Historisch Archief 1877-1940
No.1016
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjS.
Twee teerlie dagen.
(Slot.)
Nog twee mannen der wetenschap voerden op
Vrijdagmorgen het woord, Dr. G. C. van Walsem,
die sprak over: //De psychiatrie en de psychiaters
tegenover het alcohol-vraagstuk" en Dr. F. A.
Delhez ter behandeling van het onderwerp //Alco
hol als geneesmiddel."
De eerste kwam o.a. tot deze conclusiën: //Het
ligt direct op den weg van den psychiater actief
deel te nemen aan den strijd tegen het alcohol
misbruik, als zijnde dit een stuk specialistische
hygiëne;" ,/Het is mogelijk en wenschelijk in
Nederland te beginnen met in het huiselijk leven
in de krankzinnigengestichten de geheel-onthouding
toe te passen" (hierbij wees spr. op krankzinnigen
gestichten te Londen, te Heidel berg, enz., waar
dit al geschiedt) en De organisatie van
dronkaardsasylen en de verdere ontwikkeling daarvan behoort
tot het terrein der psychiatrie."
Dr. Delhez concludeerde:
1. Bij het voorschrijven van alcoholica als medi
cijn, is een even nauwkeurige individualiseering
en doseering, alsmede aangifte van den duur van
het gebruik noodzakelijk als bij andere medicijnen.
2. Leeken zijn onbevoegd alcoholica voor te
schrijven.
3. Een groot deel der waarnemingen van gun
stige resultaten der alcoholwerking berust vermoe
delijk op suggestie of auto-suggestie van medicus
of patiënt.
4. De ervaringen voornamelijk in Engeland
opgedaan ten aanzien van ziekenbehandeling zonder
alcoholica, maken het waarschijnlijk, dat het alcohol
gebruik in de therapie aanmerkelijk zal blijven
dalen.
Vrijdagmiddag werd de rij der sprekers geopend
door den heer N. J. v. d. Lee, die sprak over
Belasting als bestrijding van alcoholgebruik."
Een staat, die drankbelasting heft, kon dit doen
uit tweeërlei motief:
Ie. om de schatkist te stijven,
2e. om het drankmisbruik tegen te gaan.
Het eerste motief verdient alle afkeuring, om
dat het berust op een onzedelijk beginsel: munt
te willen slaan uit de ellende der burgers. Wat
het tweede betreft, men heeft geen enkelen
redelijken grond om aan te nemen, dat door de helling
van eene drankbelasting het misbruik zal vermin
deren. De ervaring in Frankrijk, Belgiëen Neder
land opgedaan in welke lauden met de belas
ting de consumptie is gestegen heeft tenminste
niet bewezen, dat het heffen eener draukbelastiug
als maatregel terdrankbestrijdingaanbevelenswaard
is. Eene verhooging van de belasting, welker
invloed merkbaar zou zijn op het verbruik, is
trouwens niet door te voeren. Van een' staat,
die drankbelasting heft, zijn geene afdoende maat
regelen te wachten tegen het alcoholisme.
Bij het debat over dit onderwerp wees prof. Van
Rees er op, dat eene drankbelasting alleen dan als
belasting niet onzedelijk en als middel tot
drankbestrijding Afdoend zou zijn, wanneer de opbrengst
werd aang -.end voor de bestrijding van het alco
holisme. *)
Vervolgens sprak Jhr. J. Ortt over //Cantine en
Alcoholisme. '
Wie van .?e toehoorders op het Congres tot op
Sept. in de meening mocht hebben verkeerd, dat
de onthoudei s allen ziekelijke dwepers zijn, moet
geheel en al ran deze dwaling zijn teruggekomen
door de kennismaking met twee onthouders als de
oud-zeekapitein Vantterwaarden en kapitein Ortt,
twee mannen, die u doen denken aan Tromp en
De Ruijter. Do eerste forsch en kloek, alsof hij
we hoorden die opmerking maken en vonden
ze zoo juist ?? alsof hij zóó was weggeloopen
van de //Schuttersmaaltijd;" de laatste //én stuk
muiteer."
