Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1022
was de virtuoos aan het woord en het was een
geweldig virtuoos die zich toen deed hooren.
Zoowel in de Rhapsodie Espagnole van Liszt
door hem bewerkt, als in eene bewerking van den
Jaustwali deed hij iedereen een »hoe is 't moge
lijk"-gezicht zetten. Het applaus wilde dan ook
niet eindigen.
De heer Busoni is eene buitengewone verschij
ning. De orkestbegeleiding was in veel opzicht een
voortreffelijke. Ook de beide Ouvertures van
Volkmann en Goldmark (in welk laatste werk de
heer Spoor de viool-solo mooi vertolkte), genoten
eene loffelijke wedergave, doch Goldmark is m. i.
zulk een langdradige babbelaar in zijne Ouverture
Sappho, dat die mij als compositie niet kon behagen.
In een volgend artikel hoop ik iets over de
Transche Opera te zeggen.
VAN MILLIGEX.
Het Boheemsche Strijkkwartet.
Het »Böhmische Streichquartet" zal te Amster
dam uitvoeringen geven op 5, 6 en 9 Febr. a g.
Op de genoemde dagen zullen te 3 uur matinees
in Odéon plaats hebben en te 8 uur avond
concerten in de kleine zaal van het concertgebouw.
Voor de drie middag- en de drie avondconcerten
z\jn afzonderlijke abonnementen verkrijgbaar b\j
»De Nieuwe Muziekhandel Leidschestraat No. 4(i,
alhier.
aniiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiHmiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiuiiiiitiiiiiiiiiiiiimni
ETENSCHAP
Ml Hds-Beymil
De echt Duitsche geleerde met den Franschen
naam, die den 21sten December op 78-jarigen
leeftijd te Berlijn overleed, behoorde niet tot de
by het groote publiek populaire figuren, zooals
Mommsen of Virchow, Treitschke of Robert
uiiiiiiimiiiMiiiiiiiiiiiiiiiini iiiiiiiiniiinii IIIIIIIIIIIHH
't Oude mensch rammelde met verbazende
bewegelijkheid van tong voort, zonder ons de
gelegenheid te geven er een woordje tusschen te
krijgen.?»Nou, zeg ik : ik kan 't zachs prebeere
en ik zeg ook: waarom ikke nou niet en een an
der wel, de cente worde toch voor alle arme
mense gegeve en ik ben waarempels niet rijk,
'k heb zei vers geen schoene an me voeten 'k
loop op me tandvleesch, daarvan heb ik dan
ook die rimmetiek gekrege, en zinkings in 't
hoofd, heere! Ja 'k ben Luiters (Luthers) van
me geloof. Angenomen, belijdenis gedaan
bij de ouwe domenee Lens daar heb ik
later nog gediend ook en daarom as de
heere nou wat voor me hadden, al was 't
perviesjeneei maar een gulden of twee in de week,
dan kon 'k net rond komme, want nou heb
ik amper genoeg om m'n mond open te houwe
kleere heb ik zoo gezeid niet van noode;
'k krijg nog wel 'reis 'n oud stukkie van de
dames, maar een paar centjes zou ik best
kenne gebruike, want die rimmetiek in me
beene die..."
»Stop eens even moedertje," riep ik eens
klaps, want terwijl zij sprak en haar hoofd
naar mij toedraaide, trof mij een onaangename
dranklucht. Ik stak een waslucifer aan en
keek eens goed in de bedstede, want 't kwam
mij voor dat de alcohol-lucht die zij uitademde
zeer jong geboren moest zijn; 'k zag echter
niets wat op een flesch of glas geleek. Op de
beddeplank stond behalve't on misbaar meubel,
niets dan een trekpot. Eensklaps schoot me
een goede gedachte in 't hoold en meewarig
vroeg ik: wat gebruik je voor de rheumatiek,
heb je een drank of drink je alleen maar
thee? Ik wees op de trekpot.
»Np(:ii! meneertje, 'k Heb maar 'n beetje
kr>uidle met vlier en sassifras getrokke om te
zweette".
»Wel zoo!" ik nam den trekpot rook er
aan en zei, .dat's aardige camillen, die ruikt
naar bitter "
»Walief?"
»Je drinkt bittere jenever uit dien pot
schaam je! en wou jij, nou werkelijk arme
ellendige menschen nog benadeelen, door wat
hun toekomt voor jou te nemen? We groeten
je; jij krijgt niemendal!"
»'t Is wat moois," bromde de oude, terwijl
we weggingen, »'t is toch voor mijn ook
gegeve, 'k bin toch ook arm en ziek" en plot
seling ons naroepend gilde ze:
Mooiejonens! leelijke salamanders! Val dood van
e trappel"
#
In een kelder, vochtig, vunzig en duf rui
kend zaten vijf menschen bijeen een moe
der met vier kleine kinderen van twee tot zes
jaren. Wij moesten ons bukken, om onze
hoofden niet te stooten, zóó laag was de
zwart berookte zoldering. Daglicht kwam er
niet anders in, dan door de opening van de
trap. Voor noch achter waren vensters; 't was
Koch. HU kwam in geenerlei aanraking met de
politiek, en z\jne wetenschappelijke heldendaden,
ofschoon talrjjk en groot van beteekenis, waren
niet van dien aard, dat zy op de massa der
oningewijden indruk konden maken. Alleen in de
beschaafde en vooral in de wetenschappelijke
kringen wist men, dat de physioloog
DuboisReymond sedert eene lange reeks van jaren een
baanbreker in zyn vak was geweest en evenals
de bovengenoemden een licht der wetenschap
verdiende genoemd te worden. Doch ook zij,
die hem op zyn eigen gebied niet konden volgen
waren in de gelegenheid zijne zeldzaam uitge,
breide kennis en de glasheldere wijze waarop
hij die wist medetedeelen te bewonderen. Als
Dubois-Reymond, zooals hij in zijn gezonde
dagen placht te doen,
populair-natuurwetenschappelijke voordrachten hield, was de grootste
gehoorzaal van de universiteit veel te klein.
En dan bleek het, dat deze uitnemende
vakgeleerde nog behoorde tot het ras der mannen,
die beschikten oyer eene encyclopaedistische
kennis, een ras dat men met de Humboldt's uit
gestorven waande en welks wederopstanding bij
de toenemende uitbreiding en verdieping van
alle wetenschappen ondenkbaar scheen. De
groote physioloog bleek evengoed te huis te zijn
in de Duitsche literatuur als in de geschiedenis
der Kaliaansche renaissance of in die derFransche
schilderkunst; even bekend te zijn met Byron's
levensgeschiedenis als met de godsdienstweten
schap van vroegeren en lateren tijd; even nauw
keurig ingelicht te zijn omtrent de ontwikkeling
der Grieksche beeldhouwkunst als omtrent de
techniek der typographie; met evenveel zekerheid
de geschriften van David Friedrich Strausz als
die van Publius Ovidius Naso te citeeren. En
dat alles geschiedde zonder eenige aanteekeningen
te raadplegen, in fraaie, samengestelde,
akademisch gebouwde volzinnen, met een kracht en
een energie, die aan de kleine, stevige figuur
met den interessanten grijzen kop iets bijna
uitdagends gaven.
