Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1022
Ollivier: Le Pfince Louis Napoléon (ditmaal
over »le ministère du président").
De heer Art Roe geeft eenige grondige impres
sies uit Rusland en vergelijkt het vroegere met
het tegenwoordige Moscou:
>La Moscou d'aujourd'hui a perdu la forte
empreinte intellectuelle, dont l'avaient marquée
les artistes de la génération précédente, elle n'est
plus qu'une ville de marchands".
Dan nog een deugdelijke en welsprekende studie
van Alfred Fouillée: Les jeunes criminels, l'école
cnminels, l'école et la presse.
La, Revue de Paris heeft voortreffelijke frag
menten uit Nietzsche's «Jenseits vom G u ten und
Bösen" opgenomen, zeer mooi vertaald door
Henri Albert. Deze jonge auteur zal zorgen dat
ook Nietzsches Zarathustra spoedig in 't Fransen,
verschijnt.
Van Frédéric Masson: Les Bonaparte et Ie
dix-huit Brumaire.
En de laatste Nouvelle Revue geeft eindeljjk het
slot van de correspondentie tusschen George Sand
en haar vriend l'abbéRochet.
?
In het »Zeitschrift lür Philosophie und
philosophische Kritik" o. a. het vervolg op een reeks
Sfinosastudien van J. Freudenthal,
F. R.
Letterkundig Congres.
De voorbereidende werkzaamheden voor het
24e Nederlandsch taal- en letterkundig congres,
in 1897 te Dordrecht te houden, zjjn in vollen gang.
De door den burgemeester van Dordrecht bijeen
geroepen regelingscommisie heeft, na een
belangr\jke uitbreiding te hebben ondergaan, zich ge
constitueerd. Vervolgens is overgegaan tot de
samenstelling der subcommissie voor de pers, de
financiën, de handelingen van het congres, de
litteraire en muzikale opvoeringen, de
feestelykheden, orde en controle, enz.
Tot eere-voorzitters z\jn benoemd de heeren
Mr. H. A. Nebbens Sterling, burgemeester van
Dordrecht, lid der Eerste Kamer en S. M. H.
van.Gijn, lid der Tweede Kamer.
De redenen die geleid hebben tot da keuze
van het jaar '97 voor het 24e congres zijn de
volgende:
Het 23e congres is in Zuid-Nederland gehou
den; volgens de traditie is dus nu Noord-Neder
land aan de beurt. Daar men het 50-jarig bestaan
der taaleongressen in 1899, overeenkomstig het
verlangen van onze Vlaamsche taaibroeders, in
Zuid-Nederland wenscht te vieren, waar ook het
eerste congres gehouden is, bleef dus de keus
over tusschen '97 en '98. Maar met het oog op
de kroningsfeesten in Noord-Nederland, is 1898
voor een congres niet aan te raden. Óp grond
daarvan kwam '97 het aannemelijkst voor; eene
keuze waarby ook het vooruitzicht op de ten
toonstelling te Dordt gewicht in de schaal legde.
Boekverkooping.
De firma Martinus Nijhoff te 's Gravenhage,
zal op 4 en 5 Februari a. s. eene belangrijke
collectie boekwerken over fraaie kunsten
verkoopen, afkomstig uit de nalatenschap van wijlen
Mej. Criellaert te Rotterdam.
NIEUWE UITGAVEN.
Oranje en Nederland, .Leren en Daden ran
Vorsten en Volk door J. HUP v. BVKEN, is ver
schenen bij Gebr. E & M. Cohen, te Arnhem en
Nijmegen. Dit boek zal zijn een nieuwe bewer
king van P. J. ANDIUESSEN'S Oranje-Nassau.
Het" wordt gedrukt op fraai papier met duidelijke
groote letter, geïllustreerd met 20 lichtdrukplaten.
De beide platen in de eerste aflevering voorko
mende, Dillenburg en het portret van Willem
den Zwyger, zijn zeer goed uitgevoerd.
Voor 't Jonge Volkje. 23e Jaargang. Ie afl De
Kinderwereld, Voor de Kinderkamer, door P.
LOUWEKSE Zutfen, Schillemans & v. Belkum.
Ben-Ben, eene rijstvergiftiging, door E. v.
DIEKEN, Arts. Scheltema & Holkema's Boek
handel. 1897.
CATH. VAN RKNXKS. Opus 28. Oud-Ned. Lie
deren (Valerius) meerstemmig zonder begeleiding.
AKXOLD DBILSMA. ('amotia, voor viool met
pianobegeleiding. Bij de Algemeene Muziekhandel
(Stumpf & Koning) te Amsterdam.
Inhoud van Tijdschriften.
Inhoud van Kigen Haard Xo. 4: Jonquilles, door
Fiore della Neve. IV. Twee Ambonsche dansen,
door Pala, met afbeeldingen. Japansche
Zwaardvegerskunst, door S. Kalft', met afbeeldingen (Slot).
Een klein drama (bij de plaat). Een klein
drama, naar de aquarel van Alb. Neuhuys.
'ossiele overblijfselen op Java (De
Pithecantropus erectus Dubois) door Dr. M. W. Pijnappe!,
met afbeeldingen, III. Troet's heldendaad,
door M. de Vries. (Slot). Verscheidenheid.
Een.
Zoo vaak worden schoenen, die gedeeltelijk
stuk zijn, weggegeven aan personen, voor wie ze
niet passend zijn of die de middelen niet hebben,
om ze voor het gebruik te laten opknappen.
Worden zulke schoenen dadelijk in gebruik ge
nomen, dan zijn ze spoedig geheel versleten, en
daarom is het niet te verwonderen, dat de ont
vangers ze liever verkoopen aan personen, die
van oud nieuw weten te maken, om er later een
voordeeligen handel mee te drijven.
De Commissie voor Werkverschaffing nu zou
hen, die de eigen versleten schoenen gaarne ten
goede zouden laten komen van behoeftigen, maar
daarvoor den goeden weg niet kennen, willen
uitnoodigen, die schoenen ter beschikking te
stellen van de werkplaats in het oude
BuitenGasthuis. Op aanvrage zullen zij van hier worden
afgehaald. Na behoorlijke reparatie zullen de
.schoenen daar geplaatst worden in die
huishou1U a f' f e n n t c t» e r
tuimii iljr ir»nïfïtat tjfdjicljfn hflnni.
's Keizers ialmetsoitr tegen liet flnel,
(Ulk.)
Gemakkelijk te ontduiken !
dens, die door de Sub-commissie voor de verdee
ling der vervaardigde goederen zullen worden
aangewezen.
HtTSJES
Ent lot.
Naar Het Duitsch
van EMIL LÖBL.
Toen George om zes uur het bureau verliet,
om in een koffiehuis de kranten en tijdschriften
te gaan lezen, hield hij zich bezig met de zelfde
sombere bespiegelingen, die hem jaar in jaar uit
op dien weg vergezelden.
Weer een dag voorbij. Met welken uitslag?
Concepten, concepten, en nog eens concepten !
Zijn chef had de stukken nagelezen, ze, als altijd,
voortreffelijk gevonden, en George volgens ge
woonte zijn tevredenheid betuigd. Dat hoorde
hy nu al sedert negen jaar dag in, dag uit, en
het liet hem zoo koud, alsof het hem niet gold.
Wat kon hem de lof van den braven ouden
chef van het bureau schelen V George's streven
uiteengespat.. .. Het was een ware marteling,
die onmacht om de visioenen zyner phantasie
vast te houden, te bezweren, leven en gestalte
te geven!....
Hij kon het niet. En dat was de schuld van
zijn betrekking. Als hij van negen uur 's morgens
tot zes uur 's avonds zijn geest verspild had aan
dozijnen alledaagschheden, dan was hij zoo moe,
zoo verslagen, dat hem alleen nog maar de kracht
overbleef, kleinigheden in zoetvloeienden stijl voort
te brengen.
Wat had er niet uit hem kunnen worden,
wanneer hij het kind van rijke ouders geweest
was, wanneer die schoonste aller gaven: vrijheid,
onafhankelijkheid hem in de wieg waren gelegd !
Hoe had zijn ziel kunnen baden in den kristallen
vloed van het hoogste streven ! En nu moest h\j
do >r het brakke water der alledaagschheid waden,
omdat daar alleen zijn voedsel, zijn dagelijksch
brood te vinden was !
Soms had hij oogenblikken van diepe somber
heid, oogenblikken waarin hij bijna boos werd
op zijn vader en moeder, die al zoo lang geleden
gestorven waren. Maar dan dacht hij dadelijk
eraan, hoe onuitsprekelijk veel moeite en zorgen
het hun gekost had, hem te laten opvoeden. En
als hij thuis de lade van zijn schrijftafel open
trok, dan viel zijn blik op een klein pakje in
geel geworden courantenpapier, vastgebonden met
een verkleurd blauw zijden lint. Daarin waren
Het feeslner yan een
wielilitelul].
(Jityencl.)
lag niet in de wereld der concepten. Hij -.vas i
van top tot teen artist. Zijn verrukkelijke
i;ovelletjes rnet hun ti.jne geestige iminli'.<, mot bun
sierlijken, gepolijsten stijl, hadden hem tot een
lieveling dor lezende wereld gemaakt. i'u
Ta<iesi»'('sse", het voornaamste orgaan der resi
dentie, gaf zijn bijdragen altijd de eereplai.ts
in haar Zondagsblad, zij moesten een geestelijk
feestmaal voor do lezers zijn, en dat waren zij
dan ook.
(ieorge had twee jaar lang de vreugde van !
zijn succes genoten. en toen was het pleizier \
eraf. Ilooger en verder streefde zijn eerzucht,
naar grootheid en volheid !
Maar op dit punt gekomen, trad een onover- i
winlijke vijand hem tegemoet; de toegang tot i
het dichterparadijs werd hem ontzeg,! door eo:i
engel met een vlammend zwaard : de dienst, de
koude, nuchtere, alledaag^ciie dienst, die de
krachten van den jongen man versnipperde, zijn
gedachten liet ontsnappen. z>jn phantasic in ijzeren
ketenen sloeg.
George deed zijn plicht slechts met een half
hart. Terwijl hij in zijn concepten de woorden
en zinnen rangschikte, woelde en krioelde het
in zijn hoofd en dwaalt!-n zijn rustelooze ge
dachten in de verste verten. Bekoorlijke
phantomen, waardige voorwerpen voor < en. artistieke
uitinonstering, psychische probleemen van
diepen en ernstigen aard, toestanden vol pak- j
kende kracht, tragische situaties, dat alles ;
dwarrelde in bonte mengeling door /ijri brein. .. j
tenauwernood was er een vonk voor zijn gees- |
tesoog verschenen, of zij was alweer verdwenen, j
vijf' loten, die zijn goede moeder gekocht had voor
de spaarpenningen, die zij gedurende lange, lar.ge
jaren op haar beetje huishoudgeld had kunnen
uitziiinigen; on als hij dat moederlijk erfdeel
zag. kwamen de tranen hum in do oogen en vol
berouw wijdde hij een dankbare, weemoedige ge
dachte aan de herinnering van die edele in haar
eenvoud zoo groete. in haar liefde zoo sterke
vrouw, die zijn moeder geweest was.
* *
^
Toon George dien dag naar het caféging, was
het afschuwelijk weer; een scherpe noordenwind
sneed in de gezichten der voetgangers, sneeuw
vlokken mi hagelkorrols werden met kracht tegen
voorhoofd en wangen gedreven. Do weinige voor
bijgangers hadden dei; kraag van hun jas zoo
hoog mogelijk opgezet, en verscheidenen hielden
den zakdoek \oor d«n mond, opdat de ijzige
lucht riet onmiddellijk in de longen zon komen.
G>>«rge lachte om dergelijke voorzorgsmaat
regelen. Hij was in zijn heeie leven nog geen
uur ziek geweest, de gedachte aan ziek
worden of sterven was eigenlijk zelfs nooit bij
hem opgekomen. En als het hem eens overkwam'/
Och, de bevrediging, die het leven hem schonk,
was niet groot genoeg om de gedachte aan den
dood tot een schrikbeeld te maken. Weliswaar
zou hij dien vijand niet opzettelijk zoeken, maar
hij vreesde hem ook niet, en stond tegenover
hem met dezelfde kalme gelatenheid, waarmee
een arm man aan een algemeene verbeurdver
klaring van goederen denkt.
George zat bij zijn tijdschriften. Hier bracht.
h\j de eenige genotvolle uren van zijn bestaan
door. Hier kwam hij ten minste in aanraking
met de groote stroomingen van den tijd, hier
was h\j weer Europeaan, modern cultuurmensch.
Hier vond hij de opinie van verwame geesten,
levendige uitwisseling van gevoelens, kortom,
hier ontving hij geestelijk voedsel....
Plotseling bleef zijn blik als versteend op een
regel in de courant rusten .... hij werd gloeiend
heet, daarna ijskoud.... zijn handen heefden,
zijn hart klopte hoorbaar, en zijn benevelde oogen
waren ternauwernood in staat de ronddraaiende
woorden nog eens over te lezen ....
En toch, het stond er ....
Eerste prijs ten bedrage /' 200.000: no. 77,
serie 777.
Dat was zijn lot.... zijn eigen lot! Een ver
gissing was niet mogelijk, want het eigenaardige
getal was vast genoeg in zijn geheugen geprent.
Bovendien had hy nummer en serie van de
vy'f loten in zijn aanteekenboekje genoteerd. Hij
haalde het boekje uit zijn zak, bladerde, zocht....
en .... Ja, daar staat het, duidelijk en onloo
chenbaar : no. 77, serie 777.
Maar kalm toch, rustig.... misschien is
het een drukfout van de courant .... Met
bevende stem vraagt hij den kellner om de overige
avondbladen.... alle, alle. En alle, alle geven
dezelfde cijfers op, dezelfde vijf maal herhaalde
zeven.
Nu is hij overtuigd.... hij heeft den eersten
prijs gewonnen! Een vermogen, een
reuzenvermogen is hem in den schoot gevallen.
l'at denkbeeld snoert hem >!e keel dicht,
het koude zweet staat hem op het voorhoofd.
En intusschen doorstroomt hem een zalig gevoel
van geluk, van dankbaarheid jegens de fortuin
en jegens die verstandige vrouw, die in haar
armoede den grondslag heeft gelegd voor zy'n
rykdoin.
Langzamerhand wordt hij kalmer en rustiger.
Hoe meer hij zijn best doet, zijn positie nuchter
onder de oogen te zien, des te grooter schijnt
zijn geluk hem toe. Wat hij doen zal, ziet hij al
in groote trekken voor zich staan: Dadelijk zijn
betrekking opgeven, daarna een paar maanden op
reis gaan, zijn vermoeiden geest door nieuwe in
drukken verkwikken, dan naar huis terugkeeren,
om, gesterkt en gelouterd, geheel te leven voor
zijn idealen, voor zijn eerzucht als kunstenaar.
Een onbegrensde, nooit gekende lust tot leven,
tot blijven leven, komt over hem- Als een bliksem
straal schiet de gedachte door zijn hoofd: Nu
vooral gezond zijn, om alles te kunnen genieten !
liet is acht uur. George maakt zich gereed tot
vertrekken. Door het venster ziet hij, hoe de
sneeuwstorm nog altijd door de straten raast, en
de voetgangers tenauwernood de punt van hun
neus aan de aanvallen van den scherpen wind
durven blootstellen.
George lacht hen niet meer uit. Hij denkt:
Al krijg ik ook maar de allerkleinste verkoud
heid, dan zou dat van daag iets vreeselijks zijn
van daag meer dan ooit. Een ongeluk zit in een
klein hoekje " En de kellner, die volkomen
bekend is met de gewoonten der gasten, ziet
met verbazing, dat George bij het verlaten van
het caféeen foulard om zijn hals wikkelt en de
kraag van zijn jas opzet.
De gelukkige steekt de straat over en springt
in een rijtuig, dat hem naar het restaurant brengt.
waar hij gewoon is zijn avondeten te gebruiken.
Zijn vrienden zitten al om de tafel; George zegt
hen zóó opgeruimd goeden d;'g en op zijn gelaat
ligt zulk een weerspiegeling van zijn innerlijke
verrukking, dat het door geen zijner vrienden
onopgemerkt blijft.
Maar zijn geluk is dan ook ongehoord! Niet
alleen de hoogste prijs, maar vandaag is het ook
nog worstdag in het restaurant! Op de spijslijst
vindt George al de heerlijkheden, die den Don
derdag tot een culinairen feest iag maken: lever
worst met zuurkool, bloedworst met gebakken
aardappelen, al de verrukkelijkheden van een
versch geslacht varken ! Zijn vrienden zitten al
met dampende borden voor zich en tasten met
smaak toe.
George is op het punt de hem dierbaar ge
worden leverworst te bestellen, als zijn blik toe
vallig op het bord van zijn buurman valt. Hij
ziet dat de worst in een zee van geelachtig vet
zwemt.... Licht te verteren, deukt bij, is dat
kostje niet bepaald .... Weliswaar eet hij het
sedert jaren geregeld ns in du week, en heeft
het hem nog nooit berouwd, maar.... het is
toch niet onmogelijk, dat zijn maag langzamerhand
gevoeliger is geworden, en .... een maagkatarrh,
mi, juist nu de edelste en schoonste genoegens
hem toewenken ! Neen, liever verstandig zijn
en een smakelijk gerecht opgeven, dan zich een
maagüjigesteldheid op den hals ;u'.;n, die, zooals
algemeen, bekend is. altijd zulk een noodlottigen
invloed heeft op het gemoedsleven, psychische
depressies ten gevolge heeft, en (> -:orge's
voortbreugingstt'n.'iogeii zeer zon kunnen benadee.en. .. .
Hij bestelt een biet'stuk, haif Eiigulsch, met
appelmoes. Weliswaar heeft bij van dat verve
lende eten een ziekeiikostje noerat hij het
nooit gehouden, maar. ... een ongeluk zit in een
klein hoekje.... Wat komt dat spreekwoord
hem vtindiiiig dikwijls in den ziu ! . . . . eu daurom
slikt hij den biüfstuK, half Engels.:h, met
appelKrüpr en Leyfls.
f i kc ( '<(/><' I iitn'x.)
Hoe S/eiïgali-LeyJs Oom Trilby hypnotiseert,