Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.1013
tot de meest overtuigde en warme voorstan
ders van eene Jegerhervorming, welke aller
eerst eene hervorming van België's levende
strijdkrachten moest wezen. En op den voor
grond stond daarbij de eisch van de af
schaffing der plaatsvervanging.
Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat
een liberaal Belgisch staatsman in vollen
ernst verklaarde: »Bij ons is alles uitnemend
ingericht; het eene deel der natie regeert
den Staat, het andere deel verdedigt hem."
Met andere woorden: de gegoeden hebben
het recht het parlement te kiezen, en daar
voor zijn zij feitelijk van den militairen dienst
vrijgesteld. Doch sedert dien tijd hebben
de voorbeelden van buiten en de drang van
binnen krachtig gewerkt, zoodat enormiteiten
als de boven aangehaalde door niemand
meer zullen worden verkondigd. Zelfs de
tegenwoordige clericale regeering, in welke
de conservatieve elementen zeer de overhand
hebben, is doordrongen geworden van de
noodzakelijkheid om aan het Belgische volk
niet langer de eerste politieke rechten te
onthouden, en aan Belgiëin beginsel alge
meen stemrecht te schenken. Wel is op die
goede gave weer heel wat beknibbeld en is
het algemeen stemrecht in vele gevallen door
het al te vernuftige stelsel der meervoudige
stemmen illusoir gemaakt, maar het beginsel
is erkend. Stemrecht bezitten alle Belgische
burgers, voor zoover de wet voor hen geen
uitzondering maakt, en hier is de zoo vaak
misbruikte leer, dat de uitzonderingen den
regel bevestigen, volkomen toepasselijk.
Generaal Brassine heeft zich illusiën ge
maakt, toen hij meende, dat de regeering
op den weg der sociale rechtvaardigheid niet
halverwege zou blijven staan en dat zij, met
hem. den algemeenen dienstplicht zou be
schouwen als de noodzakelijke aanvulling
van het algemeen kiesrecht. In den beginne
stuitte hij bij zijn ambtgenooten niet op
rechtstreekschen tegenstand. Gedurende
eenige jaren heeft men hem in den waan
gelaten, dat het ministerie de hervorming der
levende strijdkrachten ernstig ter hand zou
riemen, dat het alleen niet met overhaasting
en liefst eenigszins geleidelijk te werk wilde
gaan. Generaal Brassine heeft geduld ge
oefend en zich tegelijk bescheiden en mee
gaand getoond. Hij drong alleen aan op de
afschaffing van het stelsel van gekochte
remplaganten, en stelde tevens, om voor de
bezittende klassen de hervorming zoo weinig
onaangenaam te maken als slechts doenlijk
was, voor, het stelsel van njarig vrijwilligers
in te voeren.
In den ministerraad bleef men zich nog
altijd achter uitvluchten verschuilen. Nu
vreesde men weer, dat er voor ch plannen
van generaal Brassine geen meerderheid zou
te vinden zijn. De generaal die klaarblijkelijk
in de hooge politiek een stumper is, begreep
niets van die »vrees." Hij was er immers
zeker van, dat voor zijn ontwerp niet slechts
42 leden van de regeeringspartij, maar ook
een aantal leden der oppositie zouden stemmen,
en dat het dus stellig eene meerderheid zou
verkrijgen.
»Est il permis d'être si béte.'" zullen de
meer politieke collega's hebben uitgeroepen.
»Zouden wij, terwille van de sterk naar soci
alisme riekende utopieën van generaal Bras
sine, onze meerderheid laten versnipperen
en de medewerking onzer tegenstanders in
roepen ? Dat onder geen beding!''Eene meer
derheid, die niet uitsluitend uit de vrienden
der regeering bestaat zoo werd den gene
raal aan ''t verstand gebracht is voor ons
in 't geheel geen meerderheid.
Natuurlijk. Want den dag vóórdat in den
kabinetsraad het doodvonnis over generaal
Brassine's plannen werd uitgesproken, was
eene algemeene vergadering gehouden van
de gedelegeerden der katholieke vereen igingen,
en daar waren in tegenwoordigheid van de
heeren Woeste, de Lantsheere en Helleputte,
moün aangenomen, die lijnrecht in strijd
waren met de hervormingsplannen van den
minister van oorlog. Dat deze laatste, toen
zijn ambtgenooten hem allen in den steek
lieten, onmiddellijk zijn ontslag nam en zich
niet liet overhalen om op dit besluit terug
te komen, kan men niet anders dan goed
keuren.
Bij den kabinetsraad, waarin de ministers
weigerden het ontwerp van hun ambtgenoot
te steunen, was koning Leopold aanwezig,
Het is volstrekt geen geheim, dat ook de
koning een groot voorstander is van de zoo
noodzakelijke legerhervorming. Beter dan
iemand kan hij weten, dat de neutraliteit
van Belgiëdien staat niet ontheft van de
verplichting om voor een afdoende
landsweerbaarheid te zorgen, maar dat zij die
verplichting veeleer verzwaart. Dat hij
desnietemin zijn persoonlijken invloed niet ten
gunste vau de gewenschte hervorming heeft
gebruikt, kan slechts worden verklaard uit
de omstandigheid, dat hij door de
Congoquaestie tegenover de clericale partij gebon
den is. Deze toch heeft, zonder geestdrift,
maar steeds duidelijk laten doorschemeren,
dat zij te harer tijd aan het do ut des zou
herinneren, achtereenvolgens 10 millioen toe
gestaan voor de bouw van de Congo-spoorweg,
25 millioen als voorschot voor de
Congo.staat, 5 mill. tot dekking van het tekort van
dien staat, en eindelijk wederom 15 mill. voor
den Congo-spoorweg. Die kleine attenties zijn
wel het offer van een minister waard, en
Z. M. zal zich waarschijnlijk over de ver
vulling van dien onaangenamen plicht der
dankbaarheid troosten met de gedachte, dat
uitstel geen afstel is en dat zelfs de meest
zadel vaste kabinetten vroeger of later worden
afgeworpen.
De ministerieele tegenstanders van Brassine's
ontwerp zouden zeer verontwaardigd zijn als
men hun verweet, dat zij zelven geen her
vormingen willen. Ook zij hebben hun pana
cee : zij willen de loskoopprijs voor de zonen
der meergegoeden, die bij de loting'een slecht
nummer hebben getrokken, verhoogen van
1500 tot 3000 of 4000 francs. En dan willen
zij de nationale garde, de Belgische schutterij
verbeteren! Wie die plannen niet serieus durft
te noemen, stelt zich natuurlijk bloot aan
het verwijt van laakbare lichtvaardigheid.
Intusschen is het geheele verloop van deze
crisis water op den molen der socialisten,
wier invloed in de laatste jaren in Belgi
zoo ontzaggelijk is toegenomen, en die niet
zullen nalaten aan de houding van het Bel
gische kabinet argumenten te ontleenen, welke
bij hunne krachtige propaganda groote diensten
kunnen bewijzen.
Sociale,
liuiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiniiiniinnitininniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiimnmi
ferfloozen,
De Amsterdamsche Commissie voor Werk
verschaffing heeft over haaf werkzaamheden
gedurende den vorigen winter weder een uit
voerig, en in menig opzicht belangrijk verslag
uitgebracht. Op eenige bladzijden daarvan
moge hier in het bijzonder de aandacht op
worden gevestigd. Het verslag valt ons, om zoo
te zeggen, in huis met de de vermelding, dat
een in den boezem der commissie gerezen
kwestie, omtrent de wenschelijkheid van be
deeling der velen, die door de werkverschaf
fing niet konden worden geholpen, eigenlijk
geen kwestie is geweest. Zij die een breede
opvatting van de taak der commissie hadden,
werden door de geringe neiging van het publiek
om haar te steunen op de bondigste wijze tot
zwijgen gebracht. Er werd ontvangen ?39.510.58
daarvan gaven 22 belangstellenden alleen
f 23.450.?. Van half October tot half Februari
schonk het groote publiek, trots alle opwek
kingen en circulaires, niet meer dan f 12. 000.
Zoo heeft de hulp der commissie zich voor
namelijk moeten bepalen tot de losse werk
lieden en de halfgeleerden, en werden deze
niet meer dan drie dagen per week te werk
gesteld.
In welke richting beweegt zich thans deze
werkverschaffing? Welke conclusies trekt de
commissie uit. haar arbeid, voor de verdere
volbrenging der vrijwillig opgenomen taak?
Ziehier een der gewichtigste: het optreden
als concurrent op de productenmarkt heeft
tot teleurstelling geleid. Niet daarin ligt do
kracht dezer werkverschaffing. De verklaring
ligt voor de hand. De concurreerende fabri
kant pleegt te beginnen met een behoorlijke
mate van vakkennis, niet alleen van het
technisch, doch ook van het commer
cieel gedeelte zijner branche. De com
missie voor werk -erschaf'fing moet zich beide
eigen maken; zij mag zich gelukkig rekenen,
zoo haar personen ten dienste staan, die ten
halve zijn ingelicht. De fabrikant zoekt op de
welvoorziene arbeidsmarkt een personeel, dat
na eenige oefening als het ware sluit als een
uurwerk; de commissie houdt haar werklieden
slechts eenige maanden in haar dienst, zendt
ze zoo spoedig mogelijk weder de wereld in,
en ziet het volgend seizoen een grootondeels
nieuwe schare in haar werkplaatsen. Zij levert
geen geregelde productie, en kan zich dus niet
inrichten op een geregelden afzet. Zij kan aiet
voldoen aan de behoeften, waaraan de winke
liers en het publiek nu eenmaal zich hebben ge
wend, behoeften die steunen op een
onuitputtelijken voorraad, een rijke verscheiden luid van
goederen en een nimmer aflatenden drang tot
koopen, reklame in allerlei vorm. Ir, bijna
al haar eigenschappen verschilt zij van den
waren producent. Het aanlegkapitaal ontbreekt
haar, om door middel van dure machines
een snelle en goedkoope voortbrenging moge
lijk te maken ; de financieele rekbaarheid,
om in moeilijke dagen de concurrentie vol
te houden die zich telkens naar de afnemers
richt. De winkelier is in 't algemeen iemand
die liever tien gulden uit zijn zak geeft, dan
voor een partij goederen die hij inslaat vijf
gulden boven de markt te betalen. De com
missie voor werkverschaffing blijft dus, vindt
zij niet van te voren reeds philantrophische
afnemers, met haar voorraad zitten. Zelfs de
hoofden der scholen zijn tot het doen van
aankoop voor de door hen uit te deelen prijzen,
waarschijnlijk ten gevolge van de geringe
keuze die zij bood, de commissie voorbijgegaan,
en hebben zich voor het meerendeel gewend
tot de gewone leveranciers.
Een betere uitslag kan worden geroemd,
waar de werkverschaffing was gericht op be
hoeften van armen. De vraag naar
schoolpantoff'els bijv. is aanzienlijk geweest; uit een
voorraad van 1552 paren is toereikend ge
weest orn aan de kenbaar gemaakte tegemoet
te komen. Kenbaar gemaakt, waarom
vroegen de hoofden der scholen in de
«Tordaan zoo weinig aan, terwijl het aantal
klompendragers van deze wijk zoo groot is; waarom
hebben met slechts n uitzondering!
de hoofden der bijzondere scholen van de
coTnmissie zich ver gehouden ? Trots, veroor
deel, onverschilligheid? Het een is even mis
plaatst als het ander.
Van meer beleekenis nog is de vervaardi
ging van huishoudelijke artikelen, uitsluitend
ten behoeve van armen. Er werden 130 hou
ten ledikanten, 412 matrassen en dekens, 503
gestikte dekens, 90 matrasmatten, 35 gemak
koffers, 139 waschkommen, 81 houten en 83
blikken emmers, 57 tobben en 10 hooikisten
gemaakt, die in 003 partijen het aantal
aanvragers was 041 werden uitgedeeld, of,
volgens de verklaring die de ontvanger tee
kent, in bruikleen gegeven. In slechts 18
gevallen van deze 003 hebben deze uitdee
ngen niet of slechts ten deele aan baar doel
beantwoord. De commissie kan hier haar
cijfer? met. zekerheid noemen, dank zij de wijze,
waarop zij bij haar uitdeeling te werk ging.
Een drietal dames vormde den schakel
tusschen de commissie zelf' en alle organen van
armenzorg; de beoordeeling der aanvragen
werd daardoor in groote mate vergemakke
lijkt. Zelf stelde de commissie der werkver
schaffing bovendien een beambte aan, die
achtereenvolgens alle bedeelde gezinnen heeft
bezocht, en den verblijdenden uitslag dezer
beimeiïngen heeft mogen constat.eeren. Van
32 ouden en onherstelbare zieken werden
bovendien meubelen opgeknapt.
Aldus heeft de commissie, tredende op liet
gebied der armenzorg, tegelijkertijd een nieuw
bewijs geleverd voor de noodzakelijkheid van
samenwerking harer organen. Doze steunende
met de in haar werkplaatsen vervaardigde
voorwerpen, mocht zij van haar kant ook
eenig licht verlangen omtrent do kringen,
waaruit zich de bij haar om werk aanmel
dende recruteeren. Niet, dat zij zou meen'-n
daardoor een overzicht te krijgen over de
telken winter hier ter stede heerschende werk
loosheid. De omstandigheid alleen reeds, dat
van de 2504 werkloozen (lieten haren kantore
aanklopten, 47 pCt nieuwelingen waren, wijst
erkennen, dat de kring, waarbinnen zich de
werkloosheid van tijd tot tijd hevig doet ge
voelen, niet besloten ligt iu de groep der
genen, die van hun toestand op een gegeven
oogenblik doen blijken. M. a. w.: vele
werkloozen melden zich bij de commissie niet aan.
Die zich aanmelden. zijn het de gewone
klanten van Burgerlijk Armbestuur, Liefda
digheid naar Vermogen, de diaconieën en
armbesturen der kerkelijke gemeenten ? De
voornaamsten van dezen zijn der commissie
ter wille geweest bij het beantwoorden dezer
vraag. De helft der opgekomenen was bij
die armbesturen onbekend. Zoodal; ten duide
lijkste is gebleken, dat er in Amsterdam een
zeer groot aantal behoeftige gezinnen gevonden
wordt, die dankbaar gebruik maken van de
geboden gelegenheid, om door werk een onder
sleuning te rerilic.iir.n, maar die in geen be
trekking etaan tot de georganiseerde armen
zorg, hetzij dat die niet aan bun roepstem
gevolg kan geven, hetzij dat zij niet wenschten,
hare hulp in te roepen".
Zoo teekent zich langzamerhand scherp de
werkkring af, waarbinnen de commissie voor
werkverschaffing de zekerheid heeft,
vruchtbaren arbeid te verrichten. Niet een inrich
ting, waar personen van allerlei ambacht ge
durende eenigen tijd zoo nuttig mogelijk wor
den bezig gehouden, maar eene, waar de
aanmaak van een vooraf eenigszins bepaalde
hoeveelheid artikelen wordt geregeld en het
werk wordt uitgegeven aan hen, die daaraan
niet alleen de grootste behoefte hebben, maar
daarvoor ook om andere redenen het meest
in aanmerking komen." Bekwaamheid, en
vooral het prijs stellen op zelfstandigheid zul
len sterke aanbevelingen zijn voor wie bij
haar om arbeid komen vragen. De taak der
commissie beperkt zich dientengevolge tot
slechts een gedeelte der werkloozen. Maar
wie zal haar dit euvel duiden ? Haar budget
is beperkt, en er is een grens aan alle ar
beidskracht. Voortgaande op den ingeslagen
weg, weet de commissie, dat zij, wat zij doet,
goed doet, en de waardeering hiervoor kan
niet licht te groot zijn. Zij verschaft produc
tieven arbeid, in dezen zin, dat de onder haar
leiding vervaardigde voorwerpen als onont
beerlijk huisraad komen in gezinnen zonder
k( opkracht. Een mogelijke verbetering der
levensvoorwaarden in deze gezinnen zal dus
niet zoo onmiddelijk worden te niet ge
daan, door het ontbreken van het
allernoodigste. Het veelzijdig voordeel hiervan
zal thans wel algemeen worden ingezien.
Veel is er nog in dit verslag, waarover wij
zouden willen spreken, zoo slechts onze ruimte
dat gedoogde. Wij moeten er van afzien. De
commissie komt in haar slotwoord tot de
conclussie, slechts een pijnstillend middel in toe
passing te brengen, en uit den wensen, om
mede te werken tot het opsporen der maat
regelen, om de ziekte zelf, de werkloosheid, tot
een minimum te beperken. »Du sprichst ein
grossts Wort gelassen aus'', als het publiek
maar vast hielp, de verstrekking van het pijn
stillend middel in ruime mate mogelijk te
maken, zou reeds de ijver der commissie meer
voldoening kunnen vinden.
F. M. C.
inhoud vaa verschillende bladen.
II e t H a n d e ! s b l a cl. 14 on 17 Nov. Hot program
van den ^linister vau Marine en cle Marine-bogrootmg
voor 1897", cli.ur Nautilus.
17 Xov. De Liberale Unie".
18 Xov. De lessen d'jr Indische G^cliiedenis"
De Heer l'ranson v. d. Putte over Atjeh.
2!) Xov. De consulaire begrooMng".
De Standaard. l(i eu 18 Nov De principieele
bezwaren tegen liet Unie-rapport", U eu III.
2u NOT. Defensie".
Hel Centrum. !7 Nov. De liberale" Unie".
18 Nov. X;i den slag" (Vliogen over het einde der
Maasstr werksiakingj.
19 Nov. Kiesvereeiiigingen in België", door
I)i- Lnea*.
20 Nov. ,.]' n leerzaam debat'' (over vrijhandel of
P'oterïio ia do prov. S aten) vaüN. Brabant.
1) e a n t i r. \ e d e r l a n d e r. l(i No/. Het ver
vallen i ez\v:!:tr'\ 'scljoolgeld of soUoolbelastmg).
20 No\'. i'venredige vertegenwoordiging''.
il i'! cl o l b. C t. 17 Kof. Mit ingenomenheid"
iL.b Unic-j.
l'.t Xov. 'let buieau van weldadigheid van H.M.
de koningin".
Nieuwe W i n s c h. C t. 16 Nov. Waarheen nu?"
(Libei-ale Unie).
Zaan]. C t. 18 Nov. tïaagsclic brieven".
(Liber.ile Unie-).
II e t V o l k s il a g b l a d. 18 Nov. Een vakschool
voor Tvpografen".
20 X'i.v. Atj-h-deUat".
l! e ent v o <. r allen. 14 en 15 Nov. Waarom
het volk ongelukkig is".
l'J en 2 ' Nov. Lessen nit de verkiezingen".
De Vol k ss tem. 14 Nov. Da
gerneente-finaneieii" (-«lot: door C. L". W. Kaedi. Do
Kadieale parlij ec'ne arbeide sj'arlij ?" door C. V. Gerritsen.
De partij der niet-bezittenden". De arbei
derspartij on de be/ittenden".
De V'o l k s ba n i e r i H.-K. Volksbond). 13 Nov.
Geen Knutselwerk" (partij-organisatie vóór de
verkiezingen,.
De Kociaa l - d emooraat. 1-1 Nov. Pensioenen".
Het Trieseh Volksblad. 15 Nov. De regeling
der Getneente-Jinaiicien''. \&lot),
Het Schoolblad. 17 Nov. De individualiteit
van den leerling".
Het Nieuwe Schoolblad. 13 Nov. Onze
Tucht middel en".
Belang en Recht. Maatsch. en rechtstoestand
der Vrouw '.
15 Nov. Hoe Verder" 'i (Vrouwenbeweging, door
H. v. d. il.) Van den Gemaal der Koningin", door
Jurist. Gemeentelijke Pleegkinderen", door H. B.
De Bildtsche Courant. 19 Nov. Do
beiee"kenis van het besluit der Lib. Unie", door Dr. Vitus
Brumsma.
Soe. Weekblad, li Nov. ,.Een spoorslag" (onder
wijs voor arme l:inderen\ door Dr. J. h. Mouton.
De debatten in de Juristouvereenigirg over de
berechting van kleine strafzaken P', door Mr. J.
Kruseman. De positie der R. K. Volksbonden in
de Nedeilandsehe arbeidersbeweging", door W. II.
Vliegen.
miimifiiiimiiiiiiiinmi
Signalementen uit denUtrechtsclien Gemeenteraad
door JAN VAN 'T STICHT.
De Kamer b e w aar de r Tjabring.
Hit is nog een oude titel, die van ka
ncrbewaarder., zóó oud, dat ik teruggedeinsd hm voor
de moeite om in de archieven natesporen wanneer
iu welke eeuw had ik haast geschreven onze
j sta'! in het bezit van den eersten kamerbewaarder
eekumin is. \Ve hebben nu nog altijd een en-sten
j kamerbewaarder, uriar in den tegenwoordig-? tijd
; heeft; dat woordje eerste" de betcekcnis van
voor1 uaaniste, hoogste en als ik me niet vergis, is
; dat, Tjabring.
l Men hoort in onze dagen den titel nooit, meer
| gebruiken. Iu oUieieelc stukken nullen belang
hebbenden hem, denk ik, nog wel eens te lezen
krijgen, maar gehoord heb ik hem voor het laatst.
uit' dim mond van den onvcrgelelijken de Muralt.
Die hield er van om het kind bij zijn naam te
noemen. Als hij in de vergadering van de
kiesvercenieing waar hij nooit ec n hoogere betrekking
ambieerde dan die van secretaris door den
voorj zittcT den sccp'er Het zwaaien, noemde hij Scheller,
wanneer die ziin glas of jas moest aangeven, nooit
aiidirs dan bode.' Thuis mag hij eens tegen hem
gezegd hebheb: Scheller, nu* ga jij Abstede in en
vertel aan de hovenier, dat, ze die eu die moeien
kif zen of dat ze anders last van de rups krijgen
maar dan incest er Uu-h ook niemand bij zijn.
\Vant. als ouil-vrijwillL'-j'Lger wist, hij uitmuntend
den afstand t' bewaren. "Alleen in de sociëteit
ch: Kee/.ejisM-ic-Ti'it, //de Vriendschap" daar ver
oorloofde Mi ^eb. de faminariteit om de kellmrs
bij hun vóón luun te i.oemen. Maar hij kende voor
hen maar .i ', óói-naam. Zij mochten Anaslasius
of IJartholoni. us gedoopt zijn met een hard
nekkigheid, die tot i,]) den laatsten dag zijns
soeieteilslevei.s voortduurde, noemde hij zoo'n
kelhier: Jan !
Onze wethouder hield van geen uitheemsche
fratsen ! Ais hij i'i den Raad tot of over zijn
medelid i.iter Minister vau financiën (jodin
de lic-aufon het, woord voerde, dan sprak hij het,
eerste gedeeKe vau diens naam zoo opzijn Hollandsen
uit. alsof hij het, over Venus in plaals vau over
zijn stadgenoot had. En de laatste naam : de caufort,
die kwam zoo scherp over zijne lippen, dat men
heel goed kon hooren dat, niet een d, maar een t
de sliiitletter was. Hij was een Hollander iu merg
en nieren, de Muralt ! Hij had een afkeer van
alle vreemde uitdrukkingen eu aanwendsels. Zoo
heb ik hem nog eens bespottelijk hooren maken