Historisch Archief 1877-1940
No 1021
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
o/n
\aizcnbm.
Ontslag uit het
Geachte Redactie!
Andermaal moet ik een beroep doen op uwe
bekende welwillendheid en u de plaatsing verzoeken
in uwe kolommen van onderstaande bijdrage.
Ik veronderstel, dat dit beroep niet tevergeefs
zal worden gedaan, vooral, waar ik u de verzeke
ring geef, dat ik u en de lezers van het Week
blad" niet meer met dit onderwerp hoop lastig te
vallen.
Vooraf bied ik u mijne hulde voor de overbren
ging van het onderwerp van geschil op geheel
zakelijk terrein. Indien ik in mijue vorige bijdrage
wat al te veel den persoon van Mr. Macaréop
den voorgrond deed treden, wil dit dan wijten aau
het feit, dat in uw hoofdartikel zoo dikwijls die
naam werd genoemd. Onwillekeurig wekte dit bij
mij de gedachte aan eene zekere animositeit vau
uwe zijde, waartegen ik wenschte te waken. Ik
neem echter gaarne acte van uwe verklaring, dat
de discussie met behoort te loopen over den heer
Macaréen ik hoop mij geheel daarnaar te gedra
gen, waar ik zal trachten uw betoog in no. 1019
te ontzenuwen.
Een viertal stellingen worden door u uit de
Handelingen der Staten-Generaal opgediept, waarop
de juistheid van uw beweren heet te steunen. Ze
worden door u voorgebteld als //louter feiten
op geeuerlei wijs te ontzenuwen." Mij duukt, er
hoort dus moed toe om te trachten ze aan te vallen.
En toch waag ik den aanval gedachtig aan het
aloude //Vincit vim veritas."
Ter verduidelijking zij het mij vergund die stel
lingen op gevaar af vervelend gevonden te wor
den nogmaals ouder de welwillende aandacht
?der lezers te brengen. Uit de Handelingen, zegt
gij, is gebleken:
lo. dat de heer Rethaan Macaréniet als kamer
lid, maar als officier van justitie den heer Staal
man aanleiding heeft gegeven tot liet afleggen van
de volgende verklaring: Deze olficier zeide mij
onlangs, toen ik hem in Haarlem bezocht: die man
is krankzinnig, want op dien dag heeft hij mij aan
gegrepen, dit is t oor mij hel bewijs.
Tot tweemaal toe heeft de heer Staalman in
tegenwoordigheid van den heer Macarédie ver
zekering herhaald, zonder dat de heer Macaréhaar
heeft weersproken. Deze officier van justitie hield
dus iemand voor krankziuuig op grond van een
daad, die de gedetineerde anderhalf jaar geleden
degen hem had bedreven;
2o. dat het kamerlid Macaréheeft durven
verilaren, dat //de zorg voor de patiënten gedurende
«den tijd, dat zij in dergelijk gesticht verpleegd
«worden" //met veel zorg door den wetgever is
«behandeld," terwijl ieder weet, dat pas een
jaar of drie geleden omtrent het liaagsche krank
zinnigengesticht schaudalen aan het licht zijn geko
men, die door geheel de natie met afgrijzen zijn
vernomen.
3o. dat genoemde officier zijn verklaring: dat
de opneming in zulk een gesticht door den wet
gever met zorg is geregeld, weder heeft moeten
lerugnemeD, nadat Borgesius en van Houten hem
hadden tegengesproken;
4o. dat hij dat terugnemen van zijne verklaring
heeft verontschuldigd met de woorden: ik -was niet
voorbereid op eene discussie o>-er de waarde en de
mérites van de wet op het krankzinnigenwezen, m a. w.
dat een officier vau justitie, die jriemaaudelijksch
een krankzinnigengesticht inspecteert, waarm 1200
.si 1300 patiënten ziju opgenomen, eu die natuurlijk
de weinige artikelen, welke op de opneming be
trekking hebben, van buiten kent, nog niet eens
weet hoe ontoereikend deze zijn.
Vriendelijke haud bezorgde ook mij de handelingen,
waardoor ik iii staat ben de onwaarheid eu de
?onjuistheid uwer stellingen te bewijzen.
Ik wil niet trachten sommige gegevens in de
.redevoering of in de door den moedigen heer
Staat7de Jaargang. 17 Januari 181)7.
Redacteur: RIJD. J. LOJIAN.
Adres: Stonebaven Streatham Londen S. W.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
CORRESPONDENTIE.
X. te A. Aangeteekende biief in goede orde ont
vangen. Wilt u s. v. p. Weekblad van a. s. Zondag
zenden aan E. B. Schwaun Esq., Park Hou3e
Wimliledon, Loudon S. W.
Van Edward B. Schwann, te Londen.
Vervaardigd voor den 5en Internationalen probl.
wedstrijd in dit blad.
No. 365. Mat in twee ('2) zetten.
man overgelegde bescheiden voorkomende, te ont
zenuwen; ik zou er dan b.v. op kunnen wijzen,
dat Kievits zich uit eigen beweging te Meerenberg
als patiënt is komen aanmelden en toen met een
zacht lijntje huiswaarts is gezonden door den zoo
verguisden directeur, omdat niemand daar zonder
's rechters machtiging mag worden opgenomen.
Het zij mij echter vergund woordelijk dat gedeelte
der redevoering van dien afgevaardigde af te schrij
ven, waarin hij het den officier van justitie door
Kievits aangedaan molest behandelt: Het kwam
mij hoogst onwaarschijnlijk, minstens twijfelachtig
;,voor, zoo sprak hij, dat, waar de kalmte van den
patiënt zou ziju teruggekeerd, men geen aanleiding
//vond hem te ontslaan en er daartoe geen verzoek
kwam van zijn echtgenoote. Doch wat bleek mij?
De ongelukkige voor wiens goed recht ik hier
wensch te spreken, had eene geduchte fout ge
smaakt. Hij had zich vergrepen, hij had niemand
minder dan den officier van justitie, den heer
Rethaan Macaré, gemolesteerd."
Die daad van deu gedetineerde, die mishandeling
zou nu volgens Staalman en volgens u een reden
zijn geweest voor den Haarlemsche officier van
justitie om hem nog voor krankzinnig te houden
en zijne terugkomst in de maatschappij te beletten.
Maar dan wensch ik er toch op te wijzen, dat,
Mr. Macarézich heftig tegen dergelijk zouteloos
gesnap heeft geweerd en niet nagelaten heeft den
heer Staalman op het bedenkelijke zijner conclusie
te wijzen. Indien de geac.hte afgevaardigde uit den
Helder, aldus Mr. Macaré, echter meent dut ik iemand.
van zoodanig karakter ben, dat, waaneer een
/tiettoerekenbaar persoon mij slaat, ik dien man daarvoor
levenslang in liet gesticht zou willen houden, verzoek
ik dien geachten afgevaardigde om in hèi ve> volg zich
een beter oordeel over en een beter denkbeeld van mij
Ie vormen.
Eu nu. durf ik toch aan ieder onpartijdig lezer
afvragen: is dat nu geen ernstig protest tegen
Staalmau's beweren?
Wijst gij er mij op, dat de heer Staalman later
die beweringen ontceersproken heeft herhaald, dan
zou ik u willen verzoeken het vervolg der rede
voering van Mr. Macaréte lezeu, waar hij zegt:
Ik heb dit pui't (i. e. molest), nu liet hier in het
openbaar besproken is, willen releveeren ; maar ik zat
er verder niet* over zeggen, v-iint zooals de geac/ile
ujgecaurdigde deed opmerken, h?n ik in dtze (enigszins
gemankt tol purti en cause, m. a. w. de Haarlemsche
afgevaardigde uam zich dus voor de détails te laten
rusten, zonder evenwel daardoor gehouden te willen
zijn niet ecentueel mede ie dealen bijznud'jrheil/'n
in te stemmen. Dat hij daarin reclit had, blijkt uit
de door Mr. Borgesius gehouden redevoering: Al
//werden over het door den heer Staalman besproken
//geval nog tien redevoeringen gehouden, dan zouden
/?wij toch niet in staat ziju" aldus Mr. Bor
gesius op goeden gronden eeuo ordeel uit te
spreken."
Gij ziet dus, waarde redactie, dat uwe eerste
stelling aan broosheid niets te weuschen overlaat.
Slechts door het. uit zijn verband rukken van enkele
volzinnen, komt gij tot een volkomen onwart' e/t
on uiste conclusie, die bij het aanraken alleen als
een puinhoop ineenstort.