Dubois-Reymond, die den Tden Xovember ISIS
te Berlijn werd geboren, werd in 1837 inge
schreven als student in de theologie, doch ging
al spoedig over tot de studie der natuurweten
schappen. Den grootsten invloed op zijne ont
wikkeling heeft zijn beroemde leermeester
Johannes Muller gehad. De school van Johannes
Muller ging uit van het beginsel, dat de
levensverschijnselen niet mochten worden verklaard
door het geheel willekeurig aannemen eener bij
zondere levenskracht, maar dat die verschijnselen
onderworpen waren aan en te verklaren door de
algemeen geldige wetten der natuurkunde en der
scheikunde. Van die overtuiging doordrongen,
wijdde Dubois-Reymond zich aan de studio der
lllMiiimiiiillllilliimiflllll
llllltlllmlIMIIIMIIMMHlnlIIIIIIIII
niets meer of minder dan een hol, alleen ge
schikt om kolen in te bergen.
De arme vrouw, was schier uitgehongerd,
haar kinderen hadden drie dagen geleden
haar laatsten onderrok «opgegeten" d. w z.
't oudste meisje (zes jaar) had hem verpand en
toen hadden ze samen brood gehad voor de
weinige centen, die hij had opgebracht. Sedert
hadden ze gebedeld en geleefd van aardap
pelschillen en afval, langs de straat opgezocht,
maar moeder kon nu zelfs niet meer uitgaan
om te bedelen, want ze kon toch niet zouder
rokken op straat en ze verstond het bedelen
niet, zei ze, »ze had er geen slag van, ze was
d'r niet bij groot gebracht!" De vader van
dat ongelukkig gezin, zat sedert twee en een
half jaar in de gevangenis en 't jongste
kind was nog pas even twee jaar.
Zulke wezens hebben hulp noodig drin
gend, dadelijk en afdoende. Gelukkig
konden we helpen.
Gulzig maar schuw, als angstige dieren,
hapten die kleinen in het droge brood dat
we ijlings hadden gehaald.
't Was een lust neen 't was treffend
smartelijk, aandoenlijk om te zien, en zeker
zou iedereen die veel en gaarne geeft, nog
dieper in de beurs tasten indien hij maar wist,
dat er \ulke ellendigen in onze stad zijn.
#
Hij zat stil ineengedoken op een stoel zonder
rug, met de ellebogen op de knieën en de
handen onder de kin, zijn voeten
werktuigelijk op en neer bewegend, om ze warm te
houden, want 't was erg koud op het zolder
kamertje, maar hij woonde, als commensaal, bij
twee oude menschen, iets minder arm dan hij.
Zij kregen wekelijks een paar brooden van
de kerk, een kleine ondersteuning van een
familie waar de vrouw voorheen meid was
geweest en de achtenzestigjarige man deed
nog dienst als oppasser bij een paar heeren.
»Zoo sukkelen wij samen door het restje leven,
dat we nog door moeten," zei de vrouw, met
dikke blauwig-roode winterhamlen haar ge
scheurd boezelaar glad makend, 't Is hier
koud meneer, want ik maak niet anders vuur,
dan wanneer ik wat te koken heb en dat
gebeurt niet alle dagen.
»Hij", zij wees op den trappelenden man,
»is hier al een paar jaar commesaal: we
hebben 'm eigenlijk uit medelijden opgeno
men, omdat ie niemand heeft, die zich om
hem bekreunt.
»En nu is ie bijkans blind, hij is tweejaar
jonger dan ik, ik kan nog sufiisant zien.
Kijk, ik doe nog alles zonder bril," zei haar
man, die een oude vogelkooi repareerde. »Hij
kan bij den weg nog wel alleen loopen, maar
werken gaat niet meer. 'n Horlogiemaker,
die niet meer ziet, kan z'n eigen gerust laten
begraven.
De vrouw knikte deftig toestemmend en met
haar duim wijzend zei ze: «Hij is nu wat suf
physiologie. Maar al achtte hij de methode der
natuurwetenschap de eenig ware, en al heeft hij
door haar op een vóór hem nog duister gebied
de schitterendste resultaten verkregen, hij was
tevens oveituigd, dat er grenzen waren, welke
het menschelijk weten niet zou overschrijden, en
hij heeft dit, drie-en-dertig jaren na zijn eerste
optreden, na een menschenleeftijd van volhardenden
en vruchtbaren arbeid, openhartig en kloek
moedig uitgesproken in zijn beroemd woord:
Ignorabimus, het zal ons niet gegeven zijn,
alles te kennen, alles te doorgronden, alles te
verklaren. Aan deze kloeke uitspraak is het
zeker voor een deel te danken, dat de grove,
maar voor oppervlakkigen zoo aanlokkelijke
»kracht-en-stof-theorie" van een Biichner niet
meer aanhangers heeft gevonden.
Dubois-Reymond hield zich reeds in 1811 op
magistrale wijze bezig met de studie der dierlijke
electriciteit; zijne eerste onderzoekingen op dit
gebied werden in 1843 in l'ogyendorf's Annalen
gepubliceerd, en zijn standaardwerk over <~it
onderwerp zag in de jaren 1848-84 in drie deelen
het licht. Door dien arbeid is eene volkomen
omwenteling gebracht in de leer der functiën
van zenuwen en spieren. De
populair-wetenschappelijke redevoeringen, in welke hij de re
sultaten van zijn onderzoek voor wijdere kringen
to3gankelijk maakte, werden eveneens gedrukt
en in de jaren 1885 87 in twee deelen uitgegeven.
De buitengewone taalkennis van Dubois-Rey
mond en de groote gemakkelijkheid, waarmede
hij zich vooral ook in het Franscb enhet Engelsch
uitdrukte, stelden hem in staat, in 1850 te Parijs
voor de Academie des Sciences en eenige jaren
later te Londen voor de Hoyal Suuiety zijn
wetenschappelijk standpunt persoonlijk, in eene
reeks van voordrachten en met het meeste secces,
te verdedigen.
In 1858 volgde Dubois-Reymond zijn leermeester
Johannes Muller oji als hoogleeraar in de
physiologie. Zijn laboratorium bestond destijds uit een paar
kamers op de bovenverdieping der Universiteit;
voor zijn instrumenten en zijn proeven mocht
hij jaarlijks beschikken over 1140 Thaler, even
veel ongeveer als thans dikwijls voor n enkel
instrument wordt uitgegeven. Sedert 18(i7 hekleede
Dubois-Reymond ook de betrekking van secretaris
der Akademie van "Wetenschappen. Met Reicliert
samen redigeerde hij het door Joha nes Muller
gestichte .[velut' /in' _.\nuloniu' intd l^htisiolinjtc ;
sedert 1877 alleen het AriJtic //ir
VARIA.
Nog een Kalender.
Het spijt mij dat ik iie vorige week nog niet
dien dagwijzer van Tresling <fc Co., holiithographen
ferig en moe van de koorts eu doof door de
zinkings, maar hij heeft een geleerd hoofd, hij
weet van alles; compleet 'n perfester! M'n
man mag graag met 'm praten, hij is geen
sosiaal, maar'' zij schudde 't hoofd, »hij is
toch pienter en zeit waar 't op staat."
»Zijn de heeren daar?''vroeg de commensaal
als ontwakend, ,,'k Zie zoowat dunkt me."
»,Ia, drie heeren ! ' schreeuwde de vrouw.
»Eén zou voldoende wezen als ie maar goed
genoeg is !"
«Mopper je weer, ouwe brommert!' riep de
man. >? \Vees blij dat de heeren komen.',
k Zal blij zijn als ik onderstand hei),
wat geeft, me, een bezoek zonder dat!" Hij
maakte de beweging van gt ld tellen.
Niet zonder inspanning gelukte het met hem
te spreken, maar allengs verstoi d hij ons
beter, raakte wat meer op zijn gemak en zoo
vernamen wij dan, dat hij bediende bij een
horlogemaker was geweest en mechanika had
geleerd. Hij was bitter en scherp in zijn uit
drukkingen, nu en dan rusv zelfs, maar toch
merkte men onmiddellijk dat hij een vrij
ontwikkeld man was.
Ik heb een zelfregistreerend schaakbord ge
maakt indertijd, zei hij. Driejaar eraan gewerkt,
niemand wou 't koopen, 't was te duur vond
men: k vroeg er vijfhonderd gulden voor.
Op 't laatst had ik honger, mijn vrouw had
honger, mijn kinderen ook?ik stond
schaakinat. Weg dan maar voor 'n appel en 'n
ei! 'k Heb van mijn bordje een maand of
wat gegeten, nu is 't in L inden e,n de vent
die 't kocht, 'n gewone, winkelier, heeft er
mijn naam afgenomen en den zijnen er opge/.et,
op 'n mooi ivoren plaatje, 'k Wou dat ze
hem een tweede hadden besteld, dan had ik
ten minste de satisfactie, gehad, dat 'k hem
kon zeggen : maak 't zelf, je naam staat er
immers op !
'k Heb 'n nieuwe compensatie slinger
bcdacht voor regulateurklokken mijn patroon
liet 'm zien aan een fabrikant uit Duitschland.
l Sahr f ei n erdacht! heeft die gezegd,?k heb
! er nooit n cent van gezien, maar al de
j Duitsche régulateurs hebben nu mijn slinger
en ik ben te beroerd om m'n kost godbeter 't
enkel aardappelen met lawaai op te halen.
'k \Vrou dat ik hier zóó voor uw oogen kapot
ging maar onze lieve lieer heeft me te
lief, daarom kastijdt hij me nog een beetje.
Ja! 'k ken den I3ijbel bijna van buiten
maar wat geeft 't me ? Ik dacht er troost
in te vinden ; m'n goeie zachtzinnige vrouw
was doleerend, 'k wou haar niet kwetsen en
probeerde of ik met 'r mékon doen. Jawel,
morgen brengen !" hij wees op zijn voorhoofd.
Hier zat te veel mathematica ik heb geen
plaats voor die uienboel. Genade! barmhartige
vaderliefde wijsheid Gods, mooie woorden
allemaal, maar wij verrekten intusschen van
den honger! M'n vrouw stierf, geloovig
ze zou nu zalig worden, ze ging naar Jezus,
te Amsterdam, gezien had, men zou dan lichter
begrijpen waarom ik nu zeg dat ik dien zeer weinig
goed vindt. Want bij dezen kleurendruk wordt
een heel vel druks als uitleg gegeven, en een
hooggaande symboliek zou, zelfs in de dagen
dat zulke opvatting nog in de mode was, extra
vagant genoemd zijn. Wat een bewijs van weini?
inzicht om zoo'n gewoon ding zoo ingewikkeld
te maken. En als het dan toch met allerlei
allegorie moest, waarom dan de eene voorstelling
in de andere doen overgaan, zoodat een arm,
die bij het eene prentje hoort, ook op het ander
een plaats vraagt; of' wil dit misschien zeggen,
dat de zomer en de herfst aan elkaar verbonden
zijn door de banden van den handenarbeid, of zoo
iets 'i Ofschoon den ontwerper, de heer Vaarzon
Morel te Haarlem, eenige handigheid niet te ont
zeggen is, blijkt hij doordachte kennis te missen,
en dit te willen aanvullen door vertoon. Tn. M.
Hij de firma van Wisselingh en Co. op het
Spui zal in de volgende week een collectie aarde
werk te zien zijn van den heer Mendes da Costa,
dat in verschillende kleuren uitgevoerd, eene
uitstekende les voor hen die aan verbetering van
het handwerk ijveren, blijkt te zijn.
Te Leiden hebben zich eenige heeren. Verster,
Brouwer en Loeber vereenigd om in de Lakenhal
een keuze-tentoonstelling van moderne,
Nederlandsche versieringskunst te organiseeren, die,
bij goede keuze van de uitgenuodigden, wel van
eenig belang kan worden.
IIIIHIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIilllllllCllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllll
Reclames.
40 cents per regel.
llooftl-Depót
VAN
Dr. JAEGER'S ORIG.
Soraaal-WoWiita.
K. F. DEUSCHLE-BENGER,
Amsterdam, Kalverstraat 157.
Eenig specialiteit in deze
'' artikelen in geheel Nederland.
H. RAHR te Utrecht
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.
MEIJK003 & KALSHOVEN,
Arnhem.
Piano-, Orgel- en Muziekhandel.
Ruime keuze in Huurpiano's.
zei ze wat 'n geluk als 't, waar is maar
't was beter geweest als ze hier wat minder zorg
had gekend. M'n twee kinderen waren al dood,
die zijn ons zeker ook uit genade afgenomen,
omdat wij '/.e graag mochten, hè, hè, hè!"
Hij begon te lachen met een bitteren trek
om zijn mond en hoos; opgetrokken wenk
brauwen. Toen zei hij langzaam en dof: »de
cel voor logica moest God niet in de hersens
van een arm. ondergeschikt mensch leggen,
en niemand moest hem leeren denken. Hou
't gewone volk dom. dan is 't gelukkiger...
maar geef 't zijn buik vol, doe die stampvol,
dan lilosofeeren ze niet! Volproppen en dan
laten slapen, dat, 's je ware! dan kan een
ander regeerinkie spelen, 'k Gun de
aristoera.en hun baasspelerij, maar ze moeten een
wet maken, die verbiedt dat er honger wordt
geleden. Laten ze een wet maken die
rerjilicltt om te helpen, ieder naar zijn kracht
dan zal 't een beetje dragelijker worden,
maar niet veel ! De wereld is rot als een
mispel. IVah !"' Hij spuwde verachtelijk voor
zich uit o» den grond. -Bah! en 't hierna
maals ? Hé, hé, hé, hé'n klontje om de stoute
menschen zoet te houden ; 'n koekie, dat zoo'n
dominee je in je handen wil stoppen, als je
maar niet huilt, hé, hé, hé! Wat 'n leuke
boel zal dat wezen in den hemel, 'k ge
loof dat ik er uit litp als 'k met zoo'n
domme troi p vrome broekies lang moest zitten
psalrnzingen 'k heb nooit van muziek ge
houden, hé, hé, li<'! maar" hier hield bij
eenklaps op en zag ons met zijn d<>ilV>,
bevliesde oogen aan ; Heeren, gekheid apart
ik wou hier graag van daan ik mag
die ouwe stakkers niet langer tot last wezen,
ze hebben zelf niemendal en ze deelen nog
met mij dat's 'n paradox hé? Maar
't is zóó en als d'r waarachtig eenmaal
'n vergelding is, dan _ krijgen ^ zij een
dubbel'"! portie gelukzaligheid, hè, hè, hè, hè!
Smakelijk eten! Heeren, 'k wou ergens in
een gesticht, want een pillelje mag jullie me
toch niet geven. Daarvoor zou ik me anders,"
hij sloeg op militaire wijze aan de slaap van
't hoofd, »'t, liefst recommandeeren .. ."
»Zóó is ie nu in den laatsten tijd voortdu
rend," zei de vrouw en zich half omdraaiend
tikte zij met haar wijsvinger op 't voorhoofd
en vroeg: »Zou z'n geleerdheid 'm ook een
beetje over de hand loopen, of denkt u dat
't de koorts is?"
*
Zou menigeen na het lezen van deze korte,
maar geheel naar de natuur genomen schetsen
niet geneigd zijn de nieening van den ouden
mechanikus te deelen? Ei; MOET I<;KNT \VJCT
KOMKN", VKltl'I.H 11TKNI) KKN IEDER TOT
HKLl'KN, TIC HKLI'KX NAAK /UN KRACHT !