Jhr. Ortt noemde het verkrijgbaar stellen van
alcoholische dranken in de militaire cantines en
a/b van onze vloot:
1. uit een gezondheidsoogpunt onnoodig, zelfs
nadeelig. Hierbij wees hij op de
Noordpoolvaarders, die ook wel eens last van kou of //nat
tigheid" zullen hebben en die, daar de ervaring
hun leerde, dat zij beter tegen, koude en vermoeie
nis bestand waren zonder, dan met alcohol, geene
alcoholische dranken meenemen op hunne tochten;
op de 23,000 geheel-onthouders in het
EngelschIndisch leger, die weer beter bestand blijken tegen
het tropisch klimaat en de vermoeienissen, dan de
dubbel zooveel niet-onthouders in dat leger. Verder
steunde hij zijne bewering op uitspraken, als deze
van prof. Donders: Al de onzin, die er geschreven
en gesproken wordt over het nuttige en goede
van den alcohol, is n bijtend sarcasme, dat aan
idiotisme doet denken."
2. uit een disciplinair oogpunt zeer i/ctanrlijk.
De korporaals hebben geene afzonderlijke
cantine en een der verordeningen zegt: Meerderen
mogen niet met minderen in drinkgelag verkeeren!
Dat het niet anders kan, dan het prestige scha
den, wanneer een onder-officier een' der minderen
gelast, hem in iederei. kop koffie een ferm glas
cognac te schenken en zich dan op ecu' morgen
een zeer groot aantal koppen koffie laat brengen,
zal ieder moeten toegeven.
3. uit een oogpunt van dienst verslappend.
Onze sportsmen weten het bij ondervinding, dat
ze meer kracht en weerstandsvermogen hebben bij
onthouding, dan bij zelfs een matig gebruik van
alcoholische dranken.
4. uit een zedelijk en maatschappelijk oogpunt
onlogisch en verkeerd. Het baden en zwem
men buiten toezicht is deii soldaat verboden, om
dat .... er wel eens een verdronken is bij het
baden. Laat een der manschappen een stukje
brood op zijn kastje liggen en wordt dat dooreen
ander gestolen, dan wordt niet alleen de dief met
provoost gestraft, maar ook ... hij, die hem in de
verzoeking bracht. Maar hoevelen er ook al mogen
verdronken zijn in den poel der drankzucht, het
drinken wordt niet alleen niet verboden, de Staat
zelf verschaft den drank, is zelf de verleider. ..
die in dit geval niet wordt gestraft natuurlijk.
Spr. concludeert: dat het voor militairen van
belang is, dat alcoholische dranken niet verkrijg
baar zijn onder sanctie van de regeering.
Ik kan niet nalaten hier even den wensch uit
te spreken, dat er, zoolang er nog cantines zullen
zijn (hoe eer ze zullen verdwijnen, hoe liever het
me wezen zal), kapiteins zullen worden gevonden,
als jhr. Ortt.
De heer P. v. d. Meulen voerde nog het woord
over: Bier als volksdrank. Hij kwam o. a. tot
deze conclusie: Redenen van cconomischen,
sociologischen, ethischen en hygiënischen aard dringen
tot den strijd tegen deze bierdrinkgewoonten."
En onder de middelen, in dezen strijd aan te
wenden, noemde hij onder meer: Het tot stand
brengen en bevorderen van gelegenheden tot ont
spanning, ontwikkeling en gezellig samenzijn zon
der bier".
De rij der sprekers werd gesloten door Dr. S.
Birnie, die de vraag behandelde: Wat moeten wij
drinken?"
Voor den Zaterdag waren mijne verwachtingen
hoog ge-spannen. Indien ik had moeten kiezen
tusschen de beide dagen ik was innig blij, dat dit
niet behoefde zou ik onmiddellijk den Zaterdag
hebben gekozen.
Wat mooie onderwerpen!
Daar zou worden gesproken over:
Zending en alcohol, door ds. J. W. GunningJr.
Zondagscholen en onthouding, door mejuffrouw
E. C. Knappert.
Sociaal-democratie en onthouding, door mevrouw
N. van Kol.
Het beginsel der onthouding, door ds. A. de Koe.
De rol der vrouw in den drankstrijd, door mej.
Titia van der Tuuk.
De kindeibondeu, door mej. H. W. Crommelin.
De ?chool en het alcoholisme, door F. M. Schmidt.
Schoolliteratuur, door Th. W. van der Woude.
Ik ben niet teleurgesteld in mijne verwachtingen:
De Zaterdag is niet minder vermoeiend, maar ook
vooral niet minder belangrijk, niet minder gnnolni!
geweest, dan de Vrijdag. De debatten waren veel
geanimeerder dan Vrijdags; soms zelfs ging het
heftig toe; gelukkig is de toon steeds een humane
gebleven.
Vooral over de sociaal-democratie in verband
met de geheel-onthouding, over de kinderbonden
en de zeer belangrijke quaestic van de gelofte op
Zondagschool en kinderbond, is veel van gedachten
gewisseld. Ik wil hierover geen verslag geven:
zoowel het maatschappelijk als het opvoedkundig
gedeelte komeu mij belangrijk genoeg voor, om er
later eens een afzonderlijk artikeltje aan te wijden.
Besloten is, dit eerste nationaal congres te doen
volgen door een tweede, in het voorjaar van i V.KS
te houden. Dat, dat tweedeeven goed moge slagen;
dat het een even groot succes moge worden, als
dit eerste is geweest. Dat het weer alle leden
van dit eerste (eu nog veel, veel meer) moge
samenbrengen. En vooral, dat wij dan nog in ons
midden zullen mogen hebben de beide grijsaards,
die tot het welslagen van dit congres nog zooveel
hebben bijgedragen, die de aantrekkelijkheid er van
nog zoo hebben verhoogd. Dat hij dan weer een
oogenblik ons allen moge bezielen, zooals hij het
ditmaal gedaan heeft, de oude Adama van Scheltema.
Ja, het was een heerlijk oogenblik, toen de nog
krasse grijsaard na de rede van mejuffrouw Vau
der Tuuk het woord nam, om te zeggen, dat wat
zij als het toekomst-ideaal der vrouw had geschetst,
al werkelijkheid is; dat de vrouw, voornamelijk in
de hoogere kringen, veel meer dan de man den
strijd tegen den drankduive! voert; dat hij zelf
voor de geheel-onthouding werd gewonnen door
eene vrouw, mevrouw Wightnian, die, S] jaren
oud, nog medestrijdt in de gelederen; en dat, als
maar de vrouw het stemrecht had.... Daar dondert
eensklaps de geheele zaal. De spreker kan niet,
voortgaan. Eindelijk, eindelijk is de storm bedaard
en hij vertelt verder: van der vrouwen arbeid in
Amerika, in Engeland, in Noorwegen; en met eene
van aandoening trillende stem, maar tevens met
kracht, klinkt, liet uit des grijsaards mond: God
zegene onze lieve vrouwen, onze moeders en zus
ters en geve haar, haar heerlijk doel hoe langer
hoe meer te bereiken.''
Hij moet veel goede, lieve, edele vrouwen ont
moet hebben op zijn levenspad, de oude man die
zoo sprak. En dure plichten leggen zijne verwach
tingen ons, jonge vrouwen op.
Wij zullen beproeven, ze te vervullen, r///,:t
grand old man!
*) Zooals dat, naar we meeneii, in Noorwegen
geschiedt. Noot van den Schr.
Vrouwenarbeid,
(D o a. s. t c n t o o n s t e 111 n ^r.)
Het hoofdbestuur van de in l V.)S te houden
Vrouwenarbeid-tentoonstelling heeft n wijzen
maatregel genomen: het avant, pendant et après"
over vijf jaren uit te strekken. Als zij er nu maar
voor zorgt //leven in de brouwerij te houden" en
voortdurend over zicli te doen spreken; onge
vraagd wil ik daar gaarne een handje aan mee
helpen, eu .. . gratis de functie van de agitators
in politiek, op dit vreedzame terrein, waarnemen.
Het besluit van agitator" te zijn heeft mij
een nachtelijke cauchemar bezorgd . . ik zag . . .
een kleine zaal die niet drie ongewasscheu vensters
op een donkere binnenplaats uitkeek; er stonden
in elk der vier hoeken eene vitrine met verouderd
borduurwerk en eenige verlepte beschilderde
waaiers; in 't midden bevond zich eeii tafel niet,
eenige beschreven vellen papier over Bewaar- en
Zondagschoolsystemen; de papieren waren niet
beduimeld, er lag een stofsluier overheen; zes
Weener stoeltjes stonden om de tafel; als
eenig levend wezen liep een muisje over den
zandige.i vloer... en scheen niet, zeer tevreden na
zijn inspectiereis; het muisje ging op zijn staartje
zitten met de voorpootjes voor de oogen en weende :
niet eens een hollandsche kaas om in te kruipen,
wordt die ook tegenwoordig door ,,//n/,tcii gemaakt ?"
In een aangrenzend vertrek hoorde ik diepe
zuchten ; meeuende dat iemand in pijnen lag spoedde
ik mij derwaarts, daar zaten zeven dames...
dames? Ja, althans zeven vrouwelijke schimmen,
met ingevallen kaken, puilende oogen, de uitge
trokken haren nog tusschen de in wanhoop
saamgewrongen vingeren.
Wat is er gebeurd? vroeg ik belangstellend.
Maar zij konden niet meer spreken zij hadden
reeds zooveel gesproken en 't had toch niet ge
holpen; zij hadden natte compresseu om de keel
gebonden en 't eenige hoorbare geluid dat zij
voortbrengen konden, was in koor te zuchten.??
Eene wees mij met een Hacbeth-vinger" naar de
tafel en hier lagen hoopen papier, brieven, couran
ten, rekeningen, kasboeken, een van de kasboeken
lag open en toonde een uadeclig saldo vau ? 22,100.
Ik begreep dat het Bestuur graag de schulden
zou willen betalen, doch dat de mannen" van de
ijiili'iinici.le dames (de minderjarige !) het geld niet
wilden geven, en dat de ongctrouwden van het
//Bestuur" ongefortuneerd waren.
Oef! wat akelige droom; ik ontwaakte met, een
hartklopping, keerde mij om, en hervalleu in
Morpheus armen opende zich voor mijn blikken een
geheel ander tooneel.
Twaalf groote zalen in een kristallen paleis be
schenen door een liefelijke 3uni/.on. Boven elke
zaal prijkte liet wapen van een der elf provinciën
van Nederland, boven de 12de zaal de Indische
gekleurde trophecën. Die groote zalen hadden
afdeelingen voor nijverheid, kunst, maatschappelijk
werk, fabriekwezen, elke provincie werd beheerd
door jonge meisjes in nationaal costuum. Het
was een gewcinel, een volte, vüin'i>/ van /w/v/w .. .
en men hoorde overal bewonderende uitroepen :
U'ie had dat, gedacht. Hoe mooi en hoe practisch
ingericht! Wel, die vrouwtjes, die vrouwtjes!
Nu, men kan zien //Ce que femme vent..." en
daar ginds in een paviljoen is de persafdeeling;
ze zitten toch overal in! Kn ze hebben zoo maai'
haar i'itjeii ',/:////'//.' OHiciecl orgaan voor de vrou
wen-tentoonstelling".
Zeer goed gezien : al de mededcelingen aan de leden
aan de verschillende provinciale besturen, plannen,
projekten, financieel beheer, nlli-x vindt men daarin
terug sinds liet /?/»'/? in l S% geboren werd ; zij zijn
praktisch ! Daar heb je eerst het verzamelde waar
borgfonds: ?30,000, dan de benoeming der
subcommissiën: elf voor Nederland, n voor Indië,
verder de uitnoodigingeii aan vrouwen van naam,
de bescherming der koningin, enz. enz. Alles ge
schreven, geteekend, gedrukt, door vrouwen; om
het de inzendsters gemakkelijk te maken worden
alle onkosten door het hoofdbestuur gedragen, op
die manier kan de industrieele inzcndster nog eenig
voordeel van al haar moeite verwachten. Er is ook.
een vrouwenkoor, dat 's middags tusschen 3
luur, vaderlaudsehe liedjes zingt en 's avonds in de
tuin vrouwenorkest. Vrouwelijke artsen en apothe
kers honden hier een gratis kliniek; vrouwelijke
photografen maken je portret voor niets; (dat is
begrepen in de entree-kosten); vrouwelijke kapsters
en Beheersters (zooals in Duitschlaud) zorgen er
voor dat je er uitziet als een Apollo; daarbij zijn
er gevarieerde matiuée's, safuugcsteld uit dames
artisten, die voordrachten houden, musiceeren,
rcciteeren, zij reciteereii ook verrukkelijke walsen,
spelen kleine stukjes en dat alles met een lijaheid
van smaak. ..
Voor het recreatieve is dus gezorgd naast het
ernstige; hier zijn vertegenwoordigd de garen- en
baudfabrieken, kaarsenfabrieken, tapijtfabrieken; het,
bereiden van melk, boter, kaas; brood- eu
koekbaksters; verder de landbouw met zijn veestapels
en hoenderteelt; natuurlijk ontbreken de modes er
het allerminst en de corsetfabriekeu zijn in volle
werking; ook zien wij meisjes haarwerksters en
horloïemaaksters. . . enliu, er is van alles en nog
wat; nooit had men kunnen denken dat de vrouw
zóó onmisbaar was! Eii dan, het eigenaardige van
de kook- en vakschool is, dat deze niet in droge
verslagen te bestudecren zijn, maar in volle wer
king; elkeii middag levert hier de afdeeliug
kookschool het uoodige voor drie restauraiit-meuu's en
s morgens kan men de theoretische lessen volgen,
die worden publiek gejicvcn, alles tengevolge vau
de eenmaal betaalde entree, elke vrouwelijke school
is hier /// //////</ vertegenwoordigd ; alles even nieuw
en origineel, liet loopt er ook storm; in Augustus
zal het nog heel wat anders zijn als Amsterdam
vol vau vreemdelingen is voor de
huldigingsfeestcn. . . nu reeds, een maand na de opening, zijn
alle kosten gedekt... 't was te voorzien: men
zegt,'' dat het enorme batige saldo dienen zal om
(bij een volgende, dan /////'/-nationale
VrouwcuarbcidTentoonstelliug) een eigen palcis, door een vrou
welijk architect ontworpen, te bouwen, en waarvan
ook elk onderdeel door vrouwen gemaakt en ge
leverd zal worden. Heerlijk! die tweede droom : de
vrouw, de Nederlandsche vrouw boven aan de
sport der beschaving! Mij kwamen daarbij de woor
den door een commissielid gesproken in de ge
dachten: //De tentoonstelling zal Iwh doorgaan,
ook al wordt er slechts prulwerk ingezonden, dan
zal men kunnen zien hoe wrinïy de vrouw nog
weet voort te brengen."
Hiertegen wilde ik even protesteeren, de moge
lijkheid moet toch aangenomen worden, dat, om
welke reden ook, vele begaafde vrouwen zich niet
bij de tentoonstelling aansluiten; eenige uit gebrek
aan sympathie, anderen uit gebrek aan geld,
derden, omdat zij het nut er niet van inzien,
vierden, omdat zij geen vertrouwen hebben in de
comitéledeu, enz. enz.
Als do tentoonstelling een //succes" is, zal dit
zeer gelukkig zijn; is zij een //failure", dan zal dit
uicls bewijzen ten nadeele van de Nederlandsche
vrouw in 't algemeen. Vele vrouwen denken: liever
in stilte doorwerken totdat wij rijp zijn om eene
uitstekende tentoonstelling te houden, dan met
kinderachtigen, gebrekkigen arbeid voor den dag te
komen.
Na het krachtige, moedige, enthousiaste optreden
van het hoofdbestuur op de laatste algemeene ver
gadering van 25 Nov. 1.1., mag men de beste ver
wachtingen koesteren.
CATHAKIXA AiJiEU'DiXGK Tm.nr.
IIIIIIIIMIilDIIIIIIIIIMIIIIMIMlIllnillllllIIII
?ItlllliMIHIItllMtltlllllIllllllllllllllllllllllllllllllllltllllIiMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII
Systeem ..Au loulage",
In het nummer van 5 December IS'.iG komt A".
verklaren dat wat over dit systeem geannonceerd
wordt (door onze firma), humbug is en eene
gelijkluidende verklaring van X. komt voor in
l li l XicincA r/ut den Jtti// van ."!() November 11.
Door de gewild scheeve voorstelling door X.
van de zaak gegeven en de anonieme brieven
die ons, naar aanleiding van het stuk in Ili't
Xii'iitrx i-uu den Dut/ werden gezonden, achtten
wij het eerst beter te zwijgen. Xu echter X. in
uw blad zich herhaalt, wenschen wij daarop het
volgende te bemerken.
X'en déplaise X., wordt dit systeem sedert
eenige jaren op de ateliers van de eerste huizen
te l'arijs toegepast met het meeste succes. l IR
uitvindster van dit systeem is daarvoor bekroond
met de gouden medaille.
De heer Worth, door X. als autoriteit in het
debat gemengd, heeft hem vermoedelijk met een
kluitje in het riet gezonden, indien het al waar
is dat X. de heer Worth gesproken heeft, iets
wat wij, bekend met de l 'arijsche toestanden, wel
eenigszins in twijfel trekken.
X. is echter blijkbaar zeer angstig, dat anderen
dit zoo natuurlijk en bij eenige oefening voor
iedereen zoo gemakkelijk te leeren systeom zullen
toepassen en eene zeer te vreezen concurrentie
daardoor voor X. ontstaat.
Aangezien wij echter gaarne elk belangstellende
wenschen te overtuigen van de voordeelen van
»Le Moulage", de ongeëvenaarde coupe die men
door de toepassing er van verkrijgt, het passen
en maatiiemen dat geheel vervalt, noodigen wij
ieder uit, in de eerste plaats X., tot een bezoek
aan ons salon. De fameuse X. kan dan meteen
zijn incognito opheffen. Ken intimus van Worth
behoeft zich toch over zijn naam niet te schamen.
wil ons dunken.
Dankzeggende, mijnheer de Redacteur, voor de
verleende plaatsruimte,
Hoogachtend
E. MAU;K & ('o.
Een handwerk dat niet heel gemakkelijk is,
maar waar de velen die wat kunsttimmeren en
politoeren leeren al spoedig vlug mee omgaan.
is het Oostersch spijkerwerk. De voorwerpen, van
zacht wit lindenhout. kan men in den kunst
handel krijgen; kistjes en kastjes, tagères, houten
portefeuilles, doozen, photogniphielijsten,
schrijftafelgarnituren. Men teekent er zorgvuldig een
Oostersch patroon op, met potlood. Dan neemt
men waterverfkleuren. rood, geel en matblauw
of matgroen, en vult de vakken van het patroon
daarmede, ieder vak eerst wanneer het
aangreni zeilde goed droog is. Men trekt de lijnen van
het patroon met zwarte verf om, vrij dikke verf
opdat het niet vloeit, en de teekoning is klaar.
Het tweede werk is het politoeren, dat men
moet geleerd hebben, of waarvoor men zich althans
de juiste politoer en het juiste procédégoed
moet latan aanwijzen, want alles kan er mee be
dorven worden.
Ten derde prikt men met een stalen priem o t'
heel jne boor de gaatjes waar men de spijkers
zal inslaan ot' liever indrukken, want de mooie
spijkers die noodig zijn, met vergulde, verzil
verde, blauwstalen, roodkoperen, glazen en andere
fraaie koppen, kunnen eigenlijk geen hamerslag
verdragen. Wil men hameren, dan omvat men
den spijkerkop toch met een houtje in den vorm
van een knoophaakje, om hem zooveel mogelijk
te sparen. De werken die men zoo maakt, kunnen
schitterend mooi zijn.
i