De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 17 januari pagina 5

17 januari 1897 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1021 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 6 TT SM " _9 e> Broodwinning. Niets buitengewoons is het, dat ouders met hun jongens overleggen voor welk ambt of beroep dezen zich zullen bekwamen om er later in hun onderhoud mede te voorzien. De keuze wordt gedaan, nadat het voor en tegen is gewikt en gewogen, in zoover dit tenminste mogelijk blijkt met een knaap van 10 a 12 jaar. Nog maar al te zeldzaam is het, dat ouders uit de middenklasse er hun meisjes van jongsaf op wijzen, dat zij zich op eenig vak grondig moeten toeleggen, om, zoo noodig, er later een broodwinning van te maken, zelfs al zijn de ouders zich bewust, dat de veranderde sociale verhouding de kans op een huwelijk voor hun dochters zeer heeft verkleind. De meeste vrouwen uit den gegoeden burgerstand, die zich thans in een onafhankelijke positie mogen verheugen, hebben dit zoo niet geheel dan toch zoo goed als geheel aan eigen energie te danken: zij vonden op haar weg weinig steunpilaren, doch zooveel te meer hinderpalen. Energie is nu eenmaal een gave, waarmee de natuur niet kwistig omspringt. Zijn dank zorgvuldige opleiding bekwame mannen heel wat talrijker dan kundige vrouwen, krachtige, zich zelt een weg banende energie, komt onder het spiersterkere geslacht niet veelvuldiger voor dan onder het zwakkere. Ja gaan wij na in hoeveel uiteenloopende werkkringen de vrouw, hoewel eeuwenlang stelselmatig dom gehouden, zich een eervolle plaats heeft weten te veroveren, dan dwingt het rechtvaardigheidsgevoel schier met bewondering tot haar op te zien. De uitkom sten der laatste vijf en twintig jaar doen twijfel rijzen, wie de intellectueel sterkere zou blijken te zijn, de man of de vrouw, wanneer de meisjes werden onderwezen en opgeleid niet minder degely'k dan de knapen. Nu energie^ voor de eene sekse als voor de andere, een zeldzame gift is, eischt de billijkheid, dat de meisjes evenals de jongens worden op geleid tot een broodwinning, het aan de om standigheden overlatende of zij, gehuwd dan ongehuwd, er een levensonderhoud in zullen zoeken. Zien de ouders dit in, dan wordt de groote vraag: »welk vak te kiezen 'i" want met de meening, tot heden nog maar al te verbreid, als zou een meisje van goeden huize allermeest op onderwijs geven zijn aangewezen, dient ge broken, dewijl een onderwijzeres zonder roeping zich zelf schaadt en haar leerlingen te kort doet, daar dezen recht hebben op toewijding en zij niet bij machte is die te geven. Slechts weinig meisjes is het bij dejongens anders openbaren voldoenden aanleg voor eenig vak om het beroep als aangewezen te mogen beschouwen. Ontbreekt een zoodanige vinger wijzing of vertoont zij zich niet duidelijk genoeg, dan kan de keus vergemakkelijkt worden door de raadpleging van een gids. Moeder en dochter doorloopen samen langzaam het geschrift van het begin tot het einde. Zal ze eenig vak van onderwijs kiezen! Wat behoort er toe om een goede onderwijzeres te zijn? Om met genoegen en met vrucht voor een klasse te staan, moet men behalve een helder verstand, een goed ge heugen en veel ijver, een schier onuitputtelijk geduld bezitten, gepaard aan een niet onaan zienlijk talent van mededeelen, van weergeven en het vinden van steeds andere vormen, zoodat bekende zaken den leerlingen toch splinter nieuw schynen. Bij totale afwezigheid van de laatste eigenschappen, is het niet raadzaam in het lager- of middelbaar onderwijs te gaan, want zonder deze is het niet mogelijk zyn leerlingen te boeien, en boeien is de eerste .voorwaarde van vruchtbaar onderwijs. Wordt de school als arbeidsveld verworpen, dan komt de keus tusschen een vak, waarbij het kennen of waarbij het kunnen op den voorgrond staat. Aan die van het kennen zijn zware examens verbonden d. w. z. lange tijd van i voorbereiding. Behalve het intellect speelt dus de finantiëele welstand er een hoofdrol in. Ook zyn de vakken van deze rubriek minder talry'k, maar ze lokken meer aan, dewijl ze tot een hoogere orde behoorende, meer de algemeene aandacht tot zich trekken. Bij de raadpleging van een gids dient er wel op gelet, dat van de beroepen en werkkringen, welke voor de vrouw openstaan, zoowel die van het weten als die der vaardigheid naar heel wat bij wegen leiden; paden onbekend of nauwelijks betreden en die niettemin uitloopen op iets groots of schoons. Een paar voorbeelden ter opheldering. Een jonge vrouw, die in de chemie was gaan studeeren, kwam toevallig, zonder tenminste ooit aan de mogelijkheid gedacht te hebben, in de bacteriologie terecht, en 't laat zich aanzien, dat zij het vak tot eer zal worden en het haar zal wezen tot gewin. Hoeveel variëteiten de land- en tuinbouw de vrouw aan de hand doet, is niet te zeggen, want de ondervinding heeft reeds geleerd, dat zij veel op een onuitputtelijke bron gelijkt: steeds nieuwe specialiteiten biedt, die een ruime broodwinning waarborgen, wanneer de arbeid den toets der kritiek doorstaan kan. Dezer dagen nog hoorde ik het betreuren, dat in Nederland geen vrouwen het bouwvak beoefenen. daar dit bij uitstek geschikt voor haar zou zijn. Die klacht berustte niet op de meening, dat er behoefte bestaat aan vrouwen bedreven in het ontwerpen van monumentale werken, maar hierop dat door haar anders zijn en door haar anders zien dan de man, zij het vak goede diensten zou kunnen bewijzen, vooral waar bet gold de in richting van gestichten en andere openbare in stellingen, i Aldus oordeelde een vrouw, die de administratie ; voert van een spiksplinternieuwe gezondheids instelling en in haar werk dagelijks het nadeel ondervindt van ondoelmatige plaatsing of ver keerde indeeling van zaken, die telkens noodig zijn, zoo ze zelfs niet geheel ontbreken. Een on ander had haar meermalen doen denken: *die fouten had geen vrouw kunnen begaan, daartoe is zij te praktisch". Die gedachte verwezen lijkende zouden vrouwelijke bouwkundigen niet allermeest behoeven op te treden als concurrenten der bestaande en komende architecten, doch met hen kunnen samenwerken en zoo doende schier ideaal werk leveren. Het meisje, dat smaak genoeg heeft om in het boekbindersvak een broodwinning te kunnen vinden, behoeft er zich niet van te laten terug houden, omdat de behandeling van de werktuigen vrij veel lichaamskracht vordert, voor dat deel van den arbeid is al heel gemakkelijk hulp te vinden, terwijl het kunstindustriëele gedeelte juist opentop een vrouwenzaak is, die daarenboven tot allerlei verbindingen van bijvakken voert, wier voortbrengselen veel gevraagd worden, daar onver schilligheid voor het uiterlijk van bind- en lederwerken heeft plaats gemaakt voor prijsstelling op sierlijkheid. »Het oog wil ook wat," is het devies onzer dagen, en 't is voor de vrouwen te wenschen, dat zij er haar voordeel mede doen. Na het eigenlijke binden van een boek een kunst lang niet door een ieder verstaan, die zich voor binder uitgeeft, daar een boek, dun of dik, behoort open te blijven liggen, waar ook open geslagen, en hoe weinige voldoen aan dien eisch ! komt het handvergulden, het aanbrengen van den titel op den rug en de versiering van den omslag in overeenstemming met den aard van het werk. Het opleggen der versiering vordert geen bijzonder talent; geduld en vlijt doen de techniek T?erwerven, die de grootst mogelijke netheid en reinheid tot eerste voorwaarde stelt; zonder deze toch: steeds knoeiwerk. Voor de ontircrjiin// van de decoratie wordt natuurlijk wel talent gevorderd ; zij eischt kennis van : teekenen, meetkunde, stijl en kleurenharmonie. Wie het ernstig meent, zal ter ontwik keling der vindingsgave uren en dagen doorbrengen in kunstindustriëele musea en op tentoonstellingen om daar meesterken na te teekenen en nieuwe combinaties te ontwerpen. Het handvergulden bepaalt zich niet tot het verfraaien van boeken; tal van voorwerpen voor allerlei doeleinden bestemd en uit allerlei stof fen vervaardigd, worden aldus versierd. Met goud belegd worden behalve alle mogelijke soorten van papier en leder, linnen, zijde, tluweel en delfstoffen, als zilver, aluminium, enz. Wie koopt tegenwoordig een taschje, foudraal, of etui, hoe eenvoudig overigens, wanneer het elke versiering mist ? Nauw verwant aan het handvergulden is het zoogenaamde ledermozaïek eveneens een vrou wenwerk, dat ook in de eerste plaats zorgvuldig heid en oplettendheid vraagt. Het vervaardigen en decoreeren van lederwerken eischt daarenboven goede oogen en een vaste hand. Voor haar die aan deze eigenschappen schoonheidszin paart, biedt het vak goede vooruitzichten; die geniaal is, zelfs meer nu ja, maar genialiteit komt zoo zelden voor. Van de hooge prijzen der talrijke artikelen dezer rubriek, die wij zien uitgestald in de winkelkasten der groote galanterie-maga zijnen, kan wat overschieten voor werkloon. Het handvergulden blijft niet bij kleine voor werpen, maar strekt zich uit tot fijne meubelen en kostbare behangsels, en heeft nog dit groote voordeel, dat het vereiscbte materiaal volstrekt niet kostbaar is. Voor het gewone werk komt men, naar ik vind opgegeven, met een goede vijf'ig gulden een heel eind heen, terwijl een volledig stel, den fijnsten arbeid omvattende, ruim driehonderd gulden zal kosten. Voor haar, die zich in dit vak begeeft, is het raadzaam ook het marmoreeren en den goud- en zilverdruk te leeren. Verder sluit het papeterievak zich hierbij aan waaronder ook het versieren van menu's, gelegenheid- en reclamekaarten ver staan wordt eveneens bet bekleeden van kistjes en doozen met satijn, pluche etc. «Alles goed en wel," hoor ik zeggen, >maar hoe l zich in dat vak te bekwamen ? waar is daartoe i gelegenheid ? j Begin met »IIet geïllustreerde boekbindersboek" i als het ware uit het hoofd te leeren; het bevat een schat van wetenswaardigheden. liet is te Leidezi bij Sijthotl' in l «Si i l uitgekomen. Ik zag den eersten druk, die waarschijnlijk door meerdere gevolgd is, en anders bestaan er stellig andere handboeken, zoo niet hier dan in het buitenland. ' Dan zal men in de leer kunnen gaan bij een ! onzer meesters, het vak, want tegenwoordig wordt ook in Nederland waarlijk artistiek bind- en decoreerwerk geleverd. Gemeenlijk is echter een ] vakschool te verkiezen, wijl daar het onderwijs i stelselmatig is, dus allicht vollediger en bijna altijd vrij wat goedkooper. Zoover ik te weten j ben gekomen, bestaat er in Nederland geen | dergelijke inrichting, echter wel in Duitschland. b.v. te Gcra. De iirma Horn & Patzelt, die beroemd is voor haar werk, heeft een school voor boekbinderij. Daar gaat het praktische werk hand aan hand met het theoretische. De leertijd voor het handverguiden is gemeenlijk twee j maanden. Het schoolgeld bedraagt J IS per maand, terwijl het werkmaterieel in een gelijk tydsverloop gemiddeld op ? 12 komt. j liet program dezer school luidt: A. Praktisch onderricht. I. Handvergulden : <i. Rugdruk. l Van de ceiin>utlii/xlc l'. Titeldruk. j tot de >iioei/ijksti' c. Decoratiedruk ) voorbeelden. II. Lederbekleedingmet handvergulden; «. liugdruk ; li. Decoratiedruk. III. liet eigenlijke boekbinden. li. Theoretisch onderricht IV. Vlakornementiek. V. Hand- en rechtlijnigteekenen. VI. Voorlezingen over stof, met voorbeelden. C. Op verlangen wordt geleerd: VIL Intarsia-ledermozaïek, VIII. Lederplastiek. IX. Gekleurde snede met goudversiering. X. Marmersnede. XL Persvergulden: a. Blind-, Goud-, Zwart en Reliëfdruk; b. Kleur- en Irisdruk; c. Bronsdruk. Speciale Cursussen. 1. Marmeren, (leertijd 14 dagen). 2. Goud- en Siersnede, ( » 4 weken). o. Persvergulden, ( » (j » ). 4. Uitdunnen van leder, ( » minstens'2 maand.) Ook voor een speciale cursus is het leergeld 30 Mark per maand. Bij gemiddelden aanleg is dit alles in 4 of 5 maanden te leeren. Maar laat ons ruim rekenen en G maanden stellen. Dan komt het onderricht met inbegrip van leermiddelen op /180. Schatten wij kost en inwoning op ? 220, dan is dit stellig niet te weinig voor het goedkoope Duitschland. Voegen wij daarbij ? 100 voor reisgeld en on voorziene uitgaven. Dan kost de gebeele opleiding ? 500, en blijft er niets over dan aanschaffing van de duurdere gereedschappen, hetgeen lang zamerhand of op afbetaling kan geschieden. Me dunkt dit sommetje is niet groot, en zal zelfs voor zeer kleine beurzen geen bezwaar wezen, zoodra bet bij de ongefortuneerden der middenklasse gebruikt wordt om bij de geboorte van een kind dadelijk zijn opleiding voor eenig vak of beroep te verzekeren door deelneming in een overlevingskas, of iets soortgelijks. Amst., Dec. '90. EMSK A. ILviuitTON. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1II1IIIIIIIMIIIMII1IIIIIHHII1IIIIIIIIIUIII1 Dinertoilet. Een wichelttarster. Te 'New-York. Etigelsche winterdrankcn. Recepten. Wat het toilet voor »intieme" diners betreft, is de Parijsche wereld in twee meeningen ver deeld; sommige snobs, geheel naar Engelsche ge woonten gestyleerd, dineeren zelfs in heel kleinen kring, zelfs en familie, thuis, in groot décolleté. Anderen beginnen er toe over te gaan, wanneer de vorm van eene invitatie of de tijd waarop zij gezonden is, er aanleiding toe geven, halfhooge of zelfs geheel hooge japonnen te dragen. De eenen beweren dat de anderen niet weten, wat zij aan hun gastvrouw verschuldigd zijn. Een goede gelegenheid tot verzoening bieden vele der tegenwoordige corsages, die gedecolleteerd zijn met bedekte schouders en ruche om den hals; men kan dan in het corsage zelf zooveel tulle, kant, guipure aanbrengen, dat men bijna in de kamer zelf zich nog meer of minder decolleteeren kan, al naar de gelegenheid het eischt. Het corsage is dan van achteren hoog, van voren vierkant, en coeur of puntig uitgesneden. Het vierkante décolleté, met Mediciskraag, wordt zoowel genomen voor corsages die bij de japon behooren, als bij de fantasiecorsages, die bij ver schillende rokken gedragen worden. Ondanks de voorspellingen raken deze afzonderlijke corsages, die voor schouwburg en diner zoo geschikt zijn, en een geheel ander aanzien geven aan een eenvoudigen of niet nieuwen rok, nog steeds niet uit de mode. Alleen wil men ze niet zien in den vorm van een effen blouse, met een eenvoudig gedrapeerd ceintuur; er moet iets opgemaakts, kunstigs, versierds, stijlvols aan zijn. Het eerst komen hiervoor in aanmerking, zooals men weet, de korte bolero-jakjes, gebor duurd of met guipure bedekt; het tweede een paar revers, kleiner of grooter, tot aan het ceintuur of niet veel verder dan de schouders loopend, breeder of smaller, van dunne zijde ofvanz\vaar tluweel, omzoomd met bison of omgeven meteen plooisel van mousseline, chitïon of crèpe de chine. Tusschen die revers, of onder dien bolero. kan dan een heel mooi plastron van surah, van ge borduurd licht satijn met pailletten, van gepailIcteerde tulle op zijden transparant, van gechineerd pompadour of wat ook aangebracht zijn, en talloos zijn de manieren en do kleine co(iuetterie6n waardoor men van zulk een samenstel, revers, plastron, mouwdoffen, mouwen en kraag een artistiek geheel kan krijgen. Stel men heeft alles van lichtblauwe zijde met zwarte pailletten, zwarte tulle en appliceerde motieven fi jour van zwart borduursel, dan geeft een roos aan de eene zijde van het corsage aan alles kleur en relief. Stel men heeft een donker satijn corsage met zwarte kant. dan wordt alles sierlijker door de bin nenzijde van den Mediciskraag, het décollet en den benedenrand der mouwen, met witte kant te vullen en er groote knoopen van geciseleerd staal, bergkristal of strass op te zetten. Bij al de gedecolleteerde of halfhooge corsages intusschen is een zijden of lluweelen rok noodig; eene wollen stof kan daarbij niet gedragen worden. Naar het scbijnt heeft men van de mouwen tot den elleboog bijna geheel afstand gedaan: bij al de halfhooge corsages ziet men de mouwen zelfs buitengewoon lang, tot bijna halverwege over de band, en daar nog verlengd met een kanten plissé. Bij het décolletéen half-décolletéworden weer de colliers gedragen die een tijdlang afge schaft geweest zijn. * * * Te Parijs woont eene befaamde -xhiromancienne", wichelaarster, waarzegster, voorspelster, werkster met »het ei", Madame de Thèbes. Zij leest toekomst en karakter uit de hand ; Alexander urnas tils raadpleegde haar dikwijls; uit Cue iihilli' Irttiiiiiiie zou rnen opmaken dat Paul Hourget ouk wel les by haar neemt. Zij gaf dezer dagen een consult aan een reporter, met verlof om er wat over in zijn blad te schrijven. De reporter, ^Jean Bernard", was al aardig op de hoogte ; hij wist dat men in de Xieuwjaarsbouquetten en Nieuwjaarscadeaux bij voorkeur sommige bloemen en sommige steenen moet ge bruiken om de goede beteekenis, en anderen vermijden. Wat de kleuren betreft, beteekent rood : hartstocht en strijd; violet: macht en troost; blauw: trouw ; groen : tegenspoed ; geel: rijkdom; bruinrood : wantrouwen. Van de bloemen duidt de chrysanthemum enkel vriendschap aan, nooit liefde ; de witte dahlia dankbaarheid; de witte gardenia genot en eer; de hyacinth trouw; de witte marguerite liefde; de gele marguerite afscheid; de witte anjelier vertrouwen; de roode evenals de witte sering liefde ; de paarse sering vriendschap en herinnering; de jonquille onbe vredigd verlangen ; de camelia talent, en de roos schoonheid. Al deze wijsheid kon de reporter al aan de chiromancienne meedeelen ; '>voeg er bij", zeide deze, »dat groen geldgebrek en geel ontrouw be duidt, dat van de bloemen erica en viooltjes treurigheid en rouw beteekenen, en dat de tulp noodlottigste aller bloemen is.'' De reporter verwonderde zich. Het is zeker en bewezen, zeide Madame de Thèbes. Weet u niet dat in Holland bijna alle bloembollenkweekers een plotselingen of gewelddadigen dood sterven of zelfmoord begaan? Dat wist de reporter niet eens. Dat is algemeen bekend. De occultisten zullen u zeggen, dat wie een vriend ongeluk wil be rokkenen, hem tulpen, de llettr nefaste bij uit nemendheid, moet zenden. Maar rozen ? Die moet u zenden, met seringen en violen; en laat een rood lint aan de mand doen. Rood is de gelukskleur. En zoo ook met edele steenen en sieraden; metaal en steenen zijn machtige geleiders van sympathie, maar ook van geluk of ongeluk. Vooreerst moet men iemand bloemen of cadeaux zenden op een tijd dat zij ze niet verwacht; dan zendt men aan een donkere vrouw geen goud, maar zilver ; aan een blonde daaren tegen wel goud, met robijnen en granaten ; dat zyn de steenen der wijsheid, die haar idealistisch temperament in toom houden. Aan een brunette kan men wel de steenen der fantasie geven, de amethyst der hoop, de smaragd die geluk aan brengt, de rnaansteen, de opaal. Diamanten kan iedereen krijgen, zij beteekenen niets dan elegance en zijn niet gevaarlijk; maar topazen, turkooizen en saftieren zijn weer beter voor blondines. Madame de Thèbes schijnt voor dergelijke wijs heid gereedelijk aftrek te vinden ; haar consulten zijn zeer gezocht. Bij allerlei nieuwe symbo liek en bijgeloof blijft het oude bestaan ; men weet dat bijna ieder Italiaan een stukje koraal aan zijn horlogeketting zal dragen, om het ->booze oog'' af' te leiden; in ieders omgeving bestaan nog kleine verschijnselen van bijgeloof. Uit New-York wordt bet volgende bericht: een der mülionnairsdochters, miss Hastie Hashagan, is een bekende schilderes en heeft veel talent. Zij schilderde in het najaar een Sioux-Indiaan in oorlogscostuum en had daarvoor een prachtig model weten te krijgen, een echten krijgsman, Donderwolk genaamd. Maar zie, de Uoodhuid heeft het hart der schilderes gestolen; zij zal hem naar den wigwam van zijn stam volgen, en hij zal haar den diadeem van roode en witte veeren opzetten, die de bruiden der Indianen dragen. Onder andere jonge meisjes te New-Vork is een club gevormd, waarvan alleen jonge dochters lid mogen zijn wier lengte "> voet G bedraagt, wier taille niet nieer dan 17 inches wijd is, en die handschoenen van niet grooter dan ;V,'i dragen. De leden dragen dag en nacht het club corset, want de taille mag niet meer dan 17 inches worden. Of er een dokter voor nierziekten, maagpijnen en borstkwalen aan de club verbon den is, wordt niet gemeld. Ale-cn}>. Een liter goele ale, twee glazen sherry, een likeurglaasje bitter, samen gewarmd met drie schijfjes citroen, wat gemberpoeder, ge raspte nootmuskaat en twee ons bruine suiker. Men mengt het goed, door het op Amerikaansche wijs van de eene kan in de andere te schenken, ? en drinkt het heet. ' Mn//etl ('nrliiii'it:.. Op twee chinaasappels gaan \'t ons kaneel, !4 ons gember, ?"> of -l kruidnagelen en een liter water. Men laat het tot op de helft verkoken, zeeft het. voegt er een tlesch Hongaaincheii wijn en suiker naar den smaak bij, en warmt het. l\li:iibclh(üi- sack jiossct. Kook een liter room, goed geparfumeerd met foelie, nootmuskaat en suiker; neem /i liter sherry dry, Y\, liter goede heldere ale, en kook dat gezamenlijk ; voeg er dan de gekookte room bij, laat het mengsel twee uren toegedekt voor het vuur staan, zeeft het en dient het warm op. Xiiyciiitittkte kariiKir. Anchovis wordt schoon gemaakt, fijngesneden en in een vijzel gestampt met wat gedroogde peterselie, cayennepeper, zout, citroensap, een paar druppels slaolie en als men wil een weinig knotlook; men dient ze op een glazen schaaltje en eet ze op warm geroosterd '. brood. liireïitfsï-eieren. Men kookt vier eieren hard, on neemt er de schaal af; maakt dan een farce van peterselie, tijm, broodkruim, peper, zout, boter, gehakte anchovis en n geklust ei; dan bedekt men de harde eieren met deze farce, rolt ze in paneermeel, bakt ze goudgeel en dient ze warm op. .1/i^issc uu ('ariuHf.J. Vijf eiwitten klopt men ii In -neii/e, zoet ze met broodsuiker, en mengt er wat caramcl (gebrande suiker) met water aan gelengd, door. Als het goed gemengd is, hoopt men de sneeuw als een berg op een compotier en steekt er in de rondte lange biscuits in den vorm van een mand omheen. E?e.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl