Historisch Archief 1877-1940
No. 1021
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
6 TT
SM
"
_9
e>
Broodwinning.
Niets buitengewoons is het, dat ouders met hun
jongens overleggen voor welk ambt of beroep
dezen zich zullen bekwamen om er later in hun
onderhoud mede te voorzien. De keuze wordt
gedaan, nadat het voor en tegen is gewikt en
gewogen, in zoover dit tenminste mogelijk blijkt
met een knaap van 10 a 12 jaar.
Nog maar al te zeldzaam is het, dat ouders
uit de middenklasse er hun meisjes van jongsaf
op wijzen, dat zij zich op eenig vak grondig
moeten toeleggen, om, zoo noodig, er later een
broodwinning van te maken, zelfs al zijn de
ouders zich bewust, dat de veranderde sociale
verhouding de kans op een huwelijk voor hun
dochters zeer heeft verkleind. De meeste vrouwen
uit den gegoeden burgerstand, die zich thans in
een onafhankelijke positie mogen verheugen,
hebben dit zoo niet geheel dan toch zoo goed
als geheel aan eigen energie te danken: zij vonden
op haar weg weinig steunpilaren, doch zooveel
te meer hinderpalen.
Energie is nu eenmaal een gave, waarmee de
natuur niet kwistig omspringt. Zijn dank
zorgvuldige opleiding bekwame mannen heel
wat talrijker dan kundige vrouwen, krachtige,
zich zelt een weg banende energie, komt onder
het spiersterkere geslacht niet veelvuldiger voor
dan onder het zwakkere. Ja gaan wij na in
hoeveel uiteenloopende werkkringen de vrouw,
hoewel eeuwenlang stelselmatig dom gehouden,
zich een eervolle plaats heeft weten te veroveren,
dan dwingt het rechtvaardigheidsgevoel schier
met bewondering tot haar op te zien. De uitkom
sten der laatste vijf en twintig jaar doen twijfel
rijzen, wie de intellectueel sterkere zou blijken
te zijn, de man of de vrouw, wanneer de meisjes
werden onderwezen en opgeleid niet minder
degely'k dan de knapen.
Nu energie^ voor de eene sekse als voor de
andere, een zeldzame gift is, eischt de billijkheid,
dat de meisjes evenals de jongens worden op
geleid tot een broodwinning, het aan de om
standigheden overlatende of zij, gehuwd dan
ongehuwd, er een levensonderhoud in zullen
zoeken. Zien de ouders dit in, dan wordt de
groote vraag: »welk vak te kiezen 'i" want met
de meening, tot heden nog maar al te verbreid,
als zou een meisje van goeden huize allermeest
op onderwijs geven zijn aangewezen, dient ge
broken, dewijl een onderwijzeres zonder roeping
zich zelf schaadt en haar leerlingen te kort doet,
daar dezen recht hebben op toewijding en zij
niet bij machte is die te geven.
Slechts weinig meisjes is het bij dejongens
anders openbaren voldoenden aanleg voor
eenig vak om het beroep als aangewezen te mogen
beschouwen. Ontbreekt een zoodanige vinger
wijzing of vertoont zij zich niet duidelijk genoeg,
dan kan de keus vergemakkelijkt worden door
de raadpleging van een gids. Moeder en dochter
doorloopen samen langzaam het geschrift van
het begin tot het einde. Zal ze eenig vak van
onderwijs kiezen! Wat behoort er toe om een
goede onderwijzeres te zijn? Om met genoegen
en met vrucht voor een klasse te staan, moet
men behalve een helder verstand, een goed ge
heugen en veel ijver, een schier onuitputtelijk
geduld bezitten, gepaard aan een niet onaan
zienlijk talent van mededeelen, van weergeven
en het vinden van steeds andere vormen,
zoodat bekende zaken den leerlingen toch splinter
nieuw schynen. Bij totale afwezigheid van de
laatste eigenschappen, is het niet raadzaam in
het lager- of middelbaar onderwijs te gaan, want
zonder deze is het niet mogelijk zyn leerlingen
te boeien, en boeien is de eerste .voorwaarde
van vruchtbaar onderwijs.
Wordt de school als arbeidsveld verworpen,
dan komt de keus tusschen een vak, waarbij het
kennen of waarbij het kunnen op den
voorgrond staat. Aan die van het kennen zijn
zware examens verbonden d. w. z. lange tijd van i
voorbereiding. Behalve het intellect speelt dus
de finantiëele welstand er een hoofdrol in. Ook
zyn de vakken van deze rubriek minder talry'k,
maar ze lokken meer aan, dewijl ze tot een
hoogere orde behoorende, meer de algemeene
aandacht tot zich trekken.
Bij de raadpleging van een gids dient er wel
op gelet, dat van de beroepen en werkkringen,
welke voor de vrouw openstaan, zoowel die van
het weten als die der vaardigheid naar
heel wat bij wegen leiden; paden onbekend of
nauwelijks betreden en die niettemin uitloopen
op iets groots of schoons. Een paar voorbeelden
ter opheldering.
Een jonge vrouw, die in de chemie was gaan
studeeren, kwam toevallig, zonder tenminste ooit
aan de mogelijkheid gedacht te hebben, in de
bacteriologie terecht, en 't laat zich aanzien,
dat zij het vak tot eer zal worden en het haar
zal wezen tot gewin. Hoeveel variëteiten de
land- en tuinbouw de vrouw aan de hand doet,
is niet te zeggen, want de ondervinding heeft
reeds geleerd, dat zij veel op een onuitputtelijke
bron gelijkt: steeds nieuwe specialiteiten biedt,
die een ruime broodwinning waarborgen, wanneer
de arbeid den toets der kritiek doorstaan kan.
Dezer dagen nog hoorde ik het betreuren, dat in
Nederland geen vrouwen het bouwvak beoefenen.
daar dit bij uitstek geschikt voor haar zou zijn.
Die klacht berustte niet op de meening, dat er
behoefte bestaat aan vrouwen bedreven in het
ontwerpen van monumentale werken, maar hierop
dat door haar anders zijn en door haar anders
zien dan de man, zij het vak goede diensten zou
kunnen bewijzen, vooral waar bet gold de in
richting van gestichten en andere openbare in
stellingen, i
Aldus oordeelde een vrouw, die de administratie ;
voert van een spiksplinternieuwe gezondheids
instelling en in haar werk dagelijks het nadeel
ondervindt van ondoelmatige plaatsing of ver
keerde indeeling van zaken, die telkens noodig
zijn, zoo ze zelfs niet geheel ontbreken. Een on
ander had haar meermalen doen denken: *die
fouten had geen vrouw kunnen begaan, daartoe
is zij te praktisch". Die gedachte verwezen
lijkende zouden vrouwelijke bouwkundigen niet
allermeest behoeven op te treden als concurrenten
der bestaande en komende architecten, doch met
hen kunnen samenwerken en zoo doende schier
ideaal werk leveren.
Het meisje, dat smaak genoeg heeft om in het
boekbindersvak een broodwinning te kunnen
vinden, behoeft er zich niet van te laten terug
houden, omdat de behandeling van de werktuigen
vrij veel lichaamskracht vordert, voor dat deel
van den arbeid is al heel gemakkelijk hulp te
vinden, terwijl het kunstindustriëele gedeelte juist
opentop een vrouwenzaak is, die daarenboven tot
allerlei verbindingen van bijvakken voert, wier
voortbrengselen veel gevraagd worden, daar onver
schilligheid voor het uiterlijk van bind- en
lederwerken heeft plaats gemaakt voor prijsstelling
op sierlijkheid. »Het oog wil ook wat," is het
devies onzer dagen, en 't is voor de vrouwen te
wenschen, dat zij er haar voordeel mede doen.
Na het eigenlijke binden van een boek een
kunst lang niet door een ieder verstaan, die zich
voor binder uitgeeft, daar een boek, dun of dik,
behoort open te blijven liggen, waar ook open
geslagen, en hoe weinige voldoen aan dien eisch !
komt het handvergulden, het aanbrengen van
den titel op den rug en de versiering van den
omslag in overeenstemming met den aard van
het werk. Het opleggen der versiering vordert
geen bijzonder talent; geduld en vlijt doen de
techniek T?erwerven, die de grootst mogelijke
netheid en reinheid tot eerste voorwaarde stelt;
zonder deze toch: steeds knoeiwerk.
Voor de ontircrjiin// van de decoratie wordt
natuurlijk wel talent gevorderd ; zij eischt kennis
van : teekenen, meetkunde, stijl en
kleurenharmonie. Wie het ernstig meent, zal ter ontwik
keling der vindingsgave uren en dagen doorbrengen
in kunstindustriëele musea en op tentoonstellingen
om daar meesterken na te teekenen en nieuwe
combinaties te ontwerpen.
Het handvergulden bepaalt zich niet tot het
verfraaien van boeken; tal van voorwerpen voor
allerlei doeleinden bestemd en uit allerlei stof
fen vervaardigd, worden aldus versierd. Met
goud belegd worden behalve alle mogelijke soorten
van papier en leder, linnen, zijde, tluweel en
delfstoffen, als zilver, aluminium, enz. Wie koopt
tegenwoordig een taschje, foudraal, of etui, hoe
eenvoudig overigens, wanneer het elke versiering
mist ?
Nauw verwant aan het handvergulden is het
zoogenaamde ledermozaïek eveneens een vrou
wenwerk, dat ook in de eerste plaats zorgvuldig
heid en oplettendheid vraagt. Het vervaardigen
en decoreeren van lederwerken eischt daarenboven
goede oogen en een vaste hand. Voor haar die
aan deze eigenschappen schoonheidszin paart,
biedt het vak goede vooruitzichten; die geniaal
is, zelfs meer nu ja, maar genialiteit komt zoo
zelden voor. Van de hooge prijzen der talrijke
artikelen dezer rubriek, die wij zien uitgestald
in de winkelkasten der groote galanterie-maga
zijnen, kan wat overschieten voor werkloon.
Het handvergulden blijft niet bij kleine voor
werpen, maar strekt zich uit tot fijne meubelen
en kostbare behangsels, en heeft nog dit groote
voordeel, dat het vereiscbte materiaal volstrekt
niet kostbaar is. Voor het gewone werk komt
men, naar ik vind opgegeven, met een goede
vijf'ig gulden een heel eind heen, terwijl een
volledig stel, den fijnsten arbeid omvattende,
ruim driehonderd gulden zal kosten.
Voor haar, die zich in dit vak begeeft, is het
raadzaam ook het marmoreeren en den goud- en
zilverdruk te leeren. Verder sluit het papeterievak
zich hierbij aan waaronder ook het versieren
van menu's, gelegenheid- en reclamekaarten ver
staan wordt eveneens bet bekleeden van kistjes
en doozen met satijn, pluche etc.
«Alles goed en wel," hoor ik zeggen, >maar hoe l
zich in dat vak te bekwamen ? waar is daartoe i
gelegenheid ? j
Begin met »IIet geïllustreerde boekbindersboek" i
als het ware uit het hoofd te leeren; het bevat
een schat van wetenswaardigheden. liet is te
Leidezi bij Sijthotl' in l «Si i l uitgekomen. Ik zag
den eersten druk, die waarschijnlijk door meerdere
gevolgd is, en anders bestaan er stellig andere
handboeken, zoo niet hier dan in het buitenland. '
Dan zal men in de leer kunnen gaan bij een !
onzer meesters, het vak, want tegenwoordig wordt
ook in Nederland waarlijk artistiek bind- en
decoreerwerk geleverd. Gemeenlijk is echter een ]
vakschool te verkiezen, wijl daar het onderwijs i
stelselmatig is, dus allicht vollediger en bijna
altijd vrij wat goedkooper. Zoover ik te weten j
ben gekomen, bestaat er in Nederland geen |
dergelijke inrichting, echter wel in Duitschland.
b.v. te Gcra. De iirma Horn & Patzelt, die
beroemd is voor haar werk, heeft een school voor
boekbinderij. Daar gaat het praktische werk
hand aan hand met het theoretische. De leertijd
voor het handverguiden is gemeenlijk twee j
maanden. Het schoolgeld bedraagt J IS per
maand, terwijl het werkmaterieel in een gelijk
tydsverloop gemiddeld op ? 12 komt. j
liet program dezer school luidt:
A. Praktisch onderricht.
I. Handvergulden :
<i. Rugdruk. l Van de ceiin>utlii/xlc
l'. Titeldruk. j tot de >iioei/ijksti'
c. Decoratiedruk ) voorbeelden.
II. Lederbekleedingmet handvergulden; «.
liugdruk ; li. Decoratiedruk.
III. liet eigenlijke boekbinden.
li. Theoretisch onderricht
IV. Vlakornementiek.
V. Hand- en rechtlijnigteekenen.
VI. Voorlezingen over stof, met voorbeelden.
C. Op verlangen wordt geleerd:
VIL Intarsia-ledermozaïek,
VIII. Lederplastiek.
IX. Gekleurde snede met goudversiering.
X. Marmersnede.
XL Persvergulden: a. Blind-, Goud-, Zwart
en Reliëfdruk; b. Kleur- en Irisdruk;
c. Bronsdruk.
Speciale Cursussen.
1. Marmeren, (leertijd 14 dagen).
2. Goud- en Siersnede, ( » 4 weken).
o. Persvergulden, ( » (j » ).
4. Uitdunnen van leder, ( » minstens'2 maand.)
Ook voor een speciale cursus is het leergeld
30 Mark per maand.
Bij gemiddelden aanleg is dit alles in 4 of 5
maanden te leeren. Maar laat ons ruim rekenen
en G maanden stellen. Dan komt het onderricht
met inbegrip van leermiddelen op /180. Schatten
wij kost en inwoning op ? 220, dan is dit stellig
niet te weinig voor het goedkoope Duitschland.
Voegen wij daarbij ? 100 voor reisgeld en on
voorziene uitgaven. Dan kost de gebeele opleiding
? 500, en blijft er niets over dan aanschaffing
van de duurdere gereedschappen, hetgeen lang
zamerhand of op afbetaling kan geschieden.
Me dunkt dit sommetje is niet groot, en zal
zelfs voor zeer kleine beurzen geen bezwaar
wezen, zoodra bet bij de ongefortuneerden der
middenklasse gebruikt wordt om bij de geboorte
van een kind dadelijk zijn opleiding voor eenig
vak of beroep te verzekeren door deelneming in
een overlevingskas, of iets soortgelijks.
Amst., Dec. '90.
EMSK A. ILviuitTON.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1II1IIIIIIIMIIIMII1IIIIIHHII1IIIIIIIIIUIII1
Dinertoilet. Een wichelttarster. Te
'New-York. Etigelsche
winterdrankcn. Recepten.
Wat het toilet voor »intieme" diners betreft,
is de Parijsche wereld in twee meeningen ver
deeld; sommige snobs, geheel naar Engelsche ge
woonten gestyleerd, dineeren zelfs in heel kleinen
kring, zelfs en familie, thuis, in groot décolleté.
Anderen beginnen er toe over te gaan, wanneer
de vorm van eene invitatie of de tijd waarop zij
gezonden is, er aanleiding toe geven, halfhooge
of zelfs geheel hooge japonnen te dragen. De
eenen beweren dat de anderen niet weten, wat
zij aan hun gastvrouw verschuldigd zijn.
Een goede gelegenheid tot verzoening bieden
vele der tegenwoordige corsages, die gedecolleteerd
zijn met bedekte schouders en ruche om den
hals; men kan dan in het corsage zelf zooveel
tulle, kant, guipure aanbrengen, dat men bijna
in de kamer zelf zich nog meer of minder
decolleteeren kan, al naar de gelegenheid het eischt.
Het corsage is dan van achteren hoog, van
voren vierkant, en coeur of puntig uitgesneden.
Het vierkante décolleté, met Mediciskraag, wordt
zoowel genomen voor corsages die bij de japon
behooren, als bij de fantasiecorsages, die bij ver
schillende rokken gedragen worden. Ondanks de
voorspellingen raken deze afzonderlijke corsages,
die voor schouwburg en diner zoo geschikt zijn,
en een geheel ander aanzien geven aan een
eenvoudigen of niet nieuwen rok, nog steeds niet
uit de mode. Alleen wil men ze niet zien in
den vorm van een effen blouse, met een eenvoudig
gedrapeerd ceintuur; er moet iets opgemaakts,
kunstigs, versierds, stijlvols aan zijn.
Het eerst komen hiervoor in aanmerking,
zooals men weet, de korte bolero-jakjes, gebor
duurd of met guipure bedekt; het tweede een
paar revers, kleiner of grooter, tot aan het ceintuur
of niet veel verder dan de schouders loopend,
breeder of smaller, van dunne zijde ofvanz\vaar
tluweel, omzoomd met bison of omgeven meteen
plooisel van mousseline, chitïon of crèpe de chine.
Tusschen die revers, of onder dien bolero. kan
dan een heel mooi plastron van surah, van ge
borduurd licht satijn met pailletten, van
gepailIcteerde tulle op zijden transparant, van gechineerd
pompadour of wat ook aangebracht zijn, en talloos
zijn de manieren en do kleine co(iuetterie6n
waardoor men van zulk een samenstel, revers,
plastron, mouwdoffen, mouwen en kraag een
artistiek geheel kan krijgen. Stel men heeft alles
van lichtblauwe zijde met zwarte pailletten, zwarte
tulle en appliceerde motieven fi jour van zwart
borduursel, dan geeft een roos aan de eene zijde
van het corsage aan alles kleur en relief. Stel
men heeft een donker satijn corsage met zwarte
kant. dan wordt alles sierlijker door de bin
nenzijde van den Mediciskraag, het décollet
en den benedenrand der mouwen, met witte kant
te vullen en er groote knoopen van geciseleerd
staal, bergkristal of strass op te zetten.
Bij al de gedecolleteerde of halfhooge corsages
intusschen is een zijden of lluweelen rok noodig;
eene wollen stof kan daarbij niet gedragen worden.
Naar het scbijnt heeft men van de mouwen
tot den elleboog bijna geheel afstand gedaan: bij
al de halfhooge corsages ziet men de mouwen
zelfs buitengewoon lang, tot bijna halverwege over
de band, en daar nog verlengd met een kanten
plissé. Bij het décolletéen half-décolletéworden
weer de colliers gedragen die een tijdlang afge
schaft geweest zijn.
* *
*
Te Parijs woont eene befaamde
-xhiromancienne", wichelaarster, waarzegster, voorspelster,
werkster met »het ei", Madame de Thèbes. Zij
leest toekomst en karakter uit de hand ; Alexander
urnas tils raadpleegde haar dikwijls; uit Cue
iihilli' Irttiiiiiiie zou rnen opmaken dat Paul
Hourget ouk wel les by haar neemt. Zij gaf
dezer dagen een consult aan een reporter, met
verlof om er wat over in zijn blad te schrijven.
De reporter, ^Jean Bernard", was al aardig op
de hoogte ; hij wist dat men in de
Xieuwjaarsbouquetten en Nieuwjaarscadeaux bij voorkeur
sommige bloemen en sommige steenen moet ge
bruiken om de goede beteekenis, en anderen
vermijden. Wat de kleuren betreft, beteekent
rood : hartstocht en strijd; violet: macht en troost;
blauw: trouw ; groen : tegenspoed ; geel: rijkdom;
bruinrood : wantrouwen. Van de bloemen duidt
de chrysanthemum enkel vriendschap aan, nooit
liefde ; de witte dahlia dankbaarheid; de witte
gardenia genot en eer; de hyacinth trouw; de
witte marguerite liefde; de gele marguerite
afscheid; de witte anjelier vertrouwen; de roode
evenals de witte sering liefde ; de paarse sering
vriendschap en herinnering; de jonquille onbe
vredigd verlangen ; de camelia talent, en de roos
schoonheid.
Al deze wijsheid kon de reporter al aan de
chiromancienne meedeelen ; '>voeg er bij", zeide
deze, »dat groen geldgebrek en geel ontrouw be
duidt, dat van de bloemen erica en viooltjes
treurigheid en rouw beteekenen, en dat de tulp
noodlottigste aller bloemen is.''
De reporter verwonderde zich.
Het is zeker en bewezen, zeide Madame
de Thèbes. Weet u niet dat in Holland bijna
alle bloembollenkweekers een plotselingen of
gewelddadigen dood sterven of zelfmoord begaan?
Dat wist de reporter niet eens.
Dat is algemeen bekend. De occultisten zullen
u zeggen, dat wie een vriend ongeluk wil be
rokkenen, hem tulpen, de llettr nefaste bij uit
nemendheid, moet zenden.
Maar rozen ?
Die moet u zenden, met seringen en violen;
en laat een rood lint aan de mand doen. Rood
is de gelukskleur. En zoo ook met edele steenen
en sieraden; metaal en steenen zijn machtige
geleiders van sympathie, maar ook van geluk of
ongeluk. Vooreerst moet men iemand bloemen
of cadeaux zenden op een tijd dat zij ze niet
verwacht; dan zendt men aan een donkere vrouw
geen goud, maar zilver ; aan een blonde daaren
tegen wel goud, met robijnen en granaten ; dat
zyn de steenen der wijsheid, die haar idealistisch
temperament in toom houden. Aan een brunette
kan men wel de steenen der fantasie geven, de
amethyst der hoop, de smaragd die geluk aan
brengt, de rnaansteen, de opaal. Diamanten kan
iedereen krijgen, zij beteekenen niets dan elegance
en zijn niet gevaarlijk; maar topazen, turkooizen
en saftieren zijn weer beter voor blondines.
Madame de Thèbes schijnt voor dergelijke wijs
heid gereedelijk aftrek te vinden ; haar consulten
zijn zeer gezocht. Bij allerlei nieuwe symbo
liek en bijgeloof blijft het oude bestaan ; men
weet dat bijna ieder Italiaan een stukje koraal
aan zijn horlogeketting zal dragen, om het ->booze
oog'' af' te leiden; in ieders omgeving bestaan
nog kleine verschijnselen van bijgeloof.
Uit New-York wordt bet volgende bericht: een
der mülionnairsdochters, miss Hastie Hashagan,
is een bekende schilderes en heeft veel talent.
Zij schilderde in het najaar een Sioux-Indiaan in
oorlogscostuum en had daarvoor een prachtig
model weten te krijgen, een echten krijgsman,
Donderwolk genaamd. Maar zie, de Uoodhuid
heeft het hart der schilderes gestolen; zij zal
hem naar den wigwam van zijn stam volgen, en
hij zal haar den diadeem van roode en witte
veeren opzetten, die de bruiden der Indianen
dragen.
Onder andere jonge meisjes te New-Vork is
een club gevormd, waarvan alleen jonge dochters
lid mogen zijn wier lengte "> voet G bedraagt,
wier taille niet nieer dan 17 inches wijd is,
en die handschoenen van niet grooter dan ;V,'i
dragen. De leden dragen dag en nacht het club
corset, want de taille mag niet meer dan 17
inches worden. Of er een dokter voor nierziekten,
maagpijnen en borstkwalen aan de club verbon
den is, wordt niet gemeld.
Ale-cn}>. Een liter goele ale, twee glazen
sherry, een likeurglaasje bitter, samen gewarmd
met drie schijfjes citroen, wat gemberpoeder, ge
raspte nootmuskaat en twee ons bruine suiker.
Men mengt het goed, door het op Amerikaansche
wijs van de eene kan in de andere te schenken,
? en drinkt het heet.
' Mn//etl ('nrliiii'it:.. Op twee chinaasappels gaan
\'t ons kaneel, !4 ons gember, ?"> of -l
kruidnagelen en een liter water. Men laat het tot op
de helft verkoken, zeeft het. voegt er een tlesch
Hongaaincheii wijn en suiker naar den smaak bij,
en warmt het.
l\li:iibclh(üi- sack jiossct. Kook een liter room,
goed geparfumeerd met foelie, nootmuskaat en
suiker; neem /i liter sherry dry, Y\, liter goede
heldere ale, en kook dat gezamenlijk ; voeg er
dan de gekookte room bij, laat het mengsel twee
uren toegedekt voor het vuur staan, zeeft het en
dient het warm op.
Xiiyciiitittkte kariiKir. Anchovis wordt schoon
gemaakt, fijngesneden en in een vijzel gestampt
met wat gedroogde peterselie, cayennepeper, zout,
citroensap, een paar druppels slaolie en als men
wil een weinig knotlook; men dient ze op een
glazen schaaltje en eet ze op warm geroosterd
'. brood.
liireïitfsï-eieren. Men kookt vier eieren hard,
on neemt er de schaal af; maakt dan een farce
van peterselie, tijm, broodkruim, peper, zout,
boter, gehakte anchovis en n geklust ei; dan
bedekt men de harde eieren met deze farce, rolt
ze in paneermeel, bakt ze goudgeel en dient ze
warm op.
.1/i^issc uu ('ariuHf.J. Vijf eiwitten klopt men
ii In -neii/e, zoet ze met broodsuiker, en mengt er
wat caramcl (gebrande suiker) met water aan
gelengd, door. Als het goed gemengd is, hoopt
men de sneeuw als een berg op een compotier
en steekt er in de rondte lange biscuits in den
vorm van een mand omheen.
E?e.