Historisch Archief 1877-1940
No. 1018
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
den doode, in rouw ... Langzaam wordt 't haar
helder ... men vertelt...
Een uitbarsting en joeling van al haar harts
tocht en liefde breekt los:
»Ik heb hem aangebeden, wist hij dan niet,
dat hij m'n god geweest is en m'n zaligheid ?
«Hij is van mij kunnen weggaan om zich voor
een ander te laten doodschieten ?
»Breng me bij hem, nog nmaal wil ik hem
zien!"
Maar hij is al begraven.
Vernield, verloren, in gillende wanhoop ijlt ze
razend naar buiten en de oude vader blijft allén:
sZe komt niet terug, o God, ze komt niet
terug", zijn de laatste woorden.
* *
*
Dit is de simpele hoofdinhoud.
Er is nu en dan zuiverheid en eenvoud in het
stuk. 't Wanhoopstafreel zelfs sterk van passie en
kracht. En door enkele tooneelen heen kwijnt
de weemoed van een eerste, schreiende liefde,
die wordt meegevoeld en begrepen. Dat is ech
ter alles.
Zwaktepunten ontbreken niet.
Vooreerst is 't den schrijver blijkbaar zeer
moeilyk geweest, de tragische liefde "hoog en
sterk te houden en niet vaag en sentimenteel.
Al te vaak is er onmannelijke weekheid en zeg
gen de verliefden banale en flauwe dingen, b.v.
tijdens 't afscheid, als zij samen een plaat be
kijken met een minnend paar. De weinige aan
doening die het stuk ons geeft, blijft daarom
niet bij. maar we raken haar spoedig weer kwijt.
Ook 't slot, het wegijlen van 't meisje is vaag.
Waarom loopt die oude vader zijn dochter niet
achterna, waarom houden ze haar niet met kracht
en geweld iii huis? Het geval was toch ernstig
genoeg 'l We moeten dat maar eenvoudig nemen
zooals 't is.
De geschiedenis is anders niet
onaannemeJijk. Vrouwen en mannen d:e beminnen, zijn
meestal raadsels en tot alles wat vreemd is in
staat. Daarom moeten we in dit stuk ook maar een
beetje gelooven, dat de jongeman hetgeen walge
lijke misdaad vindt, een getrouwde vrouw te be
minnen, gelooven dat het meisje hem alles ver
geeft en blind is voor misdaad en fouten, enz.
Maar met ui zijn zwakheden en gebreken,
blijven er een paar gevoelige en eenvoudige
taf'ereelen, die een wel kleine, maar zuivere
aandoening geven. Een sterk, harmonisch stuk
is 't dus lang niet.
5S *
*
De vertolking stelt geen hooge, maar moeielijko
eischen.
Mevr. Kerckhoven?Jonkers speelde het vrouwtje
dat liefheeft en de heer Tartaud den ongelukkigen
minnaar. Nu is 't een eigenschap van deze beide
spelers, dat zij in alle rollen 't zelfde zijn en
niet genoeg kunnen afwisselen en cra«re«. Zij
hebben hun partij echter goed begrepen en
daarom gaf mevr. K. het lijdende en fijne van
haar liefde, als 't kon, gevoelig weer en was de
heer T. in angstige momenten vooral, evengoed.
De wanhoopscèiie van mevr. K. mag voortref
felijk heeten, de woede, radelooshsid en smart
was sterk en echt.
Jan C. de Vos, de oude muxiekant, zeurde
heel erg. Het tooneel, waar h\j zijn dochter met j
ingehouden wanhoop den dood van den minnaar
moet medeJeelen, gaf alleen eenigen indruk.
De heer Brondgeest en mevr. v. Eijsden?Vink
speelden de meer levendige rollen luimig en los.
In het laatste bedrijf stelt de heer Brondgeest de
man voor, die in rouw op den drempel verschijnt.
Dat is een zér moeielijk moment. De heer B.
deed toen veel te veel als een aanspreker en was
daardoor juist niet serieus genoeg.
De vertaling van den heer Mijnssen klonk
meestal als helder Hollandsch.
W HIT K.
Cabaret en cafe-concert,
Gelijk men weet. heeft dezer dagen de cabaretier
volksdichtor Aristide Ilruant een proces in zake
»concurrence déioyalo" gewonnen, en door de
rechtbank der Seine aan een mededinger doen
verbieden, evenals hij een grooten flambard met
pluim en een rooden cachenez te dragen. Hij schoen
deze sieriijkheden als een essentieel deel van
het welslagen zijner onderneming te beschouwen.
«Hij heeft zijn concurrent niet laten verbieden,
de klanten met vuile scheldwoorden aan te
spreken, zooaJs Lij zelf doet," schreef een ver
slaggever in de Uélmta. Wol is om denzelfden
tijd een bundel van zijn liederen verschenen, die
van den chansonijjor a la modi! en het publiek
dat hem toejuicht geen hoog denkbeeld geven.
Want in de mode zijn zij. de cabarets op
Montmartre en de cafés-conccrts overnl. De
schouwburgen worden er voor verlaten. Kon der
beste bui enlandsche chroniijueurs te l'arijs,
Tiieodor Wollf van het Jkrliner TitijdiUitl, ver
telt er van.
»Zoowel zij die over het lager zinkend niveau
dor taal klagen, als de kleermakers en de pro
feten der vrouwelijke elegance geven de schuld
aan de cabarets van Montmartre. Sedert men uit
het theater niet meer gaat soupeerpn, is de
luxe der schoiiwburgtoibrtten zeer verminderd.
Want wie zal zich met al de weelde dur Kue
de la l'aix cnan behangen om in een rookeriso,
bedompte, donkere kroeg te gaan zitten? En
daar toch gaat ioderen hoon.
Voor een jaar of drie waren er nog maar pen
paar van die cal.ii.rets; nu zijn er een dozijn
bekerde en hoeveel meer onbekende. Vooreerst
de cabarets a. "> francs; men zit daar op banken
of op rijen stoelen, als in een kleinen schouwburg.
Tot deze behoort nog de op.de ('fin/ i-nir, met
zijn chincesche schimmen, zijn marckc a l'etoile,
zijn tils prodigue, en daartnsschen de ii^dore
van Jlontoya, door hem zelf gedicht, gecom
poneerd en gezongen ; dun IA 7Y,:,V<t.'< de
Tnhfirinin den stijl van een oud arleijuin-theater, niet
een klein tooneel, waar de chansonnit.'rs zingen
en tegenwoordig een -revue frauco-rosse.'' wordt
opgevoerd; LK ciinl/nn, ook al niet chansonniers
en een aardig klein blijspel van CourteJine;
eindelijk Lu roiilutle, mot tableaux vivants.
Hierna volgen de cabarets van n of tv.ee
francs, dikwijls nog ;>in vortoiing1'. De oudste en
beste is Z,t'.i' <[intC-.:-<irig, waar de langharige
Marcel Legay roode liederen zingt, en andere,
,,?,.,,,,,,,,,,,,;,,,,.,,
DE TWEEDE REGISSEIU
Kaar liet Frdiwl/.
VAX
A. D K E IJ F V S.
-"j**"****»" ?
(Slot.)
De dienstbode wierp een verbaasden blik
op de haar omringende stukken, decoratief, j
Hè! /.ei Koseval met een wanhopigeu
zucht, ze, kunnen het voorplein niet eens
van den tuin onderscheiden ! De tuin is rechts,
heb je 't 1111 begrepen? Je riioet van links
opkomen.
Ja, mijnheer.
De dienstbode wilde doorloopen.
Halt! Wacht even! riep Koseval haar
na. Weet je i;u nog, wanneer je moet invallen.
Als er gescheld wordt.
