Historisch Archief 1877-1940
No. 1017
DE AMSTEHDAMMKR WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
miHUIIIIIIMiJIIIIIIIIIIIIIHIUHIIIIIIItlMftUt'III
DE TWEEDE REGISSEUR.
JYcmr IK t FranKh
y.aN
A, DKEIJFUS.
Ik moest aan het Thiétre .... wezen, .om
er, voor zoover ik mij kan herinneren ....
jnaar waarom zou ik ook niet bekennen dat
ik het heel goed weet? Ik kwam een
manuscript terughalen, dat ik er een week of
wat te voren had heengezonden.
Ik kwam juist toen het eerste bedrijf van
het nieuwe stuk was afgeloopen. De acteurs,
die op geweest waren, snelden door den couloir
die naar de kleedkamers leidde, en door de
deur, die toegang gaf van de zaal naar het
tooneel, verscheen de directeur, gevolgd door
een twee- of drietal heeren.
Ik liep naar hem toe en verklaarde hem
de reden van mijn bezoek. Hij bleef staan.
Uw manuscript?... Heb ik een manu
script van u?
Weet u 't niet meer? ... 't Is dat stuk,
dat...
O, juist... Drie bedrijven, niet?...
vraag maar aan Koseval.
Koseval ?...
Ja ... ik heb hem zoo even een heel pak
vol gegeven; daar moet 't uwe bij zijn.
Het was voor 't eerst, dat ik van den
man hoorde, die met zulk een groote ver
antwoordelijkheid werd belast. De directeur
gunde mij echter geen gelegenheid, een nadere
verklaring te vragen, maar herhaalde voort
loopend :
voornaamste gedeelte van deze geschiedenis te ver
zwijgen, wij hebben geen pera om liet een eu ander
achterbaks te houden.
Want hier komt het voor mij en ik hoop voor
geheel Nederland wel op neer, dat wij moeten weten
of deze Oec/ipus-vertoomng zoo mooi is geworden
door het toedoen van Mendes of zijns ondanks.
Nu b ij n a bewezen is, dat de schepping van
de hoofdrol geheel het werk van Bouwmeester is
geweest en als wij dan aannemen, dat het wel
slagen der opvoering met die rol staat en valt, ;
dan zou het overweging verdienen de leiding
aan dezen tooneelspeler op te dragen; dau zou het
bovendien worden een voorstellinjr-uit-een-stuk,
wat ze nu niet is geweest. |
De heer Mendes da Costa zou dan toch nog wel
op de uitspraak van de vreemde woorden en andere
onderdeelen een oogje kunnen liouden.
J. VJUK.SKXIXWIP.
liiiiiliiiiiiimrmiiiniiniiiiiiniiiiimiiiiiiiuTnnmmiiiiiimininniimiiiiini
inziet in de Hoofdstad.
Het is ditmaal niet over taal verwarring of wat
een verslaggever niet mag schrijven, dat ik het
woord -voer, doch over twee serieuse concerten.
De 3e kamermuziek-soirée van Toonkunst schonk
ons twee itrijkkwarteUen en eene nieuwe sonate voor
piano eu clarinet, opus 120 No. 2, van Brahms.
Hoewel het laatste werk voor mij noviteit was,
wil ik toch voornamelijk de beide slr-'jkkwart Iten
van Mozart en Beethoven gedenken, want bijna
had ik gezegd een clarinet is toch altijd maar
een clarinet.
Dit is niet billijk, want wanneer men er zoo
mooi op hoort blazen als de lieer Hofmeester doet,
is er niets tegen; evenmin had men er iets tegen
toen de beroemde Meiuiuger clarinet.tist vroeger
in compositiën van Brahms medewerkte.
Bralims houdt veel van een clarinet., vooral op
zijn ouden dag, want hij heeft dit instrument weer
een plaats in de werken voor kamermuziek gegeven,
doch het zij mij vergund met hem eenigszius van
opinie te verschillet!.
Ik wijs de elarinet liefst een eereplaats in het
orkest aan en in, kwartetten of sexttiien, doch voor
eene sonate met piano heeft de clatiuet zijn beden
kelijke zijde, vooral wanneer men die hoort
tusschen twee mooie strijkkwartetten in. Hoe liefelijk
het Allogro amabHc ook klonk, hoe gepassioneerd
de tweede satz ook werd uitgevoerd., hoe schoon de
vertolkers zich ook van hun taak kweten, ik was
niet in staat dit epus van Brahms als getrouw
bewonderaar te genieten; ik kon het kleine komische
tintje dat over deee auditie 'ag, «aar niet van
mij afzetten en dat iunnen de heereu Eöutgen en
Hofmeester waarlijk niet helpen; dxt lag aan de
'klankcombinatie.
Ik zou bovendien niet durven beweren dat dit
werk ouder de belangrijkste van Bci-Jims moet
.'gerangschikt worden.
Voor de eris bekende heeren kwartetepelers was
'het een zeer moeielijk optreden na dea grooteu
indruk van het Boheeosche strijkkwartet. Verge
lijkingen moet men hier echter op zij zeisten, waut
van eeue vereeniging van kunstenaars die .zich uit
sluitend aan diie taak wijden, mag men veel meer
verwachten dan van kunstenaars die, ziek geheel
.aan andere bezigheden moetende wijden, slechts
nu en da« bij elkander kunnen komen om zulke
uitvoeringen voor te bereiden en die niet zooals
de Bohemers de instrumenten met zorg bij elkander
gezocht hebben.
Dit laatste heb ik al meermalen gereleveerd.
Die weinige overeenstemming tusschen de klank
van de verschillende instrumenten blijf ik steeds
als eene leemte betreuren, doch ik zou ondankbaar
rijn wanneer ik niet releveerde hoe bij deze uit
voering bleek dat er met btsondere zorg was
gestudeerd, waardoor vooral het zoo moeielijke
kwartet van Beethoven in . t., opus 132, eene
zeer artistieke wedergave teil deel viel.
Kom ik dus niet in vergelijking, wat betreft, de
technische volmaking noem ik deze uitvoering als
de beste die ik ia lang van deze vereeniging hoorde.
Het kwartet in C dur van Mozart (aan Haydn
opgedragen) muntte uit cloor soberheid eu klaarheid
en het kwartet van Beethoven heeft, uitgezonderd
dcu tweeden satz die, wat zuiverheid betreft nog
al iets te wenschen overliet, grooten iudmk gemaakt.
Wanneer mij nog eene opmerki ig gegund is, zou
het deze zijn, dat lift bij het begin van Beethoven's
quartet nog beteren indruk zou maken wanneer een
frase niet op twee snaren gespeeld werd. De twee
eerste noten Dis E op de D snaar en C B op de A
snaar verbreken het onderlinge -verband van de
frase, en zooiets 'heb ik ook nog wel eens op andere
plaatsen opgemerkt.
Doelt dit neemt nitt weg, dat men met groote
achting van de verschillende vertolkingen op dit
dit coöcert spreken mag.
De tweede uitvoering had plaats op Z
in de Ronde Lut.herschc kerk door Averkanip':s
klein 'koor a 'pcrppella. Ditmaal werd de beroemde
Mitssa l'apev MarcelH en 'de 149*te l1 «a lm van Bacil
ten gehoore gebracht. Met de Mi.i van l'alestrina
heeft het koor zijn goeden naam glansrijk gehand
haafd.
De heerlijke ligging vr.n de accoorden bij
Palcstrina's v/erk, waar hij het contrapunt den rug
toekeert, .is ook in dit werk gedurig op te merken.
(Helmhohz constateert hoe l'alestrina bij iniuïtie
gevonden heeft, waar acderen later eerst door inge
wikkelde berekeningen toegekomen zijn, evenals
Mozart 'bij het begin en slot van. zijn Acf'i e r urn).
Ook in dit werk heeft de gelijrurecrde zang echter
een gewichtige plaats. eu terecht is uitgemaakt,
dat wanneer deze Mit op het concilie van Trente
had moeten bewijzen dat duidelijke verstaanbaarheid
van den tekst hier meer op den voorgrond kwam
?dan bij de oud Nederiandsche, dit, geheel zou ge
legen -hebben aan de zangers van dien tijd, want
dit, wil ik even releveeren daar het inde kerk
nog al 'donker was eu ik dus geheel op mijn gehoor
moest afgaan, kan ik niet verklaren dat
ckiiilelijkiieid van uitspraak overal op te merkeu viel.
Hier moge de beer Averkamp dus nog eens zijn
bijzondere zorg aan wijden. Doch bij (ie^e Mis
was de klank over het geheel zeer schoon en menig
gedeelte heeft grooten indruk gemaakt.
Uit een vocaal oogpunt waren de vertolkers hier
geheel op de hoogte van hun taak.
Dat ka-J niet geheel gezegd worden van den
Psalm van .Baeli, voorc! iii het eerste aclitstemmige
dulihdkariifc werk (zooals het tekstboekje zegt')
voelde men dat de inspanning te groot, was en dat,
sopranen 0:1 tenoren niet tegen hun taak waren
opgewassen.
IIIIIIJIIIHHIItllllmlllllllMMIilllllll
Vraag Roseval, waarde heer. Vraag
Roseval maar!
Een stuk decoratief, <!at eensklaps tusschen
ons oprees, belette mij hem te volgen. Ik
deinsde terug «n bonsde tegen een coulisse,
die achter mij werd neergezet. Op hetzelfde
oogenblik kwanien twee machinisten met een
reusachtig raam aansjouwen.
Op zij daar! . . . riep een stem aan mijn
rechterhand.
Ik week naar links en viel in een rozen
perk, waarmee eeu andere machinist kwam
aandraven.
Kijk toch uit! riep de man.
Ik stond op.
Meneer Koseval? vroeg ik, maar de
man was al verdwenen en 't was een andere
die voor hem antwoordde:
Meneer Roseval, de tweede regisseur? ...
Kijk! daar komt hij aan... neen, die niet...
daar ! Die kleine met dien vollen baard.
Ik liep naar den aldus aangeduide toe.
Met dien vollen baard. Ja, vol was hij!
Maar overigens een armzalig, grijs, dun,
slordig onderhouden baardje om een bleek,
gerimpeld, lijdend gezicht.
Ik groette: Heb ik de eer meneer
Koseval te spreken ?
Jawel .. . jawel . . . antwoordde hij met
iets angstigs en gejaagds. Wat wou u?
Ik kom een manuscript terug halen,
dat...
De regisseur liet mij nist uitspreken.
Ah, juist!. .. Als u even zoudt willen
wachten... En iemand achter hem aan
sprekend, vroeg hij: Heb je gewaar
schuwd, Jumeaur1
Al tweemaal!
Is mevrouw Albans klaar?
Neen !.. . ze heeft den tijd, zegt ze.
Meneer Koseval sprong op.
Vervloekte kuren! . . . En zij moet het
bedrijf openen, dat weet ze heel goed!...
Gauw! vlieg er heen . .. neen ! wacht! ... ik
Doch het tweede koor Gott nimm dich ferner
wnser an klonk zeer schoon.
Aan de onderlinge verhoudingen, die ditmaal
eenigszins verbroken waren, schrijf ik het vooral
toe dat sommige gedeelten niet zoo goed gelukten ;
daarom wensch ik deze vereeniging toe dat zij er
spoedig in moge slagen enkele uitstekende krachten
te winnen, opdat ook voor een werk als de 14Qite
Psfi'tn van Bacil de krachten niet, tekortschieten.
Hiermede wil ik echter niet, btsluiten, daarom
zij nog eens dankbaar de schoont: uitvoering van de
Jlfi.i herdacht,
VAN MILI.IGEN.
M RembraMt-Mnsemn,
Van de meest verschillende personen zijn mij
eenigszins van elkander afwijkende meeningen uit
het buitenland toegekomen. Enkele dezer volgen
hier.
Zoo schrijft mij Cï. H. IIÏE I?S. de zeer knappe
Parijsche teekenaar, aan wien zijn reeks «conf
rences" in Nederland een actuëele bekendheid
geeft, de volgende rebels, die een eigenaar
dige opvatting van deze Rembrandt- quaestie geven,
die voor ons Nederlanders, gewend aan en ge
groeid in het werk van den grooten schilder,
zeker belangwekkend is.
Kerst betreurt deze artiest, die het Trippenhuis
heeft gekend, »la déplorable disposition des salles"
van het Rijksmuseum, en «l'cclairage défectueux
qui vient frapper les tableaux directement, ci
ment, s'j' retléter en mangeont les tons, les
valeurs, les détails."
Verder zegt hij: »la sensation artistique tait
autrement forte devant les chefs- d 'oeuvre, dans
l'ancien musée qu'on appelait Ie Trippenhuis, oii
Ie rayonnement qui se degageait de la magistrale
Ronde de Nuit vous enveloppait de sa clart
trange."
Maar het origineele van de mededeeling van
Ihels is dat hij niet een voorstander is van een
'unie!,: Rembrandt-lluis, maar in elke voorname
stad van Nederland, waar zich werken van Rem
brandt bevinden, hij een apart Hembrandt-IIuis
zou willen zien verrijzen. En dit, om een zeer
interessante reden.
»Cette série de musées- Rembrandt offrirait
l'avantage aux spectxteurs amoureux du makre, de
les obl'ger a visiter en même ce temps curieux pays
de Hollande par Ie détail, car je crois que pour
admirer complétement, non seulernent Rembrandt,
mais toute Técole hollandaise, il faut surtout
connaitre fond ce pays extraordinaire de couleur,
de lumière, d'atmosphère, si curieux do moeurs
intirnos et familiales, si tonnant pour nous autres
l''raneiis."
Zeer juist is de bewering, dat, om onze
nationale kunst goed te begrijpen, het voor buiten
landers gewenscht is ons land eerst goed te
zal zelf gaan !
Meteen snelde hij de gang in, maar terwijl
hij aan het eene einde verdween, verscheen
de directeur aan het andere.
Zeg!... wordt er begonnen?...
Roseval! . . . \Vaar zit, Roseval l' ...
Iedereen die hem dit had kunnen hooreii
zeggen, zou dadelijk aan den klank ervan
den toon des meesters hebben herkend.
Roseval hoorde hem in de verte ook en snelde
hijgend terug:
Hier, meneer! H ierzoo!
Spelen we nog van avond, of moet 't
morgen worden? vervolgde hij droogjes, op
zijn gewonen toon.
De regisseur mompelde, dat mevrouw
Albans nog niet klaar was.
Dat zou ze wezen, als jij er bijtijds
voor gezorgd hadt! ... riep de directeur terug.
Maar, mijnheer . . .
Vooruit! geen praatjes .. . alles van 't
tooneel! . .. en schellen !
Op dit bevel werd het eensklaps doodstil,
de directeur liep voorbij een groep met diep
ontzag vervulde figuranten en waakte de
deur van zijn loge open.
Er werd gescheld, de regisseur riep:
Halen ; het scherm rees en mevrouw Albans
kwam op.
Ik was terzijde getreden.
Roseval seheen mij totaal vergeten te heb
ben. Met den rug tegen het achterdoek
geleund, het oor naar het tooneel gewend,
de rechterhand op den knop der deur, waar
door mevrouw Albans was opgekomen, hield
hij in den linker een manuscript, waarin hij
met aandacht den loop van het stuk volgde.
Eensklaps kreeg hij mij in het oog en op
zijn manuscript wijzend, maakte hij een ge
baar, dat ik niet dadelijk begreep. Ik kwam
bij hem.
Excuseer mij, fluisterde hij, maar ik
kan niet hier vandaan. Ik moet.. ,
Zonder zijn zin te voleinden, stoof hij
eenskennen, doch dat de afwezigheid van n
Rembrandt-Museum tot dusverre de vreemdelingen
anders dan in het voorbijgaan ons land heeft
leeren kennen, zal men wel niet gemakkel\jk
aannemen. In elk geval in een brief van
AKS*;\K AI.E.VAXDKE. (schrijver o. a. van
Histoire populaire de la Peinture, Ecoles
Flamande et Hollandaise) lees ik deze verzekering:
Cependant je suppose Ie problème résolu. C'est
a dire que par patriotisrne (j'enteiids patriotisme
plus large que Ie simple esprit de clooher
ou niêrue que l'amour bien légitime du trésor
qu'on a chez soi depuis de longues aunées) les
villes de Hollande se soient mises d'accord, et
que Ie musée soit construit et ineublé.
Cortes, je suis certain qu'on ne cesserait pas
pour cela de visiter la Have, Rotterdam, Leyde,
enfin tout ce qui conserve oeuvre, tracé, souvenir
du maitre ou simplement même les endroits par
ou il a pu passer . . . Puis même s'il n'y avait
plus a la Haye la Lei;on d'A'.atomie, ni il Rot
terdam la célèbre grisaille, on n'en irait pas
moins voir ces villes, parce qu'elles seraient encore
richissimes et des plus attirantes.
Cela dit je n'examinerai pas point par point
votre programme; je \e trouve fort bien con«;u,
fort logique et tres conforme a ces convenances
techniqiies sans les quelles il r.'est pas de bonne
présentation des oeuvres d'art.
N'eussiez vous gagnéqu'un changement dans
l'exposition vraiment défectueuse, pour ne pas
dire plus, de la Ronde de jour, ce serait déja de
quoi vous mériter les félicitations du monde
entier.
Mais si vous aviez votre mnsée Rembrandt,
votre maison Rembrandt, telle que vouslarêvez,
alors ce serait superbe! Sorgez seulement que
tout doit en tre parfait, irréprochable,
indiscutable jn^ijiic t/iina Ie moiiidre détail.
Votre idee d'une collection des reproductionspar
les moyens mccaniques est excellente, mais pour
moi, je vous verrai.s volontiers aller jusqu'a
d'excellentes copies peintes par des artistes de premier
ordre. Pour certaines grandes oeuvres ce serait
bien utile d'avoir la couleur avec la ligne.
Ah ! ... encore une chose, de première
importance a mon avis. Si vous pouviez débarasser
l'oeuvre de Rembrandt, a cette occasion, des
médiocres toiles que certains musées persistent
par vanitéa attribuer au maitre et qui sont, il crever
les yeux, de ses lèves ou de ses inimateurs ! II y a
certains >;Père de Rembrandt" de par Ie monde
qui m'ont fait parfois bien du chagrin . . .
J'aimerais fort aussi que dans la bibliothèque
attenaut vos salles d'exposition vous pussiez
mettre. non seulement les ouvrages et gravures
concernant Rembrandt, mais encore les principales
estampes qu'il (irait c/tez lui dans ses cartons. Ce
serait important pour faire comprendre sespr
occupations, ses prédilections, la marche de son
esprit, la formation de certaines de ses oeuvres,
Rembrandt, entre autres, connaissait
admirablement l'Orient, source inépuisable (et il laquelle
on puise trop peu) de savoir et de pensee. Xe pas
craindre de mettre, de l'ürient, ce qui même ne
se rattaehe quïndirectement il l'oeuvre. Par
exemple de ces miniatures persanes comme celles
qu'il transcrivait la sepia.
Je vondrais aussi que, a l'aide de son
invenIIIMIHIHIIIIIIIIIIIIIIllllllllllll
klaps ter zijde, tegelijkertijd de deur naar
zich toehalend, die voor mevrouw Albans
moest opengaan. Majestueus schreed zij ons
voorbij, maar zoodra de deur achter haar
was gesloten, riep zij:
Ellendig publiek i (leen hand op elkaar!
Dat komt, straks wel, antwoordde de
regisseur zacht. De zaal zal wel warm worden.
Zijn troostende voorspelling scheen me
vrouw Albans niet te kalmeeren.
't Kan me trouwens niet schelen! ver
volgde zij boos. of' ze in vuur raken of niet.
'k Heb er niets meer om... en eensklaps:
a propos, ik wed dat u weer mijn schmink
hebt vergeten !
Neen, mevrouw; ik heb het bij me,.
zei Roseval, een in papier gewikkeld'potje
uit den zak halend, dat, hij' aan de actrice
overhandigde; maar oogenblikkelijk een ander
pakje voor den dag halend, riep hij:
O, pardon! ik vergis me! Hier is uw
schmink! En Let pakje, dat mevrouw Albans
i bezig was open te maken, terugnemend,
voegde hij er bij:
j Dit is een doosje conüturen, voor mijn
dochter.
- Confituren? . . . Ei! Ei! riep de actrice
glimlachend ; verwen je haar zóó !
j De oude regisseur zuchtte:
Och! wat moet je doen ? .. . als een kind
ziek is ... - .fj
! Is uw kind ziek? vroeg ik, mij in het
i gesprek mengend.
! Ja, mijnheer, mijn dochtertje, mijn
! tweede. Ze heeft typhus . ..
j Wie? vroeg een stem vlak bij ons. Wie
j heeft lyphus ?
Ik keek om en herkende Eloriac. In
eenigszins achterover gebogen houding, stond de
j jeune premier, vlak voor de deur waardoor
[ hij moest opkomen, met min of meer inspan
ning de gesp van den lichtgrijzen pantalon
aan te halen, die volgens hem onafscheidelijk
van zijn rol was.