Dat ik niet ten onrechte Staalmau's redevoering
zouteloos iioemne, kan u nog blijken uit het vol
gende. Die afgevaardigde beweerde u.b. : //de heer
Rethaan Macaréheeft die daad als argument
gebezigd om deu man daar tot hedeu te houden."
Nu weet toch ieder leek, die zich slechts de moeite
wil getroosten de wet na te lezen, dat de officier
van justitie daartoe macht noch bevoegdheid bezit.
A propos, geachte redactie, zoudt ge soms lust,
hebben te beweren, dat ook mr. Macarégeacht
moet worden daarmede in te stemmen, omdat hij
dat argument ontceersproken liet ?
Uwe tweede stelling is niet veel sterker. Dat de
zorg voor de patiënten gedurende den tijd, dat zij
iu krankzinnigengestichten verpleegd worden, met
veel zorg door den wetgever is behandeld, is ////?
omstoo/elijk waar. Dat die zorg uog niet i/rooier
zou kunnen zijn, wil ik niet betwisten. Maar het
gaat ook hiermede als met iedere andere wetgeving.
Tegen het menschelijk vernuft eu tegen lage
oiitIIIIIIIMIIMIIIIIIIIIIIIIII
abcde fg h
Wit: K b2, T f 6 en h4; P d7 en ge, E h3; o2 = 7
Zwart: Kei, R h7 en h8, Pg7; e3 = 5.
Teneinde de liefhebberij in 't oplossen van proble
men bij onze lezers aan te moedigen, zullen wij in
't vervolg aan den Halfjaa lijksche Probleemwedstrijd
een wedstrijd in 't oplossen verbinden. Wij loven
voor dit doel de volgende tijdschriften als prijzen uit:
British Chess Magazine . . . Jan.?Juli uos. 1S97.
Deutaches Wochenschach
Strategie , ;j n n "
Tidakrift tbr Stak
Tijdschrift van den Ned. S. B.. "a ^
Blatler für 's Haus (rubriek van
E. Sehallopp)
Oplossingen moeten binnen een week na publicatie
bij den redacteur worden ingezonden.
TWEEDE NAT. COREESP.WEDSTRIJ0.
Vijftigste zet van Zwart.
A B F
i
l i ! 3 R hS
7 aó 6 T (17: | B go
9 bc3:t j 8 K g6
Er ia nog geapeeld in A 1: 50 R U5 en in F 3: 50
l' f3. J. J. s.
UIT DE SCHAAKWERELD.
Uit Amerika komt 't bericht dat de condities voor
de match om 't Eerste Schaak-kampioenschap van
Amerika door beide par ijen zijn geteekend en dat
men eerstdaags 't begin van den strijd mag tegemoet
zien. Dit is de eerste wedstrijd die tusschen Pillsbury
en Showalter plaats vindt, 't Record der beide mees
ters en met minder hun sierlijke speeltrant doen
een le-vendigen tvijd verwachten.
Te Craigside in Walis werd in de afgeloopeu week
een wedstrijd tusschen verscheidene der sterkste
amateurs van Engeland gehouden. Deze wedstrijd
heeft weder een nieuw talent aan 't licht gebracht,
nl. den jeugdigen schaker G. Bellingham uit
Birmingham. Om m een wedstrijd waarin, behalve de
wereldberoemde Amos Burn, spelers als Uw uwen,
E. Owen, Joues en Gunston meededen, met 8 uit 9
winstpunten, den eersten prijs te winnen ia op zich
zeil' een kunststuk. Bedenkt men echter, dat dit 't
eerste publieke optreden van Bellingham is en tevens
zijn eerste kennismaking met sterke spelers, dan mag
duiking, is zelfs de beste wetgeving niet bestand.
Weinig had b.v. onze straf wetgever kunnen denken,
toen hij zijne bepalingen tegen oplichting" neer
schreef, dat het menschelijk vernuft de z.g.
flesschentrekkerij" zou uitdenken, waartegenover hij
krachteloos staan zou. Zoo zou het ook gaan met
de door u voorgestelde inwonende en coutroleerende
inspecteurs. Ook dan zouden wellicht nog onregel
matigheden voorkomen, die vooraf niet te voorzien
waren.
Waarlijk de meest uitstekende wet helpt niets,
indien ze niet behoorlijk wordt nagekomen. Eu al
wordt ze ook niet behoorlijk nagekomen, dan be
wijst dit niets tegen den wetgever, die met veel
zorg zijne bepalingen samenstelde, maar alleen legen
den overtreder, die ze wist te ontduiken.
En nu de derde en vierde stelling. Ze worden
door u geput uit de navolgende door Mr. Macar
gesproken woorden : Een eukel woord slechts tot
//herstel van eene minder juiste uitdrukking, die
mij bij het uitspreken vau mijne vorige rede is
ontsnapt en waaraan ik later zou kunnen worden
herinnerd. Ik heb namelijk straks willen zeggen,
//dat de wet voldoende waarborgen geeft, in mijn
//oog althans, dat iemand die in een gesticht is
opgenomen, daar uiet blijft wanneer hij volkomen
hersteld is. Doch ik sprak ook van de opneming
in een gesticht en te dien opjichte is de door
mij gebezigde uitdrukking wat te ruim. Ik zou
//niet gaarne als mijn oordeel geboekstaafd zien,
dat ook de opneming in een gesticht van vol
doende waarborgen is omgeven. Ik was niet voor
bereid op een discussie over de waarde on de
//mérites van de wet op het krankzinuigenwezen ;
//vandaar dat ik mij straks miuder juist hebt
uit-/gedrukt."
In de eerste plaats mijn dank voor de rectificatie
in uw repliek van eene zinsnede in uw hoofdartikel.
Daarin legdet gij Mr. Macaréin den mond, dat, hij
zou gezegd hebben geen studie gemaakt te hebben
van de krankzinnigenwet. Het was n van die
kleine doch veelbeteekeiieude wijzigingen van Mr.
Macaré's woorden, die allicht tot verkeerde gevolg
trekkingen aanleiding zouden kunnen geven.
Ten aanzien van de hierboven aangehaalde rede
voering zelf, kom ik echter, bij aandachtige lezing,
tot eene geheel andere conclusie dau gij. Ziehier
dan de mijne: Toeii aan Mr. Macaréuit de rede
van Mr. Borgesius bleek, dat aau zijne woorden
eeue wijdere strekking dan door hem was bedoeld,
werd gegeven, heeft hij dat punt nogmaals gerele
veerd en gezegd, dat hij niet wilde geacht worden
te beweren, dat de zorgen voor de opneming ook
voldoende waren. Omtrent de waarborgen tegen eeii
te lang verblijf, heeft hij echter niets vau hetgeen
hij gezegd heeft teruggenomen. Daaromtrent bleef
hij volharden bij zijne meening, waarbij ik mij
gaarne aansluit.
Eu dat nu Mr. Macarégezegd heeft: niet
voorbereid te 7ijn op eene discussie over de waarde
eu do mérites van de wet op het
krankzinnigenwezen" is zeer natuurlijk. Dergelijke discussies
hadden moeten worden gevoerd bij de Algemeene
Beraadslagingen eu niet bij Hoofdstuk V.
Bovendien werd hij zelf geheel onverwacht eu
persoonlijk in het debat gebracht en sprak hij onder
den eersten iudruk der tegen hem gerichte ver
dachtmaking.
Zoo eveutueël eene discussie over de waarde en
de mérites der krankzinnigeuwetgeving iu de Tweede
Kamer worden gevoerd, dan sta ik er borg voor,
dat Mr. Macaré, die ik onder de bekwaamste eu
scherpzinnigste der juristen van dezen tijd rang
schik, wel zal tooneii onze zoowel als de
buitenlaudscbe wetgevingen op dat punt grondig te
kenneüen de intrinsieke waarde daarvan zal weten
te beoordeelcn.
Ten slotte wensch ik door het vermelden van enkele
feiten te bewijzen, met hoeveel zorg de persoon
vau Kievits zoowel door zijue bloedverwanten als
door de autoriteiten is behandeld.
Iu Februari 1S91- werd hij opgenomen te
Meerenberg op machtiging van den kantonrechter, nadat
aldaar eerst ziju persoonlijk verzoek om opname was
geweigerd.
Op -27 Februari l b'J l werd door de Haarlemsche
iiiiiiiiimiiiiimnm
men^met eenig recht de hoop koesteren, dat eindelijk
in Engeland weder een groot schater is opgestaan.
In de a. s. kabelmatch met Amerika U3 en 14 Febr.)
zal men kuuneu oordeelen of' dit onverwachte succes
niet aan g luk is toe te schrijven.
Overzicht van den
Wedstrijd
te Craigside,
L'.andadno, Wales.
Amos Burn i'LTverpool)
W. H. Gunstou'.Cainör.)
Belliiigbaiu(Bu mingh.j
C H.siierrard(Stourbr.i
G.Macdonald l tlereford
K.Jon.Uateman iL aid.)
E. O Joiit-s iLondon).
Kev. J. Owen ( Liverp.)
Itev.Skipworth l Hornc.)
A.Rntherford i ^lourbr.)
't Doodsbericht van den blinden probleemdichter
Macketizie wordt tegengesproken.
De 17e partij te Sloskou werd 11 Jan. begonnen
maar niet voltooid.
Van de 10 spelers die aan de kabelmateh, op
Anielikaansi'he zijde, zullen deelnemen, zijn reeds 9 door
'tcoinite gekozen, n.l. Pillsi ury (captain), Shoivalter,
Burille, Bany, Hymes, Hodges, 'l'eed, Helm-i en
Delmar en innn-scliijiilijl; Baoiptun van Philadelphia.
In Kaapstad is men voornemens omstreeks April
as. een internationaal tornooi te orgauiseoreu, voor
welk doel reeds £. 2uQ bijeen is.
Mevr. Showalter, echtgenoote van Col. J. W. Show
alter, is vau plan voor 't eerste internat,
schaaktornooi voor dames, dat as. zomer gedurende 't jubi
leum der Koningin te Londen zal gehouden worden,
Rechtbank machtiging verleend ziju verblijf aldaar
te verlengen voor den tyd van n jaar, welke
machtigingen andermaal werden verleend op 20
Februari 1895 en 25 Februari 1S96, telkens op
verklaring van den betrokken geneesheer, dat de
verdere verpleging aldaar nuttig eu noodzakelijk was.
Op 10 Augustus 1895 dus lang na den aan
val op mr. Macaré, die op 30 Maart 1895 plaats
had werd een verzoek ingediend tot onder
curateele-stelling onder overlegging van eeu bewijs van
voortdurende krankzinnigheid. Op dat verzoek wer
den als verwanten gehoord: zijn minderjarige zoon,
zijue beide broeders, waaronder de heer j. J. Kievits
en zijn behuwd broeder. Op 27 Augustus 1895
verklaarden die verwanten eenparig en dus ook de
heer J. J. Kievits. die reeds op ]fl Augustus d. a. o.
dus elf dagen vóór den dienenden dag, zijne oproe
ping had onlrtingen en derhalce ruimschoots den lijd
had gehad OM rustig na tn denken, dat zij zijne onder
curateele-stelling wegens krankzinnigheid werischelijk
achtten.
Op 4' October 1895 werd hij in persoon door den
president der Rechtbank gehoord, waarna zijne
onder curateele-stelling volgde.
Daarop volgde in November 1895 een verzoek
aan den kantonrechter tot benoeming vau eeu
curator. Op dat verzoek werden als verwanten.
gehoord: de zoon, eeu neef, zijn aanbehuwrlbroeder
en zijn broeder J. J. Kievits, die weder eenparig
en dus ook J. J. Kieoits ziju vrouw als naar hun
oordeel de meest geschikte cur-ttrice aauweaeu, die
dan ook als zoodanig werd benoemd.
Gij ziet dus, dat aan den persoon van Kievits
de meest mogelijke zorgen ziju besteed en dat in
ruime mate gebruik is gemaakt aan de bepalingen
welke de wetgever ten opzichte van dergelijke
personae miserebilex heeft gemaakt.
Ik ben aau het einde mijner beschouwingen
gekomen. De onpartijdige lezer trede nu als jury
tusschen ons op Ik schroom niet zijn oordeel te
ontvangen, waar ik de broosheid uwer stellingen
glansrijk heb bewezen. Als een puinhoop zijn zij
iu elkander gestort onder de motcerslagen der naakte
werkelijkheid en eenzaam en alleen staat thans de
door u aaug geven verbetering bestaande in interne
inspecteurs.'1 Moge die verbetering dan de
vlaggestok ziju waarvan de vaan voor verdere hervor
mingen zal wapperen.
Uw dienstw. dienaar,
Haarlem, O Jan. '97. VEIUTAS.
Ons dunkt Veritas kan tevreden zijn nu wij
hem zooveel ruimte nogmaals afstaan om den
heer Macaréschoon te wasschen. Alleen ten
bewijze, dat het ons niet om dien heer te doen
is, gaven wij hem het woord, maar wij voegen
er aanstonds aan toe, dat wij na ons betoog, ge
staafd met aanhalingen uit de Handelingen, het
niet de moeite waard achte;i n letter verder aan
de houding van den Haarlemschen officier van
justitie te verspillen. Feiten zijn nu eenmaal feiten
en die praat men, al praat men ook nog zoo
lang en al haalt men allerlei goocheltoeren met
citaten uit, niet omver. Wij gunnen den heer
Veritas zijn opinie omtrent den. ofticier van Ju
stitie, de zaak-Kievits enz. enz , maar blijven de
aandacht vragen voor de wettelijke regeling der
krankzinnigen-verpleging, daar deze inderdaad
herziening vereischt. llujj.
J\[ijnheer de Itediieteur!
Naar aanleiding van het hoofdartikel in uw
Xo. van '27 Deo. 18%, getiteld: «Ontslag uiteen
krankzinnigengesticht'' zij het mij vergund nog
iets in 't midden te brengen.
Vooreerst wil ik er op wijzen dat de zinsnede:
»Iets droevigere toch dan het lot van don man,
die oimoodig in een krankzinnigen gesticht blijft
opgesloten, is haast niet te denken", zeker niet
te sterk de waarheid wedergeeft.
Ik zelve heb eenigen tijd in een gesticht door
gebracht en meen dus daarover zeer goed te
kunnen oordeelen en durf dan beweren, dat het
juist deze gedwongen en onnoodige opsluiting is,
den Oceaan over te steken. Do Londeusoue schaaksters
zullen in Mrs. Showalter een gevaarlijke
mededmgster vinden. De Ladies Gheaa Club" te Londen telt
thans 110 leden.
Op de match te Moskou rust waarlijk geen zegen.
Nauwelnlis is tHeinitz voor de zooveelste maal her
steld, of Lasker wordt ziek. Wanneer men bedenkt
dat deze beide korypheeëu twee maanden noodig
hebben om Ifi partijaii te spelen, dan kan men zich
niet verwonderen als 't geduld der Moskou^ehe
sehaakliefhebbers ten einde loopt. Hoe zouden een
slagvaardigen speler als Andersseii de haren te berge
zijn gerezen bij deze moderne wij<!e van krijg^ourenl
Ziju tndgeuooien weten te verhalen hoe bij ( vtideis-,en)
tijdens zijn groute campagnes ziju onverzadedjken
schaakhouger placht te stillen, door na een
vermoeienden at ijd, bij wijze van ontspanning, tot na mid
dernacht met ieder die lust had vrije partijen te sp >len.
Toen hij iu 'Uii de beslisse, de partij m zijn maich met
Steinitz moest spelen, leed hij aan een «rustige onge
steldheid; maar dit belette hem niet zijn Vörplicutmgen
na te komen, c-ea schaker" zoo het hrj zich eens
uit heeft 't recht met om ziek ta zijn." Toen
Hteinitz nog in ziju volle kracbt was en eeu zijner
minder robuste tegenstanders «enige malen om uitstel
verzocht, gaf dit Htetnuz j'.anleid.ng tot de volgende
meer vernuftige dan goedhartige, opmerking: den
eeuen dag kan bij niet apelen omdat htj atti<_ w etl
den volgenden dag is luj ziek omdat ij niet kan
spelen." Die zalfde Steinitz z,tl thans door biltere
ervaring geleerd hebben dat door de niulfehge
gevolgen, die aanhoudende verhe-.en op lichaam en
geest uitoefenen, ;t m ,ar al te vaak waar is : dat men
ziek is, omdat men uiet spelen kan.
De stand der match is thans: Lasker 9, Steinitz 2,
remise 5. In 't geheel hebben de beide me :sters
thans (2 matcues en 3 tornooien) 37 partijen s.iinen
gewisseld met 't voor L:iskar schitterende resultaat:
Laskor 22, titemiti o', 10 remises.
Later ontvangen bericht, 't Bericht dat Hteinitz
eindelijk voor zijn volharding en geduld beloond is
geworden en du 12de en 13de pa* tijeu h^eft ge vonnen,
zal ongetwijfeld de belangstelling in Uw m *tch niet
weinig helpen verhoogen. Beide partijen hadden een
uiterst kort verloop, reep. 30 en 38 zetten. (Zie Prov.
Groninger van 2 Jan.)