??Goed? En wat moet, je zeggen.
Ik zeg: «Mevrouw, een brief!"
Best! En heb je den brief?
De jonge vrouw keek den regisseur met
groote oogen aan.
Den brief? herhaalde zij.
Koseval verbleekte.
Heb je hem niet ? .. .
Op dit oogenblik sprak Floriac, duidelijk
hoorbaar, op het tooneel: »I)e graaf' denkt
niet aan schrijven mevrouw!''
Nu moet zij! mompelde Koseval, en
terwijl hij een schel deed klinken, die hij
van een met allerlei voorwerpen beladen tafel j
had gegrepen, wendde hij zich smeekend
tot mij:
Mijnheer ... om godswil!... een brief!...
een kaartje!... een stuk papier, wat het
ook is!...
Ik reikte hem een brief toe, dien hij de
dienstbode in de handen duwde:
Daar! zeide hij. Vooruit nu.
De iiciriee, verward, wilde uuur links
loupe.'i.
Neen, hier! 't komt er niet opium ! riep
hij, haar hij den arm terughoudend 011 duwde
iur.ir en 't. loonee!.
Oef! zei hij, zich het voorhoofd
ai'wisschctn;: mi /iet u 't mijnheer ! 't Had weinig
gescheeld, of zo was heelemaal niet opge
komen en 't spe! had kunnen vastraken ! . . .
TJ zul er uit, dat 't mot overbodig i;i, dat
ik hier sta.
Hinder ik u ]r;i-M'iii»ii ? vroeg ik, aan
stalten makend om heen ie gaan.
Kneu! neen! volstrekt niei, anl '-.voordde
de regisseur levendig. Integendeel! We kun
nen best, praten, als de boel geregeld loopt . . .
Waar had ik ;t ook weer over?
U vertelde van uiv zoontje . . ,
O. ja!... een alleraardigste jonden.
mijnheer!... JOn knap voor zijn leefiijd ...
hij is altijd de eerste van zijn klas . . . Dat's
aardig, voor tien jaar. hè? Jui reeiieemi . . .
als de beste, hoor!
Kijk! dan is de weg om zoo te zeegen
aangewezen! Maak een ai list van hem...
Iloseval selmdde het hoofd.
O, neen; dat niet !... Alles.. . behalve
een artist!
Waarom ? Ais uw zoon er aanleg voor
heeft.
Ook ik, mijnheer, had er aanleg voor!
Ik kon een glimlach niet, onderdrukken.
Verwondert u dat:' hernam de regisseur
bitter. Toch is 't waar. Ik heb den tweedon
prijs van hel, eonservutoire voor tragedie be
haald en iedereen vond, dat ik den eersten
verdiend had. Ik heb met Kachel zameu
gespeeld, mijnheer!
- Met Kachel!
Ja, maar niet in het héatre-Fran<;ais ;
in een salon, voor de aanzietiHiksten van liet
land. Kachel had iemand noodig, die niet
te veel bij haar afstak en ze dacht natuurlijk
aan mij. Ik hoor haar nog in Ilvracc.
Zoo sprekende liep Koseval naar 3011 hoek
tragisch getint: «Koning of bedelaar, tu t' en
iras, les pieds devant !" Dan het Conservatoirs,
met tableaux vivants en chansonniers, L'iine
rouge, Le chien noir, ook niet zonder bedoeling
van concurrentie zoo genoemd, Pompadour en
nog anderen.
Het aardigste op 't oogenblik is het in Le
carillon, waar een stukje van Courteline gespeeld
wordt, heel frisch en heel geestig. Het is een
tooneeltje in de rechtszaal; de pointe der zaak
is dat een advokaat, die juist zijn cliënt in
een welsprekende rede verdedigd heeft, en hem
als toonbeeld van alle burgerlijke deugden heeft
voorgesteld, gedurende de zitting nog tot amb.
tenaar van het openbaar ministerie benoemd wordt.
Nu is plotseling alles omgekeerd; de edele cliënt
is nu de beschuldigde, dien hij moet doen
veroordeeieri; hij stelt hem dan ook op de kaak als
een losbandig woesteling, een ellendige, een
uitvaagsel van het menschdom.
Het bezoek van den czaar wordt in alle cabarets
bezongen; het heeft al gauw de liedjes op
IjiIlung-Chang vervangen. Doze lieiljes znn ondeu
gend. maar de niet-politieke zijn een heel ander
soort ; zij laten geen woord onuitgesproken, geen
handeling ongeschilderd; de vernuftige omschrij
vingen en sous-entendus van Judic zijn er kin
derliedjes bij.
»Toch", ze^t Theodor Wolft', »is het op den duur
epn beetje vervelend, in een tijd te leven, waarin
alles gezegd mag worden, waar niets «onuitgespro
ken»" en »onuitsprf -kelijks" meer overblijft. Ik
moet bekennen, dat toen onlangs in de lïi>nluHc
de lastigheden van corpnlent-xijti al te duidelijk
werden uiteengezet, ik het onuitstaanbaar vond
en opstapte.
Het toeval bracht mij in een der straten, die
naar de »butte'', den heuvel Jlontniiirtro, omboog
voeren, en voor een klein theater van den vier
den of vijfden rang, den I)ii;ni- jniitniiiis. De
aanplakbiljetten wezen aan, dat daarbinnen «oude
chansons'' gezongen werden, en t.mi slotte OuVii
bach's Li i ch/innon de l''<>i't:inin zou worden op ~
gevoerd.
Ik trad binnen, het theater was overvol ; nau
welijks vo.ul ik nog een plaatsje. Do oude chan
sons waren al voorbij, men was bezig aan
Oll'onImeh's lieve kleine operette. Er werd slecht
gespeeld, bijna zoo slecht als in de Groot» Operd,
maar de beminnelijke schoonheid van die muziek
kun geen violist geheel wegkrassen. Hot publiek,
meest brave rustige burgerlieden, luisterde vol
aandacht.
Juist zong de jonge klerk van den jaloerschen
ouden advokaat ?- Kortunio's lied" :
Si vous croyoz qne je vnis diro
'
Je ne saurais pour u n empire,
Vous la nommer.
Xous ailons chanter a la ronde,
Si vtus vonk'/.
Que je l'adore et qu'elle est blonde
oiiime les bles."
Wat was dat allerliefst. Ik bob mijn hand
schoenen stuk geupplatuiisseerd en was met de
ovorgrootii meerderheid van het publiek ervoor,
dat do jonge bescheiden klerk, die zijn liefste
r.it't durfde noemen, d. u luid no_; oens zou zin
gen. Toen hij aan het couplet kwam:
van de coulisse, waar een soort karretje op
l wee wielen legen :;an leunde. Ik volgde
lu'.'u . . . toen h;j eensklaps de hoornen van
hel wagentje be.'tpakie en het, krachtig bij
wijze van een kiv.ivva/,m voor zich uil, duwde
tot, aan het andere eind der coulisse, waarna
hij < r mee lenig k'.vun:
Dut is het rijtuig van .Fioriac, verklaarde
hij eenvoudig.
Maar hij is te paard gekomen ! zei ik
verbaasd.
Hè? O, ja... o<n de karwats. U hebt
frrziei) hoe hij op die karwats gesteld was,
hè? Hij zou zonder die eenvoudig niet ge
speeld hebben, en we hebben twee zinnen
van zijn rol moeten veranderen en er nog
een nieuwen inlasseiien, om te laten uitko
men (iat zijn rijt uit: voor liet hek van het
park wacht. Het rijtuig is onmisbaar omdat
hij daarin de gravin moet ontvoeren en om
dat het zoo mt'..eeu moet omslaan, wanneer
zij dooi' liet onweer worden overvallen . . .
Maai' ik ben den dra.id kuijt... waar was
ik ook weer? . . .
L" zei, dat u zooveel succes in de tra
gedie had . . .
O, ja! Maar aangezien ik geen enga
gement naar mijn zin kon krijgen, heb ik
me op het drama toegelegd.
- - 'lu welk t.lieaicr?
In alle theaters waar drama's vertoond
W', rden, en die waren er een massa toen ter
tijd! Ik heb verscheidene rollen gecreëerd:
A//ii''ri<-, FilH/il'1*. 1'ii'iTi il' />//>/', 'II' M'trl.'irx
(A Sntnl Kiiiii'. Ik heb Fonieuov gedoubloei'd i
in de Xi'iriit i!(i' K< /'.,.. etn weergaloos !
succes! Dat is juist mijn ondergang geweest. |
Hoe/oo ? !
/eker, mijnheer; niets anders, want toen j
ik meer dan dertig malen in j'arijs in die
rol was opgetreden, moest ik haar overal in
de provincie ook spelen, 'n Gevaarlijk dinsr!
'n heel gevaarlijk ding! Want als je in de
provincie 'n beetje teveel over 't paard bent,
getild, blijf je er hangen, en in dien tijd
wordt je plaats ergens anders ingenomen.
»Mais j'aime trop pour que je die,
Qui j'ose aimer,
Et je veux mourir pour ma mie
Sans la nommer "
kwam er een gevoel van vertroosting over mij.
Het was toch een genot, te hooren, dat er nog
iets ȟiiuitsprekelijks" was, iets dat geen ander
hooren mocht : de naam van de geliefde. En
toen ook de ongenoemde geliefde van den be
scheiden klerk, het aangebeden vrouwtje van den
knorrigen advokaat, naar voren kwam, een
mooi j"ng actricetje, en ook wat zong, klapte
ik zoo luidruchtig, dat het do aandacht trok, en
de oud-' ouvreuse naar mij toekwam en mij in
het oor iluisterJe : «Misschien wil monsieur den
naam van die dame weten ... zij woont rue des
Martyrs 1.'!, au fiuatrième".
Muziek in de Hoofdstad,
De Mis in D. trr. t. van ikjethoveu te hooren
uitvoeren is al!ijd co-nc groote jielieurtcuis. liet
was daarom met, met-r dau gewone belangstelling
dat ik ter concedzale too^'.
l kt was trouwens de eetlioveii-week, ter her
innering aan deu geboortedag van den grooten
meester.
lift iieethoven-co. teert door het orkest van het
Coucerigebouu kon ik tot mijn icedwe/.eu met
'bijwonen door bex^iieden buiten du stad, docli de
.«//-v licjb ik kiniüen hooiv!,.
J l t is inut Jioinii^ icdiTen keer te wijmi op
<ie buitengewone in'ieiclijkhedeu intii de uil voering
van (hl wt.'1'i; vurboiidi.-u ; im:ii WLCÏvrij algemeen
welke vi.Tu^eiide ei-c!ieu aan het koor, vooral aan
tu' sopranen LCesteld woiaeii.
Uunueer ik uus /e;^ il;u de uitvoenittr bewees
dal hut k <j o r over lid, gvheei /eer /.eker zong, is
dit, geen geringe lofspraak. De sopranen waren
iliimaai minder sterk bezet clan anders en dat was
natuurlijk van hiviood op de klank verhouding,
w;uit vaak Kon nu,n viui uil, de zaal oie lagere
tonen van do sopranen niet iiooreu.
Ook i; n tie juan'ssian/s was in de auucre
sttmni'..'ii do klank niet, alrijd goed waar te i.emeii,
doch ik geef do te.aiUt inermn niet, alleen aan het
kuur, docii ook aa;i Let orkest, dat vaak vcei te
btefk spvelJe en do ijL'huigrijkc orkestrale lijnreu
uu;i altijd i. i liet juisto lie'it ttehle. Doch dat
seliijiit steeds a;m zulko uitvo;:ri:if;eu verbonden
te zijl'.
Ik n.'leveer de/.e zaak omclut. zulke kuiistwerkcn
beslist, eicellen ilaf, mou meer dan n orkestrepe
titie en e'éuüg.:uonili: iv])>;'..tio lioudt.
U ii, ir men \roivci' :rLi:()'1;<en mode nam, di-.armc
do.-i.. ni'-n liel. uu i.iei, mier en hieimcdc moet
ook ia uit opzieV n keu-n;-;' t-elioudca wordun.
\\anncer ik :un, wat, nel. koor betreft, tevens
eene opmerk;;, u' ver-.orloveu mau', ;s liet di ie: iudieil
i' l U' l.:(lt-n /;;;!, U'.-ij vri en bij lief, zinden v,iii piano's
en p.ainsshno's no_;' ,liiiueiijker uit, te siireki',1 dan
bij foit.i. zal men aücs veel beter versTaan. Dit
is trouwens lii'l ceiiigo middel om aili» goed te
kui.neii lio'-r, n.
Dit, punt van zooveel gewicht wordt uit
waardeerni:;' 'ei'i I'jveerd, oimiat, er dit maai bijzonder
veel werk \\ ?!.?> g''. naakt van iiu-iueeeriuueu.
IA:/O ()jmu.rkiiiL;-::n eei,ma.ii gemaakt, li,:b:jeude,
J)an word j.- y.o-'ljps a.in ou.'.er, J3 trouwt ...
dat heb ik ten minste gedaan.
Mier veranderde Roseval's slotn. Hij her
nam op een toon, dien hij schertsend wilde
doen klinken :
Jv'n hinvt-iijk uil. liefde, jnijiihoer! Zou
u dat wel wille,, g.'loo/en?
Waarom niet r vroeg ik. Acteurs maken
dikwijls veroveringen.
't. Heeft mij ook niet veel moeite ge
kost', hernam hij somber. De dochter vaa
eea mijner vroegere collega's . . . een wees,
die geen cent ter wereld bezat ... Ik heb haar
f<U 't. w.u'e grootgebracht, gevoed, gekleed,
k heb haar alles geleerd «vat ik wi.-t
meer dan dat, zelfs totdat ik haar op
zekeren dag heb gevraagd, of' ze mijn vrouw
wilde wor'den . . . Helaas!
Is zij dood?
De oude regisseur keek mij scherp aan.
-?Xeen, mijnheer; 7.e heelt mij verlaten.
]>ij die woorden greep hij een ijzeren plaat,
die tegen een stijl gereed was gezet,, en
schudde die eenige, malen. Dat was de aan
gekondigde onw 'ersbui.
!Iè' zei hij, de plaat weder op haar
plaais zettend, dat, kan met recht een don>
der.-hi/ van pn> genoemd worden, piist, op
liet, oogenhük dat ik bezig ben, u van mijn
hu\vel!jksi.:ed te verteilen! Jk was als door
dun bliksem gelroltl-n, dat kunt u je
voorslelleu, toen ik op een mooien avond merkte,
dat mm) vrouw met, een V;in on/e trouwste
beZ'.vki-is \vas weg^eloojien, en ik met drie
kinderen oj) den hals achter bk-ct'!
Ilij li-.'i) na; r een houien steihigi, waaroj)
<l\- ai 'v.i'i e-'.( grooli'ii bollen cilinder rustie
< n waarboven een ,-traii gr-pannon iaj)
zijde iiiü^'.
Xa, ga l1-, \vaaicn' xei hij, en den
slin^-i r omdraaiend, mankte hij dooi' het
schuren van de zijde langs de oppervlakte
van den trommel een geluid, dat vrij wel
het loeien van den wind nabootste.
Wat zal ik u zeggen? vervolgde hij
terugkomend. Ik werd er ziek van en toen