De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 8 november pagina 8

8 november 1896 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1011 gewhetter verkondigen, dat haar talent verre beneden dat van een versleten actrice nit de provincie staat. Hy zal naar Venetiëgaan en daar, aan de oevers van het Canale Grande, in het midden van die tooverachtige stad. het Palazzo Moncenigo huren, en zich bezielen met alle herinneringen, welke de schrijver van Lara er heeft achter gelaten. Uit zyne eenzaamheid zal h\j de wereld overstroomen met een stortvloed van gekruiste rymen, naar het model van Spencer's strophe; zoo zal hij z\jn groote ziel lucht geven en daardoor alle Meezen doen zuchten alle Tortels doen kirren, alle Snippen in tranen floen smelten, alle oude Kerkuilen doen huilen. Maar hij zelf zal ontoegankelijk blijven voor de liefde. Wanneer men hem smeekt medelijden te hebben met de ongelukkigen, welke z\jne verheven zangen hebben verleid, zal hij ant woorden met dit ne woord: »Foin!" In n woord, b\j zal een volmaakte witte Merel zijn, »un véritable crivarin excentrique, fêté, choyé, admiré, envié, mais complétement grognon et insupportable," Het groote werk verschijnt, en natuurlek spreekt de dichter daarin alleen over zich zelf, over de droevige dagen van zijn jeugd in de eerste plaats. Geen bijzonderheid, hoe gering ook schijnbaar, is hier van belang ontbloot. Aan de houten bak, waarin z\jn ouders hun nest hadden gebouwd, zjjn niet minder dan veertien zangen van zijn epos gewijd. »J'en avais comptéles rainures, les trous, les bosses, les clats, les chardes, les clous, les taches, les teintes diverses, les reflets; j'en montrais Ie dedans, Ie dehors, les bords, les fonds, les cötés, les plans inclinés; passant au confenu, j'avais tudiéles brins d'herbe, les pailles, les teuilles sèches, les petits morceaux de bois, les graviers, les gouttes d'eau, les débris de Mouches, les pattes de Hanneton qui s'y trouvaient; c'était une description ravissante." Natuurlijk geeft hij dat alles niet ineens: ongeduldige lezers zouden het dan misschien over slaan. Hij verdeelt die beschrijving in stukken en brokken, afwisselend met het verhaal; op het meest dramatische oogenblik komen plotseling squinze pages d'écuelle'". Dat is een der groote geheimen van de kunst. Op zekeren dag ontvangt de gevierde dichter van de overzijde van het Kanaal een brief van een bewonderaarster. Zij biedt hem hart en hand aan, en zij durft het te doen, want zy is voor hem geschapen: zij is »une Merlette blanche". Het zeldzame paar wordt vereenigd, en in den aanvang laat hun geluk niets te wenschen over. En als de Witte Merel de talenten zijner gezellin gaat beschrijven, doopt Alfred de Musset zyn pen in gal en venijn. »J'ignorais d'abord qae ma bien-aimée fut une femme de plume; elle me l'avoua au bout de quelque temps, et elle alla mooie jusqu'a me montrer Ie manuscrit d'un roman, oüelle avait imitéa la fois Wal ter Scott et S marron. Je laisse a penser Ie plaisir que me causa une si aimable surprise. Non seulement je me voyais possesseur d'une beautéincomparable, mals j'acquërais encore la certitude que l'intelligence de ma compagne tait digne en tout point de mon génie. Dés eet instant, noustravaillames ensemble.Tandis que je composais mes poëmes, elle barbouillait des rames de papier. Je lui récitais mes vers a haute voix, et cela ne la gênait nullement pour crire pendant ce tempsla. Elle pondait ses romans avec une facilit presque egale a la mienne, choisissant toujours les sujets les plus dramatiques: des parricicles, des rapts, des meurtres, et même jusqu'a des filouteries, ayant toujours soin, en passant, d'attaquer Ie gouvernement et de prêcher l' mancipation des Merlettes. En un mot, aucum effort ne coütait a son esprit, aucun tour de force a sa pudeur; il ne lui arrivait jamais de rayer une ligne, ni de faire un plan avant de se mettre a l'oeuvre. C'était Ie type de la Merlette lettrée." Helaas, het samenleven der verwante zielen zou van korten duur zjjn. Hij had reeds gemerkt dat zy een mysterieus blanketsel gebruikte, maar hij had het zich ontgeven. In een oogenblik van dichterlijke teederhcid echter wond hij zich over zjjn huwelijksgeluk zoo op, dat de tranen hem uit de oogen stroomden. Nu gebeurde het vreeseIjjke, het noodlottige. »En radotant ainsi, je pleurais sur ma femme et elle déteignait visiblement". Mevrouw was niet waschecht. De lelieblanke kleur was een snood bedrog, en onder die bedriegelijke deklaag kwamen zwarte, neen rosse veeren te voorschijn. Toen vloog de Witte Merel weg, voorgoed. En hij klaagde zijn nood aan de nachtegaal, maar die kon hem ook niet helpen. Die leed zelf aan een ongelukkige liefde voor de Roos ... Zóó dacht Alfred de Musset, vier-en-vijftig j'iren geleden, over de veelbesproken episode van »Elle et Lui". Verschillende letterkundigen ontvingen van het bestuur der Nederlandsche rederijkerskamer »Harmonie" te Paterson, New-Jersey, het verzoek om wat oorspronkelijke Hollandsche werken als bijdragen voor haar leesbibliotheek te zenden. Mocht iemand op deze wij'.e, door wat werken te zenden, het Hollandsch element in Amerika willen steunen, het adres van den secretaris der rederykersvereeniging is R. de Jong, 53 Hillmanstreet, Paterson, New-Jersey, U. S. BOEKBEOORDEELING. De }>uriteitien in Nederland, Engeland en Amerika, door DOÜGLAS CAJII'IIEI.L. Ver taald door J. W. G. VAX MAANEX, leeraar aan het Gymnasium te Sneek. Twee deelen. Sneek, J. F. van Druten, 18%. Dit boek van den te vroeg ontslapen Campbell is een hoogst belangrijk geschiedkundig werk, bovenal merkwaardig voor Nederland. Wordt toch de lezer van Busken Huet's Land van Rembrandt een boek dat hier zoovele ver eerders heeft aan 't twijfelen gebracht omtrent de groote beteekenis der Hollanders in de ge schiedenis der menschheid, althans voor zooverre het niet de kunst van Rembrandt zelven betreft, de lectuur van deze beide deelen zal hem weer kunnen geruststellen. En niettemin zoude dit al heel weinig beteekenen, ware het niet, dat deze Amerikaansche schrijver getuigenis aflegt van evenveel kennis en belezenheid, als van scherp zinnigheid en talent. Als stylist de mindere van Huet is Campbell als geschiedkundige verre de meerdere van dien Hollandschen schrijver, wiens feitenkennis wel zeer groot was, maar niettemin verre van volledig. Den Amerikaan eenige vooringenomenheid met Nederland te ontzeggen, zou een bewijs van zelfgenoegzaamheid wezen; al zijn gevolgtrek kingen juist te noemen ik wys hier bijv. op de korte tirade, waar hy aan het huwelijk van Willem II met Maria Stuart een nauwere be trekking tusschen Holland en Engeland toe schrijft ??zou van overdrijving getuigen, doch over het geheel is dit boek een standaardwerk, dat den arbeid van Motley in de schaduw stelt. Een uitstekend beoordeelaar heeft Campbell niet durven noemen een historicus van professie, hetzij zoo. doch wij mogen ons gelukkig rekenen opnieuw een Amerikaan den stoot te zien geven, tot eene grondiger studie van onze geschiedenis, en dat te meer, nu het onderwerp op zulk een voorbeeldige wijze is behandeld. Den heer van Maanen komt den lof toe voor eene vloeiende vertaling te hebben zorgge dragen, waardoor Campbell's arbeid naar ik hartelijk hoop in zeer vele handen zal komen. Gids voor Wielrijders door Amsterdam. De heer A. C. Loft'elt heeft dezer dagen in een doorwrocht artikel gewezen op de gevaren van het wielrijden voor voetgangers. Ofschoon nu een voetganger voor een wielrijder haast even gevaarlijk is als een fietser voor den eerzamen wandelaar, geven wij gaarne toe, dat de voet gangers ook hunne rechten hebben, in de hoop dat de niet- wielrijdende bevolking ook hare plichten zal kennen. Maar heeft de heer LoiïVlt wel eens de Amsterdamsche verordening op het wielrijden gelezen zonder medelijden te krijgen met de ruiters op het stalen ros ? »IIet is verboden ... in de Kalverstraat tusschen 's morgens S uur en 's nachts een uur, in de Jodenbreestraat des Vrijdags van af (o gruwel) 's middags 3 uur, in de Vijzelstraat van 's midd. 12 uur tot 's avonds !) uur ... in die straat van het oosten naar het westen ... in die straat van het westen naar het oosten . . ." als hier ooit a l'inslar van de voorschriften te Weenen den wielrijder een examen zal worden afgenomen, zoo zullen de candidaten te voren een cursus in de mnemotechniek moeten houden. De firma Joban Koopmans & Co., Importeurs der crescent-cycles, komt nu de Amsterdamsche wielrijders te hulp, door de uitgave van een kaart »met graphische aanduiding der betreiï'ende verordening . . . overeenkomstig de bij de politie berustende kennisgevingen omtrent het inrijden van straten en stegen." We zullen nu dit leelijke hollandsch maar op den koop toenemen, dankbaar voor hetgeen zoo welwillend aan vele gezaghebbenden op rijwielgebied is toegezonden en verder voor slechts een dubbeltje verkrijgbaar wordt gesteld. Dankbaar . . . maar niet geheel voldaan. In de eerste plaats betreuren wij het, dat de kaart niet geheel Am sterdam geeft, waardoor zij tevens voor andere doeleinden ware te benutten, terwijl wij er verder op wijzen, dat de duidelijkheid grooter had kun nen zijn; zoo zullen de roode pijltjes van de beide Kattenburgerstraten allicht worden be schouwd, als slechts voor een deel dier straten geldende, en zal dat in de Nes over het hoofd worden bezien. Intusschen wij blyven dankbaar. Het Heidenprinsesje, door P. J. ANDRIESEN. (No. 3 van de Leliënbibliotheek). Am sterdam, Holkema & Warendorf, 1896. Een kinderboek van P. J. Andriesen heb ik voetstoots aan mijne jongens in handen durven geven en zij hebben mij verklaard herhaaldelijk en ongevraagd, »Wat is dat een mooi boek!" Zegt het voort. Inhoud van Tijdschriften. Inhoud van Kif/en ll/uird no. 45: De geschie denis van twee middagpreekeu in 1702, door M. W. Maclaine Pont. II. Militaire schetsen,.. door Sampoen. Het kasteel van Heemstede,. door Jo. de Vries, met afbeeldingen naar opnamen van den amateur-photograaf Gerh. O.'t Hooft. Lobbetje, door De Meerulaer. Het slot te Heemstede, in het laatst der 17e eeuw, naar de schilderij door Van Berkheyde Een praatje over het vliegen, door Dr. J. E Rombouts. met afbeeldingen. Verscheidenheid. Feuilleton. TtceetnaandeJijJcscIt Tijdschrift Nov. 18%: Klein Holland & Jan de Wit, H. S M. v. Wickefoort Crommelin ; Een familiefeest, H. ter Amstel ; Buimte en Tijd, T. J. de Boer ; Bullands Rede, Albert Verweij ; Over den geest, zijn wezen en zijne werking, Dr. J. Bierens de Ha*n ; De Redenaar Isaeus, Dr. Ch. M. v. Deventer; Ge dichten in proza, F. Roosdorp ; en In Diiitschland, i Mr. F. Evers. De opening ?an de Uzeren Poort, (Lnstit/e IJJiitter.) o ;,-^ ir M^& _^ Trots klippen en stroomversnellingen zullen ook de nieuwe oorlogsschepen er in den Duit-cheii Rijksdag doorkomen. e President Fanre oen Czar de historische merkwaardigheden van Parijs liet zien, (?Inyend.j Dit, Majesteit, is de Place, de la Concorde, die vroeger de l'Iiice de In Jterü/nt'toit heette. Daar hebben we in 17!i;j koning Lodewijk XVI onthoofd. De geschiedenis is u immers be kend, Sire? Hier stond de Tcn>i>le, waar koningin Marie Antoinettegevangen zat, en gees telijk en licha melijk werd gemarteld, tot zij het schavot besteeg. Hier woonde de schoenlap per Simon, die brave man, die niet de opvoe ding van den kleinen diinii werd be last. Hij heeft hem, in die functie, ten doode toe mis handeld. Dit is de Xotrc Dame kerk. We heb ben daar in 1793 eene cocnttt' vereerd als Godin der Rede. Uwe Majesteit stelt immers belang in alles wat den godsdienst betreft V Dat is de Pont d'A iister/it.:, zoo genoemd naar den slag, waarin in het jaar ISO." Z. M. uw over grootvader door onzen Keizer Napoleon zoo geslagen werd, dat de lappen er af vlogen. Nu komen we in de Ai'enne J'Jriedliind Die heet zoo naar den slag bij Fri p<l land in 1S07 Ook daar veroorloofde Frankiijk zich de vrijheid lrwe M»j'!steit iieemt bet toch niet kwalijk? uw lands lieden in de pan te hakken. Bijzonder zal u de l!mi/i'i'ard Xr/^tx/o\»il intoresseeren. Die heet zoo naar de Russische ves ting, die wij in 1854 verover den. Dertitn duizend Rus sen kwamen daarbij om geen kleinig heid hèV Daar ginds hebben we in 1S71, tijdens de Commune, de gijzelaars dood geschoten, een aartsbisschop, twintig Domirrikaners en een massa andere priesters. Interessant, niet waar ? Daar aan den overkant is in 1SU7 een moordaanslag gepleegd op uwen hoogvpreerdon yrootvader. Mocht uwe .Majesteit te Parijs iets dergelijks overkomen, dan /.uilen wij voor die ge beurtenis een gedenkteeken oprichten. O Hfonsietir Je l'n'sideitl.' Welke heerlijke herinne ringen verbinden de geschiedenis van Rusland met die van Fiankrijk, de geschiedenis der republiek met die van mijn rijk ! Laat mij u don broederkus geven !

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl