De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 13 december pagina 4

13 december 1896 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1016 een kort woord er bij, waarin een dichter als Verwey zvjn kyk op die verzen of op de kun stenaar geeft. Een ander zou anders gekozen hebben dan Verwey, en moeilik is de keus, waar zo weinig geplaatst kan worden; maar juist om de keus zy'n de bloemlezingen van Verwey zo aantrekkelik. Van Bellamy geeft hy alleen .Roosje, van Van Alphen alleen dit fragment uit een cantate: »Daar rjjst het tintlend starrenheir! En de aarde zwijgt verbaasd. 't Gestarnte spiegelt zich in 't meir, Waarop geen windje blaast. 't Is alles hemel wat men ziet; Zelfs bergen vluchten heen. 't Verdorde blaadje schuifelt niet; 't Gestarnte spreekt alleen." Dit zy'n geen holle woorden, 't is geen sentimen teel mooi-doen en geen overspannen godsdienstig opbruisen, maar een blik op de natuur, waaruit blijkt dat Van Alphen tot de voorouders van het nu levend geslacht behoort, 't Is Van Alphen in zyn kracht; en zeker krijgen we een juister beeld van iemands persoonlikheid als we hem een enkel moment in zyn kracht zien dan als we hem uren lang waarnemen in zijn zwakheid. Een ander voorbeeld. Van Tollens krijgen we hier alleen een groot fragment van de Acondmi/jmering. Gedichten als de Overwintering, de Gevels van de huizen, de Echtscheiding en de historiese zangen hebben met het »Wien Neerlandsch bloed" Tollens de naam van volksdich ter bezorgd; maar als een zich-uitzeggen in waarheid en eenvoud d. i. zonder affectasie, een eerste vereischte is voor een dichter, dan is Tollens 't zeker nergens mér dan in zijn Avondmymering. En treffend is het, dat deze dichter juist waar hij van zijn onmacht als kunstenaar spreekt, hoger staat dan wanneer hij, schijnbaar met zelfbewuste kracht, zijn «zangen" laat siiitspatten"; alsof 't gevoel van onvermogen zijn diepste geweest is. Van lieets vinden we hier de bekende liederen Lente en In den herfst, tussen Zaïigdrijt en. nrernifif/cii. Beets is in zijn verzen een »door een werkelijk leven aangedaan mensch," zag die mensen ook »sorns in stemmingen van mooiheid als waartoe Tollens . .., Feith, Van Alphen en Bellamy . .. niet stegen," en «heeft in die enkele oogenblikken enkele verzen geschreven die al een doorbraak van mooiheid en natuurlijkheid zijn." Is 't alleen toeval dat Zangdrift en Onvermogen, die twee kwade buren, hier staan als een waar schuwing voor een dichter die zo echte zang drift voelen kan, en zo diep, bij tijden, zyn onvermogen, bij wie de stemming uit dat twee rlei gevoel voortgekomen tot kunst wordt, een waarschuwing om niet te veel te willen geven? In dit deeltje zijn verder Staring, Potgieter, de Génestet en Perk opgenomen. Van Staring, die zich gaf »zooals hy was, (en daarom) voor ons een ouderwetsch burger is," wordt hier gezegd dat »zijn toekomst ligt in de konkreetheid van de grepen die hij uit de natuur deed en de kunst waarmee hij mooimaakte wat hij greep " Uit Potgieter had misschien beter gekozen kunnen worden, maar wat hier orer hem staat is, in z'n beknopte veelzeggendheid van 't beste wat over Potgieter gezegd is. Ieder die genoten heeft bij »dien vollen toon van genietend kunstenaar, die als een dag vol zon om al dat geziene hangt," zal die genotstemming weer in zich voelen bij 't lezen van deze bladzijden. De met groote piëteit geschreven inleiding voor de gedichten van Jacques Perk is e laatste in 't bundeltje, dat zelf 't slot vormt van de reeks Neder!. dichters. Hier en daar was in die reeks nog wel een aanvulling mogelik; mogen we die nog verwachten ? J. L. C. A. MF.UKR. IIMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMMin Boek en Tijdschrift. Dit is b. v. de eerste regel: »'t Is in den vooravond, na een herfstdag. »0ok de laatste, roode tinteling der wolken, «waarachter de zonneschijf wegzonk, is verdwenen. »Een dof grijs overtrekt den hemel, en breidt zich uit over huizen en boomen en veld". Ieder slecht romanschrijfster van 't jaar '70 zou minstens zoo kunnen beginnen. Die zonne schijf doet denken aan een schijf spek en de rest is zoo lenig en los als een hark. Verderop lezen we dit: »De ietwat wufte toon, die er heerschte, strookte weinig met.... We zouden daar best achter kunnen denken : »hunne waardigheid en daarom sloot de voorzitter de vergadering." Het boekje is vol van zulke Tweede-Kamer-taal. Soms lijkt de stijl op een vertaald feuilleton uit 't Engelsch in een zeer oude courant en heel dikwijls herinneren de personen aan rozige poppen. Enkele goede dingen verrassen : »Een adagio van Beethoven breidde -ijn irilte armen van rust uit over haar gedachte." »ttein licht stralen de wuivende bloesemtrossen als handen-i-ol-belofte>t: »De nevelen strekten hun wijd omsluierde armen uit, met langzame gebaren ra n droefheid." In die zinnen is eigen gevoel en visie, maar de rest is van een roze aanminnigheid, een leven loosheid en dofheid om van te gapen en slapen. De vlijtige schrijfster zal wijs doen nu eens voor goed te kiezen: of door te gaan en aangename lectuur blijven geven voor jonge-juffers, in lichtblauwe boekjes, vol roze wezentjes, die geen menschen zijn, óf haar verleden vergeten en te beginnen als ernstig-willende vrouw. V. K. De bekende Revue Encyclopédique gaf dezer dagen een zeer merkwaardige aflevering, geheel gewijd aan de vrouwenbeweging. Van alle deel neemsters door geheel Europa heeft 't tijdschrift een fraai portret, met bijschrift en handteekening Holland is vertegenwoordigd door mevr. Aletta Jacobs en Belgiëdoor mevr. Virginie Loveling en Helene Lapidoth-Swarth (Sic). F. U. FAlut, door EI.SE VAN BKAIIA.NT. (Amster dam, Mij. Elsevier). Else van Brabant, bekend door haar bundel gedichten »Lente Liefde" (beminnelijke album blaadjes voor zachte, liefhartige meisjes) en door een aantal slappe schetsjes in vele couranten en tijdschriften, is nu met een kleinen, blijkbaar zeer ernstig bedoelden roman te voorschijn ge komen. In dien roman is de hoofdpersoon een lief', vogeltijn kunstenaresje, dat eerst gaat dwepen, later trouwt met een cynischen maar nobelen, een grilligen maar mooien ;don Juan''. Die men heer is meteen 'n fameus artiest en hij speelt langen lijd met de teodere. zachte liefde van 't vrouwtje. Hij is lastig en trotsch, onverschillig en excentriek. »/ij moest maar leeren inzien, dat zij een artiest had getrouwd en geen kruidenier !'' 't Vrouwtje lijdt en lijdt, in stille opoffering, langen tijd. Maar op een goeien dag sterft hun eenig kindje, dat zoo aardig papa, papa" kon roepen en dun eindelijk voelt de stoute en snoode man vurig berouw en een vurige omhelzing is 't bevredigend einde. De intrige is hier natuurlijk zér onvolledig verteld, maar dat zij niet al te frisch en te nieuw is, staat toch vast. De uitwerking moet al heel tijn en fraai zijn, om den lezer in aandacht te houden en de zoete en saaie stijl van Else, vol onbe holpenheid en banaliteit, is, integendeel, zoo allervervelendst. De Nieuwe (ïidx, die nu weer geregeld ver schijnt, heeft bijdragen van Willem Kloos, II. J. Boeken, Ary Frins, F. v. d. Goes. Willem Kloos zeven sonnetten op den strijd en de ellende van 't volk: »Wat wil dat volk, dat opdringt door de straten, Omhoog-ziend gierig naar der ramen glans?" Van II. J. Boeken: »De geschiedenis van Floris en Blanchefloer" en een studie over ->I)e kunst en de maatschappij'' met o. a. deze, niet onbe twistbare, meening: --Wie is er nog die zich warm maakt voor de Eenheid van Italië: maar welk mensch, die bij zinnen is, dien ook maar een enkele vers-regel van Dante koud en onverschillig zoude laten V" 't Is anders zeer fraai en forseh proza. Nog een waterklaar sonnet van Kloos op 't raad selachtige van 't Leven en een Literaire Kroniek. Daarin wordt de heer Arthur van Schendel, auteur van 't onlangs verschenen boekje Droyon, zeer geprezen. * * * Xederliiinl begint met een groote novelle van Fiore della Neve : Scntinclli' i>erdne (uit het dagboek van een loelijke vrouw). Dr. Ch. M. van Deventer die onlangs een studie gaf over ,losei>h AndreiK*, schrijft ditmaal over FieJding'n meest beroemden roman Tuin Jancx. Zoowel de deugden als de gebreken worden be schouwd, maar de heer v. Deventer besluit toch met de resumeering, dat Torn .lone.i »groot en schoon proza geeft; zeer veel geest en humor en een schoon aantal zér groote momenten, blad zijden en tooneelen." * * * Wie leerzame opmerkingen wil lezen over de ge ruchtmakende rede van Trof. Bolland kan ze ditmaal i vinden in de (lid* en Vragen d c* Tijils. Prof. (i. Heymans die zér prijst en Prof. A. D. Loman j die" bespiegelt over Opzoomer en Bolland, in de (!id$ ;en Mr. J. A. Lovy, die zeer belder en streng de rede veroordeelt, in Vragen den Tijd*. * * * Tn /?.'/M'n'tT'.s- 'Miiiinihvhr'ift een kleine studie over Prof. August Allebé, door A. C. (i. van Duyl. Met groote waardeering spreekt de heer W. J. Manssen ditmaal in Manni'ii run Iietee/;i'iti>s over de beroemde romanschrijfster mevr. llumpbry Ward. »IIaar boeken worden wel genoemd avant tout des livres do doctrine", maar er gaat toch een ongemeene bekoring van uit Xe roepen de beste aandoeningen en de edelste gewaarwordingen wakker, door ons aan ons zelf te ontdekken en tot nadenken te stemmen", zegt de heer Manssen. * Het tijdschrift Lo* c» Vaal heeft, naar wij ver nemen, opgehouden te bestaan. * * De reeks intieme brieven van l.eorge Sand aan Sainte Beuve wordt deze maand in In lii-'-ne tic I'ni'ia afgesloten. & * * Van den voortreffelijke!! jongen auteur Mareel Schwob is een boek verschenen, getiteld: S/'/eili-i/i'. Interessante, zeer fijne studie's over liobert Stevenson. Meredith, Franeois Villon en over l'Ainour, l'.Vrt, ['Anarchie etc. liet ia uitgeueven door Ie Mci'nirc d/- i-nnici. De vlijtige Mt.n mr-redacteur eniy de Gourmont. vooral bekend door /r l,>'l'n> m//?-?'?,/'"'. deed een goed werk met zijn LUTC "'c,-' //"<??,//"?.-?. liet bevat een dertigtal vlnchüae. aangename stukjes, waarin ongeveer <(,'/<? moderne Fransc.he auteurs grappig of geestig worden gekarakteriseerd. De bekende, scherpe teekenaar- Valleton krabbelde een kopstuk bij elk schetsje. L. A. Rogeard. f Voor eenige dagen overleed te Parijs op V (j-jarigen leeftijd de heer Rogeard, wiens naam in de dagen van het tweede Keizerrijk een tijd lang op aller lippen is geweest. Rogeard heeft als republikein heftige oppositie tegen het keizerrijk gevoerd. Dat deden echter velen met hem; ook de vervolgingen, waaraan hij bloot stond, en de herhaalde gevangenisstraf fen, die hij ouderling, zouden hem niet tot een beroemd man hebben gemaakt. Hij werd dit door een couranten-artikel. Keizer Napoleon III had juist zijn Vic di' (Vsur uitgegeven, en Uogeard moest daarvan in zijn blad, de Utre (imiclie, verslag geven. Hij deed dit in den vorm van een bijtende satire, die hij l'i'Ojioa de Lftbicniin noemde. De door hem ten tooneele gevoerde Labierms is een streng-republikeinsch Romein van den ouden stempel Rogeard onderstelt, dat keizer Augustus zijne gedenkschriften heeft uitgegeven, en dat Labienus verklaart, zich daarover niet te willen uitlaten. »Men verzekert dat de critiek vrij zal zijn, dat de tyrannie aan de letterkunde acht dagen vrijaf zal geven ! Zij zullen slechts eene valsche vrijheid kunnen geven, eene karnavalsvrijheid, eei.e liheria* Deccuibris, zooals IIoratius zegt." Men ziet het, de toespeling op den man van 2 December is duidelijk genoeg. En van derge lijke toespelingen wemelt het opstel. Aan de be roemde schrijvers van het tijdperk van Augustus heeft Rogeard, die een uitmuntend Latinist was, alle uitspraken en anecdotes ontleend, die op de toestanden onder het keizerrijk van toepassing konden gemaakt worden, Napoleon III wordt bij hem Augustus, maarschalk Bazaine wordt Varus, de hertog de Morny wordt Licinius, enz. De I'rnpo* de Luljiennx, die een paar dagen later in brochurevorm uitkwamen , maakten een ontzaglijken opgang. Dat men den schrijver niet ongemoeid liet, spreekt van zelf'; maar Rogeard nam de wijk naar het buitenland en werd bij verstek veroordeeld tot geldboete en gevange nisstraf. Over zijn verder leven valt niets merkwaardigs te berichten. Men had hem reeds lang vergeten, en herinnert zich nu eerst bij zijn dood, dat hij dertig jaren geleden een meesterstukje van enkele bladzijden heeft geschreven. Natirsprt. Het tijdschrift Ik lemide Xutii/'f, waarvan nu reeds verscheiden afleveringen het licht, hebben ge zien, ontmoet blijkbaar groote belangstelling. Dat is op ziebzelf eeu verschijnsel, waarover wij ons moeten verheugen, ook al zijn wij zei ven niet gegrepen door den geest, die de samenstellers van dit maandblad en hun volgers en bewonderaars bezielt. Zij toch willen bij jong en oud liet besef wek ken, dat er in ons leven bronnen van ongekend genot, ongebruikt, blijven, als wij ons oog gesloten houden voor het mooie en interessante iu liet alledaagsehe leven der ons omringende natuur. Zij trachten het gemoed van knaap en meisje ontvan kelijk te maken voor natuurindrukken door belang stelling te wekken voor wat, planten en insecten te zieu geven, en zij doen dat, niet door te ver halen en weder te verhalen van al liet interessante, 't, welk over de bouwkunst, der dieren en hun rei/.en en trekken eu hun liefde voor hun jongen te vertellen en iu boeken te vinden is, maar door steeds hun eigen ervaringen te geven, opgedaan in eigen nabijzijnde omgeving, die voor u eu mij precies even toegankelijk is als voor hen. De leveiisverschijnselen van planten en dieren stellen zij ons iu hun blad voor oogen, in zelfgemaakte afbeeldingen ook, zooals zij die zelf heboen waar genomen en zooals zij hopen, dat, op hun voor beeld de lezers ze zullen gaan waarnemen. 7oo kweeken zij den zin voor natuursport en : l et staat bij ons vast, dat zij daarmee ecu goed werk doen. \Vij menschen van dezen tijd zijn, hoc en waardoor dat dan ook moge gekomen zijn, : ontvankelijker voor indrukken, prikkelbaarder zoo men wil, dan de geslachten, die aan liet onze zijn voorafgegaan: wij leven sneller", zooals men dat noem!, dat, is, wij krijgen oneindig veel meer in drukken, die vlug elkander verdringen, en onze aan veel prikkels gewende geest, zoekt die nou1 steeds meer te erlauu'en. JMI nu is hel, een feit dat de indrukken, door de bes! udcering der natuu r in ds; nMinir zelf en niet, alleen in boeken, bij ons irevvekt, ecu oneindig \veldadigcn invloed 01 feilen, dat zij werkelijk een tegengif zijn 1 eiren de ver moeienis en de uvcrprikkcling, naaruver men in deze da^cn zoo uik\\^',s huori klagen. Die nal iiursport, die u noopt tot het eenvoudig dHcnuiiieercii v:ui de wilde pUuitjo 'MIIL'S uw M'cir; die u iu Juni rupsen doel verzamelen in ula^cu cu u huu overman*-: tot, pop doel, uuuolaan, om il in 't beu'in van Auü'u.^tus het, proces der of ander boschje te zitten, waarin ge eeu mooi vogeltje hebt zien verdwijnen, of u uren lang doet zoeken naar een orchidee, die ge een vorig jaar in een wtilaud op die plek hebt gevonden, die natuursport staalt en sterkt den geest, zooals koud water en gymnastiek liet lichaam. Of zijn niet aan de indrukken, die nieiischcii ons geven, altijd van die kleine leelijke weerhoekjcs, die, al is het nog zoo weinig, liet genot bederven? Ons kunstgenot, wat heeft het altijd weer door ver gelijking te lijden; dat is schoon, ja maar i!;it was nog schooner; onze vriendschap met hoeveel grieven cu grietjes heeft zij vaak rekening te hou den; onze maatschappelijke triomfen, wat een kleine krenkingen komen er niet bij kijken, en zoo gaat liet met, alles, wat wij onvolmaakte ster velingen, die elkanders onvolmaaktheden zoo goed zien. met en door elkander ervaren. Maar het doet ons altijd aangenaam aan, als wij in de geheimen der natuur doordringen, terwijl zij een schat van verrassende waarnemingen in onze naaste omgeving voor ons beschikbaar houdt. Er schijnt in den laatsten tijd iu dat opzicht werkelijk terrein te worden gewonnen; onder de onderwijzers ontwaakt liet inzicht, hoeveel er te halen is uit dat leervak, de kennis der natuur. Zij zien de beteekenis in van scliooUvanrlelingen, van scliooituiiitjes zelfs, omdat zij begrijpen, dat bet veel \vaavd zou zijn, indien de volksschool met de kennis van lezen en schrijven en n kenen wat liefde voor de natuur kon meegeven aan den twaalfjarige, dien zij zoo noode de wereld ziet ingaan. En dan, een feit uit den allcrlaatsteu tijd doet ons mede hopen, dat de fi'cin/l iu de beoefening; van de kennis der natuur geen voorbijgaand iets zal zijn. In het pas por Staatscourant bekend gemaakte programma voor de toelating tot de Rijkskweekscholen is deze wijziging gebracht, dat voortaan van de veertienjarige kandidati n zal w or den verlangd e.'iiige bekendheid met onze voor naamste iulai:dsehe dieren en planten, leder Jus, die leerlingen van de lagere school voor de kweek scholen opleidt, en zoo zijn er in ons land een menigte van onderwijzers, zal aan het leervak kennis der natuur de nooilige aandacht, moeten schenken, en onwillekeurig zal dal gunstig werken op de belaugsleUing in alle klussen der lagere school. liet, zou al vee! zijn, als een knaap, die de lagere school had doorl'iopen. zich schaamde, zoo hij nog geen beuk en berk kon onderscheiden; zoo hij o'm eu wilg en populier, kastanje, els en eseli verwarde of zoo hij eiken nif', van linden wist, te onderkennen. Daar moet liet heen, en als eenmaal dat, meest gewone algemeen bekend is, dan zal menig weetgierig hartje naar meer uraan verlangen, dan zal er gegrepen worden naar degelijke lectuur over planten eu dieren, om steeds liet gelezene aan de werkelijkheid te toetsen, waar dat eenigszins mogelijk is. Nu is het, nog vaak bedroevend te merken, hoc weinig het volk van natuurgenot kei/.', maar laat ons hun niet, te hard vallen; hur.'- -oorbereiding was dikwijls zoo heel gebrekkig, hr> .evenszorgen zijn soms zoo zwaar. Velen echter, voor wie die verontschuldiging niet geldt, loopei ook rond met, gesloten oogen, terwijl zoo zij z openden, het altijd weldadige gevoel van bewoi jering hen met, heerlijken gloed zon kunnen door^iroomeu. ' F. J. v. U. fS>-^ De heer lienéDoumic, in Amsterdam door zijn voordrachten welbekend, verzamelde een aantal degelijke, doorwerkte studio's onder den titel : Fssais sur Ie tlnVitre contemporain" (Librairio l'errin ..V Cie). Zoowel Dumas on Sardou, als Rodenbach en liarres krijgen hun beurt. Ileclaines. 40 cents p er regel. IIoof»l-I>epót VAN Dr. JAEGER'S ORIG. Somaal-Wolartlelefl. K. F. PEUSCIILE-BEXGEK, Amsterdam, Kalrer.iti-aat 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederland. H. R AH R te Utrecht. Pianofa?>riek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's. MEIJROOS & KALSHOVEN, Arnhem. Piano-, Orgel- eu Muziek!* audel. Ruime keuze in Huurjuano's. La maison HIRSCH & Cie. nous prie d'intormer les Dames qu'a l'occa^ion du prcchain Bal de la Cour, qui aura iieu a La Haye Ie 2 Janvier pn, elle organise dans ses salons ct'üir tage, une exposition spéciale de Robes de Cour et de Toilettes de Bal Cette exposition, qui promet en fait de toilettes de véritables merveilles de gout et de richesse. s'puvrira dans un decor feerique, Lundi 14 Décembre.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl