De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1896 27 december pagina 3

27 december 1896 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1018 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. den doode, in rouw ... Langzaam wordt 't haar helder ... men vertelt... Een uitbarsting en joeling van al haar harts tocht en liefde breekt los: »Ik heb hem aangebeden, wist hij dan niet, dat hij m'n god geweest is en m'n zaligheid ? «Hij is van mij kunnen weggaan om zich voor een ander te laten doodschieten ? »Breng me bij hem, nog nmaal wil ik hem zien!" Maar hij is al begraven. Vernield, verloren, in gillende wanhoop ijlt ze razend naar buiten en de oude vader blijft allén: sZe komt niet terug, o God, ze komt niet terug", zijn de laatste woorden. * * * Dit is de simpele hoofdinhoud. Er is nu en dan zuiverheid en eenvoud in het stuk. 't Wanhoopstafreel zelfs sterk van passie en kracht. En door enkele tooneelen heen kwijnt de weemoed van een eerste, schreiende liefde, die wordt meegevoeld en begrepen. Dat is ech ter alles. Zwaktepunten ontbreken niet. Vooreerst is 't den schrijver blijkbaar zeer moeilyk geweest, de tragische liefde "hoog en sterk te houden en niet vaag en sentimenteel. Al te vaak is er onmannelijke weekheid en zeg gen de verliefden banale en flauwe dingen, b.v. tijdens 't afscheid, als zij samen een plaat be kijken met een minnend paar. De weinige aan doening die het stuk ons geeft, blijft daarom niet bij. maar we raken haar spoedig weer kwijt. Ook 't slot, het wegijlen van 't meisje is vaag. Waarom loopt die oude vader zijn dochter niet achterna, waarom houden ze haar niet met kracht en geweld iii huis? Het geval was toch ernstig genoeg 'l We moeten dat maar eenvoudig nemen zooals 't is. De geschiedenis is anders niet onaannemeJijk. Vrouwen en mannen d:e beminnen, zijn meestal raadsels en tot alles wat vreemd is in staat. Daarom moeten we in dit stuk ook maar een beetje gelooven, dat de jongeman hetgeen walge lijke misdaad vindt, een getrouwde vrouw te be minnen, gelooven dat het meisje hem alles ver geeft en blind is voor misdaad en fouten, enz. Maar met ui zijn zwakheden en gebreken, blijven er een paar gevoelige en eenvoudige taf'ereelen, die een wel kleine, maar zuivere aandoening geven. Een sterk, harmonisch stuk is 't dus lang niet. 5S * * De vertolking stelt geen hooge, maar moeielijko eischen. Mevr. Kerckhoven?Jonkers speelde het vrouwtje dat liefheeft en de heer Tartaud den ongelukkigen minnaar. Nu is 't een eigenschap van deze beide spelers, dat zij in alle rollen 't zelfde zijn en niet genoeg kunnen afwisselen en cra«re«. Zij hebben hun partij echter goed begrepen en daarom gaf mevr. K. het lijdende en fijne van haar liefde, als 't kon, gevoelig weer en was de heer T. in angstige momenten vooral, evengoed. De wanhoopscèiie van mevr. K. mag voortref felijk heeten, de woede, radelooshsid en smart was sterk en echt. Jan C. de Vos, de oude muxiekant, zeurde heel erg. Het tooneel, waar h\j zijn dochter met j ingehouden wanhoop den dood van den minnaar moet medeJeelen, gaf alleen eenigen indruk. De heer Brondgeest en mevr. v. Eijsden?Vink speelden de meer levendige rollen luimig en los. In het laatste bedrijf stelt de heer Brondgeest de man voor, die in rouw op den drempel verschijnt. Dat is een zér moeielijk moment. De heer B. deed toen veel te veel als een aanspreker en was daardoor juist niet serieus genoeg. De vertaling van den heer Mijnssen klonk meestal als helder Hollandsch. W HIT K. Cabaret en cafe-concert, Gelijk men weet. heeft dezer dagen de cabaretier volksdichtor Aristide Ilruant een proces in zake »concurrence déioyalo" gewonnen, en door de rechtbank der Seine aan een mededinger doen verbieden, evenals hij een grooten flambard met pluim en een rooden cachenez te dragen. Hij schoen deze sieriijkheden als een essentieel deel van het welslagen zijner onderneming te beschouwen. «Hij heeft zijn concurrent niet laten verbieden, de klanten met vuile scheldwoorden aan te spreken, zooaJs Lij zelf doet," schreef een ver slaggever in de Uélmta. Wol is om denzelfden tijd een bundel van zijn liederen verschenen, die van den chansonijjor a la modi! en het publiek dat hem toejuicht geen hoog denkbeeld geven. Want in de mode zijn zij. de cabarets op Montmartre en de cafés-conccrts overnl. De schouwburgen worden er voor verlaten. Kon der beste bui enlandsche chroniijueurs te l'arijs, Tiieodor Wollf van het Jkrliner TitijdiUitl, ver telt er van. »Zoowel zij die over het lager zinkend niveau dor taal klagen, als de kleermakers en de pro feten der vrouwelijke elegance geven de schuld aan de cabarets van Montmartre. Sedert men uit het theater niet meer gaat soupeerpn, is de luxe der schoiiwburgtoibrtten zeer verminderd. Want wie zal zich met al de weelde dur Kue de la l'aix cnan behangen om in een rookeriso, bedompte, donkere kroeg te gaan zitten? En daar toch gaat ioderen hoon. Voor een jaar of drie waren er nog maar pen paar van die cal.ii.rets; nu zijn er een dozijn bekerde en hoeveel meer onbekende. Vooreerst de cabarets a. "> francs; men zit daar op banken of op rijen stoelen, als in een kleinen schouwburg. Tot deze behoort nog de op.de ('fin/ i-nir, met zijn chincesche schimmen, zijn marckc a l'etoile, zijn tils prodigue, en daartnsschen de ii^dore van Jlontoya, door hem zelf gedicht, gecom poneerd en gezongen ; dun IA 7Y,:,V<t.'< de Tnhfirinin den stijl van een oud arleijuin-theater, niet een klein tooneel, waar de chansonnit.'rs zingen en tegenwoordig een -revue frauco-rosse.'' wordt opgevoerd; LK ciinl/nn, ook al niet chansonniers en een aardig klein blijspel van CourteJine; eindelijk Lu roiilutle, mot tableaux vivants. Hierna volgen de cabarets van n of tv.ee francs, dikwijls nog ;>in vortoiing1'. De oudste en beste is Z,t'.i' <[intC-.:-<irig, waar de langharige Marcel Legay roode liederen zingt, en andere, ,,?,.,,,,,,,,,,,,;,,,,.,, DE TWEEDE REGISSEIU Kaar liet Frdiwl/. VAX A. D K E IJ F V S. -"j**"****»" ? (Slot.) De dienstbode wierp een verbaasden blik op de haar omringende stukken, decoratief, j Hè! /.ei Koseval met een wanhopigeu zucht, ze, kunnen het voorplein niet eens van den tuin onderscheiden ! De tuin is rechts, heb je 't 1111 begrepen? Je riioet van links opkomen. Ja, mijnheer. De dienstbode wilde doorloopen. Halt! Wacht even! riep Koseval haar na. Weet je i;u nog, wanneer je moet invallen. Als er gescheld wordt. ??Goed? En wat moet, je zeggen. Ik zeg: «Mevrouw, een brief!" Best! En heb je den brief? De jonge vrouw keek den regisseur met groote oogen aan. Den brief? herhaalde zij. Koseval verbleekte. Heb je hem niet ? .. . Op dit oogenblik sprak Floriac, duidelijk hoorbaar, op het tooneel: »I)e graaf' denkt niet aan schrijven mevrouw!'' Nu moet zij! mompelde Koseval, en terwijl hij een schel deed klinken, die hij van een met allerlei voorwerpen beladen tafel j had gegrepen, wendde hij zich smeekend tot mij: Mijnheer ... om godswil!... een brief!... een kaartje!... een stuk papier, wat het ook is!... Ik reikte hem een brief toe, dien hij de dienstbode in de handen duwde: Daar! zeide hij. Vooruit nu. De iiciriee, verward, wilde uuur links loupe.'i. Neen, hier! 't komt er niet opium ! riep hij, haar hij den arm terughoudend 011 duwde iur.ir en 't. loonee!. Oef! zei hij, zich het voorhoofd ai'wisschctn;: mi /iet u 't mijnheer ! 't Had weinig gescheeld, of zo was heelemaal niet opge komen en 't spe! had kunnen vastraken ! . . . TJ zul er uit, dat 't mot overbodig i;i, dat ik hier sta. Hinder ik u ]r;i-M'iii»ii ? vroeg ik, aan stalten makend om heen ie gaan. Kneu! neen! volstrekt niei, anl '-.voordde de regisseur levendig. Integendeel! We kun nen best, praten, als de boel geregeld loopt . . . Waar had ik ;t ook weer over? U vertelde van uiv zoontje . . , O. ja!... een alleraardigste jonden. mijnheer!... JOn knap voor zijn leefiijd ... hij is altijd de eerste van zijn klas . . . Dat's aardig, voor tien jaar. hè? Jui reeiieemi . . . als de beste, hoor! Kijk! dan is de weg om zoo te zeegen aangewezen! Maak een ai list van hem... Iloseval selmdde het hoofd. O, neen; dat niet !... Alles.. . behalve een artist! Waarom ? Ais uw zoon er aanleg voor heeft. Ook ik, mijnheer, had er aanleg voor! Ik kon een glimlach niet, onderdrukken. Verwondert u dat:' hernam de regisseur bitter. Toch is 't waar. Ik heb den tweedon prijs van hel, eonservutoire voor tragedie be haald en iedereen vond, dat ik den eersten verdiend had. Ik heb met Kachel zameu gespeeld, mijnheer! - Met Kachel! Ja, maar niet in het héatre-Fran<;ais ; in een salon, voor de aanzietiHiksten van liet land. Kachel had iemand noodig, die niet te veel bij haar afstak en ze dacht natuurlijk aan mij. Ik hoor haar nog in Ilvracc. Zoo sprekende liep Koseval naar 3011 hoek tragisch getint: «Koning of bedelaar, tu t' en iras, les pieds devant !" Dan het Conservatoirs, met tableaux vivants en chansonniers, L'iine rouge, Le chien noir, ook niet zonder bedoeling van concurrentie zoo genoemd, Pompadour en nog anderen. Het aardigste op 't oogenblik is het in Le carillon, waar een stukje van Courteline gespeeld wordt, heel frisch en heel geestig. Het is een tooneeltje in de rechtszaal; de pointe der zaak is dat een advokaat, die juist zijn cliënt in een welsprekende rede verdedigd heeft, en hem als toonbeeld van alle burgerlijke deugden heeft voorgesteld, gedurende de zitting nog tot amb. tenaar van het openbaar ministerie benoemd wordt. Nu is plotseling alles omgekeerd; de edele cliënt is nu de beschuldigde, dien hij moet doen veroordeeieri; hij stelt hem dan ook op de kaak als een losbandig woesteling, een ellendige, een uitvaagsel van het menschdom. Het bezoek van den czaar wordt in alle cabarets bezongen; het heeft al gauw de liedjes op IjiIlung-Chang vervangen. Doze lieiljes znn ondeu gend. maar de niet-politieke zijn een heel ander soort ; zij laten geen woord onuitgesproken, geen handeling ongeschilderd; de vernuftige omschrij vingen en sous-entendus van Judic zijn er kin derliedjes bij. »Toch", ze^t Theodor Wolft', »is het op den duur epn beetje vervelend, in een tijd te leven, waarin alles gezegd mag worden, waar niets «onuitgespro ken»" en »onuitsprf -kelijks" meer overblijft. Ik moet bekennen, dat toen onlangs in de lïi>nluHc de lastigheden van corpnlent-xijti al te duidelijk werden uiteengezet, ik het onuitstaanbaar vond en opstapte. Het toeval bracht mij in een der straten, die naar de »butte'', den heuvel Jlontniiirtro, omboog voeren, en voor een klein theater van den vier den of vijfden rang, den I)ii;ni- jniitniiiis. De aanplakbiljetten wezen aan, dat daarbinnen «oude chansons'' gezongen werden, en t.mi slotte OuVii bach's Li i ch/innon de l''<>i't:inin zou worden op ~ gevoerd. Ik trad binnen, het theater was overvol ; nau welijks vo.ul ik nog een plaatsje. Do oude chan sons waren al voorbij, men was bezig aan Oll'onImeh's lieve kleine operette. Er werd slecht gespeeld, bijna zoo slecht als in de Groot» Operd, maar de beminnelijke schoonheid van die muziek kun geen violist geheel wegkrassen. Hot publiek, meest brave rustige burgerlieden, luisterde vol aandacht. Juist zong de jonge klerk van den jaloerschen ouden advokaat ?- Kortunio's lied" : Si vous croyoz qne je vnis diro ' Je ne saurais pour u n empire, Vous la nommer. Xous ailons chanter a la ronde, Si vtus vonk'/. Que je l'adore et qu'elle est blonde oiiime les bles." Wat was dat allerliefst. Ik bob mijn hand schoenen stuk geupplatuiisseerd en was met de ovorgrootii meerderheid van het publiek ervoor, dat do jonge bescheiden klerk, die zijn liefste r.it't durfde noemen, d. u luid no_; oens zou zin gen. Toen hij aan het couplet kwam: van de coulisse, waar een soort karretje op l wee wielen legen :;an leunde. Ik volgde lu'.'u . . . toen h;j eensklaps de hoornen van hel wagentje be.'tpakie en het, krachtig bij wijze van een kiv.ivva/,m voor zich uil, duwde tot, aan het andere eind der coulisse, waarna hij < r mee lenig k'.vun: Dut is het rijtuig van .Fioriac, verklaarde hij eenvoudig. Maar hij is te paard gekomen ! zei ik verbaasd. Hè? O, ja... o<n de karwats. U hebt frrziei) hoe hij op die karwats gesteld was, hè? Hij zou zonder die eenvoudig niet ge speeld hebben, en we hebben twee zinnen van zijn rol moeten veranderen en er nog een nieuwen inlasseiien, om te laten uitko men (iat zijn rijt uit: voor liet hek van het park wacht. Het rijtuig is onmisbaar omdat hij daarin de gravin moet ontvoeren en om dat het zoo mt'..eeu moet omslaan, wanneer zij dooi' liet onweer worden overvallen . . . Maai' ik ben den dra.id kuijt... waar was ik ook weer? . . . L" zei, dat u zooveel succes in de tra gedie had . . . O, ja! Maar aangezien ik geen enga gement naar mijn zin kon krijgen, heb ik me op het drama toegelegd. - - 'lu welk t.lieaicr? In alle theaters waar drama's vertoond W', rden, en die waren er een massa toen ter tijd! Ik heb verscheidene rollen gecreëerd: A//ii''ri<-, FilH/il'1*. 1'ii'iTi il' />//>/', 'II' M'trl.'irx (A Sntnl Kiiiii'. Ik heb Fonieuov gedoubloei'd i in de Xi'iriit i!(i' K< /'.,.. etn weergaloos ! succes! Dat is juist mijn ondergang geweest. | Hoe/oo ? ! /eker, mijnheer; niets anders, want toen j ik meer dan dertig malen in j'arijs in die rol was opgetreden, moest ik haar overal in de provincie ook spelen, 'n Gevaarlijk dinsr! 'n heel gevaarlijk ding! Want als je in de provincie 'n beetje teveel over 't paard bent, getild, blijf je er hangen, en in dien tijd wordt je plaats ergens anders ingenomen. »Mais j'aime trop pour que je die, Qui j'ose aimer, Et je veux mourir pour ma mie Sans la nommer " kwam er een gevoel van vertroosting over mij. Het was toch een genot, te hooren, dat er nog iets »üiiuitsprekelijks" was, iets dat geen ander hooren mocht : de naam van de geliefde. En toen ook de ongenoemde geliefde van den be scheiden klerk, het aangebeden vrouwtje van den knorrigen advokaat, naar voren kwam, een mooi j"ng actricetje, en ook wat zong, klapte ik zoo luidruchtig, dat het do aandacht trok, en de oud-' ouvreuse naar mij toekwam en mij in het oor iluisterJe : «Misschien wil monsieur den naam van die dame weten ... zij woont rue des Martyrs 1.'!, au fiuatrième". Muziek in de Hoofdstad, De Mis in D. trr. t. van ikjethoveu te hooren uitvoeren is al!ijd co-nc groote jielieurtcuis. liet was daarom met, met-r dau gewone belangstelling dat ik ter concedzale too^'. l kt was trouwens de eetlioveii-week, ter her innering aan deu geboortedag van den grooten meester. lift iieethoven-co. teert door het orkest van het Coucerigebouu kon ik tot mijn icedwe/.eu met 'bijwonen door bex^iieden buiten du stad, docli de .«//-v licjb ik kiniüen hooiv!,. J l t is inut Jioinii^ icdiTen keer te wijmi op <ie buitengewone in'ieiclijkhedeu intii de uil voering van (hl wt.'1'i; vurboiidi.-u ; im:ii WLCÏvrij algemeen welke vi.Tu^eiide ei-c!ieu aan het koor, vooral aan tu' sopranen LCesteld woiaeii. Uunueer ik uus /e;^ il;u de uitvoenittr bewees dal hut k <j o r over lid, gvheei /eer /.eker zong, is dit, geen geringe lofspraak. De sopranen waren iliimaai minder sterk bezet clan anders en dat was natuurlijk van hiviood op de klank verhouding, w;uit vaak Kon nu,n viui uil, de zaal oie lagere tonen van do sopranen niet iiooreu. Ook i; n tie juan'ssian/s was in de auucre sttmni'..'ii do klank niet, alrijd goed waar te i.emeii, doch ik geef do te.aiUt inermn niet, alleen aan het kuur, docii ook aa;i Let orkest, dat vaak vcei te btefk spvelJe en do ijL'huigrijkc orkestrale lijnreu uu;i altijd i. i liet juisto lie'it ttehle. Doch dat seliijiit steeds a;m zulko uitvo;:ri:if;eu verbonden te zijl'. Ik n.'leveer de/.e zaak omclut. zulke kuiistwerkcn beslist, eicellen ilaf, mou meer dan n orkestrepe titie en e'éuüg.:uonili: iv])>;'..tio lioudt. U ii, ir men \roivci' :rLi:()'1;<en mode nam, di-.armc do.-i.. ni'-n liel. uu i.iei, mier en hieimcdc moet ook ia uit opzieV n keu-n;-;' t-elioudca wordun. \\anncer ik :un, wat, nel. koor betreft, tevens eene opmerk;;, u' ver-.orloveu mau', ;s liet di ie: iudieil i' l U' l.:(lt-n /;;;!, U'.-ij vri en bij lief, zinden v,iii piano's en p.ainsshno's no_;' ,liiiueiijker uit, te siireki',1 dan bij foit.i. zal men aücs veel beter versTaan. Dit is trouwens lii'l ceiiigo middel om aili» goed te kui.neii lio'-r, n. Dit, punt van zooveel gewicht wordt uit waardeerni:;' 'ei'i I'jveerd, oimiat, er dit maai bijzonder veel werk \\ ?!.?> g''. naakt van iiu-iueeeriuueu. IA:/O ()jmu.rkiiiL;-::n eei,ma.ii gemaakt, li,:b:jeude, J)an word j.- y.o-'ljps a.in ou.'.er, J3 trouwt ... dat heb ik ten minste gedaan. Mier veranderde Roseval's slotn. Hij her nam op een toon, dien hij schertsend wilde doen klinken : Jv'n hinvt-iijk uil. liefde, jnijiihoer! Zou u dat wel wille,, g.'loo/en? Waarom niet r vroeg ik. Acteurs maken dikwijls veroveringen. 't. Heeft mij ook niet veel moeite ge kost', hernam hij somber. De dochter vaa eea mijner vroegere collega's . . . een wees, die geen cent ter wereld bezat ... Ik heb haar f<U 't. w.u'e grootgebracht, gevoed, gekleed, k heb haar alles geleerd «vat ik wi.-t meer dan dat, zelfs totdat ik haar op zekeren dag heb gevraagd, of' ze mijn vrouw wilde wor'den . . . Helaas! Is zij dood? De oude regisseur keek mij scherp aan. -?Xeen, mijnheer; 7.e heelt mij verlaten. ]>ij die woorden greep hij een ijzeren plaat, die tegen een stijl gereed was gezet,, en schudde die eenige, malen. Dat was de aan gekondigde onw 'ersbui. !Iè' zei hij, de plaat weder op haar plaais zettend, dat, kan met recht een don> der.-hi/ van pn> genoemd worden, piist, op liet, oogenhük dat ik bezig ben, u van mijn hu\vel!jksi.:ed te verteilen! Jk was als door dun bliksem gelroltl-n, dat kunt u je voorslelleu, toen ik op een mooien avond merkte, dat mm) vrouw met, een V;in on/e trouwste beZ'.vki-is \vas weg^eloojien, en ik met drie kinderen oj) den hals achter bk-ct'! Ilij li-.'i) na; r een houien steihigi, waaroj) <l\- ai 'v.i'i e-'.( grooli'ii bollen cilinder rustie < n waarboven een ,-traii gr-pannon iaj) zijde iiiü^'. Xa, ga l1-, \vaaicn' xei hij, en den slin^-i r omdraaiend, mankte hij dooi' het schuren van de zijde langs de oppervlakte van den trommel een geluid, dat vrij wel het loeien van den wind nabootste. Wat zal ik u zeggen? vervolgde hij terugkomend. Ik werd er ziek van en toen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl