De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 22 november pagina 2

22 november 1896 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.1013 tot de meest overtuigde en warme voorstan ders van eene Jegerhervorming, welke aller eerst eene hervorming van België's levende strijdkrachten moest wezen. En op den voor grond stond daarbij de eisch van de af schaffing der plaatsvervanging. Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat een liberaal Belgisch staatsman in vollen ernst verklaarde: »Bij ons is alles uitnemend ingericht; het eene deel der natie regeert den Staat, het andere deel verdedigt hem." Met andere woorden: de gegoeden hebben het recht het parlement te kiezen, en daar voor zijn zij feitelijk van den militairen dienst vrijgesteld. Doch sedert dien tijd hebben de voorbeelden van buiten en de drang van binnen krachtig gewerkt, zoodat enormiteiten als de boven aangehaalde door niemand meer zullen worden verkondigd. Zelfs de tegenwoordige clericale regeering, in welke de conservatieve elementen zeer de overhand hebben, is doordrongen geworden van de noodzakelijkheid om aan het Belgische volk niet langer de eerste politieke rechten te onthouden, en aan Belgiëin beginsel alge meen stemrecht te schenken. Wel is op die goede gave weer heel wat beknibbeld en is het algemeen stemrecht in vele gevallen door het al te vernuftige stelsel der meervoudige stemmen illusoir gemaakt, maar het beginsel is erkend. Stemrecht bezitten alle Belgische burgers, voor zoover de wet voor hen geen uitzondering maakt, en hier is de zoo vaak misbruikte leer, dat de uitzonderingen den regel bevestigen, volkomen toepasselijk. Generaal Brassine heeft zich illusiën ge maakt, toen hij meende, dat de regeering op den weg der sociale rechtvaardigheid niet halverwege zou blijven staan en dat zij, met hem. den algemeenen dienstplicht zou be schouwen als de noodzakelijke aanvulling van het algemeen kiesrecht. In den beginne stuitte hij bij zijn ambtgenooten niet op rechtstreekschen tegenstand. Gedurende eenige jaren heeft men hem in den waan gelaten, dat het ministerie de hervorming der levende strijdkrachten ernstig ter hand zou riemen, dat het alleen niet met overhaasting en liefst eenigszins geleidelijk te werk wilde gaan. Generaal Brassine heeft geduld ge oefend en zich tegelijk bescheiden en mee gaand getoond. Hij drong alleen aan op de afschaffing van het stelsel van gekochte remplaganten, en stelde tevens, om voor de bezittende klassen de hervorming zoo weinig onaangenaam te maken als slechts doenlijk was, voor, het stelsel van njarig vrijwilligers in te voeren. In den ministerraad bleef men zich nog altijd achter uitvluchten verschuilen. Nu vreesde men weer, dat er voor ch plannen van generaal Brassine geen meerderheid zou te vinden zijn. De generaal die klaarblijkelijk in de hooge politiek een stumper is, begreep niets van die »vrees." Hij was er immers zeker van, dat voor zijn ontwerp niet slechts 42 leden van de regeeringspartij, maar ook een aantal leden der oppositie zouden stemmen, en dat het dus stellig eene meerderheid zou verkrijgen. »Est il permis d'être si béte.'" zullen de meer politieke collega's hebben uitgeroepen. »Zouden wij, terwille van de sterk naar soci alisme riekende utopieën van generaal Bras sine, onze meerderheid laten versnipperen en de medewerking onzer tegenstanders in roepen ? Dat onder geen beding!''Eene meer derheid, die niet uitsluitend uit de vrienden der regeering bestaat zoo werd den gene raal aan ''t verstand gebracht is voor ons in 't geheel geen meerderheid. Natuurlijk. Want den dag vóórdat in den kabinetsraad het doodvonnis over generaal Brassine's plannen werd uitgesproken, was eene algemeene vergadering gehouden van de gedelegeerden der katholieke vereen igingen, en daar waren in tegenwoordigheid van de heeren Woeste, de Lantsheere en Helleputte, moün aangenomen, die lijnrecht in strijd waren met de hervormingsplannen van den minister van oorlog. Dat deze laatste, toen zijn ambtgenooten hem allen in den steek lieten, onmiddellijk zijn ontslag nam en zich niet liet overhalen om op dit besluit terug te komen, kan men niet anders dan goed keuren. Bij den kabinetsraad, waarin de ministers weigerden het ontwerp van hun ambtgenoot te steunen, was koning Leopold aanwezig, Het is volstrekt geen geheim, dat ook de koning een groot voorstander is van de zoo noodzakelijke legerhervorming. Beter dan iemand kan hij weten, dat de neutraliteit van Belgiëdien staat niet ontheft van de verplichting om voor een afdoende landsweerbaarheid te zorgen, maar dat zij die verplichting veeleer verzwaart. Dat hij desnietemin zijn persoonlijken invloed niet ten gunste vau de gewenschte hervorming heeft gebruikt, kan slechts worden verklaard uit de omstandigheid, dat hij door de Congoquaestie tegenover de clericale partij gebon den is. Deze toch heeft, zonder geestdrift, maar steeds duidelijk laten doorschemeren, dat zij te harer tijd aan het do ut des zou herinneren, achtereenvolgens 10 millioen toe gestaan voor de bouw van de Congo-spoorweg, 25 millioen als voorschot voor de Congo.staat, 5 mill. tot dekking van het tekort van dien staat, en eindelijk wederom 15 mill. voor den Congo-spoorweg. Die kleine attenties zijn wel het offer van een minister waard, en Z. M. zal zich waarschijnlijk over de ver vulling van dien onaangenamen plicht der dankbaarheid troosten met de gedachte, dat uitstel geen afstel is en dat zelfs de meest zadel vaste kabinetten vroeger of later worden afgeworpen. De ministerieele tegenstanders van Brassine's ontwerp zouden zeer verontwaardigd zijn als men hun verweet, dat zij zelven geen her vormingen willen. Ook zij hebben hun pana cee : zij willen de loskoopprijs voor de zonen der meergegoeden, die bij de loting'een slecht nummer hebben getrokken, verhoogen van 1500 tot 3000 of 4000 francs. En dan willen zij de nationale garde, de Belgische schutterij verbeteren! Wie die plannen niet serieus durft te noemen, stelt zich natuurlijk bloot aan het verwijt van laakbare lichtvaardigheid. Intusschen is het geheele verloop van deze crisis water op den molen der socialisten, wier invloed in de laatste jaren in Belgi zoo ontzaggelijk is toegenomen, en die niet zullen nalaten aan de houding van het Bel gische kabinet argumenten te ontleenen, welke bij hunne krachtige propaganda groote diensten kunnen bewijzen. Sociale, liuiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiniiiniinnitininniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiimnmi ferfloozen, De Amsterdamsche Commissie voor Werk verschaffing heeft over haaf werkzaamheden gedurende den vorigen winter weder een uit voerig, en in menig opzicht belangrijk verslag uitgebracht. Op eenige bladzijden daarvan moge hier in het bijzonder de aandacht op worden gevestigd. Het verslag valt ons, om zoo te zeggen, in huis met de de vermelding, dat een in den boezem der commissie gerezen kwestie, omtrent de wenschelijkheid van be deeling der velen, die door de werkverschaf fing niet konden worden geholpen, eigenlijk geen kwestie is geweest. Zij die een breede opvatting van de taak der commissie hadden, werden door de geringe neiging van het publiek om haar te steunen op de bondigste wijze tot zwijgen gebracht. Er werd ontvangen ?39.510.58 daarvan gaven 22 belangstellenden alleen f 23.450.?. Van half October tot half Februari schonk het groote publiek, trots alle opwek kingen en circulaires, niet meer dan f 12. 000. Zoo heeft de hulp der commissie zich voor namelijk moeten bepalen tot de losse werk lieden en de halfgeleerden, en werden deze niet meer dan drie dagen per week te werk gesteld. In welke richting beweegt zich thans deze werkverschaffing? Welke conclusies trekt de commissie uit. haar arbeid, voor de verdere volbrenging der vrijwillig opgenomen taak? Ziehier een der gewichtigste: het optreden als concurrent op de productenmarkt heeft tot teleurstelling geleid. Niet daarin ligt do kracht dezer werkverschaffing. De verklaring ligt voor de hand. De concurreerende fabri kant pleegt te beginnen met een behoorlijke mate van vakkennis, niet alleen van het technisch, doch ook van het commer cieel gedeelte zijner branche. De com missie voor werk -erschaf'fing moet zich beide eigen maken; zij mag zich gelukkig rekenen, zoo haar personen ten dienste staan, die ten halve zijn ingelicht. De fabrikant zoekt op de welvoorziene arbeidsmarkt een personeel, dat na eenige oefening als het ware sluit als een uurwerk; de commissie houdt haar werklieden slechts eenige maanden in haar dienst, zendt ze zoo spoedig mogelijk weder de wereld in, en ziet het volgend seizoen een grootondeels nieuwe schare in haar werkplaatsen. Zij levert geen geregelde productie, en kan zich dus niet inrichten op een geregelden afzet. Zij kan aiet voldoen aan de behoeften, waaraan de winke liers en het publiek nu eenmaal zich hebben ge wend, behoeften die steunen op een onuitputtelijken voorraad, een rijke verscheiden luid van goederen en een nimmer aflatenden drang tot koopen, reklame in allerlei vorm. Ir, bijna al haar eigenschappen verschilt zij van den waren producent. Het aanlegkapitaal ontbreekt haar, om door middel van dure machines een snelle en goedkoope voortbrenging moge lijk te maken ; de financieele rekbaarheid, om in moeilijke dagen de concurrentie vol te houden die zich telkens naar de afnemers richt. De winkelier is in 't algemeen iemand die liever tien gulden uit zijn zak geeft, dan voor een partij goederen die hij inslaat vijf gulden boven de markt te betalen. De com missie voor werkverschaffing blijft dus, vindt zij niet van te voren reeds philantrophische afnemers, met haar voorraad zitten. Zelfs de hoofden der scholen zijn tot het doen van aankoop voor de door hen uit te deelen prijzen, waarschijnlijk ten gevolge van de geringe keuze die zij bood, de commissie voorbijgegaan, en hebben zich voor het meerendeel gewend tot de gewone leveranciers. Een betere uitslag kan worden geroemd, waar de werkverschaffing was gericht op be hoeften van armen. De vraag naar schoolpantoff'els bijv. is aanzienlijk geweest; uit een voorraad van 1552 paren is toereikend ge weest orn aan de kenbaar gemaakte tegemoet te komen. Kenbaar gemaakt, waarom vroegen de hoofden der scholen in de «Tordaan zoo weinig aan, terwijl het aantal klompendragers van deze wijk zoo groot is; waarom hebben met slechts n uitzondering! de hoofden der bijzondere scholen van de coTnmissie zich ver gehouden ? Trots, veroor deel, onverschilligheid? Het een is even mis plaatst als het ander. Van meer beleekenis nog is de vervaardi ging van huishoudelijke artikelen, uitsluitend ten behoeve van armen. Er werden 130 hou ten ledikanten, 412 matrassen en dekens, 503 gestikte dekens, 90 matrasmatten, 35 gemak koffers, 139 waschkommen, 81 houten en 83 blikken emmers, 57 tobben en 10 hooikisten gemaakt, die in 003 partijen het aantal aanvragers was 041 werden uitgedeeld, of, volgens de verklaring die de ontvanger tee kent, in bruikleen gegeven. In slechts 18 gevallen van deze 003 hebben deze uitdee ngen niet of slechts ten deele aan baar doel beantwoord. De commissie kan hier haar cijfer? met. zekerheid noemen, dank zij de wijze, waarop zij bij haar uitdeeling te werk ging. Een drietal dames vormde den schakel tusschen de commissie zelf' en alle organen van armenzorg; de beoordeeling der aanvragen werd daardoor in groote mate vergemakke lijkt. Zelf stelde de commissie der werkver schaffing bovendien een beambte aan, die achtereenvolgens alle bedeelde gezinnen heeft bezocht, en den verblijdenden uitslag dezer beimeiïngen heeft mogen constat.eeren. Van 32 ouden en onherstelbare zieken werden bovendien meubelen opgeknapt. Aldus heeft de commissie, tredende op liet gebied der armenzorg, tegelijkertijd een nieuw bewijs geleverd voor de noodzakelijkheid van samenwerking harer organen. Doze steunende met de in haar werkplaatsen vervaardigde voorwerpen, mocht zij van haar kant ook eenig licht verlangen omtrent do kringen, waaruit zich de bij haar om werk aanmel dende recruteeren. Niet, dat zij zou meen'-n daardoor een overzicht te krijgen over de telken winter hier ter stede heerschende werk loosheid. De omstandigheid alleen reeds, dat van de 2504 werkloozen (lieten haren kantore aanklopten, 47 pCt nieuwelingen waren, wijst erkennen, dat de kring, waarbinnen zich de werkloosheid van tijd tot tijd hevig doet ge voelen, niet besloten ligt iu de groep der genen, die van hun toestand op een gegeven oogenblik doen blijken. M. a. w.: vele werkloozen melden zich bij de commissie niet aan. Die zich aanmelden. zijn het de gewone klanten van Burgerlijk Armbestuur, Liefda digheid naar Vermogen, de diaconieën en armbesturen der kerkelijke gemeenten ? De voornaamsten van dezen zijn der commissie ter wille geweest bij het beantwoorden dezer vraag. De helft der opgekomenen was bij die armbesturen onbekend. Zoodal; ten duide lijkste is gebleken, dat er in Amsterdam een zeer groot aantal behoeftige gezinnen gevonden wordt, die dankbaar gebruik maken van de geboden gelegenheid, om door werk een onder sleuning te rerilic.iir.n, maar die in geen be trekking etaan tot de georganiseerde armen zorg, hetzij dat die niet aan bun roepstem gevolg kan geven, hetzij dat zij niet wenschten, hare hulp in te roepen". Zoo teekent zich langzamerhand scherp de werkkring af, waarbinnen de commissie voor werkverschaffing de zekerheid heeft, vruchtbaren arbeid te verrichten. Niet een inrich ting, waar personen van allerlei ambacht ge durende eenigen tijd zoo nuttig mogelijk wor den bezig gehouden, maar eene, waar de aanmaak van een vooraf eenigszins bepaalde hoeveelheid artikelen wordt geregeld en het werk wordt uitgegeven aan hen, die daaraan niet alleen de grootste behoefte hebben, maar daarvoor ook om andere redenen het meest in aanmerking komen." Bekwaamheid, en vooral het prijs stellen op zelfstandigheid zul len sterke aanbevelingen zijn voor wie bij haar om arbeid komen vragen. De taak der commissie beperkt zich dientengevolge tot slechts een gedeelte der werkloozen. Maar wie zal haar dit euvel duiden ? Haar budget is beperkt, en er is een grens aan alle ar beidskracht. Voortgaande op den ingeslagen weg, weet de commissie, dat zij, wat zij doet, goed doet, en de waardeering hiervoor kan niet licht te groot zijn. Zij verschaft produc tieven arbeid, in dezen zin, dat de onder haar leiding vervaardigde voorwerpen als onont beerlijk huisraad komen in gezinnen zonder k( opkracht. Een mogelijke verbetering der levensvoorwaarden in deze gezinnen zal dus niet zoo onmiddelijk worden te niet ge daan, door het ontbreken van het allernoodigste. Het veelzijdig voordeel hiervan zal thans wel algemeen worden ingezien. Veel is er nog in dit verslag, waarover wij zouden willen spreken, zoo slechts onze ruimte dat gedoogde. Wij moeten er van afzien. De commissie komt in haar slotwoord tot de conclussie, slechts een pijnstillend middel in toe passing te brengen, en uit den wensen, om mede te werken tot het opsporen der maat regelen, om de ziekte zelf, de werkloosheid, tot een minimum te beperken. »Du sprichst ein grossts Wort gelassen aus'', als het publiek maar vast hielp, de verstrekking van het pijn stillend middel in ruime mate mogelijk te maken, zou reeds de ijver der commissie meer voldoening kunnen vinden. F. M. C. inhoud vaa verschillende bladen. II e t H a n d e ! s b l a cl. 14 on 17 Nov. Hot program van den ^linister vau Marine en cle Marine-bogrootmg voor 1897", cli.ur Nautilus. 17 Xov. De Liberale Unie". 18 Xov. De lessen d'jr Indische G^cliiedenis" De Heer l'ranson v. d. Putte over Atjeh. 2!) Xov. De consulaire begrooMng". De Standaard. l(i eu 18 Nov De principieele bezwaren tegen liet Unie-rapport", U eu III. 2u NOT. Defensie". Hel Centrum. !7 Nov. De liberale" Unie". 18 Nov. X;i den slag" (Vliogen over het einde der Maasstr werksiakingj. 19 Nov. Kiesvereeiiigingen in België", door I)i- Lnea*. 20 Nov. ,.]' n leerzaam debat'' (over vrijhandel of P'oterïio ia do prov. S aten) vaüN. Brabant. 1) e a n t i r. \ e d e r l a n d e r. l(i No/. Het ver vallen i ez\v:!:tr'\ 'scljoolgeld of soUoolbelastmg). 20 No\'. i'venredige vertegenwoordiging''. il i'! cl o l b. C t. 17 Kof. Mit ingenomenheid" iL.b Unic-j. l'.t Xov. 'let buieau van weldadigheid van H.M. de koningin". Nieuwe W i n s c h. C t. 16 Nov. Waarheen nu?" (Libei-ale Unie). Zaan]. C t. 18 Nov. tïaagsclic brieven". (Liber.ile Unie-). II e t V o l k s il a g b l a d. 18 Nov. Een vakschool voor Tvpografen". 20 X'i.v. Atj-h-deUat". l! e ent v o <. r allen. 14 en 15 Nov. Waarom het volk ongelukkig is". l'J en 2 ' Nov. Lessen nit de verkiezingen". De Vol k ss tem. 14 Nov. Da gerneente-finaneieii" (-«lot: door C. L". W. Kaedi. Do Kadieale parlij ec'ne arbeide sj'arlij ?" door C. V. Gerritsen. De partij der niet-bezittenden". De arbei derspartij on de be/ittenden". De V'o l k s ba n i e r i H.-K. Volksbond). 13 Nov. Geen Knutselwerk" (partij-organisatie vóór de verkiezingen,. De Kociaa l - d emooraat. 1-1 Nov. Pensioenen". Het Trieseh Volksblad. 15 Nov. De regeling der Getneente-Jinaiicien''. \&lot), Het Schoolblad. 17 Nov. De individualiteit van den leerling". Het Nieuwe Schoolblad. 13 Nov. Onze Tucht middel en". Belang en Recht. Maatsch. en rechtstoestand der Vrouw '. 15 Nov. Hoe Verder" 'i (Vrouwenbeweging, door H. v. d. il.) Van den Gemaal der Koningin", door Jurist. Gemeentelijke Pleegkinderen", door H. B. De Bildtsche Courant. 19 Nov. Do beiee"kenis van het besluit der Lib. Unie", door Dr. Vitus Brumsma. Soe. Weekblad, li Nov. ,.Een spoorslag" (onder wijs voor arme l:inderen\ door Dr. J. h. Mouton. De debatten in de Juristouvereenigirg over de berechting van kleine strafzaken P', door Mr. J. Kruseman. De positie der R. K. Volksbonden in de Nedeilandsehe arbeidersbeweging", door W. II. Vliegen. miimifiiiimiiiiiiiinmi Signalementen uit denUtrechtsclien Gemeenteraad door JAN VAN 'T STICHT. De Kamer b e w aar de r Tjabring. Hit is nog een oude titel, die van ka ncrbewaarder., zóó oud, dat ik teruggedeinsd hm voor de moeite om in de archieven natesporen wanneer iu welke eeuw had ik haast geschreven onze j sta'! in het bezit van den eersten kamerbewaarder eekumin is. \Ve hebben nu nog altijd een en-sten j kamerbewaarder, uriar in den tegenwoordig-? tijd ; heeft; dat woordje eerste" de betcekcnis van voor1 uaaniste, hoogste en als ik me niet vergis, is ; dat, Tjabring. l Men hoort in onze dagen den titel nooit, meer | gebruiken. Iu oUieieelc stukken nullen belang hebbenden hem, denk ik, nog wel eens te lezen krijgen, maar gehoord heb ik hem voor het laatst. uit' dim mond van den onvcrgelelijken de Muralt. Die hield er van om het kind bij zijn naam te noemen. Als hij in de vergadering van de kiesvercenieing waar hij nooit ec n hoogere betrekking ambieerde dan die van secretaris door den voorj zittcT den sccp'er Het zwaaien, noemde hij Scheller, wanneer die ziin glas of jas moest aangeven, nooit aiidirs dan bode.' Thuis mag hij eens tegen hem gezegd hebheb: Scheller, nu* ga jij Abstede in en vertel aan de hovenier, dat, ze die eu die moeien kif zen of dat ze anders last van de rups krijgen maar dan incest er Uu-h ook niemand bij zijn. \Vant. als ouil-vrijwillL'-j'Lger wist, hij uitmuntend den afstand t' bewaren. "Alleen in de sociëteit ch: Kee/.ejisM-ic-Ti'it, //de Vriendschap" daar ver oorloofde Mi ^eb. de faminariteit om de kellmrs bij hun vóón luun te i.oemen. Maar hij kende voor hen maar .i ', óói-naam. Zij mochten Anaslasius of IJartholoni. us gedoopt zijn met een hard nekkigheid, die tot i,]) den laatsten dag zijns soeieteilslevei.s voortduurde, noemde hij zoo'n kelhier: Jan ! Onze wethouder hield van geen uitheemsche fratsen ! Ais hij i'i den Raad tot of over zijn medelid i.iter Minister vau financiën (jodin de lic-aufon het, woord voerde, dan sprak hij het, eerste gedeeKe vau diens naam zoo opzijn Hollandsen uit. alsof hij het, over Venus in plaals vau over zijn stadgenoot had. En de laatste naam : de caufort, die kwam zoo scherp over zijne lippen, dat men heel goed kon hooren dat, niet een d, maar een t de sliiitletter was. Hij was een Hollander iu merg en nieren, de Muralt ! Hij had een afkeer van alle vreemde uitdrukkingen eu aanwendsels. Zoo heb ik hem nog eens bespottelijk hooren maken

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl