijn leeftijd past liet
niet daarover uit te \ïij;'tn en dus heb ik mijzelf
dien boloo'.'cri uden aan'ihk niet gi.yiim!.
Sis-'rid ArnoM-on zingt, heden avond r,',-, >,?,/ in
het. F ranselt, g: a^is'ecnl door Xnlorhui^ch en
wellicht ook door \ laam^ch-spivkciide kracMen.
l):c rijkdom vau talen i,- moorddadig voor liet, genot.
'/,o, a's de !(?/.( r weet hebncn «ij, na vrnecrer tal
vau dwiiiisb'.'dcn ''er vertalingen 1e hebben vermeld
liet, (i'ideüj); op.r'g'cven ilaar nog iets van i c zeugen.
Doch de /auk wordt nog curicuscr wanneer wij
in \erschiileud,1 talen hooren zingen.
De u-asten die in veii vrccm Ie tnul zingen,
U'cvoelen zeil liet konif-L-ii : er vau. Toen d'Aubade
eens nut de diii'sclu: opera Itos-iiii's A',',/-v '.-?; in
het, itaha.-uiseii /.mig, zeide hij, toen hij Pru'iimlo
j u-inü' scheuren me', het bekende manuaal : ./«.---w1/??/'/
.Ui,,a i'.' en toen (ik meen) iiiiinie ILauck eens
in den l'arkschouxvourg Carmcn zong, antwoordde