De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 13 december pagina 7

13 december 1896 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1016 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Een^ bladzijde van Tlmcydides. Terwyl vo$r velen de herdruk van Pierson's jHellas 1) een verblijdend feit zal zjjn, heeft prof. Naber gezorgd, dat er voor enkelen nog een bij. -zondere surprise zou bijkomen, voor hen namelijk die Hellas indertijd in het openbaar bespraken. En inderdaad, deze surprise is streelend en vreeswekkend beide. Want is het niet om zich groot ?te voelen, als men merkt, dat men met zijn be zwaren niet alleen optrad tegen I'ierson, die toch vooral mensch en aestheticus was, maar ook tegen een der grootste Graeci van ons land? Is het ? ook niet om voor te beven, als men bedenkt, dat men Pierson hier en daar gebrek aan inzicht in de klassieke wereld verweten heeft, en het thans blijkt, dat deze verwijten ook tegen prof. Naber waren gericht ? Want zoo is het. In zijn voorrede zegt prof. . Naber, dat Pierson over Hellas voortdurend met hem in consult is geweest, en er bijna op alle punten eenstemmigheid bereikt werd. »... Wat in Hellas staat, is, voor het werd opgeschreven, herhaaldelijk met mij besproken.. . Bovendien heb ik indertijd de drukproeven onder oogen gehad en myne opmerkingen of bezwaren vonden in den regel een willig gehoor." Dat staat in de voorrede te lezen. Nu wil ik niet alle bezwaren ophalen, die ik indertijd tegen Allard Pierson durfde aanvoeren, ?en ik mij thans zou moeten vermeten ook tegen prof. Naber te verdedigen. Ik wil mij houden aan n bezwaar, dat in een beperkte ruimte kan worden besproken, en waarover, naar mij voorkomt, een objectieve beslissing volkomen mogelijk is. Dat bezwaar geldt de verklaring eener bladzijde ?van Thucydides, den historiograaf van denPeloponnesischen oorlog. 2) Volgens Allard Pierson toch had de stoere ge schiedschrijver hier »een geestige bladzijde" ge leverd, en zijn diepgaanden blik op bet contrast tusschen Atheners en Spartanen tot een humo ristisch hoofdstuk verwerkt. En inderdaad, als men leest hoe Pierson dit hoofdstuk in Hellas navertelt .'!), is men zeer geneigd hem gelijk te .geven. Maar indertijd meende ik, en ik meen dat nog, dat de eer der geestigheid en van dien humor geheel aan Pierson toekomt, en dat Thu cydides zijn roem in de vele andere groote en schoone dingen zoeken moet, die men naar waar heid van hem zeggen kan. Niet dat Thucydides het contrast tusschen Atheners en Spartanen niet opmerkt, doch hij lacht er niet om, en zeker schertst hij er niet mede. Voor zoover ik dezen -auteur van bloed en ijzer ken, heb ik nergens «enig bewijs van gevoel voor humor gevonden, en ik zag nooit een anderen lach bij hem dan af en toe een boozen grijns over de stomheid of de gemeenheid van andere menschen. Dit meende ik vroeger en ik meen het nog, en zie hier de bladzijde in kwestie, voor zoover men het knokige oud-Attisch in modern Hollandsch kan weergeven. »De Lacedaemoniërs, toen de strijd tegen hen in Ithome lang duurde, riepen andere bondgenooten in, en ook de Atheners: deze kwamen 4IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIHIIIIIIIIIIIIIII 6de Jaargang. i;i December 1896. Redacteur: Iluj>. J. LOMAX. Adres : Stonehaven Streatham London S.W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. «HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiilmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMin immuun CORRESPONDENTIE. X. te A. Verzoeke vriendelijk Weekblad van Zondag a, s. te zenden aan Mons. E. l'radignat Saujon France. Mij ontbreken de rubrieken van 27 Sept,, 4 Out. en 18 (Jet. j.l. U zoudt mij zeer verplichten met mij deze te doen toekomen. Bij voorbaat dank. J. F. H. Partij iu dank ontvangen. Van Edward B. Schwann, te Londen. Vervaardigd voorden4en Halfjaar!. Internationalen probleemwedstrijd in dit blad. No. 3(tó. Mat in twee (~2) zetten. a h c d e t' g h Wit: K g7, D lis, P efi en f5, II aöen gl: e3 en h:J --.- S. Zwart: K el, l' \ do en lii = 1. Oplossing van No. 360 (Pradignat ?. l 11 gi, ha 2 l' g2, hgi: S D e3 T enz. K du 3 D e7 v K ei 3 D e o -'.K d.') ;j 1) e 5 v K el 2 I' c5 v, K i'4 :i l' e(i y K e5 3 J' e(i K f l 2 D ei v, K g5 3 l' g2 K S2 3 P g2 onder aanvoering van Cimon in niet gering getal. Men had hen vooral geroepen, wijl zij den naam hadden bekwaam in het vesting-bestormen te zijn, doch toen het beleg lang duurde, bleek daarin iets bij hen te ontbreken, anders toch hadden zij de vesting stormenderhand genomen. l^n uit dien vcldtoeht kwam liet tusschen La cedaemoniërs en Atheners r oor het eerst tot een' openlijke daad van vijandsehap. Want de Lace daemoniërs, toen de sterkte niet stormenderhand genomen werd, begonnen het durven en de nieuw doenerij der Atheners te vreezen; ook bedachten zij dat genen van een anderen stam waren,'en vreesden, als zij bleven, allicht werden zij door die in Ithome tot hun zaak overgehaald: daarom dan stuurden zij hen alleen van alle bondgenooten weg, zonder hun argwaan te zeggen, doch enkel bewerend, zij hadden genen niet meer noodig. De Atheners echter begrepen dat zij niet om een gunstige reden waren weggezonden, doch er een verdenking ontstaan was, er niet van zins dit van de Lacedaemoniërs te verdragen, zoodra zij waren weggetrokken, Heten zij het reeds gesloten verbond met Sparta tegen de Meden varen, ver bonden zich met de Argiven, de vijanden der Lacedaemoniërs, en traden tevens met de Thessaliërs in verbond". Zoo ongeveer laat Thucydides zich uit, en ik erken gaarne zijn inzicht en zaakrijkheid, doch van geestigheid, ik zeg het nog eens, zie ik geen spoor. Waarom dan zag Pierson de geestigheid wel V Omdat hij n enkelen zin, naar mijn mee ning, onjuist heeft opgevat, en wel den zin, door mij in cursiveering en met verklarende uitvoe righeid vertaald. Allard Pierson heeft blijkbaar gelezen : en bij dien veldtocht werd voor het eerst hel verschil tusxcJtcn Atheners en Luceilaemunii'rs duide/ijk. En indien dit de goede opvatting was, dan voor waar zou men reden hebben, om aan Thucydides geest toe te schrijven en te begrijpen dat Pierson hem met humor navertelt. Maar ik houd het er voor, dat die opvatting niet goed is, en men zonder erbarmen aan Thucydides dit compliment over zijn geestigheid weder ontnemen moet. Eigenlijk draait de kwestie om drie woorden. Er staat in het Grieksch iliii/iltora jiltanei'd rrje?tielo. Het woord d-iaji/mra kan beteekenen rcrxcliil (onderscheid), maar ook yexhil (vijandelijkheid). l'hnncra egeiteto werd door I'ierson vertaald, verbeeld ik mij, als treril duidelijk: volgens mij moet het zijn een openlijk ml. geschil| oittxtoiul. Maar de hoofdzaak is gelegen in het woord diapliorn, en de vraag is, of men hier van oen rerschil of een //cschil moet spreken. De lezer ziet, dat men hier voor een onzekerheid staat, zooals men er ook wel een bij een oiid-Hollandschen schrijver zou kunnen aantreffen. Om welke redenen nu zou men moeten spreken van een //eschil en niet van een rtcschil ? Vooreerst geloof ik, dat de meerderheid der filologen het altijd zoo heeft ingezien. Mijn uit gave althans, die van Boehme, verklaart de plaats zooals ook ik ze opvat, en treedt niet in polemiek met andere meeningen. Xu echter prof. Naber naar alle waarschijnlijkheid I'ierson gelijk geeft, Opgelost door C. Kockelkorn (2'x>). Beoouleeling 'Xo. 360). Hier halte ieh die Einleimng (l K g-1 ! 2 P g2 : für werthvoller ala den zweizügigeii Schlnss des Hauptspiels, bei de'D der Springer al eine zn nritergeordirete Itdle spielr; brigens bat der Ver Tasser alles geleistet, \vas aus der Idee zu inaeheu \var. C. Kockelkorn. TWEEDE NAT. CORRESP.WEDST1SIJD. Aeht-en-veertigbte zet van 2wart. A B F mag ik niet beweren, dat alle voorname filologen hier hetzelfde denken. Ten tweede, er was voor Thucydides een zeer goede reden om het incident van Ithome als de aanleiding tot de eerste openlijke daad van vijand schap tusschen Spartanen en Atheners te kwalificeeren. Kort te voren heeft hij verhaald, hoe Themistocles er in slaagde, zeer tegen den zin der Spartanen, de muren zijner stad te bouwen, en hij voegt er bij : de Spartanen, toen zij dit vernamen, toonden geen openlijken toorn tegen de Atheners, doch zij waren in stilte misnoegd. 4) Niet meer dan natuurlijk dus, dat hij wat later spreekt van een eerste openlijke daad van vijand schap. Ten derde. Het heeft er zeer weinig van, dat de Spartanen eerst bij Ithome van nabij de Athe ners leerden kennen. Het is waar, I'ierson laat zich voorzichtig uit; hij zegt: het blijkt, dat de Spartanen hun volkgenooten uit Attika tot dusver nooit goed hadden gekend." Maar zelfs in deze voorzichtigen vorm is de opmerking, dunkt mij, onjuist; de Spartanen hadden de Athe ners vele malen van nabij gezien, en vele malen kennis gemaakt met het lolnicroit. het durven, dat hen thans bij Ithome benauwd maakte. Want, om de zaak niet verder op te halen, de Spartanen wisten alles van Marathon, indien zij ook al te laat kwamen om mede te vechten. Zij wisten er alles van, en dus ook dat bij die gelegenheid het Atheensche durven den strijd beslist had, want het was door dit durven, dat de Atheners in het oogenblik van het gevaar een nieuwen manoeuvre uitvonden. Na Marathon Salamis. Wat '! In wien heeft het tolinèron, de koene durverij zich schitterender geopenbaard dan in Themistocle?, die alles op het spel zette om dien oenen slag te leveren ? En de Spartanen waren bij Salamis, en zagen j het. En Themistocles was zeer bekend in Sparta en daar fieëerd als geen andere uit het nietSpartaansche Hellas. Na Salamis Plataeae en Mycale. En bij l'lataeae zijn de Atheners niet achtergebleven, en te Mycale zijn zij zelfs vóór geweest, want zij wilden dat de daad van hen was en niet van de Spartanen De Spartanen hadden dus alle gelegenheid gehad oin den Atheenschen aard te leeren kennen, en er is geen enkele reden om te gelooven, dat deze bij Ithome eerst hun duidelijk werd. En dus is liet, naar mijn meening, //cschil eigen rirschil. En nu reken ik er niet op, dat prof. Naber zich verder met deze zaak zal inlaten, doch dankbaar zal ik zijn als een ander graecus er zijn neus eens in wil steken. Cn. M. VAN DuvKXTi;:;. !) Hellas, door Dr. A. I'ierson, tweede drukmet een inleidend woord van prof. S. A. Naber. Haarlem, II. D. Tjeenk Willink, ISiMi. _') '/iiti.i/rlides. I. c. lO;,'. :',) lle/li'ix, blz. 17:1-171. 4) T/nii-i/didi-s, I. c. HL'. l 3 T bl S K f2 6 aó K u4 7 P (?(> | ' S II gi: S) K ut 10 IüA l gc^on zet ontvangen. De heer 8. weigert het in F 10 aangeboden remise en verwacht opgave van dcu 4sün zet van \Vit, die tot heden niet is ontvangen. -i. -I. S. UIT DE SCHAAKVVK1.F.LD. NATIONAL K SCJI AAK WEDSTli 1JD, uitgesübreven door liot s(;ha;ikge^t:l.schap ..Stauiuon", ter grlegeiiheid van zijn ^5-jang licstaan, van lij tot 21J November I8!)i;, 111 het Uut- d<_lieui-.s" te <i ruilingen. De uitslag was als volgt: 1ste kla^e; lo pciis. Groo'c xiLvcix-u nu-tlailU-, vorrevd '''H-r H. M. de Koningin, en ? 4i), de lieer jhr. A. K. v.iii Foreest, Amsterdam. ' 'Je iJfij>. Verguld /il veivn m t: d a i 11 e en _/' 20 d*j heer W. Jï. H. MPIIUMM, Aai-trrdam. : 3o pvi^. XilvtjrtMi iiiedailSe n\ / Vj do lieer M. I. , K. L, Utrecht- ' -i d e ['''ij-j. Kun-i voorwerp d<- l ir "r j t. B! c ijl; m,?!:?<, Amsterdam. j <i. KunM voorwerp of/ ld. . aangeboden door den heer I-'., van Dien te ArDMrvdain. v-mr ».i u n >pcicr, , dio Lel herde lesultaai liecl'i -t-ha-l t"gni de \iv\\~.winiier.s, dc heer H. b. van .diijn u ronin-i n. /'. Kuiiöt»-ourw(.:rp, iiangcbodcii door dm hrei' dr. ! N. W. liiiei'ma Ie Cïr^ningen v ooi- lu-t lid van Staiinidii", <lat na de pri'j'-winner.s liet l.ie>U- resuïla.d h>.'e!"l g.-ha:i. \ de heer H. \Vier.Mjma, l'e'/e. i-, (i ouden medadle, a-ingeinsU'n door de YI.T'vniging tot 1). v. h. vreemdelingen verkei. r te (i rollingen , V1 ioc j een der ze> IjL'rfte spelers, die de gi'out.itt- ]-ci> hut-l'; moeten inakeii. Voor df /en prijs kwamni in aan- ; nier kingen de heeren van Foree^t, ^Le uiers r n I). ljlei"jkiuan. Ouder goedkeuring vau ht-t l.K'>tuui' hèh h'.1 u ! genoem<!e heeren vastgesteld eei.e nieuwe mateh te Amsterdam te houden. i <1. Kunst voor w<'rp, coii'lolcane.j-prijs. aangeboJ«.'n : Twee portretten door Edmondo de Amicis. Edrnondo de Amicis, die tijdens zijn laatste ver blijf in Frankrijk bezoeken bracht aan Jules Yerne door den heer Fokker te Haarlem, de heer L. H. Deelman ixn., Groningen. 2de Klasse : 1ste prijs. Groote bronzen medaille, vereerd door door' 11.^\I. de koningin regentes en ? 25, de heer H. D. }',. Meijer, Amsterdam. 2de prijs, yulveren medaile en ? 15, de lieer 11. v. Dam, Leiden. 3de prijs. Zilveren medaille en ? 10, de heer dr. X. W. Jïoerma, Groningen. ide prijs. Kunstvoorwerp, aangebodsn door den heer prol', mr'. 11. J. Drucker te Leiden, de heer II. Scheltens. (iioniugen. 5de prijs. Kunstvoorwerp, aangeboden door den heer prol', mr. H. J. Drucker te Leiden, de heer H. lillitema Zuidbroek. (jdn prijs. Kunstvoorwerp of ? 7.50 do heer l'. D. van Zeeburgh, Groningen. 7de prijs Kunstvoorwerp of ? 5 de beer K Dijk veld Stol. Fenruui. Se prijs. Souvenir, de heer .1. Dijkveld Stol, Ulrutn. ". Kunstvoorwerp, aangeboden door den heer A. G. Koos te rollingen, ouder de^eli'de voorwaarde als in de l o klasse sub //, de beer E. Wieling, Uromngen. /'. Zilveren medaille, aangeboden door de Yereeuig rg ter bevordering van het Vreemdelingenverkeer b' (ironirigc.il. voiii' een der tien beste spelers, etc., j de heer li. van Dam, Leid, u. | ?' Kunstvoorwerp, eondideaneeprijs, aangeboden ; *.oor den heer Fokker te Haarlem, de heer l'. P. X. Daerens, Groningen. : Voor de Ie en ?><?. klasse. j Zilveren medaille, aangeboden door- den Leer J. Spornheljer te Hooge/anl. vmM1 deli \\ inner der partij. welke hei minst aantal zetU-n bevd'i. de heer i-',. Wieling, Groningen, in elf feiten. ?i. Zilver- n medaille, aangeboden doi.r het schaakg* nouNr!i:i p ,.1'alla^' te l'.'venier. voiii' den winner van 'ien mee.sl bnljan! u'e-pee! ie pa'l'j. 'L /.iheii'ii medaille, aangeb..den door lu-t studenten schaakge/.clschap .. I/idc-ndo Sludeiniis" t" Groningen, voor de best ge-peelde par"J van mededingers uit :' de stad en prof. Groningen. Leli uan'de van l' 5.?aang''d vfen door dt u heer liad. .1. Loiiian t ? L>ii; ien. eer, lid van ..Si ailnlon,'' voor den \\inner van ,ie iu>''N;e ganlluet. laniegamblet liuileilgeslol en l : Ute. kla-se. 'f F"i:e waard'; V;MI /' 5.?aaii-' b ideir d-ior led v.eeKblad ..-' .1.. -/.-/'.' ..,,,../_ de/.el!-u voonva arde l\ r beoor deeling van de parti|;;n. welke voor- do vier bovengenoeni te pr'j^eti in aanmerking komen. zal eene jury bennemd w-irdeli. l'e heer l'ak ie Rotterdam vi-r/oeht ons mede te deeleu dal zijn naam air.tMevelijk onder de deelneiniTs tu Groningen m mi/e rubriek vo- u'kwam. \\ e! bad bij /..el en aan Victorien Sardou, geeft in de NuovaAntvloyia twee interessante portretten van de beide «meesters", zooals hij die bij hunne letterkundi gen arbeid heeft waargenomen. Jules Verne ziet er, volgens den Italiaanschen schrijver, uit als een staatssecretaris of een ge pensioneerd generaal; niemand zou hem zijn 08 jaren geven. Hij heeft niet de minste kunstenaarsijdelheid. Als hij een nieuwen roman voorbereidt, begint hij met zooveel mogelijk historische en geographische werken te lezen over het land, waarin zijn verhaal zal spelen. In. den loop van die s;udie doemen de personen en de gebeurte nissen van den roman voor zijn geest op. Zijn voornemen is, een zijner «Voyages extraordinaires" te plaatsen in elk der tot dusver bekende streken van den aardbol. Zal hij echter lang genoeg leven om dit voornemen ten uitvoer te brengen? Als het hem niet gelukt, zal het niet aan zijn ijver liggen. Jules Verne staat eiken morgen te vier uur op en schrijft dan tot twaalf uur des middags. Hij gaat geregeld te negen uur naar bed, met uitzondering van twee avonden per week, waarop hij met zijne vrouw het GrandThéatre te Amiens bezoekt. Sedert acht jaren zijn zijne vrouw en hij niet te Parijs geweest. liet süHe en rustige leven in de provincie bevalt hun uitstekend. Hun grootste genoegen is, op hun uitgaansavondeu te dineeren in een uitstekend restaurant tegenover den schouwburg. »Bij die «escapades" zegt Jules Verne »amuseeren wij ons even goed als een paar jonggehuwden in hun wittebroodsweken.'' Sardou gelijkt, volgens De Amicis, een beetje op een priester, een beetje op een hooggeplaatst geestelijk diplomaat van het pauselijk hof, een beetje op Napoleon, een beetje op Voltaire en een