De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 10 januari pagina 5

10 januari 1897 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1020 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ii \m n de toutes nos marchandises continuera LUND111 JANVIER, Tous nos objets confectionnés: Robes, fflanteaux ponr Dames et Enfants; Peignoirs, Blonses, Corsets etc. ont tétaxés a des prix tellement bon marcbé, qu'ils forment des occasions absolnment extraordinaires. HIRSCH IIE VOOEi DAMEjS. e> De. fiets en het Cara mia. Goddank 't regent! ,.. 't Regent bij stroomen : 't regent murmelmelodietjes in dakgoten en allerliefste cascadetjes uit groengeruite paraplu's van eerzame plasdoorwaders, die onze dorpsstraat stoffeeren. Denk niet, vriendin mijne, dat het mij aan sym pathie ontbreekt voor uw nieuw costuum van Hirsch, waarvan je mij in je laatste epistel zoo'n app tissante beschrijving geeft. Geloof mij, ik voel alles voor je teleurstelling, dat engsluitende jaquetje, dien charmanten chas seur-hoed met de wuivend-fiere hanenpluim niet te kunnen luchten (pardon) doen bewonderen op de afternoon tea's of bij het pantoffeluurtje in de Kalverstraat en toch begroet ik ditmaal het hemel water als tot mijn troost op aarde gezonden. Verdenk me niet van dat huwelijksegoïsme, dat me na een paar jaar van samenleven met mijn alter-ego zou doen reikhalzen naar een intimiteit a deux. met uitsluiting der geheele buitenwereld, ofte wel van berekeningen in mijn kwaliteit van doktersvrouwtje, die gunstig voor manliefs portemonnaie, maar ongunstig in de gevolgen ziju kon den voor de vele nat-doorweekte dorpelingsvoeten. Ondanks echte Badelochsgevoelens omtrent mijn Frans, ondanks pepermunt, kamillen en Eau des Carmes in overvloed aanwezig in ons uitlokkend apotheekje, heeft mijn plasregen-verheerlijking een veel dieper motief. Luister maar ! Je herinnert je mijn laatst epistel, dus ook, hoe opgetogen ik was over het plan van mijn Frans, die zich absoluut een hittenwagen wilde aanschaffen. Denk eens aan, samen rijtoertjes maken in den omtrek, zoo rijk aan natuurschoon; levenselixer te brouwen in den vorm van poeder en drankjes voor vrekkige douairières en haar zelve dien nektar te komen bieden; rheumatischen boeren door middel van smeersels en zalfjes soelaas te brengen, lijkt dat niet op het toppunt van 's levens geneuchten, afternoon teas en costumes a la mode er bui ten gelaten ?! Nu eens manlief de teugels houdende, dan weer de zachte vrouwenhand triomfeerend over koppig heid!!! Soms een sukkeldrafje, ofte wel eeugalopje; eindelijk halt; rust; status quo !!!... Een typisch beeld van huwelijksleven!!! Heer lijke illuzies, waar zijt gij gebleven !... Op zekeren, gedenkwaardigen dag nam ik plaats met Frans in onze allerliefste quipage, maar in plaats van op den beganen grond te blijven, voerde een zeepbel-luchtballon ons omhoog, naar eene villa in Utopia, ook wel luchtkasteel genaamd, en... naar ge weet, zijn luchtreisjes gevaarlijk. Bij het ncertuimelen uit de wolkeu waren paard en wagentje verdwenen, juist als in een tooversprookje, om plaats te maken voor zeker modern yer voermiddel. Met andere woorden, aan mijn verbaasde oogeu vertoonde zich een rijwiel, waarop zich nu dage lijks voortbeweegt mijn oogappel, mijn Frans!!! Wiegelend op luchtbanden, gevoelt Frans de banden van het huwelijk minder, en eilaas, de liefste wielrijdstertjes uit den omtrek chaperon neert hij zonder al te grooten tegenzin. O, die mannen; die mannen! Natuurlijk zweeg ik in den beginne heldhaftig stil. Daarna, na vele vrome voornemens van ge duld, gelatenheid en opkroppen, barstte ik los. 't Werd een scène van jalouzie a la Médea. Je hebt aanleg voor 't tooneel," zei Frans ! lakoniek. Vrouw, dat dramatisch effect met dat hand gebaar was lang niet kwaad." Enfiii; que voulez vous? J'ai ri et me sentais désarmce! Daags na genoemd voorval, waarover ik au fond wel wat confuus was, bood Frans edelmoedig aan, ook mij tot wielrijdster te promoveercn, en dat wel, met verleidelijke argumenten. 't Zou zoo gezellig zijn, gezamenlijk tochtjes te maken; 't zou zoo goed zijn voor mijn zenuwgestel! Er was veel voor te zeggen, Frans was welspre kend, een ondeelbaar moment aarzelde ik dan ook, toen kwamen de bedenkingen. Te couteus," zeide ik, //we beginnen pas; eerst de hoofdsom, dan de reparaties ... en ... de boe ren willen maar niet ziek worden, en de Douairière beknibbelt je altijd op de medicijnen ,.. Mietje zal, vrees ik, ook niet meer zoo haar best doen als . ..'' Ze jou nooit volprezen leiding een paar uurtjes mist," lachte Frans, hetgeen mij prikkelde. //Lach maar," zeide ik. //Wie moet 's middags je lievelingskostjes klaar maken, je bureau afstoffen, knoopen aan je pantalons zetten, je sokken mazen, de brieven schrijven, waar je geen tijd voor hebt, en last not least, wanneer moeten de boeken, de tijdschriften gelezen worden, die het intellect van je levensgezellin moeten opsieren?" Frans zag er uit als een dictator, toen hij be slist zeide: boeken en intellect hebben niets met fietsrijdende dames te maken." //Dat wil ik wel gelooven," meende ik. '/e passen niet bij elkaar, want wielrijdsters zijn na hun zwerftochten gewoonlijk te vermoeid om iets uit te voeren, om nog niet eens te spreken van de gebroken neus, gekneusde ledematen en ver rekte spieren, die ze waarschijnlijk niet outloopen zullen. Vroeg of laat zal dat noodlot haar berei ken, vertrouw daarop'." //Houd op," zei Frans, ik zie wel, er steekt geen sportslady in je!' Ea vind-je dan die fiutspose zoo aesthetisch of ladylike," vroeg ik, bout portant. ,/Mij dunkt, jij l als medicus ..." , ,/üoe nu niet geleerd, kind!" zei Frans, mij een j kus gevend. //Zeg, help me eens even, dat ik lieels- | huids met mijn (iets de voordeur uit kom. Ziczoo, [ dank je, adio, wacht maar niet met 't eten, als ik soms niet vóór donker tehuis mocht komen, hoor!" Ik kreeg nog een kus, een groet, een haudwuiwuiving, en ... als een wcrvehvind was hij ver dwenen. Hoe eenzaam voelde ik mij, hoe droef verlaten, j Dien smakclijken macaronischotel. zoo dradi^ door de juiste toepassing van de parmczaaukaas, zal ik hem morgen a:iu den lunch maar voorzetten, dacht ik zuchtend. En alzoo geschiedde, Cara Mia. "U ij vrouwkeus zijn immers niet zelfzuchtig! Begrijp je nu. waarom ik tegenwoordig den regen bemin, den regen die mijn Frans te huis houdt, mijn Frans eu zijn fiets. MEXA. Wanneer zal er een stem opgaan, luid genoeg om te weerklinken tot in de ooren onzer doove volksvertegenwoordigers, die roepen zal: Gerechtigheid voor de vrouw! Gerechtigheid voor 't kind! Maar de Vrouwen-quaestie is veel minder interessant omdat de vrouw voor zichzelf kan spreken, en omdat de vrouw minder schuldeloos is dan 't kind. Maar 't l'ind '. liet kind dat tot 't bewustzijn mciixch ie ,:ijn, /(tnr/zdfiin opgroeit, het kind, dat op zesjarigen leeftijd de dronkenschap van den vader, de zede loosheid van de moeder ~i?t! En in't kleine hart van't kind ontkiemt een monster: Vt-rachtinr/ voor hen die hem tot leiders, tot voorbeeld, tot steun moesten strekken. liet kind leert ver achten wat het lief heeft, verachten wat het eeren moet, verachten waar 't gehoorzamen moest! Welke demoralisatie! Want het is het kind ingeschapen: Het onderscheid tussehen goed en kwaad. Het urine kind! De jaren volgen op elkaar, dronkenschap, bedelarij en zedeloosheid zijn de drie hydra's die dat jonge leven voortdurend aangrijnzen, het zijn drie duivels die van dat kind een Hink, zedelijk, sterk, ontwikkeld Ne rlandsch burger moeten maken! En dan verwondert men zich dat er jeugdige misdadigers zijn ! En dan staan er Vereenigingen op om die jeugdige misdadigers bij te staan.... Waar zijn de Vereenigingen die de misdadige ouders ojiliamjcn en de kinderen oi>mcdcnl Dat moest gedaan worden ! Maar.... de \vet verzet zich zelf tegen het «fncwi'.n van de ouderlijke macht aan xledde ouders ! Onze wetten vertrappen de vrouw, verguizen het kind, steunen dronkenschap en prostitutie! Laat ons het maar in ns zeggen, wij met onze hooggeroemde civilisatie zijn minder iiH'HscJiclijk dan de oer-menschen. Heeft de «wetenschap'' meer geluk aan de menschheid bezorgd'(! Arae lonten! Wanneer zal eindelijk de gemeenschap"' zich het lot aantrekken der arme kinderen van mis dadige ouders? Wanneer zal eindelijk dat ijroote volksbelang van de toekomstige generatie door onze vertegenwoordigers behandeld worden ? Miaii/idii/c 'ni/Jir.-i zijn niet alleen zij die het kind lichamelijk mishandelen maar die het doen leven in een atmosfeer van ontaarding. Mi-i<l(«'li//c oiidi'rx zijn niet alleen zij die geld slaan uit het aankweeken van ondeugd bij't kind. Maar iiii>nli/i!i;/i uiidei'* zijn stellig alle dronk aards, dieven en houders van bordeelen.. . . Waarom '.' Waarom worden de kinderen, de kleinen, de opgroeienden, zij, die over (>. 10, l'_! jaar, het volk van Xederland vormen, niet weg gerukt uit Jie ouderlijke leerscholen van bande loosheid V ,la, mijn hart l/loodt als ik een iGjarig meisje, dat uit die gepestileerde bordoellucht bij mij vluchtte, terug moet geven aan den Vader, aan de Moeder, die in ontucht'' handel drijft. . . . Kn diït mud ik! De erf cischt hot van mij. En werr bloedt mijn hart als over N, 10 dagen die dief en dronkaard, die zijn l'Je voroordeeling onderging, uit de gevangenis komt enzijnjongskens van (i en 7 jaar hem in handen, ter op voeding en opleiding," gegeven worden, muc/cn gegeven worden: dat eischt de wet' -Kn dagelijks, dtHjelijki* sta ik met ijcboiulen handen door de n:tt tegenover de onrechtvaardig heid, de laagheid, do slechtheid door die wet, onder 't heerlijk motto van i-rijhcid beschermd. Alsof het vrijheid was als men het menschendier toestaat zijn hartstochten bot te vieren, alsof het vrijheid was als men aan de ouders toestaat hun kinderen tot slechte, yera<irlijke leden der maatschappij op te kweeken! Zoolang ik een stift vast kan houden, zal ik tegen die kinderslavernij strijden ! En attendant. . . Wat kan er gedaan worden ? Ik vraag, ik smeek, indien er ook maar n schepsel, n denkend wezen in Holland is, die my leest: Zeg mij, is er geen middel althans een paar van die ongelukkige kinderen te redden ? B.V. die twee jongskens ? Zou het zoo geheel onmogelijk zijn ? De straftijd van den vader loopt weer ten einde; half Januari is hij weer in Amsterdam en zijn kindertjes moeten hem teruggegeven worden. Hij komt zonder /c/s . . . geen woning, geen kleèren. geen voedsel, geen werk ! Buiten dien hij kan niets als sjouwen... en . . . er is niets om te sjouwen ! Waarom zou hij zijn kindertjes niet in ontucht opbrengen als dat de eenige manier is om »het leven" te behouden V Arme kleinen ! Maar wij kennen geen erbarmen, »de volks vertegenwoordigers .... drinken een glas.... en laten de zaak zooals zij was." Wat raakt het hen of' 't volk ongelukkig is, of 't volk slecht is, en slecht wad zijn ? ! Op het oogenblik dat ik mijn artikel eindig, is de vader die, sinds 8 dagen terug uit de gevangenis ook H dagen dronken langs de straten zwiert' bij mij geweest, zwaaiend op zijn beenen; hij ging zijn jongskens.,. in ontvangst nemen . . . Xaast den hartverscheurenden toestand der kin deren van misdadige ouders, is er eene andere die gemakkelijker te regelen zal zijn omdat er geen wetsbepaling bij noodig is. (Ik begrijp niet dat het maken van een wet zoowel tijd vordert en dat wij ons laten regeeren door wetten die meer dan een halve eeuw als onrolducnile, of .s/cc/t/ bekend zijn !) liet geldt de liestedelinycn. Telkens hoort men onder de armen: ->ik wil wel voor -'i, 2.50, l 5o, l gl. per week een kind bij me nemen !" en er zijn tal van Vereenigingen die op die wijze kinderen i<ii(nj>sleden en verder die uitbesteding niet contröleeren. Ik ken, persoonlijk, doodarme, vuile vrouwen, die totaal zonder inkomsten of verdiensten zijn, die zelf een paar kinderen hebben en dan nog een paar bestedelingen a i gl. of 1.5(1 i>cr wni'k er bij nemen. Of die kinderen het yoal hebben ! ? ! ! Vooral bij kerkgenootschappen hebben zulke vrouwen een wit voetje: .Zij bidden veel en doen 't voor weinig !" Zij worden dikwijls in de kerk en op bijbellezing gezien : thuis, in de donkere, kille, vuile kamer zitten de ln-stcdi-u te huilen van honger en kou. Ook op de stadsbestedelingen moest controle uitgeoefend worden. Zooals in Duitschland zouden dames-comités moeten opstaan, die uit liefde deze taak op zich namen ! Zoowel de stad als de verschillende vereenigingen moesten nooit een klein kind onder '2.50 per week bij particulieren uitbesteden; (dit geldt niet voor gestichten, waar men tengevolge van het groote getal -kostgangers" eene andere basis

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl