Historisch Archief 1877-1940
No. 1016
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een^ bladzijde van Tlmcydides.
Terwyl vo$r velen de herdruk van Pierson's
jHellas 1) een verblijdend feit zal zjjn, heeft prof.
Naber gezorgd, dat er voor enkelen nog een bij.
-zondere surprise zou bijkomen, voor hen namelijk
die Hellas indertijd in het openbaar bespraken.
En inderdaad, deze surprise is streelend en
vreeswekkend beide. Want is het niet om zich groot
?te voelen, als men merkt, dat men met zijn be
zwaren niet alleen optrad tegen I'ierson, die toch
vooral mensch en aestheticus was, maar ook tegen
een der grootste Graeci van ons land? Is het
? ook niet om voor te beven, als men bedenkt,
dat men Pierson hier en daar gebrek aan inzicht
in de klassieke wereld verweten heeft, en het
thans blijkt, dat deze verwijten ook tegen prof.
Naber waren gericht ?
Want zoo is het. In zijn voorrede zegt prof.
. Naber, dat Pierson over Hellas voortdurend met
hem in consult is geweest, en er bijna op alle
punten eenstemmigheid bereikt werd. »... Wat
in Hellas staat, is, voor het werd opgeschreven,
herhaaldelijk met mij besproken.. . Bovendien
heb ik indertijd de drukproeven onder oogen
gehad en myne opmerkingen of bezwaren vonden
in den regel een willig gehoor." Dat staat in
de voorrede te lezen.
Nu wil ik niet alle bezwaren ophalen, die ik
indertijd tegen Allard Pierson durfde aanvoeren,
?en ik mij thans zou moeten vermeten ook tegen
prof. Naber te verdedigen. Ik wil mij houden aan n
bezwaar, dat in een beperkte ruimte kan worden
besproken, en waarover, naar mij voorkomt, een
objectieve beslissing volkomen mogelijk is.
Dat bezwaar geldt de verklaring eener bladzijde
?van Thucydides, den historiograaf van
denPeloponnesischen oorlog. 2)
Volgens Allard Pierson toch had de stoere ge
schiedschrijver hier »een geestige bladzijde" ge
leverd, en zijn diepgaanden blik op bet contrast
tusschen Atheners en Spartanen tot een humo
ristisch hoofdstuk verwerkt. En inderdaad, als
men leest hoe Pierson dit hoofdstuk in Hellas
navertelt .'!), is men zeer geneigd hem gelijk te
.geven. Maar indertijd meende ik, en ik meen
dat nog, dat de eer der geestigheid en van dien
humor geheel aan Pierson toekomt, en dat Thu
cydides zijn roem in de vele andere groote en
schoone dingen zoeken moet, die men naar waar
heid van hem zeggen kan. Niet dat Thucydides
het contrast tusschen Atheners en Spartanen niet
opmerkt, doch hij lacht er niet om, en zeker
schertst hij er niet mede. Voor zoover ik dezen
-auteur van bloed en ijzer ken, heb ik nergens
«enig bewijs van gevoel voor humor gevonden,
en ik zag nooit een anderen lach bij hem dan af en
toe een boozen grijns over de stomheid of de
gemeenheid van andere menschen. Dit meende
ik vroeger en ik meen het nog, en zie hier de
bladzijde in kwestie, voor zoover men het knokige
oud-Attisch in modern Hollandsch kan weergeven.
»De Lacedaemoniërs, toen de strijd tegen hen
in Ithome lang duurde, riepen andere
bondgenooten in, en ook de Atheners: deze kwamen
4IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIHIIIIIIIIIIIIIII
6de Jaargang. i;i December 1896.
Redacteur: Iluj>. J. LOMAX.
Adres : Stonehaven Streatham London S.W.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
«HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiilmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMin immuun
CORRESPONDENTIE.
X. te A. Verzoeke vriendelijk Weekblad van Zondag
a, s. te zenden aan Mons. E. l'radignat Saujon France.
Mij ontbreken de rubrieken van 27 Sept,, 4 Out. en
18 (Jet. j.l. U zoudt mij zeer verplichten met mij deze
te doen toekomen. Bij voorbaat dank.
J. F. H. Partij iu dank ontvangen.
Van Edward B. Schwann, te Londen.
Vervaardigd voorden4en Halfjaar!. Internationalen
probleemwedstrijd in dit blad.
No. 3(tó. Mat in twee (~2) zetten.
a h c d e t' g h
Wit: K g7, D lis, P efi en f5, II aöen gl: e3 en h:J --.- S.
Zwart: K el, l' \ do en lii = 1.
Oplossing van No. 360 (Pradignat ?.
l 11 gi, ha 2 l' g2, hgi: S D e3 T enz.
K du 3 D e7 v
K ei 3 D e o
-'.K d.') ;j 1) e 5 v
K el 2 I' c5 v, K i'4 :i l' e(i y
K e5 3 J' e(i
K f l 2 D ei v, K g5 3 l' g2
K S2 3 P g2
onder aanvoering van Cimon in niet gering getal.
Men had hen vooral geroepen, wijl zij den naam
hadden bekwaam in het vesting-bestormen te
zijn, doch toen het beleg lang duurde, bleek
daarin iets bij hen te ontbreken, anders toch
hadden zij de vesting stormenderhand genomen.
l^n uit dien vcldtoeht kwam liet tusschen La
cedaemoniërs en Atheners r oor het eerst tot een'
openlijke daad van vijandsehap. Want de Lace
daemoniërs, toen de sterkte niet stormenderhand
genomen werd, begonnen het durven en de nieuw
doenerij der Atheners te vreezen; ook bedachten zij
dat genen van een anderen stam waren,'en vreesden,
als zij bleven, allicht werden zij door die in
Ithome tot hun zaak overgehaald: daarom dan
stuurden zij hen alleen van alle bondgenooten
weg, zonder hun argwaan te zeggen, doch enkel
bewerend, zij hadden genen niet meer noodig.
De Atheners echter begrepen dat zij niet om een
gunstige reden waren weggezonden, doch er een
verdenking ontstaan was, er niet van zins dit
van de Lacedaemoniërs te verdragen, zoodra zij
waren weggetrokken, Heten zij het reeds gesloten
verbond met Sparta tegen de Meden varen, ver
bonden zich met de Argiven, de vijanden der
Lacedaemoniërs, en traden tevens met de
Thessaliërs in verbond".
Zoo ongeveer laat Thucydides zich uit, en ik
erken gaarne zijn inzicht en zaakrijkheid, doch
van geestigheid, ik zeg het nog eens, zie ik geen
spoor. Waarom dan zag Pierson de geestigheid
wel V Omdat hij n enkelen zin, naar mijn mee
ning, onjuist heeft opgevat, en wel den zin, door
mij in cursiveering en met verklarende uitvoe
righeid vertaald.
Allard Pierson heeft blijkbaar gelezen : en bij
dien veldtocht werd voor het eerst hel verschil
tusxcJtcn Atheners en Luceilaemunii'rs duide/ijk.
En indien dit de goede opvatting was, dan voor
waar zou men reden hebben, om aan Thucydides
geest toe te schrijven en te begrijpen dat Pierson
hem met humor navertelt. Maar ik houd het er
voor, dat die opvatting niet goed is, en men
zonder erbarmen aan Thucydides dit compliment
over zijn geestigheid weder ontnemen moet.
Eigenlijk draait de kwestie om drie woorden.
Er staat in het Grieksch iliii/iltora jiltanei'd
rrje?tielo. Het woord d-iaji/mra kan beteekenen rcrxcliil
(onderscheid), maar ook yexhil (vijandelijkheid).
l'hnncra egeiteto werd door I'ierson vertaald,
verbeeld ik mij, als treril duidelijk: volgens mij
moet het zijn een openlijk ml. geschil| oittxtoiul.
Maar de hoofdzaak is gelegen in het woord
diapliorn, en de vraag is, of men hier van oen
rerschil of een //cschil moet spreken. De lezer
ziet, dat men hier voor een onzekerheid staat,
zooals men er ook wel een bij een
oiid-Hollandschen schrijver zou kunnen aantreffen.
Om welke redenen nu zou men moeten spreken
van een //eschil en niet van een rtcschil ?
Vooreerst geloof ik, dat de meerderheid der
filologen het altijd zoo heeft ingezien. Mijn uit
gave althans, die van Boehme, verklaart de plaats
zooals ook ik ze opvat, en treedt niet in polemiek
met andere meeningen. Xu echter prof. Naber
naar alle waarschijnlijkheid I'ierson gelijk geeft,
Opgelost door C. Kockelkorn (2'x>).
Beoouleeling 'Xo. 360).
Hier halte ieh die Einleimng (l K g-1 ! 2 P g2 :
für werthvoller ala den zweizügigeii Schlnss des
Hauptspiels, bei de'D der Springer al eine zn
nritergeordirete Itdle spielr; brigens bat der Ver Tasser alles
geleistet, \vas aus der Idee zu inaeheu \var.
C. Kockelkorn.
TWEEDE NAT. CORRESP.WEDST1SIJD.
Aeht-en-veertigbte zet van 2wart.
A B F
mag ik niet beweren, dat alle voorname filologen
hier hetzelfde denken.
Ten tweede, er was voor Thucydides een zeer
goede reden om het incident van Ithome als de
aanleiding tot de eerste openlijke daad van vijand
schap tusschen Spartanen en Atheners te
kwalificeeren. Kort te voren heeft hij verhaald, hoe
Themistocles er in slaagde, zeer tegen den zin
der Spartanen, de muren zijner stad te bouwen,
en hij voegt er bij : de Spartanen, toen zij dit
vernamen, toonden geen openlijken toorn tegen
de Atheners, doch zij waren in stilte misnoegd. 4)
Niet meer dan natuurlijk dus, dat hij wat later
spreekt van een eerste openlijke daad van vijand
schap.
Ten derde. Het heeft er zeer weinig van, dat
de Spartanen eerst bij Ithome van nabij de Athe
ners leerden kennen. Het is waar, I'ierson laat
zich voorzichtig uit; hij zegt: het blijkt, dat
de Spartanen hun volkgenooten uit Attika tot
dusver nooit goed hadden gekend." Maar zelfs
in deze voorzichtigen vorm is de opmerking,
dunkt mij, onjuist; de Spartanen hadden de Athe
ners vele malen van nabij gezien, en vele malen
kennis gemaakt met het lolnicroit. het durven,
dat hen thans bij Ithome benauwd maakte.
Want, om de zaak niet verder op te halen,
de Spartanen wisten alles van Marathon, indien
zij ook al te laat kwamen om mede te vechten.
Zij wisten er alles van, en dus ook dat bij die
gelegenheid het Atheensche durven den strijd
beslist had, want het was door dit durven, dat
de Atheners in het oogenblik van het gevaar
een nieuwen manoeuvre uitvonden.
Na Marathon Salamis. Wat '! In wien heeft
het tolinèron, de koene durverij zich schitterender
geopenbaard dan in Themistocle?, die alles op
het spel zette om dien oenen slag te leveren ?
En de Spartanen waren bij Salamis, en zagen
j het. En Themistocles was zeer bekend in Sparta
en daar fieëerd als geen andere uit het
nietSpartaansche Hellas.
Na Salamis Plataeae en Mycale. En bij l'lataeae
zijn de Atheners niet achtergebleven, en te Mycale
zijn zij zelfs vóór geweest, want zij wilden dat
de daad van hen was en niet van de Spartanen
De Spartanen hadden dus alle gelegenheid gehad
oin den Atheenschen aard te leeren kennen, en
er is geen enkele reden om te gelooven, dat deze
bij Ithome eerst hun duidelijk werd.
En dus is liet, naar mijn meening, //cschil eigen
rirschil. En nu reken ik er niet op, dat prof.
Naber zich verder met deze zaak zal inlaten,
doch dankbaar zal ik zijn als een ander graecus
er zijn neus eens in wil steken.
Cn. M. VAN DuvKXTi;:;.
!) Hellas, door Dr. A. I'ierson, tweede
drukmet een inleidend woord van prof. S. A. Naber.
Haarlem, II. D. Tjeenk Willink, ISiMi.
_') '/iiti.i/rlides. I. c. lO;,'.
:',) lle/li'ix, blz. 17:1-171.
4) T/nii-i/didi-s, I. c. HL'.
l 3 T bl
S K f2 6 aó K u4
7 P (?(> | ' S II gi:
S) K ut 10
IüA l gc^on zet ontvangen.
De heer 8. weigert het in F 10 aangeboden remise
en verwacht opgave van dcu 4sün zet van \Vit, die tot
heden niet is ontvangen.
-i. -I. S.
UIT DE SCHAAKVVK1.F.LD.
NATIONAL K SCJI AAK WEDSTli 1JD,
uitgesübreven door liot s(;ha;ikge^t:l.schap ..Stauiuon",
ter grlegeiiheid van zijn ^5-jang licstaan, van lij
tot 21J November I8!)i;, 111 het Uut-
d<_lieui-.s" te <i ruilingen.
De uitslag was als volgt:
1ste kla^e;
lo pciis. Groo'c xiLvcix-u nu-tlailU-, vorrevd '''H-r
H. M. de Koningin, en ? 4i), de lieer jhr. A. K. v.iii
Foreest, Amsterdam. '
'Je iJfij>. Verguld /il veivn m t: d a i 11 e en _/' 20 d*j
heer W. Jï. H. MPIIUMM, Aai-trrdam. :
3o pvi^. XilvtjrtMi iiiedailSe n\ / Vj do lieer M. I. ,
K. L, Utrecht- '
-i d e ['''ij-j. Kun-i voorwerp d<- l ir "r j t. B! c ijl; m,?!:?<,
Amsterdam. j
<i. KunM voorwerp of/ ld. . aangeboden door den
heer I-'., van Dien te ArDMrvdain. v-mr ».i u n >pcicr, ,
dio Lel herde lesultaai liecl'i -t-ha-l t"gni de
\iv\\~.winiier.s, dc heer H. b. van .diijn u ronin-i n.
/'. Kuiiöt»-ourw(.:rp, iiangcbodcii door dm hrei' dr. !
N. W. liiiei'ma Ie Cïr^ningen v ooi- lu-t lid van Staiinidii",
<lat na de pri'j'-winner.s liet l.ie>U- resuïla.d h>.'e!"l g.-ha:i. \
de heer H. \Vier.Mjma, l'e'/e.
i-, (i ouden medadle, a-ingeinsU'n door de YI.T'vniging
tot 1). v. h. vreemdelingen verkei. r te (i rollingen , V1 ioc j
een der ze> IjL'rfte spelers, die de gi'out.itt- ]-ci> hut-l';
moeten inakeii. Voor df /en prijs kwamni in aan- ;
nier kingen de heeren van Foree^t, ^Le uiers r n I).
ljlei"jkiuan. Ouder goedkeuring vau ht-t l.K'>tuui' hèh h'.1 u !
genoem<!e heeren vastgesteld eei.e nieuwe mateh te
Amsterdam te houden. i
<1. Kunst voor w<'rp, coii'lolcane.j-prijs. aangeboJ«.'n :
Twee portretten door Edmondo de Amicis.
Edrnondo de Amicis, die tijdens zijn laatste ver
blijf in Frankrijk bezoeken bracht aan Jules Yerne
door den heer Fokker te Haarlem, de heer L. H.
Deelman ixn., Groningen.
2de Klasse :
1ste prijs. Groote bronzen medaille, vereerd door
door' 11.^\I. de koningin regentes en ? 25, de heer
H. D. }',. Meijer, Amsterdam.
2de prijs, yulveren medaile en ? 15, de lieer 11.
v. Dam, Leiden.
3de prijs. Zilveren medaille en ? 10, de heer dr.
X. W. Jïoerma, Groningen.
ide prijs. Kunstvoorwerp, aangebodsn door den heer
prol', mr'. 11. J. Drucker te Leiden, de heer II.
Scheltens. (iioniugen.
5de prijs. Kunstvoorwerp, aangeboden door den
heer prol', mr. H. J. Drucker te Leiden, de heer H.
lillitema Zuidbroek.
(jdn prijs. Kunstvoorwerp of ? 7.50 do heer l'. D.
van Zeeburgh, Groningen.
7de prijs Kunstvoorwerp of ? 5 de beer K Dijk
veld Stol. Fenruui.
Se prijs. Souvenir, de heer .1. Dijkveld Stol, Ulrutn.
". Kunstvoorwerp, aangeboden door den heer A.
G. Koos te rollingen, ouder de^eli'de voorwaarde
als in de l o klasse sub //, de beer E. Wieling,
Uromngen.
/'. Zilveren medaille, aangeboden door de
Yereeuig rg ter bevordering van het Vreemdelingenverkeer
b' (ironirigc.il. voiii' een der tien beste spelers, etc.,
j de heer li. van Dam, Leid, u.
| ?' Kunstvoorwerp, eondideaneeprijs, aangeboden
; *.oor den heer Fokker te Haarlem, de heer l'. P. X.
Daerens, Groningen.
: Voor de Ie en ?><?. klasse.
j Zilveren medaille, aangeboden door- den Leer J.
Spornheljer te Hooge/anl. vmM1 deli \\ inner der partij.
welke hei minst aantal zetU-n bevd'i. de heer i-',. Wieling,
Groningen, in elf feiten.
?i. Zilver- n medaille, aangeboden doi.r het
schaakg* nouNr!i:i p ,.1'alla^' te l'.'venier. voiii' den winner
van 'ien mee.sl bnljan! u'e-pee! ie pa'l'j.
'L /.iheii'ii medaille, aangeb..den door lu-t studenten
schaakge/.clschap .. I/idc-ndo Sludeiniis" t" Groningen,
voor de best ge-peelde par"J van mededingers uit
:' de stad en prof. Groningen.
Leli uan'de van l' 5.?aang''d vfen door dt u
heer liad. .1. Loiiian t ? L>ii; ien. eer, lid van ..Si ailnlon,''
voor den \\inner van ,ie iu>''N;e ganlluet.
laniegamblet liuileilgeslol en l : Ute. kla-se.
'f F"i:e waard'; V;MI /' 5.?aaii-' b ideir d-ior led
v.eeKblad ..-' .1.. -/.-/'.' ..,,,../_ de/.el!-u voonva arde
l\ r beoor deeling van de parti|;;n. welke voor- do
vier bovengenoeni te pr'j^eti in aanmerking komen.
zal eene jury bennemd w-irdeli.
l'e heer l'ak ie Rotterdam vi-r/oeht ons mede te
deeleu dal zijn naam air.tMevelijk onder de
deelneiniTs tu Groningen m mi/e rubriek vo- u'kwam. \\ e!
bad bij /..el
en aan Victorien Sardou, geeft in de
NuovaAntvloyia twee interessante portretten van de beide
«meesters", zooals hij die bij hunne letterkundi
gen arbeid heeft waargenomen.
Jules Verne ziet er, volgens den Italiaanschen
schrijver, uit als een staatssecretaris of een ge
pensioneerd generaal; niemand zou hem zijn 08
jaren geven. Hij heeft niet de minste
kunstenaarsijdelheid. Als hij een nieuwen roman voorbereidt,
begint hij met zooveel mogelijk historische en
geographische werken te lezen over het land,
waarin zijn verhaal zal spelen. In. den loop van
die s;udie doemen de personen en de gebeurte
nissen van den roman voor zijn geest op. Zijn
voornemen is, een zijner «Voyages extraordinaires"
te plaatsen in elk der tot dusver bekende streken
van den aardbol. Zal hij echter lang genoeg
leven om dit voornemen ten uitvoer te brengen?
Als het hem niet gelukt, zal het niet aan zijn
ijver liggen. Jules Verne staat eiken morgen te
vier uur op en schrijft dan tot twaalf uur des
middags. Hij gaat geregeld te negen uur naar
bed, met uitzondering van twee avonden per
week, waarop hij met zijne vrouw het
GrandThéatre te Amiens bezoekt. Sedert acht jaren
zijn zijne vrouw en hij niet te Parijs geweest.
liet süHe en rustige leven in de provincie bevalt
hun uitstekend. Hun grootste genoegen is, op
hun uitgaansavondeu te dineeren in een uitstekend
restaurant tegenover den schouwburg. »Bij die
«escapades" zegt Jules Verne »amuseeren
wij ons even goed als een paar jonggehuwden
in hun wittebroodsweken.''
Sardou gelijkt, volgens De Amicis, een beetje
op een priester, een beetje op een hooggeplaatst
geestelijk diplomaat van het pauselijk hof, een
beetje op Napoleon, een beetje op Voltaire en
een beetje op het schelmsch glimlachend portret
eener actrice, dat hij (de Amicis) den vorigen
dag achter een winkelraam had gezien. In zijn
hoedanigheid van vreemdeling beklaagde de Ita
liaan zich over tle buitengewone radheid van tong,
waarmede de Fransche acteurs hun rol zeggen,
zoodra zij die goed kennen. Sardou gaf dit vol
komen toe. »Die manie", zeide hij «heeft
mij meer dan eens wanhopig gemaakt. Sarah
zelve wordt somtijds onbegrijpelijk: op de
algemeene repetitie is zij goddelijk, bij de première
overweldigend, maar daarna wordt het een dolle
ren totdat het scherm valt. Ik heb haar eens te
Nice gehoord; daar was het nog erger dan te
Parijs: men hoorde niets dan ta ta ta ta ta; zij
en Laar kameraden schenen schooljongens, die
hun les zoo vlug mogelijk aframmelen om zich
van een corvee at' te maken. liet was afschuwe
lijk : men zou er met een wandelstok op hebben
willen inslaan.'1 (ielukkig heeft de heer Sardou,
die op zijn manier een bezadigd man is, dit
voornemen niet ten uitvoer gebracht. Het is
intusschen interessant te vernemen, dat hij geen
onvoorwaardelijk bewonderaar is van zijne meest
begunstigde vertolkster.
Boekverkooping.
De bibliotheek van wijlen Dr. Jan van Vloten,
welke een tiental jaren door de familie voor den
overledene in haar geheel is aangehouden, zal
in het voorjaar door de lirma Uurgersdijk i
Niermans te Leiden worden geveild.
De bibliotheek is zeer belangrijk, vooral op
het gebied van kunstgeschiedenis, buitenlandsche
letterkunde, geschiedenis en philosophie. Zij bevat
ongeveer liuun nos. De fraaie verzameling over
Nederlandscho letterkunde is echter door de
familie teruggehouden.
hervat Do zevende partij werd na 75 zetten aN
mise afgebroken
Stand: Lasker 5, Steinitx 0. remise '2.
t'itslag der mateh te Weeueii: D. Janowski 7
Wüiawer 2, retuise U.
GEWEIGERD DAME GAMBIET.
Zevende matehpartij. gespeeld te Moskou
-1 en 5 December jl.
"\Vit. Zwart.
\Y. Stomitz. K. Lasktr.
1 «14 «15 32 T bl P (17
2
:5
4
'>
'?
tin
in
P
R
.en
o 4
(-3
S*
.
P
K
t
\
r.ieu\\e vo
e1 Steinttz ev
IL- De narti
(>
7
S
i)
10
tei
11
1-2
13
14
15
l(i
17
IS
r.»
"2il
21
22
23
2 1
25
2(i
27
'2. t
!11(
?Js
l! t)
i, . .
31
H
c4:
dc5:
P
f 3
0-0
II
I)
T
T
U
i:
1'
T
P
1
P
1'
P
U
li :
1' 1
1
1
]>
n
/oovei
ijk aan
('2
c2
fdl
:i3
b 4
ad
n
ir.'!
al
dl:
c5
>c5:
,,'.",
c!
d-.;
('3
14
: a i ;
'±T :, K 1
?\\ eldil,
c5:
a5;
c-»
i ?>
el
aam\
ett
f
e7
-0
U'tzeteneens
endde.
dc) :
1)
1)
P
zijn
d e :"H
I)
K
T
I)
I)
ft
T
T
U
51
P
T
li
U
f ?'?:.
7 : e'
e M a
I)
P
-|
1'
c 5
u 5
(?5:
Cl)
(Ie
zetpar-tij.
b4
(17
fdS
ii5
c7
e S
«'5
:l<>
dl: f
c S
('5 :
.17
I'S
!»S
«17
cd
(>!
i; 1 7
l)--!
;1 v a 1 .
a 5
:i5;
U' *
c(5
33
34
35
3(1
37
3S
30
40
41
42
43
44
45
40
47
4S
4!)
50
51
52
53
54
55
r". (5
') 4
5e)
,-,<>
<>0
«i
(!2
*>;5
i'i-!
il
eVe
iiè>
e na
1 'J' i
1 Ir
T
P
U
P
g
1'
P
K
P
P
P
P
K
P
P
K
R
i
K
K
K
P
P
P
sisc
i !';
i \
si,
e 1
?lp
1)7:
1)7:
f3
c K>
f3:
f 2
e4
f<5
e 3
c3
('S
dti
h 4
et
(12
''4
b3
cl
ir5
e 5 :
:?(')
n
('5
-c(> :
K«:
h 5:
K~>
o2
i' 4
u c. t
b 5
i.'i- \\
n vel1.
? \\ as
ook
.b-ar
T
P
K
P
K
[j
K
U
K
K
K
1
t
>
V
>
L
*
K
K
K
K
1
K
K
K
K
»
K
K
1 1 d ? ,
J 0 X
e|H el
iaai (i
',". i: >
b7:
do 5
I'S
13:
e7
c 2
h5
dl
H;
d7
e6
a 7
Cl)
o7
i' 2
ci>
c 4
c 5
c5 :
<!<>
cli;
,[!;
g-i', ;
('5
r;
i' t:
,.;,
cs
<??'
1'7
!'e