beetje op het schelmsch glimlachend portret eener actrice, dat hij (de Amicis) den vorigen dag achter een winkelraam had gezien. In zijn hoedanigheid van vreemdeling beklaagde de Ita liaan zich over tle buitengewone radheid van tong, waarmede de Fransche acteurs hun rol zeggen, zoodra zij die goed kennen. Sardou gaf dit vol komen toe. »Die manie", zeide hij «heeft mij meer dan eens wanhopig gemaakt. Sarah zelve wordt somtijds onbegrijpelijk: op de algemeene repetitie is zij goddelijk, bij de première overweldigend, maar daarna wordt het een dolle ren totdat het scherm valt. Ik heb haar eens te Nice gehoord; daar was het nog erger dan te Parijs: men hoorde niets dan ta ta ta ta ta; zij en Laar kameraden schenen schooljongens, die hun les zoo vlug mogelijk aframmelen om zich van een corvee at' te maken. liet was afschuwe lijk : men zou er met een wandelstok op hebben willen inslaan.'1 (ielukkig heeft de heer Sardou, die op zijn manier een bezadigd man is, dit voornemen niet ten uitvoer gebracht. Het is intusschen interessant te vernemen, dat hij geen onvoorwaardelijk bewonderaar is van zijne meest begunstigde vertolkster. Boekverkooping. De bibliotheek van wijlen Dr. Jan van Vloten, welke een tiental jaren door de familie voor den overledene in haar geheel is aangehouden, zal in het voorjaar door de lirma Uurgersdijk i Niermans te Leiden worden geveild. De bibliotheek is zeer belangrijk, vooral op het gebied van kunstgeschiedenis, buitenlandsche letterkunde, geschiedenis en philosophie. Zij bevat ongeveer liuun nos. De fraaie verzameling over Nederlandscho letterkunde is echter door de familie teruggehouden. hervat Do zevende partij werd na 75 zetten aN mise afgebroken Stand: Lasker 5, Steinitx 0. remise '2. t'itslag der mateh te Weeueii: D. Janowski 7 Wüiawer 2, retuise U. GEWEIGERD DAME GAMBIET. Zevende matehpartij. gespeeld te Moskou -1 en 5 December jl. "\Vit. Zwart. \Y. Stomitz. K. Lasktr. 1 «14 «15 32 T bl P (17 2 :5 4 '> '? tin in P R .en o 4 (-3 S* . P K t \ r.ieu\\e vo e1 Steinttz ev IL- De narti (> 7 S i) 10 tei 11 1-2 13 14 15 l(i 17 IS r.» "2il 21 22 23 2 1 25 2(i 27 '2. t !11( ?Js l! t) i, . . 31 H c4: dc5: P f 3 0-0 II I) T T U i: 1' T P 1 P 1' P U li : 1' 1 1 1 ]> n /oovei ijk aan ('2 c2 fdl :i3 b 4 ad n ir.'! al dl: c5 >c5: ,,'.", c! d-.; ('3 14 : a i ; '±T :, K 1 ?\\ eldil, c5: a5; c-» i ?> el aam\ ett f e7 -0 U'tzeteneens endde. dc) : 1) 1) P zijn d e :"H I) K T I) I) ft T T U 51 P T li U f ?'?:. 7 : e' e M a I) P -| 1' c 5 u 5 (?5: Cl) (Ie zetpar-tij. b4 (17 fdS ii5 c7 e S «'5 :l<> dl: f c S ('5 : .17 I'S !»S «17 cd (>! i; 1 7 l)--! ;1 v a 1 . a 5 :i5; U' * c(5 33 34 35 3(1 37 3S 30 40 41 42 43 44 45 40 47 4S 4!) 50 51 52 53 54 55 r". (5 ') 4 5e) ,-,<> <>0 «i (!2 *>;5 i'i-! il eVe iiè> e na 1 'J' i 1 Ir T P U P g 1' P K P P P P K P P K R i K K K P P P sisc i !'; i \ si, e 1 ?lp 1)7: 1)7: f3 c K> f3: f 2 e4 f<5 e 3 c3 ('S dti h 4 et (12 ''4 b3 cl ir5 e 5 : :?(') n ('5 -c(> : K«: h 5: K~> o2 i' 4 u c. t b 5 i.'i- \\ n vel1. ? \\ as ook .b-ar T P K P K [j K U K K K 1 t > V > L * K K K K 1 K K K K » K K 1 1 d ? , J 0 X e|H el iaai (i ',". i: > b7: do 5 I'S 13: e7 c 2 h5 dl H; d7 e6 a 7 Cl) o7 i' 2 ci> c 4 c 5 c5 : <!<> cli; ,[!; g-i', ; ('5 r; i' t: ,.;, cs <??' 1'7 !'e

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl