De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 8 november pagina 5

8 november 1896 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No.1011 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ?l Co-EËcatie. Hoe menig boek en brochure is er in den laatsten tijd verschenen, tot onderwerp hebbende: Vraag stukken betreffende de opvoeding van jongens en meisjes. Tal van paedagogen hebben getoond, dat zij het wel meenen met het jongere geslacht, en zeker zullen vele ouders met instemming kennis hebben gemaakt met den inhoud dier geschriften. Dat echter de quaestie, of eigenlijk de vraag //hoe bezorgen wij onzen kinderen een gelukkig leven?" nooit ten goede zal worden opgelost zoo lang steeds de gedachte bij de opvoeding op den voorgrond staat: De meisjes ten eene en de jongens ten andere zijde, is iets, dat m.i. aan geen twijfel onderhevig is. //Wat moet er van mijn zoou worden?" zoo vraagt een vader die jongens heeft. De vraag: //Wat moet er van mijn dochter worden?" wordt in slechts heel enkele gevallen gedaan. Onze dochter? Wel, die gaat eerst naar de be waarschool en dan naar een meisjesinstituut. Ze leert in haar vrije uren pianospelen; en als ze achttien jaar is, dan komt ze thuis, om haar moeder in de huishouding te helpen. 's Middags mag ze wat gaan wandelen, en- 's avonds schenkt ze thee; en ze maakt een handwerkje of ze leest in boeken die wij voor haar zullen uitzoeken!" Al lezend maken de meisjes dan meestal kennis met allerlei onmogelijke helden en heldinnen, juist heel anders voorgesteld, dan zij in werkelijkheid zijn. Maar, de boosheid wordt gestraft, de deugd beloond en ze krijgen elkaar! Met een dergelijke opvoeding en lectuur zal het meisje wel nooit een goed inzicht krijgen in het werkelijke leven! En toch geloof ik, dat van de honderd meisjes in onze beschaafde kringen, zeker acht en negentig op die wijze worden groot gebracht. Schreef niet onlangs Helene Mercier: //Voor wie de school des levens ongeoefend en ongewapend wordt ingezonden, gaat het mensch worden maar al te vaak met veel lijden, dat voorkomen had kunnen worden, en met droevige onnoodige verminkingen gepaard." En dat is juist de reden, waarom er in onzen tijd zooveel zenuwlijderessen zijn. Ongeoefend de school des levens betreden! Geheel onkundig, of, niet voldoende ingelicht over het bestaan van de schaduwen die het zoo schijnbaar zonnig pad wellicht zullen komen verduisteren! Is het wonder, dat de meisjes aldus opgevoed, na een paar jaar te zijn //uitgeweest" en een ge dwongen werkeloos leven te hebben geleid, geheel onbevredigd zijn. Hoe haar vroeger zoo fnssche kleur verdwijnt, en haar humeur prikkelbaar wordt ? Dat de ouders de grootste schuld dragen van deze, al heel weinig aan de hygiënische eisehen voldoende opvoeding, is slechts ten deele waar. Het is tevens de traditie, die wil dat de meisjes als kasplantjes, de jongens als halve barbaren worden opgevoed! In haar prilste jeugd wordt haar immers reeds geleerd, zich anders voor te doen dan zij is. Zij mag niet wild zijn; nooit met de jongens stoeien; altijd met handschoentjes aan en met kleine pasjes heel netjes op straat loopen; nooit in het donker uitgaan, als zij niet geëscorteerd wordt door een manlijk geleide, al is dat geleide dan ook van denzelfden leeftijd of jonger dan zij. En toch meen ik voor zeker te mogen aannemen, dat het verlies van haar onschuld minder gevaar zou loopen, dan dat van den jongen als hij des avonds onverzeld uitgaat! In de vrije natuur eens flink en prettig te stoeien! O, hoe shocking! En mocht zij soms een vriendinnetje hebben, dat naar hartelust vliegt en springt met haar broers en zijn vrienden, dan wordt haar de om gang met »die wilde meid" verboden. Hoe grooter zij wordt, hoe steviger de koorden worden aangetrokken; hoe hooger het schot is dat de beide geslachten scheidt. Als het meisje nog niet geheel volwassen is, dan wordt haar reeds op het hart gedrukt dat zij nooit eenige voorkeur mag toonen, als zij soms den eenen jongen man boven den anderen verkiest. Zij ziet nooit anders dan de oppervlakte. En het wordt haar steeds voorgesteld, alsof in de maat schappij en in het werkelijke leven, alles even correct is als het schijnt. Zij leeft niet, maar zij vegeteert; en daarom ia het niet zoo te verwonderen, dat menigeen er naar snakt, het werkelijke leven te leeren kennen ! Daarom beschouwt zij het dan vaak als een uitkomst, als iemand haar ten huwelijk vraagt. En zonder na te gaan of zij hem werkelijk achten en liefhebben kan, dringt zij zich zelve op dat het //de rechte Jozef" wel zal zijn. En, o, hoe innig droevig is dan vaak de ont goocheling ! In de //Illustration" kwam onlangs het volgende voor onder het opschrift: //Les Moeurs des emps." Men zegt dikwijls dat er veel minder ongelukkige huwelijken zouden zijn, als de jongelui elkander vóór het engagement wat beter konden leeren kennen. Maar hoe gaat het? Van hun prille jeugd van elkaar gescheiden, worden twee wezens die, vooral door hun opvoeding, een geheel verschillenden aard hebben, bij elkaar gevoegd. In de laatste twee weken zijn er twaalf van mij bekende engagementen verbroken. Voor het meerendeel door het meisje, omdat het gebleken was, dat er in het verleden van haar aanstaande, dingen waren, die het licht niet konden zien. De overige engagementen werden verbroken wegens incomputibilité(f humeur! Gelukkig dat de ouders hun kinderen niet hebben tegengewerkt, anders zou het aantal ongelukkige huwelijken nog met twaalf vermeerderd zijn geworden. Maar hoeveel leed zou er voorkomen zijn, als de jongelui vóór het engagement elkaar wat meer hadden ontmoet!" De opvoeding aan onze meisjes gegeven, doet m.i. veel denken aan de door sommige despotieke vorsten ingevoerde struisvogelpolitiek. Toen onlangs de Shah van Perzic door moordenaarshanden viel, werd door de Turksche bladen het bericht van zijn dood in dezen vorm gegeven: //De Souverein was een wandeling gaan maken toen hij zich ongesteld voelde en plotseling stierf!" Waarom toch worden de meisjes onkundig ge laten van de groote vragen op maatschappelijk gebied, vooral op dat waar het de zedelijkheid betreft ? Is het wonder, dat zoovelen door gebrek aan levenswijsheid blindelings in haar ongeluk loopen? (S/ol votfft). VEKA. De Aüierikaansck Als pendant van de meening der Amerikaansche vrouw over Engelsche en Amerikaansche mannen, in een vorig nummer vermeld, is het niet onbelangryk de meening der Engelsche pers over de Amerikaansche vrouw in Londen en elders te zien. De vrouwelijke Yankee komt er soms heel slecht af; sommigen beschouwen haar als een maatschappelijk gevaar, maar niet allen. In J)aili/ News kwam nog dezer dagen een artikel voor, dat zeker een grond van waarheid bevat, ofschoon men het in Engeland niet zal toegeven. Waarom, vraagt de schryver, is de bekoring, door Amerikaansche vrouwen op Engelsche jongelieden uitgeoefend, zoo groot, dat men in beide landen de zaak met bezorgdheid nagaat? In Amerika wil men een belasting heffen op de millioenen aan bruidschat die het land verlaten; in Engeland kan men opmerken dat op dit oogenblik de Amerikaansche vrouwen Londen regeeren. Zy geven den toon en de mode aan, zij hebben vijf aanbidders tegen de Engelsche meisjes n, en wel de fine fleur der knapste mannen. Van waar die voorkeur ? Er is gezegd: zij zijn mooier, geestiger, natuurlijker, kleeden zich beter, hebben een aangeboren tact om met mannen om te gaan, hebben minder godsdienst en meer geld. Dit alles lykt niet onjuist, maar er is iets tegen te zeggen. Spaansche en Oostenrijksche vrouwen zyn mooier dan Amerikaansche; Fransche kleeden zich evengoed, zyn even geestig en levendig, en weten ook wel met mannen om te gaan. De godsdienst der katholieke volken drukt niet zwaar op hare ziel, en rijke erfgenamen zijn er overal. Het eenige punt dat een werkelijk veiseb.il maakt, ig dus de natuurlijkheid, onbevangenheid, ongekunsteldheid der Amerikaansche, en dit is onloochenbaar. Alle Engelsche vrouwen spreken alsof zij er les in moesten geven; de stem van een Amerikaansche, zelfs eene voix tralnante, lykt onvoorbereid te komen. En evenzoo haar manieren, haar denkwijze, haar levensbeschouwing; ze zijn vlug en frisch. Maar deze heerlijke eigenschap kan niet de geheele reden zy'n van de snelheid waarmee zy hare Engelsche zuster op de huwelijksmarkt verdringt. Om al deze eigenschappen toch maken jonge Engelschen ook amours met meisjes te Pary's, Weenen, Venetiëen Yokohama, maar zij trouwen alleen de Amerikaansche. Zij moeten dus in de Amerikaansche iets opmerken, waaraan zij be hoefte hebben. Kan het soms zy'n, dat... terwy'l de Engelschman steeds vooruit gegaan is, met zijn eeuw is meegestapt, levendiger en ontwikkelder geworden is, de Engelsche vrouw heeft stilgestaan en is achtergebleven ? De Engelsche vrouw, natuurlijk met uitzonderingen, verveelt den Engelschman. Neem het gros der boeken die verschynen, door de Engelsche vrouw geschreven en de Engelsche vrouw teekenend, is het geen onintellectueel, ongezond, nevrotisch gezeur 'l Moet het den gezonden man niet afschrikken ? Hij ruikt er de schimmel aan; hij wil van die jutters niets weten en kijkt naar de frischheid der Ameri kaansche. Dat is de oorzaak van den kant der Engelsche mannen. Van den kant der Amerikaansche vrouwen is er een andere. Zij voelen zich verwant aan de ontwikkelde Engelschen, veel meer dan aan de grove, zinnelijke, materialistische geldschrapers in haar eigen land, waar zij ver boven uitgegroeid zy'n. Zij staan gaarne op de plaats waar de Engelsche vrouw behoorde te staan; zij gooien vooroordeelen en conventies en een vormelijke religie met het meeste gemak over boord; zy zijn vry' en hebben al de aantrekkings kracht der zelfbewuste vrijheid, en de Engelschman, hetzy' hy deze analyse maakt of niet, erkent het en trouwt haar. * * * Een heel andere toon klinkt uit een artikel door een zich noemenden Cecil de Thierry, in de ('onlaitporiirij Iteficn' van October geschreven ; de schryver schijnt in Australiëof Nieuw-Zeeland te wonen. »Goedige Amerikanen zien met smart, dat Maria Mitchell's naam de eenige Amerikaansche vrouwennaam is, die op de marmeren platen der nieuwe boekerij te Boston prijkt. De overige zijn Sappho, George Sand, Madame de Stael, en vijf Engelsche vrouwen, George Eliot, Charlotte Brontë, Jane Austen, Maria Edgeworth en Mary Sommerville. Men heeft ElisabethBarrett Browning bly'kbaar nog vergeten, anders waren er zes Engelschen tegen n Amerikaansche...." »Een tweede bewijs kan men vinden, als men Ameri kaansche liiographieün van «beroemde vrouwen" leest; niet alleen wie er geprezen wordt is iets verbazends, maar ook wat er in haar geprezen wordt, het is een kwelling des geestes. Een derde document kan men vinden in de beschrijving dezer zelfde vrouw, zooals zij in de Amerikaanscho romans voorkomt; haar meest voorkomende trek ken zijn schoonheid en gratie, vereenigd met egoïsme, oppervlakkigheid en hardheid van ka rakter. Een aantal Amerikaansche schry' vers hebben dan ook, als zij een sympathiek karakter wilden teekenen, er een Engelsche van gemaakt. Zij wisten wel dat de Amerikaansche den aanleg mist voor iedere hoogere emotie. Zij hebben een abnormale ontwikkeling van zelfvertrouwen en onafhankelijkheid, die aan het karakter hardheid geeft in plaats van kracht, en daarenboven een bedroevende gemakkelijkheid in het vulgariseeren van ieder ideaal. Al deze kenmerken houden zeker de sentimentaliteit er buiten, maar ook de artisticiteit; zij kunnen zelfs niet artistiek behandeld worden. Zelfopoffering, toewijding, trouw, teederheid, kieschheid, zachtheid, hoog plichtbesef, dit alles kan, vooral gekleurd door passie of verbeelding, een thema zijn voor kunst of literatuur; maar van dit alles weet de Ame rikaansche niets; zij kent alleen het practische, opportunistische, utilitaristische, dat daar midden in is." Aan deze middelmatigheid schrijft Cecil de Thierry ook haar succes in Europa toe. De Amerikaansche wordt geen Lady Salisbury, geen mrs. Gladstone, geen lady Beaconstield, niet de ideale helpster van een groot man ; ook presideert zij niet met tact en waardigheid haar eigen salon. Maar op een lager peil, in den hoek waar men zich />goddelyk amuseert", is zij voortrett'elijk, schitterend, slim, vrij, onbevooroordeeld, daar kan zij een troep ordinaire heeren verblinden en amuseeren, zonder eenige concurrentie. Haar opvoeding is daar ook op berekend; Tart de r<'i>liri<ier en de kunst om zich te kleeden, maken er het belangrijkst deel van uit. Haar triomf is een der treurigste teekenen des tijds . . . Men zal voor de heer Cecil de Thierry wel geen standbeeld oprichten op het voorplein der Amerikaansche vrouwenpaleizen. * ^ * Wanneer een onderworp in de lucht is, vindt men er overal sporen van. In een artikel in tin: Xhidt'i'iith ('ciituri/ wordt even terloops een vergelijking gemaakt tusschen de Engelsche en Amerikaansche vrouw in vergaderingen. Naar het schijnt kan men in Engeland heel ruw en zelfs opzettelijk ruw en grof zijn tegen vrouwen, die zich in discussie mengen, «terwijl in Amerika, wanneer een dame in gezelschap verkiest vol te houden dat twee plus twee zes is, geen heer zoo ruw zal zy'n, haar onder het oog te brengen dat zij zich gek aanstelt." In dit opzicht kan de Amerikaansche dus in Engeland nog wat leeren. Maar ook in 'l'lic \\rtniiaii- <d ilojuc vindt mende Amerikaansche in Engeland besproken, naar aan leiding van Lady Ilarcourt, eene dochter van den geschiedschrijver Motley, en weduwe van den heer Ives. Zij is de tweede vrouw van Sir William Ilarcourt en heeft veel gedaan om diens bekend slecht humeur te verbeteren. Er gaat eene, waarschijnlijk verzonnen, aneedote, dat zes parlementsleden samen een diner bij Brookes zouden geven, en ieder den onaange naamsten man dien hij kende, zou inviteeren. Alle zes de invitaties kwamen bij Sir William Harcourt terecht. Dezen brombeer heeft Mrs. Ives getemd ; zij regeert (in strijd dus met Cecil de Thierry's theorie) haren salon met takt en waardigheid en zonder ijdele scbiitering. In dit artikel worden nog andere Amerikaanschen geprezen, Lady Randolph Churchill, Mrs. Chamberlain en Mrs. George Curzon; van alle wordt gezegd dat zy' levendigheid en frischheid geven aan het stijve der Londensclie kringen, maar de wijze waarop over hare bekoring gesproken wordt, schijnt aan te duiden dat de schrijfster er ook wel over denkt als de twee eerst aange haalde auteurs. l lel llHicettjk der l\ijiii>i(/in. Aan Hare Majesteit de Koningin-llegentes is l October verzonden het volgend adres : liet hoofdbestuur der >Vereeniging voor vrou wenkiesrecht", gevestigd te Amsterdam en goed gekeurd bij K. B. van l Aug. l Wit, veroorlooft zich de vrijheid Uwe Majesteit met gepasten eerbied te verzoeken, geen wet aanhangig te maken bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal speciaal betrekking hebbende op het huwelijk der Koningin. Het hoofdbestuur voornoemd verzoekt u liever door een wetsontwerp te willen bevorderen de herziening van het Burg. Wetboek in dien zin, dat de Koningin der Nederlanden kan huwen als iedere andere Nederlandsche vrouw, zonder aan hare zelfstandigheid te kort te doen. Indien het uwe Majesteit mocht behagen een willig oor te leenen aan dit ons verzoek, dan zou voorzeker een der laatste daden van Uwer Majesteits ten einde spoedend liegentschap u aan spraak geven op de groote dankbaarheid der Nederlandsche vrouw, en tevens de troonsbesty'ging van Koningin Wilhelmina oen onverge telijk Jeit worden in de geschiedenis van ons Vaderland. 't Welk doende, enz. * * * Men verzoekt ons melding te maken van een nieuw procédévan knippen en passen. »le système au moulage" dat op het atelier voor ciamescosturnes van de Gez. Schatter, Frederiksplein K, wordt in praktijk gebracht, liet staat tegenover het stelsel van wiskundige berekeningen en teekeningen, en is naar verzekerd wordt, persoon lijker en artistieker. De :>prot'esseur" van dit système ;\ moulage te Amsterdam is Mad. E. Maire, Vijzelstraat l. Zij is als leerares gediplomeerd door het bestuur van den l'arijschen vakcursus, waarin de eerste coupeur van \Vorth en de chefs der huizen Félix en Doucet zitting hebben. De firma Maire is agent voor de voornaamste modejournalen, geeft zelf een Fransch-IIollandsch tijdschrift L/t J\'unccttult' uit, levert bustes, mannequins en patronen aan modeateliers, en komt tweemaal 's jaars met een aantal aangekleede »dames zonder hoofd" uit Parijs terug. Het essentieele van de methode bestaat daarin, dat men eerst past en dan maakt, in plaats van, volgens de oude methode, eerst te maken en dan te passen. Madame Maire geeft les aan naaisters en coupeuses in dit systeem, ook de gezusters Schatter zijn hare leerlingen. Over een Duitsch werkje »Wien kies ik tot man V" wordt door de bladen spottend bericht. liet Xeiie \l'icncr Tageblatt schrijft: Het werkje wil een blik gunnen in het »karakter en de wijze van bestaan der mannen". Na eenige hoofdstukken over Wahlverwandtschaft en liefde komt ook het practische aan de beurt, namely'k, de «middelen tot de keus". Behalve het geld komt dan het eerst de schoonheid in aanmerking, en wij ver nemen : »Jammer genoeg is de schoonheid bij het vrouwelijk geslacht afnemend, een droevig ver schijnsel, dat een gevolg is der omstandigheden". Zonder verdere verklaring van dit gezegde volgt : »De echt klassieke schoonheden, zooals wij ze op schilderijen en gebeeldhouwd vinden, zijn zeer zeld zaam. Maar tot troost kan men zeggen, dat ze niet bijzonder begeerd zijn". De regelen tot be vordering der schoonheid zijn zoo in den stijl eener bouwverordening vervat, dat men de schrijfster voor de vrouw van een stadsarchitect kan houden. Bijvoorbeeld: »De van den hals naar voren, naar achteren en zijdelings voerende lijnen, moeten gebogen lijnen van middelbare spanning zijn". Oud, maar reeds door de Franschea vaak geestig behandeld, is de volgende waarheid : »Sta hem geen samenkomst toe, als hij er niet vijftigmaal om gevraagd heeft; schrijf hem geen regel, als ge geen drie brieven daags van hem ontvangt ; groet hem niet uit uw venster, zoolang hij er niet in stomme wanhoop een nacht voor heefc door bracht". Volgt eene bloemlezing van klassieke uitdrukkingen uit het boekje: »Door dergelijk handig manoevreeren zal men in korten tijd by den hiertoe uitverkorene eene sterke, niet ge makkelijk af te leiden liefde (!) teweegbrengen ; ja men kan zich zoo een aanzienlijk assortiment aanbidders aanschaffen, waar men dan later op zijn gemak den besten kan uitzoekeu (!)" »Men merkt het niet dadelyk aan een man, als hij te veel drinkt, daar menigeen door langdurige oefe ning daaraan gewend raakt;'. sis iemand reeds van geringe hoeveelheden drank dronken, dan is hij van principe soliede". >Niet regeerende vorsten, hertogen en prinsen, wanneer zij geen troonopvolgers zijn, kan men als privaatpersonen beschouwen; zij zijn voor meisjes uit denzelfden stand zeer aan te bevelen. Zij hebben niet veel verplichtingen, veel vrijen tijd en kunnen een aangenaam leven leiden, wanneer zij geld hebben". «Onder de mannen op het land heerscht heel erg de speelduivel, zij kunnen het geld niet aan andere vermaken kwijt raken ; daarom ver spelen zij het". »Universiteits-professeren zijn dikwijls pedant, maar toch goed om mee te trouwen; zij zijn gezien, worden goed betaald en hebben een vrij onafhankelijke positie, met veel beschikbaren tijd. ..." Men verbaast zich over het gemak, waarmede de gedistingeerde schrijfster bly'kbaar in alle krin gen heeft rondgezien, zoowel als over haar psy chologische ervaring ! Hoe vinden zulke boeken een uitgever, en wie koopt dat 'i * * * Een van de smaakvolste versieringen tijdens het verblijf van de czar te Parijs is de bloemendecoratie van het paleis te Versailles geweest. Zij was aan twee bloemisten toevertrouwd, Truffaut en Duval. De eerste had de spiegelgalerij voor zijne rekening. Hij had hier al de ramen en spiegels omlijst met guirlandes van Medeola, eene klimmende asparagii.ee, die men in de bloemisterijen om lange touwen laat groeien; als men dan dan de guirlande noodig heeft, behoeft men de plant slechts bij den wortel af te snijden, de guirlande is dan geheel klaar, gracieus en natuurlijk gegroeid, en blijft dagen lang frisch. De bloemist had er twee boven iederen spiegel eu ieder raam vastgehecht, ze rechts en links met zacliten boog opgenomen, en ze zoo tot op een paar meter van den vloer laten afhangen. De decoratie was volkomen in harmonie met de hooge, lange statige galerij. Hier en daar waren kleine groepen dahlia's, marguerites en Japansche anemonen geplaatst. De bloemist Duval had in de antichambre van de keizerlijke vertrekken een voorraad palmen, Kentia's, kokos, en het lijne loof der sierasperge aangebracht; in de kamer van den keizer (Ie l salon des pendules) was de beroemde si'vres! vans gevuld met kostbare orchideeën, oduiitoI iiloxtitnt . l/r.nnu/n, t'ntiM'ifit /«/j;"d/, (Htttthum liijnniim. De salon der keuerin was gevuld niet La France-rozen en odontoglossum, de lustres waren er omwonden met cattleya en asparagus plumosus. Om eenige oude pastelportretten had men witte seringen en theerozen geslingerd. De toiletkamer der keizerin had, in overeenstemming met ile kleur der meubels, donkere violette» de Panne en gele Maréchal-Nielrozen; de kamers der eeredames hadden tut versiering cyclameus, anthuriums en cypripediums. Tegen het vieren van gedenkdagen van levende personen is niets in ie brengen. Des noods ook kan men het billijken dat een overblijvende den dag gedenkt, waarop bij eeu zilveren of gouden feest zou gevierd hebben. Maar dat een gouden familiefeest wordt gevierd, wanneer beide echtgenooten laiig dood zijn, is wel wat overdreven. Tocli z;ümen dit op l 'J December in de kerk van Marylebone zien gebeuren; het gouden leest van lioliert Browning en Elisabeth BarrettBrowning zal daar gevierd worden, ofschoon de dichter al zeven en de dichteres al vijfendertig jaar dood is. Een Engelsen blad vraagt ol men niet ieder jaar op Shakespeares verjaardag een bal en op Miltons trouwdag een kermesse d'étézal geven. E?e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl