De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 6 december pagina 1

6 december 1896 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 1015 DE AMSTERDAMMEE A°. 1896. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK J r. Dit nommer bevat een bijvoegsel. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Stautahi,n/ \o. Zondag 6 December. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARKXDORF, te Amsterdam, Singel liij de Vijzelstraat, 512. Dit ISiail is verkrijgbaar Kiusk 1(1 liotiluvard il c s Cajmi:iuü3 trgeiioviT liet Grand llöti-l, te Parijs. Abonnement per 3 maanden f \.~iO, ir. p. pos!,/' 1-05 Voor Indiëper jaar , ., mail,, '?>? Afzonderlijke Xiiinniers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . ., (1.1:2' Advertentiën van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer . . . 0.-20 Reclames per regel . . ,. O.iO I N H O U Ds VAN VEEBE EN VAN NABIJ: Weduwen- en Weezenponsioen. De werkstaking te Hamburg. Brieven uit Utrecht, door Gicse van den Dom. Jfuzick in de hoofdstad, door Van Milligen. KUNST EN LETTEREN: Amsterdam's Jaarboekje, dooi' F. A. 15. Een leiddraad der Vadcrland.sche geschiedenis"! door F.A.B VARIA. FEUILLETON: De Schriclhannes, naar het Fransch. RECLAMES. VOOR DAMES: Vrouwenkwestie, door F. M. C. Vrouwenclubs te Londen INGEZONDEN. Correspon dentie Allerlei, door E-e.?Twee Engelsche Romans, door Ch. M. v. Deventer. SCHAAKSPEL. PEN EN POTLOODKRASSEN. ADVEBTENTIEN. Weduwen- en Weezen pensioen. Een verblijdend verschijnsel mag onge twijfeld de drang genoemd worden, die ver schillende groepen ambtenaren en arbeiders oefenen om pensioen voor zichzelf of voor hunne weduwen en weezen te verkrijgen. De rijksambtenaar kan den ouden dag onbezorgd afwachten; hij behoeft, als de krachten hem begeven, niet van liefdegiften te leven, immers de Staat waarborgt hem een pensioen, dat, het moge voor den karig bezoldigde niet hoog zijn, hem toch voor broodsgebrek bewaart. Eveneens heeft zijne weduwe recht op eene toelage, die haar in staat stelt in de meest dringende behoeften te voorzien. Benige groote gemeenten zooals Amsterdam, Arnhem en nog e. a. hebben dit lofwaardig voorbeeld van den Staat gevolgd. De onder wijzers, in deze gemeente ; werkzaam, be vinden zich dus met betrekking tot het lot hunner eventueel na te laten betrekkingen in gunstige omstandigheden. Het weduwenen weezenpeusioen moge een weduwe niet in staat stellen op den ouden voet voort te leven, het behoedt haar toch voor dat nijpende gebrek, waaraan zoo menig onderwijzersgezin is prijs gegeven. En welk onderwijzer zou financieel bij machte zijn, zich bij eenige Levensverzekering eene uitktering' te verze keren, zooala de gemeente Amsterdam onzen betrekkingen toekent? Echter buiten de honderden onderwijzers in de groote gemeenten, staan er duizenden, die minder gerust de toekomst kunnen af wachten. Een groot deel wordt zoo karig bezoldigd, dat het financieel onmachtig is de premie te betalen. Werd de bijdrage iedere maand van het salaris afgehouden, dan zou men toch rond moeten komen. Er is echter een grens aan het kunnen en indien deze overschreden wordt, dan zou het met den verzekerde gaan als met den ezel, die voort durend met kleine vrachtjes zoo lang belast werd, totdat het arme dier onder den last bezweek. Een ander deel zou zich gaarne verzekeren, ware niet de lichamelijke toestand een on overkomelijke hinderpaal; de wrakke indivi duen worden in Nederland, al is men bereid eene verhoogde premie te betalen, niet toe gelaten. Reeds jaren lang heeft de Bond van N. O. geen middel ongebruikt gelaten om pensioen voor weduwen en weezen te verkrijgen. Twee maal ging eene deputatie van het H. B. op audiëntie. Den eersten keer onder het mini sterie-Tak, de laatste maal onder dat van ATan Houten. Den eersten keer kwam de deputatie vrij voldaan terug; hoewel geen stellige belofte gegeven was, vleide men er zich mede, dat eindelijk de wensch van duizenden collega's tot vervulling zou komen, 't Mocht evenwel zoo niet zijn; het minis,terie-Tak maakte plaats voor dat Van Houten en deze had er in het geheel geen oor naar, om ook maar iets in deze te beloven; het resultaat was ditmaal zoo schraal mogelijk. Bij verschillende gelegenheden zijn den be voegden autoriteiten adressen verzonden en tot heden bleef al dat ijveren . .. zonder succes, zou men geneigd zijn te zeggen, want de onderwijzers weduwen en weezen blijven nog altijd onverzorgd achter. On verzorgd is geen te sterke uitdrukking, ook al spant het X. O. G. door het ondersteu ningsfonds al zijne krachten in om de ellende zoo veel mogelijk te lenigen. Toch willen we hopen, dat dit rusteloos pogen, dat steeds hameren op hetzelfde aan beeld vele Saulussen tot Paulussen zal be keerd hebben. De laatste poging, die van den Bond uit ging en gesteund werd door vele afd. van het X. O. G., is de Pinkster-meeting van '05 geweest, waar de heer Treub een krach tig pleidooi hield voor het verleenen van pensioenen voor weduwen en weezen. Ge noemde spreker spoorde de onderwijzerscorporatiën aan geen afwachtende houding aan te nemen, neen, onverpoosd moesten zij blijven aandringen op de inwilliging van hetgeen we een onafwijsbaren eisch des tijds kunnen noemen. En te rneer moesten we de Ivijks-Kegeering niet met rust laten, wijl de Staat waarschijnlijk spoedig fond sen ter beschikking kreeg, waardoor de mogelijkheid geopend werd de onderwijzers op te nemen binnen den kring der bur gerlijke ambtenaren. De heer Treub had het oog op het eventueele batig saldo van het fonds der B. A., waarvan de grootte bekend zou worden na het opmaken deiwetenschappelijke balans in '9(1. 't Is te be grijpen, dat de onderwijzerswereld met zekere spanning den uitslag van dit onderzoek af wachtte. En toen nu een paar weken geleden de dagbladen ons meldden, dat dit, batitre saldo de kapitale som van negen millioen be draagt, heeft ongetwijfeld menig huisvader bij zichzelf' gedacht, : indien de regeering nu slechts van goeden wille is, kan zij een eindemaken aan de pijnlijke zorg, waarin zoo velen omtrent de toekomst van vrouw en kind verkeeren. Wellicht maakt de een of andere lezer de opmerking, dat deze wensch niet vervuld kan worden, wijl dat saldo door andere groepen van ambtenaren is bijeenge bracht. Mij zij echter vergund hiertegen in te brengen, dat iedere groep personen, die gebracht wordt tot de B. A. onmiddellijk in alle voordeden van liet bestaande pen sioen-fonds deelt. (iesteld, de tclephoon wordt rijkszaak, dan zullen alle geëmployeerden, die rijksambtenaar worden, pensioen voor zich zelf en dat van hunne na te laten betrek kingen verkrijgen. Deze nieuwe groep zou dus ook profiteeren van een fonds, dat door anderen was tot stand gebracht. Maakte men het onderwijs rijkszaak, dan werden de onder wijzers ambtenaren van den Staat en bijge volg zouden ze ook binnen den kring komen der B. A. Indachtig aan den raad, door den heer Treub gegeven, besloten het X. O. G. en de B. v. X. O. opnieuw een poging te wagen tot het verkrijgen van pensioenen voor de weduwen en weezen. Ten einde de regecring te doen blijken, dat de herhaald geuite wensch die is van duizenden onderwijzers in den lande, hebben de genoemde corporatiën het volgende adres aan alle onderwijzers ter teekening aangeboden : Aan Hare Jfajcstcit de Koningin-Wrdinre Ilee/cnlcx van het Koninl;rijl; Geven met verschuldigden eerbied te ken nen enz.; dat eene dikwijls bedroevende en pijnlijke ervaring hen heeft doen erkennen, dat, de behoefte aan verbetering niet, alleen betreft een doelmatige traktementsverhooging voor de onderwijzers zelf, maar ook en vooral de verzekering van pensioenen aan hunne wedu wen en weezen ; dat zij van meening zijn, dat de gcwenschte verbetering haar uitgangpunt zou moeten vinden in het tot stand brengen van een regeling der bovenbedoelde pensioenverzeke ring ; dat -zij de overtuiging hebben verkre gen, dat die verbetering alleen tot stand gebracht kan worden door een regeling bij de wet; dat zij met eene aan het gewicht der zaak evenredige belangstelling kennis hebben genomen van de zegenrijke werking en den gunstigen toestand van het weduwenen weezenfonds van Burgerlijke Ambtenaren, opgericht krachtens de Wet van O Mei 1*00 (Sli'irit.dilnil Xo. 70), welke toestand blijkt uit, de wetenschappelijke balans, die thans voor de eerste maal door Uwer Majesteits Ilegeering is overgelegd, overeenkomstig de bepaling van art. 20 der bovenbedoelde wet; dat zij hopen, dat l'wer Majesteits Regee ring, met wijziging van alinea 2 van den aanhef van art. :>1 der bovenbedoelde wet, den gunstigen toestand van bovengenoemd weduwen- en weezenfonds zoo noodig als middel mag willen aanwenden, om mogelijke finaciecele bezwaren tegen de opneming der onderwijzers onder de ambtenaren, aan wier weduwen en weezen het genot van pensioen wordt verzekerd, op te hellen; 't Welk doende, enz. Dit adres gaat vergezeld van eene vrij uitvoerige Memorie van Toelichting, waarvan de strekking in hoofdzaak hierop neerkomt: 1. flr !n\iddi'//i/i/ >/ed<ioi/t uil l i/at d< i'itdf rieij'.ei'y t cue pn n/ie li/nlin. Om deze uitspraak te staven heeft, men cijfers ontleend aan het verslag van den Staat over 1*91-1*00, waaruit blijkt dat een derde deel van de 01 Cc onderwijzers en onderwijzeressen moet rond komen met, min der dan /'Cl n i en ruim de helft van minder dan /'Too. 'J. liet ondersteuningsfonds van het X. O. G. is niet bij machte alle onderwijzers te helpen aan eene eenigszins voldoende ver zekering. l-!. De pogingen, die er in verschillende provinciën zijn aangewend, om te voorzien in het lot der weduwen en weezen, leden bijna alle schipbreuk. 1. De toestand, waarin de B. A. ver keeren, is oneindig gunstiger aangezien hunne huisgenooten door het uitoefenen van een of' ander beroep na den dood van den kost winner niet, geheel zonder inkomsten achter blijven. We willen hopen dat de wensch van de Staats-commissie, die in l*sl reeds als hare meening uitsprak: dr Staal Dim l \on/e>i r'/or tefdit/ei'/t en ien:iii" rit/delijl,- lul rcri'ulhtiy '.'// L'oinrn. Dan zal er niet langer gebedeld behoeven te worden om het lot van arme onderwijzersweduwen of' weezen te verzachten. G. Sj-:vi-:rtr,ix. NASCHRIFT. »EEN' 1!KJ)K OM HU.l1." Kwam eene pensioenregeling als de door ons voorgestane tot stand, dan zou men niet meer lezen in de dagbladen E<-n< lede om ln<lp zooals we dit nog deden in de T>-li-yraaf van 21 November: »0j> den .Slxleit <><:fober j L orerlced Ir ">l!or>Kcndfiül de o>i(l:i:it'ij'.i:i' (i. J/. Jloorcrs, »ernr 'iredmi't' en r/jf /on/jf L'inderen in liulpxbcltoiTi'/tiJe uiitstaHdtijliedi n achterlatende?' De weduwe zelf' is gelnekkig, wijl ze slechts n hand kan gebruiken. Eene commissie, bestaande uit de. bestuurderen van de Afd. van het X. O. G. en den B. v. X. O. heeft zich belast met het inzamelen van gelden; mochten er onder de lezers zijn, die iets voor dit gezin willen afzonderen, dan is onderteekende volgaarne bereid deze gelden over te maken. ..?Lni.-itenlcini. G, SKYKKI.J.X, J. van Lennepkade ';>, DE fERKSTAKffl} TE HAMBÜEK, Sedert geruimen tijd hebben de haven arbeiders te Hamburg den arbeid gestaakt; steeds talrijker worden de groepen van arbeiders in verwante vakken, die zich bij hen aansluiten, en men kan het aantal der stakenden op ruim 1.1,000 schatten. Scherp staan de partijen tegenover elkaar, ontzaglijke verliezen worden geleden, maar toch en dit is zeker hoogst opmerkelijk is de orde geen oogenblik verstoord, en gedragen de van werk en dus ook van verdiensten ver stoken arbeiders zich zoo voorbeeldig, dat zelfs de Tinten daarover zijn bewondering onverholen uitspreekt. Van verschillende zijden is deze werk staking voorgesteld als een rechtstrceksch gevolg van die, welke acht jaren geleden door de Londensche dokwerkers went onder nomen, en waarbij voor het eerst de zoogenoemde itnxktllid lal/nni'i'rx zich organiseer den. Deze organisatie, die een zoogenoemd neij unionisme naast de oude en krachtige Ifiid/ x-i/nioiia in het leven riep, heeft, inder daad bij volgende conflicten tusschen kapitaal en arbeid, zoowel in als buiten het Yereenigd Koninkrijk, eene zeer belangrijke rol gespeeld. Tot de tmnl.ille/l Inhonrerx kan men echter de Hamburger werkstakers niet rekenen. De grootste groep van hen vormen de Si-ltaiu i'lnle (sjouwers), de lieden, die onder de leiding van de Statu r stuwadoors; de schepen lossen en laden. Dit is niet alleen een zeer zwaar en dikwijls gevaarlijk werk, maar het vercisclit. ook eene niet onbelang rijke mate van geoefendheid, zooals de Sluiter tot hun nadetl hebben kunnen bemerken. toen zij, om zich in den eersten nood ie holpen, ongeoefende krachten van elders liaten komen. »Ken moeielijk. afmattend, ongezond be roep is dat van den ,s''-//'//fr/l;//'///;("?schreef dezer dagen het llerlinir T'n/i'li/itl!. .>IIet, is geen zeldzaamheid, dat zulk een werkman volle vierentwintig uren achtereen, soms nog langer, met slechts kleine tusschenpoozen zijn arbeid moet verrichten in een bedompt, niet slechte lucht gevuld scheepsruim, of l/ij alle weer en wind op het dek. Want aunle«rplaatsen zijn er iu de haven van Haniimr" nog altijd te weinig; het eene schip moet op het andere wachten, en . . . lijd i~ geld! Gemiddeld liggen L'IIII tot, 21'o schepen in de haven, en daaronder reuzenstoonischepen. < ievaarlijk is het in hooge mate. De Ham burger bladen hebben eene vaste rubriek Ongelukken in de haven": Een man viel in het ruim en brak de rusrgegraat; een ander kwam te dicht bij het \\indas met de hand, die verpletterd werd; een derde kreeo; een slag van een spaak of zweiiirel en brak zijn been; ecu boot met Srlianrrl/ttle viel om; zooveel verdronken, waaronder /óóveel huisvaders," zulke berichten kan men dag aan dag lezen. Zeker is daarvan ook de drank schuld. Geen macht ter wereld is in staat, om deze lieden tot matigheid over te halen: zij beweren, dat zij zonder stimu lantia niet kunnen werken. De cholera van

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl