De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 17 januari pagina 9

17 januari 1897 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 1021 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Het arbitrage-traktaat tusschen Groot-Brittanniëen de Vereenigde Staten. Koning OSKAR van Zweden: Gelijk oversteken, heeren ! Broeder JONATHAN en JOHN BULL: Gaarne! (ter zijde). Maar een kleine reserve voor de «nationale eer" zullen wij ons veroorloven. lumiMliiiiMmiiiliiiiiimliiiimiiiiii nu jiimniimniii imiiiiiiuniinmiHintnimnniiin) je daar dat jonge meisje ? Ik wil in haar longen kruipen, zoodat ze dood gaat.. ." f. »Gemeene kerel," roep ik uit. «Doodsengel der menschheid! Dat zal je niet doen, zoolang ik nog een stok heb!" De bacterie vliegt op een reet in het raam aan, en ik hem achterna Ik stoot met mijn hoofd tegen het kozyn. en van die gelegenheid maakt hij gebruik, te ontsnappen. »Zeg eens," roept hij mij na, »je moet niet zoo over de straat tollen, als je dronken bent!" Nog geen seconde later heb ik het met een tweede aan den stok. »Er zijn lang niet genoeg geneesheeren!" brul ik hem toe. »Dat weet ik, ik ben bekend met de onge lukkige positie der doctoren,1' antwoordt hij. »Ziet ge, deze machine is een middel om daarin verbetering te brengen. Ik kan het weten, want ik heb een ontsteking veroorzaakt in een vinger van een lid van den gemeenteraad ! Deze machine is een veegmachine, en is door den gemeenteraad uitgevonden, om ons op te waaien, zoodat er meer afnemers voor de geneesheeren komen. Zoo, nu weet je het." Ik was verstijfd en verstomd van verbazing. Voor zóó wijs had ik den gemeenteraad toch niet gehouden! .,,.., En daar zat ik en peinsde, totdat eindelijk Dr. Schnack verscheen, en mij met heftige ver wijtingen bestormde. »Je lijkt wel dol, om dien kerel te slaan!' «Het is een doodsengel der menschheid !'' ant- j ?woordde ik waardiglijk. * * * Toen ik een paar dagen later 's morgens wakker werd, vond ik een aanklacht wegens »grober Unfug" en verzet tegen de autoriteiten in de uitoefening harer functiën. En nadat ik lang en ernstig had nagedacht, kwam mij de gebeur tenis te binnen, die ik zooeven heb verteld. korte broek van fluweel, zwart zijden kousen, een steek, en een degen met stalen gevest.) Reeds in 1844 werden donkere heerenkostumes te huur aangeboden voor deputatiën, die bij den lerschen onderkoning haar opwachting wilden maken. Hierbij was geen hof kostuum noodig, maar alleen een fatsoenlijk zwart pak, en dat kon men toen voor /'l.50 per dag huren. ?m mini i iimmiiiiri lllllllllllltlMIIIIIIIIIIIII S N U l F J K S. Engelsche Advertenties. De advertenties in de groote Engelsche bladen verpen soms een helderder licht op maatschap pelijke toestanden daar te lande dan de langste artikelen kunnen doen. Xog meer is dit het geval in het weinig ceremonieuse Ierland. In een der laatste nummers van de Iri*h Times kan men lezen: »Te huur gevraagd voor de maand Januari, een dinerjaquet. goed passend voor een heer van 5 voet 3 duim, met slanke gestalte". Het blijkt uit deze advertentie, dat er eene zekere wanverhouding bestaat tussehen de portemonnaie van dezen slanker, heer en zijne maat schappelijke verplichtingen. Aan den anderen kant kan men uit de omstandigheid, dat de jaquette dadelijk voor een geheele maand te huur ? wordt gevraagd, opmaken, dat de adverteerder goed op weg is om eene gewilde persoonlijkheid te worden. In hetzelfde blad wordt een compleet fluweelen hof kostuum te huur gevraagd, eveneens voor de maand Januari, maar nu voor een zeer gezet heer van 5 voet 5 duim. De eer der toelating tot de recepties aan het hof van den onderkoning is ook in dit geval vroeger gekomen dan de middelen om zich een passend galacostuum aan te schaffen. (Het kostuum bestaat uit een fluweelen rok met stalen knoopen, een zijden vest, een We worden met den dag precieser. Ik zeg wij, al wil ik dat niet in het bijzonder van me zelf verklaren. Ik weet maar al te goed, dat ik dikwijls over een punt en een komma heen lees. Zoo had ik dan ook nu eigenlijk moeten schrijven: zij worden met den dag precieser en die zij zijn in dit geval de Hilvergummers, of nog juister: eenige Hilversummers. ,Door eenige ingezetenen te Hil versum, van verschillende denkwijze op gods dienstig gebied en van uiteenloopende maat schappelijke positie, doch die van meening zijn dat in zake de geheel-onthouding nlr.tde eene of andere godsdienstige richting op den voorgrond behoort te treden, is eene volkomen neutrale geheel-onthoudersvereeniging opge richt". Nietwaar, wat kan neutraler zijn dan geheel-onthouding? Geheel-onthouding is wel de onzijdigste houding, die men zich denken kan en nu zullen eenige Hilversuminers, deze volstrekt onzijdige houding nog volkomen neutraal" maken bovendien. Ik erken, dat ik niet geloof' deze hoogte van preciesheid te zullen bereiken. De neiging tot onthouding zal misschien zóó sterk bij me worden, dat ik alle geestrijke dranken in den ban doe; ik kan mij zelfs voorstellen, dat ik besluit deel te nemen aan een beweging om den koop en verkoop van alle li<iueur- en wijviglazen te doen verbieden, maar orn dan nog verder te gaan, ik gevoel het, dit is boven mijn kracht. * * * De Vrije gemeente, zoo vlak naast de oude gevangenis, kan haar vroegere buren nog niet vergeten, en dit doet haar hart eer aan. Zoo dwaalden thans haar gedachten weer af', naar de moordenaars en hielden geen minderen dan prof. v. Hamel, mr. Levy en ds. Hugenholtz voor de vergaderden een pleidooi tegen de wederinvoering der doodstraf. Wat mij be treft, ik geloot dat ze hun pleidooi glansrijk gewonnen hebben, zoodat, niet n der aan wezigen, indien het van zijn be_slissinghadde afgehangen, de doodstraf' opnieuw zou heb ben ingevoerd. Het naaste doel dat zegt altijd veel werd dus bereikt en het naaste doel lag hier al bijzonder na, want het had er voor mij en anderen wel iets van of' men drie scherpschutters zag, die, met de tromp van hun geweer tegen de schors van den stam, op een boom mikten ! Daar nu dit punt veilig als voldoende be handeld kan worden beschouwd en de Vrije Gemeente, uit den aard van haar wezen, nog meer belang zal stellen in de vrijen dan in de gebondenen, zou ik, mij niet al (e ver van haar gedachtenkring verwijderende, haar voor een volgende gelegenheid wel een ander onderwerp aan de hand willen doen, een dat de gevangenen, die wtér in vrijheid zijn gesteid, raakt. Als de heeren in afwachting van het tijdstip, waarop de wederinvoering van de doodstraf werkelijk dreigt eens een even degelijk discours hielden over hetgeen er te doen is, om gevangenen, die zonder middel van bestaan, als veroordeelden gebrandmerkt, weder in de maatschappij terugkeeren, aan den kost te helpen, zoodat zij niet verder wan delen in de richting van het rad of de galg! Ik heb wel eens betwijfeld of' het (ie moeite waard mocht heeten over de doodstraf te di^cussieeren, zoo lang wij dulden, dat voor de ontslagen zwakken en slechten op gevan genisstraf het leven als een hongerstraf volgt Ds. Hugenholtz vergeve het mij onder den indruk van dit treurig onderwerp vergat ik zoo waar mijn snuifdoos! * * Dat is een last met die kiesvereenigingen, er zijn er nu in Amsterdam zooveel, dat je er van zelf moet inïoopen. 't Doet mij soms denken aan de Amsterdamsche straten bij dooiend wtèr; hoe voorzichtig je ook je voeten neerzet, je trapt voor je 't weet in een modderplas, en houd je je zelf bij de grootst moge lijke inspanning nog vrij daarvan, dan komt er toch wel een aapje of een vrachtkar langs je gereden en spat je vol tot boven je nek. Zoo is het ook mr. Treub gegaan. Zelf had hij zich netjes gedragen, zich zuiver gehouden, en toch komt daar een bericht in de bladen, dat hij toegetreden zou ziin tot de vrijzinnige kiesvereeniging, district VI. Niets natuur lijker dan dat hij dit bericht heeft tegen gesproken. >Ik ben," zoo schrijft hij, 'thans van geene enkele kiesvereeniging lid en ik ben niet voornemens hierin verandering te brengen, zoolang ik niet zal zijn in staat geweest om door de in hun veelheid en onder linge gelijkenis voor mij niets zeggende pro gramma's, waarmede het nieuwe kiezersvolk wordt bedeeld, heen, daden te zien. Ik heb mij genoeg in de politiek bewogen, om mij niet te laten verschalken door gezwaai zelfs met het mooist denkbare program." Toen ik dit las dacht ik eerst, wat is Mr. Treub op eens oud geworden. Is 't niet, inniniiMnmiinnimiiMiMitinnnnnniitiiiiinniiiininniiiiimutn vroeg ik bij mijzelf, of je Mr. Heemskerk Az. hoort spreken, of Mr. Pijnappel, die veel te klassiek gevormd is om het te zeggen, maar die dan toch ook wel in zijn binnenste zal denken: al die programrnaas lap ik aan mijn laars! Bij nadere overweging begreep ik echter dat, Mr. Treub niet oud, maar zeer irijft was geworden, door de ondervinding die hij als politicus had opgedaan ; hij weet bij ervaring wat een program is : een reeks woorden, welke niets beteekenen voor iemand zooals hij, die daden wil zien. Maar dat is de vloek in onze wereld: heel wijze menschen worden nooit begrepen : hoe toch was het anders mogelijk dat iemand Treub, na zijn daden, heeft kunnen indeden bij de liberale kiesvereeniging District VI? En wat zal het nu weer zijn na deze kloeke daad, die onwillekeurig aan het woord van Thorbecke herinnert: wacht op on.ïc- daden? De meeste menschen zijn zóó dom, dat zij vaak in de hoogste wijsheid een bewijs van dwaasheid, zien. Daarom loont het veelal de moeite niet zoo echt wijs te zijn, ook al heeft men zooveel achter den rug als Mr. Treub. * :;.De Lib. I^nie heeft in een toelichting tot het bindend karakter van haar program, een opmerking gemaakt, die duidelijk bewijst, dat mr. Pijnappel toch nog wel eenige kans heeft door haar als candidaat te worden aanbevo len. ^Spreekt het niet van zelf', zoo vraagt het bestuur, dat het ligt op onzen weg een candidaat, die van de meest volledige instem ming blijk geelt, af te wijzen, en achter te stellen bij een ander, die een of ander voor behoud maakt, maar wiens karakter meer ver trouwen inboezemt?" Daar wel moeilijk iemand gevonden kan worden wiens karakter meer vertrouwen inboezemt, dan dat van mr. Pijnappel, en het maken van eenig voorbehoud onder de liberalen tamelijk algemeen zal zijn, kan het best gebeuren, dat het mindere van liet voorbehoud van den een in de schaduw wordt gesteld door het meerdere karakter van iemand als mr. Pijnappel. In tusschen er bestaat reden tot beduchtheid, dat het bestuur der Lib. linie, door dit zoo hardop te vertellen, aanleiding zal geven tot een karakter-taxatie bij het stellen van candidaten, welke alles overtreft, wat wij te dezen opzichte reeds hebben mochten beleven. Het karakter der candidaten stond steeds zeer hoog, maar als dit nu nog een tekort in politieke overtuiging moet aanvullen, zou het wel eens kunnen voorvallen, dat de kwikkoloni in den karakter-thermometer, om zoo te zeggen onder het vuur gehouden, boven alle noteering de buis uitrees, zoodat er haast een ongeluk van kwam. Nu het gemiddelde der karakter-hoogte van onze candidaten toch reeds meer dan voldoende was, had, dunkt me, de L. . er beter aan gedaan, hierop wat toe te geven, en alleen het program als maatstaf te laten gelden; daaraan hadden de kiezers altijd iets meer houvast. Niet dat mij dit nu zooveel schelen kan, want ik heb het stellige voornemen, even als Treub, mij van kiezen te onthouden, omdat ik me genoeg in politiek heb bewogen om te weten, dat zelf* de beste candidaten nog veel minder te ver trouwen zijn dan de mooiste programs. .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl