Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1011
gewhetter verkondigen, dat haar talent verre
beneden dat van een versleten actrice nit de
provincie staat. Hy zal naar Venetiëgaan
en daar, aan de oevers van het Canale Grande,
in het midden van die tooverachtige stad. het
Palazzo Moncenigo huren, en zich bezielen met
alle herinneringen, welke de schrijver van Lara
er heeft achter gelaten. Uit zyne eenzaamheid
zal h\j de wereld overstroomen met een stortvloed
van gekruiste rymen, naar het model van
Spencer's strophe; zoo zal hij z\jn groote ziel lucht
geven en daardoor alle Meezen doen zuchten
alle Tortels doen kirren, alle Snippen in tranen
floen smelten, alle oude Kerkuilen doen huilen.
Maar hij zelf zal ontoegankelijk blijven voor de
liefde. Wanneer men hem smeekt medelijden
te hebben met de ongelukkigen, welke z\jne
verheven zangen hebben verleid, zal hij ant
woorden met dit ne woord: »Foin!" In n
woord, b\j zal een volmaakte witte Merel zijn,
»un véritable crivarin excentrique, fêté, choyé,
admiré, envié, mais complétement grognon et
insupportable,"
Het groote werk verschijnt, en natuurlek spreekt
de dichter daarin alleen over zich zelf, over de
droevige dagen van zijn jeugd in de eerste plaats.
Geen bijzonderheid, hoe gering ook schijnbaar, is
hier van belang ontbloot. Aan de houten bak,
waarin z\jn ouders hun nest hadden gebouwd,
zjjn niet minder dan veertien zangen van zijn
epos gewijd. »J'en avais comptéles rainures, les
trous, les bosses, les clats, les chardes, les
clous, les taches, les teintes diverses, les reflets;
j'en montrais Ie dedans, Ie dehors, les bords, les
fonds, les cötés, les plans inclinés; passant au
confenu, j'avais tudiéles brins d'herbe, les pailles, les
teuilles sèches, les petits morceaux de bois, les
graviers, les gouttes d'eau, les débris de Mouches,
les pattes de Hanneton qui s'y trouvaient; c'était
une description ravissante." Natuurlijk geeft hij
dat alles niet ineens: ongeduldige lezers zouden
het dan misschien over slaan. Hij verdeelt die
beschrijving in stukken en brokken, afwisselend
met het verhaal; op het meest dramatische
oogenblik komen plotseling squinze pages d'écuelle'".
Dat is een der groote geheimen van de kunst.
Op zekeren dag ontvangt de gevierde dichter
van de overzijde van het Kanaal een brief van
een bewonderaarster. Zij biedt hem hart en hand
aan, en zij durft het te doen, want zy is voor
hem geschapen: zij is »une Merlette blanche".
Het zeldzame paar wordt vereenigd, en in den
aanvang laat hun geluk niets te wenschen over.
En als de Witte Merel de talenten zijner gezellin
gaat beschrijven, doopt Alfred de Musset zyn
pen in gal en venijn.
»J'ignorais d'abord qae ma bien-aimée fut une
femme de plume; elle me l'avoua au bout de
quelque temps, et elle alla mooie jusqu'a me
montrer Ie manuscrit d'un roman, oüelle avait
imitéa la fois Wal ter Scott et S marron. Je laisse
a penser Ie plaisir que me causa une si aimable
surprise. Non seulement je me voyais possesseur
d'une beautéincomparable, mals j'acquërais encore
la certitude que l'intelligence de ma compagne tait
digne en tout point de mon génie. Dés eet instant,
noustravaillames ensemble.Tandis que je composais
mes poëmes, elle barbouillait des rames de papier.
Je lui récitais mes vers a haute voix, et cela ne
la gênait nullement pour crire pendant ce
tempsla. Elle pondait ses romans avec une facilit
presque egale a la mienne, choisissant toujours
les sujets les plus dramatiques: des parricicles,
des rapts, des meurtres, et même jusqu'a des
filouteries, ayant toujours soin, en passant,
d'attaquer Ie gouvernement et de prêcher l'
mancipation des Merlettes. En un mot, aucum effort
ne coütait a son esprit, aucun tour de force a
sa pudeur; il ne lui arrivait jamais de rayer une
ligne, ni de faire un plan avant de se mettre a
l'oeuvre. C'était Ie type de la Merlette lettrée."
Helaas, het samenleven der verwante zielen
zou van korten duur zjjn. Hij had reeds gemerkt
dat zy een mysterieus blanketsel gebruikte, maar
hij had het zich ontgeven. In een oogenblik van
dichterlijke teederhcid echter wond hij zich over
zjjn huwelijksgeluk zoo op, dat de tranen hem
uit de oogen stroomden. Nu gebeurde het
vreeseIjjke, het noodlottige. »En radotant ainsi, je pleurais
sur ma femme et elle déteignait visiblement".
Mevrouw was niet waschecht. De lelieblanke
kleur was een snood bedrog, en onder die
bedriegelijke deklaag kwamen zwarte, neen rosse
veeren te voorschijn.
Toen vloog de Witte Merel weg, voorgoed. En
hij klaagde zijn nood aan de nachtegaal, maar
die kon hem ook niet helpen. Die leed zelf aan
een ongelukkige liefde voor de Roos ...
Zóó dacht Alfred de Musset, vier-en-vijftig
j'iren geleden, over de veelbesproken episode
van »Elle et Lui".
Verschillende letterkundigen ontvingen van het
bestuur der Nederlandsche rederijkerskamer
»Harmonie" te Paterson, New-Jersey, het verzoek
om wat oorspronkelijke Hollandsche werken als
bijdragen voor haar leesbibliotheek te zenden.
Mocht iemand op deze wij'.e, door wat werken
te zenden, het Hollandsch element in Amerika
willen steunen, het adres van den secretaris der
rederykersvereeniging is R. de Jong, 53
Hillmanstreet, Paterson, New-Jersey, U. S.
BOEKBEOORDEELING.
De }>uriteitien in Nederland, Engeland en
Amerika, door DOÜGLAS CAJII'IIEI.L. Ver
taald door J. W. G. VAX MAANEX, leeraar
aan het Gymnasium te Sneek. Twee
deelen. Sneek, J. F. van Druten, 18%.
Dit boek van den te vroeg ontslapen Campbell
is een hoogst belangrijk geschiedkundig werk,
bovenal merkwaardig voor Nederland. Wordt
toch de lezer van Busken Huet's Land van
Rembrandt een boek dat hier zoovele ver
eerders heeft aan 't twijfelen gebracht omtrent
de groote beteekenis der Hollanders in de ge
schiedenis der menschheid, althans voor zooverre
het niet de kunst van Rembrandt zelven betreft,
de lectuur van deze beide deelen zal hem weer
kunnen geruststellen. En niettemin zoude dit
al heel weinig beteekenen, ware het niet, dat
deze Amerikaansche schrijver getuigenis aflegt
van evenveel kennis en belezenheid, als van scherp
zinnigheid en talent.
Als stylist de mindere van Huet is Campbell
als geschiedkundige verre de meerdere van dien
Hollandschen schrijver, wiens feitenkennis wel
zeer groot was, maar niettemin verre van volledig.
Den Amerikaan eenige vooringenomenheid met
Nederland te ontzeggen, zou een bewijs van
zelfgenoegzaamheid wezen; al zijn gevolgtrek
kingen juist te noemen ik wys hier bijv. op
de korte tirade, waar hy aan het huwelijk van
Willem II met Maria Stuart een nauwere be
trekking tusschen Holland en Engeland toe
schrijft ??zou van overdrijving getuigen, doch
over het geheel is dit boek een standaardwerk,
dat den arbeid van Motley in de schaduw stelt.
Een uitstekend beoordeelaar heeft Campbell
niet durven noemen een historicus van professie,
hetzij zoo. doch wij mogen ons gelukkig rekenen
opnieuw een Amerikaan den stoot te zien geven,
tot eene grondiger studie van onze geschiedenis,
en dat te meer, nu het onderwerp op zulk een
voorbeeldige wijze is behandeld.
Den heer van Maanen komt den lof toe voor
eene vloeiende vertaling te hebben zorgge
dragen, waardoor Campbell's arbeid naar ik
hartelijk hoop in zeer vele handen zal komen.
Gids voor Wielrijders door Amsterdam.
De heer A. C. Loft'elt heeft dezer dagen in
een doorwrocht artikel gewezen op de gevaren
van het wielrijden voor voetgangers. Ofschoon
nu een voetganger voor een wielrijder haast even
gevaarlijk is als een fietser voor den eerzamen
wandelaar, geven wij gaarne toe, dat de voet
gangers ook hunne rechten hebben, in de hoop
dat de niet- wielrijdende bevolking ook hare
plichten zal kennen.
Maar heeft de heer LoiïVlt wel eens de
Amsterdamsche verordening op het wielrijden gelezen
zonder medelijden te krijgen met de ruiters op
het stalen ros ? »IIet is verboden ... in de
Kalverstraat tusschen 's morgens S uur en 's nachts
een uur, in de Jodenbreestraat des Vrijdags van
af (o gruwel) 's middags 3 uur, in de Vijzelstraat
van 's midd. 12 uur tot 's avonds !) uur ... in
die straat van het oosten naar het westen ... in
die straat van het westen naar het oosten . . ."
als hier ooit a l'inslar van de voorschriften te
Weenen den wielrijder een examen zal worden
afgenomen, zoo zullen de candidaten te voren
een cursus in de mnemotechniek moeten houden.
De firma Joban Koopmans & Co., Importeurs
der crescent-cycles, komt nu de Amsterdamsche
wielrijders te hulp, door de uitgave van een
kaart »met graphische aanduiding der betreiï'ende
verordening . . . overeenkomstig de bij de politie
berustende kennisgevingen omtrent het inrijden
van straten en stegen."
We zullen nu dit leelijke hollandsch maar op
den koop toenemen, dankbaar voor hetgeen zoo
welwillend aan vele gezaghebbenden op
rijwielgebied is toegezonden en verder voor slechts een
dubbeltje verkrijgbaar wordt gesteld. Dankbaar . . .
maar niet geheel voldaan. In de eerste plaats
betreuren wij het, dat de kaart niet geheel Am
sterdam geeft, waardoor zij tevens voor andere
doeleinden ware te benutten, terwijl wij er verder
op wijzen, dat de duidelijkheid grooter had kun
nen zijn; zoo zullen de roode pijltjes van de
beide Kattenburgerstraten allicht worden be
schouwd, als slechts voor een deel dier straten
geldende, en zal dat in de Nes over het hoofd
worden bezien.
Intusschen wij blyven dankbaar.
Het Heidenprinsesje, door P. J. ANDRIESEN.
(No. 3 van de Leliënbibliotheek). Am
sterdam, Holkema & Warendorf, 1896.
Een kinderboek van P. J. Andriesen heb ik
voetstoots aan mijne jongens in handen durven
geven en zij hebben mij verklaard herhaaldelijk
en ongevraagd, »Wat is dat een mooi boek!"
Zegt het voort.
Inhoud van Tijdschriften.
Inhoud van Kif/en ll/uird no. 45: De geschie
denis van twee middagpreekeu in 1702, door
M. W. Maclaine Pont. II. Militaire schetsen,..
door Sampoen. Het kasteel van Heemstede,.
door Jo. de Vries, met afbeeldingen naar opnamen
van den amateur-photograaf Gerh. O.'t Hooft.
Lobbetje, door De Meerulaer. Het slot te
Heemstede, in het laatst der 17e eeuw, naar de
schilderij door Van Berkheyde Een praatje
over het vliegen, door Dr. J. E Rombouts. met
afbeeldingen. Verscheidenheid. Feuilleton.
TtceetnaandeJijJcscIt Tijdschrift Nov. 18%: Klein
Holland & Jan de Wit, H. S M. v. Wickefoort
Crommelin ; Een familiefeest, H. ter Amstel ;
Buimte en Tijd, T. J. de Boer ; Bullands Rede,
Albert Verweij ; Over den geest, zijn wezen en
zijne werking, Dr. J. Bierens de Ha*n ; De
Redenaar Isaeus, Dr. Ch. M. v. Deventer; Ge
dichten in proza, F. Roosdorp ; en In Diiitschland,
i Mr. F. Evers.
De opening ?an de Uzeren Poort,
(Lnstit/e IJJiitter.)
o
;,-^ ir
M^&
_^
Trots klippen en stroomversnellingen zullen ook de nieuwe oorlogsschepen er in den Duit-cheii
Rijksdag doorkomen.
e President Fanre oen Czar de historische
merkwaardigheden van Parijs liet zien,
(?Inyend.j
Dit, Majesteit,
is de Place, de
la Concorde, die
vroeger de l'Iiice
de In Jterü/nt'toit
heette. Daar
hebben we in
17!i;j koning
Lodewijk XVI
onthoofd. De
geschiedenis is
u immers be
kend, Sire?
Hier stond
de Tcn>i>le,
waar koningin
Marie
Antoinettegevangen
zat, en gees
telijk en licha
melijk werd
gemarteld, tot
zij het schavot
besteeg.
Hier woonde
de schoenlap
per Simon, die
brave man, die
niet de opvoe
ding van den
kleinen
diinii werd be
last. Hij heeft
hem, in die
functie, ten
doode toe mis
handeld.
Dit is de
Xotrc Dame
kerk. We heb
ben daar in
1793 eene
cocnttt' vereerd
als Godin der
Rede. Uwe
Majesteit stelt
immers belang
in alles wat
den godsdienst
betreft V
Dat is de Pont
d'A iister/it.:, zoo
genoemd naar
den slag, waarin
in het jaar ISO."
Z. M. uw over
grootvader door
onzen Keizer
Napoleon zoo
geslagen werd,
dat de lappen
er af vlogen.
Nu komen we
in de Ai'enne
J'Jriedliind Die
heet zoo naar
den slag bij
Fri p<l land in
1S07 Ook daar
veroorloofde
Frankiijk zich
de vrijheid
lrwe M»j'!steit
iieemt bet toch
niet kwalijk?
uw lands
lieden in de
pan te hakken.
Bijzonder zal
u de
l!mi/i'i'ard
Xr/^tx/o\»il
intoresseeren. Die heet
zoo naar de
Russische ves
ting, die wij in
1854 verover
den. Dertitn
duizend Rus
sen kwamen
daarbij om
geen kleinig
heid hèV
Daar ginds
hebben we in
1S71, tijdens de
Commune, de
gijzelaars dood
geschoten, een
aartsbisschop,
twintig
Domirrikaners en een
massa andere
priesters.
Interessant,
niet waar ?
Daar aan den
overkant is
in 1SU7 een
moordaanslag
gepleegd op
uwen
hoogvpreerdon
yrootvader. Mocht
uwe .Majesteit
te Parijs iets
dergelijks
overkomen,
dan /.uilen wij
voor die ge
beurtenis een
gedenkteeken
oprichten.
O Hfonsietir Je
l'n'sideitl.' Welke
heerlijke herinne
ringen verbinden
de geschiedenis
van Rusland met
die van Fiankrijk,
de geschiedenis der
republiek met die
van mijn rijk ! Laat
mij u don
broederkus geven !