Historisch Archief 1877-1940
No 1023
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Boek en TlscMfl.
Van Vrouwenleven, door HELENE
LAPIDOTHSWAKTH. (Amsterdam, P. N. van
Kampen & Zn).
Wie het wil beschouwen als een lief, zacht
aardig boekje, dat lichtvatbre, jonge maagden
weenen doet en van 't wreede leven, de liefde
en 't lijden droomen; als een boekje, dat voor
«en week en broos gemoed een zachte troost kan
zyn, wie het zóó alleen beschouwt, kan er zeker
?wel wat goeds en bekoorlyks in vinden.
Het is dan ook zeer geschikt voor die
gevoeligdankbre lezerenjes, weltevreden als zij merken,
dat de dichteres haar hart en leed zoo goed
begrepen heeft en zich met juist genoeg gevoel
heeft uitgedrukt om haar kleine fantazie in werking
te brengen en haar hartje zacht te treffen. Ze
zullen met 't droevig lot van de personen allén
reeds medelyden krijgen en niet zoo erg naar
de behandeling zien, het treurige feit alleen
brengt ze al in emotie.
En vooral de stille schuchtere zieltjes, die
zwak en zacht door 't voor hen zoo harde Leven
sluipen, die bang zyn voor den stryd en alles
-wat haar groote pyn zou doen, met zorg
ontwyken, vooral die droomerig-kleine zieltjes, zullen
«r veel in vinden wat haar bevredigen zal en
streelen. Ze voelen dat zy in den strijd te
pletter zouden slaan en moeten dus wel stilzijn
en berusten. Ze zyn een beetje ongelukkig in
haar hoop en liefde en leventje geweest en hebben
vooral bescherming en troost van noode. Dit
werk zal voor haar zoo zwak en zyig zieltje wel
vaak een balsem zyn; er staat zooveel te lezen
over onrechtvaardig lijden, over stille weemoed
«n berusting. Zij vinden er dus zooveel van haar
eigen doen en denken, haar eigen klein tragedietje
in terug. Dat is voor hen voldoende.
Maar nu genomen als ernstig proza van een
groote dichteres, als werk voor de zielen, die
harder en sterker zyn en wél tegen een stootje
bunnen; voor de zielen die zoeken naar een even
.groote aandoening als de dichteres haar in heur
verzen heeft gegeven. Een droevige teleurstelling
:zal voor haar de lezing van dit proza zijn. Het
moet haar wel zeer conventioneel, en te lief en
te banaal en boven alles zwak gevoeld schijnen,
vergeleken met de mooie, rype verzen.
De dichteres Helene Swarth kennen zij nu
eenmaal als een hooge, tragische figuur «zendend
over de wemelende hoofden hare stroomen van
?weeklacht, haar rythmen van gejuich'', (zooals
Hoos het heeft gezegd), met een man'lyk sterke
stem.
En uit dit boekje komt die dichteres te
voor«chy'n als een nogal bleek en weekzielig dametje,
die het groote en diepe van haar poëzie niet
meer bereiken kan en in wie de sterke smart en
passie niet meer schijnt te leven.
Inderdaad, zy blyft zeer diep beneden het peil
?van hare verzen. Is dat haar wil en bedoeling
geweest, of is 't onmacht of waan ?
Van dat alles waarschynlijk een beetje.
Men zou 't eerste aan onmacht denken, want
haar onderwerpen zijn zeer wel geschikt om een
doorvoelde uitwerking te geven.
De eerste schets b.v. is de bittre stemming van
een dichteres, die niet tot inspiratie kan komen om
van haar weemoedig gevoel verzen te maken en
dan uit spy't zich aan 't vertalen zet. Zij wil dan
7de Jaargang. 31 Januari 1897.
Redacteur: RÜD. J. LOMAN.
Adres: Stonehaven Streatham Londen S. W.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
"betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
CORRESPONDENTIE.
X te IJ. Wij wareu verplicht 't aantal gratis toe
zendingen te beperken en ons tot buitenlandsche re
dacteuren te bt-palen. Wij zullen uw verzoek echter
overbrengen en accepteeren gairne uw uitlegging
van uw lang stilzwijgen. Hartelijk gegroet.
Eva Jr. Wij konden een deel uwer opmerkingen
onmogelijk ontcijferen.
X. te A. Verzoeke beleefd Weekblad van a.s.
/ondag te zenden aan: E. B Schwann, Park House,
Wimbledon, London.
Van H. Mendes da Costa, te Amsterdam.
Vervaardigd voor den 5en Internationalen
probl.wedstryd in dit blad.
Ko. 367. Mat in vier (4) zetten.
graag haar tranen laten stroomen, maar houdt in,
zoolang tot zy haar lippen stuk heeft gebeten en
er een bloeddrop neervalt inplaats een traan.
In mooi, vloeiend lyrisch, innig proza zou
daar een belangrijk en fijn stuk zieleleven van
te maken zyn maar de schrijfster is veel te
hard en houterig en banaal geweest in haar
expressie:
«Nog altijd had zy verlichting en troost ge
vonden in het omzetten van haar leed in kunst".
»Ja, elke artist had wel eens zulke perioden
van onmacht te doorworstelen, maar dit duurde
al zoo lang, zoo ontzettend lang enz."
De tweede schets weergeeft het lijden van een
stil en schuchter meisje, dat zeer ziek in haar
bedje ligt te treuren en peinzen, verlangend naar
wat moederlijke hulp en troost. Tot haar groote
vreugde brengt men haar als makkertje een lief
poesje en 't zieke kind fleurt heelemaal weer
op. Maar een booze keukenmeid gooit 't diertje
dan uit nijdigheid in een moddersloot en 't
kindje is radeloos en wil bijna een moord doen.
Zy loopt zelf naar de sloot om haar lieveling
op te visschen en ze begraaft 't doode diertje dan
in haar tuin, aan den voet van een Meidoornstruik.
Ook om iets zeer gevoeligs van te maken. Maar
is er nu teere, kwijnende, schreiende stemming
in zinnen als deze:
«Tengevolge van den schrik en van de gevatte
kou, zei de dokter, die nog dien middag werd
ontboden, stortte Beppy gevaarlyk in".
Moest zooiets niet weggelaten of verbeterd
worden in een dergelijk zuiver Btemmingsstukje?
Zóó zyn ook de overige vier schetsjes hinderlijk
vol met leeg en kleurloos proza.
Ly'den en nog eens lijden, dulden en dulden
van fijne, verdrukte, weerlooze zielen, is anders
het thema van de voornaamsten.
En het proza zou als de verzen moeten
zingen en schreien om eenigen indruk te geven
en hooger te komen dan lieve dameslectuur. Nu
staat dat alles er hard en koud, bijna alleen als
feit, met veel te weinig lyriek en emotie. Er is
allén begrijpen, maar dat slecht uitgedrukt. Het
schijnt, dat de dichteres haar grootere gevoe
lens alleen uiten kan in haar verzen. Haar
proza wordt niet geboren uit een sterke overmaat
van onuitgesproken gewaarwordingen, zoodat het
uit de ziel komt stroomen, het wordt gemaakt
en bedacht, zonder dat er iets in leeft.
Het proza schijnt voor de dichteres te banaal
te zijn: zij kan er niet veel me.er dan haar
gedachten in geven.
In k Mercnre de France schrijft de heer E.
VirgiéLecocq een zeer licht, welsprekend, frisch
en gevoelig causerietje over »L'amour dans la
poésie contemporaine", met dit besluit:
»De liefde, goed of slecht begrepen, zal altijd
de vruchtbaarste stof voor de persoonlijke lyriek
blijven, want zij is de hartstocht, het meest af
wisselend van karakter en van intensiteit: de
tijd, de plaats, het ras veranderen er de ritus
van. Zij interesseert alle menschen ; haar pres
tige is dat van de jeugd. In de kindsheid
wordt men tot haar aangetrokken, in den ouder
dom gedenkt men haar met een weemoedige
zachtheid, en de zedelijkheid van een maatschap
pelijke groep zou kunnen worden bepaald door
het denkbeeld dat men zich daarin van de liefde
maakt."
Verderop een interessante »enquête sur les
académiciens." Een aantal jonge kunstenaars
hebben op de vraag: »Quels sont les dix acad
MUIIIIIIIIIilllllMlllllllllllllllllllllllllinillMIllllliilllllllllllllllllltlllllllllllHI*
Oplossing van No. 3<J5 (Schwann i l T g6 enz.
Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (3); C. P. de
Kort, Amsterdam; H. J. B te K. |3Ï; H. H. v. d.
Goot. Harich; P. B. Wijsman, Amsterdam (2); A.
Mendes da Cosla, Antwerpen (2); B. v. Krimpen,
Rotterdam (l'o); D. Keestra, Leeuwarden (3); W.
Albn~gts, Amsterdam (1); Eva Jr., Deventer t2); L.
Bruins, Ranquert (3); S. Schortinghuis, Finsterwold ;
H. Altmg Luens (1); L. Reuken, Groningen; P. D.
v. Zeeburgh, Groningen (2); H. Mendes da Costa,
Amsterdam (2); W. Beekhuis, Groningen (3); C. T.
v. Ham, Gorredijk (1); S. te Gorssel (2).
Beoordeehngen (No. 365).
Die Aufgabe ist interessant durch die Yurfïihrung,
die sie bietet und den gaten ersten Zug!
C. Kockelkorn.
Is No. 365 niet een weinig much ado about nothing" '!
Geen oeconomisch zuiver mat; zelfs niet na idee
varia t. Om goeden eersten zet en mat met H b8
toch 2. Eva Jr.
De sterke dreiging P föroet dubbel v, die slechts
door K d5 of K fj kan voorkomen worden, bevalt
mij niet Het P dg4 is het eenige stuk dat raat geoft,
terwijl de zwarte stukkeu bijna geene vrijheid van
beweging hebben. C. T. van Ham.
Heeren oplossers worden beleefd uitgenoodigd steeds
aan hun opl. een be vordoelitigseijftT toe to voegen.
4 r.-: ui'nmntend, 3 " zeer goed, '2 goed, l
middelmatig, O = slt cht.
Aan de oplossers zullen wij in 't vervolg eveneens
punten toekennen, on we! aldus: Goede op!, van eun
4 zet ;-: 4, van 3 y.et = 3, van 2 zet 2.
TWËKDE NAT. CO IUIESP. WEDSTRIJD.
Een-en-Vijftigste zet van Zwart.
A B l F
b c 1 e t' a r,
Wit: K a2, D d3, T c4 en e4, P d7 en h7; au
d4, f6 en g2 = 10.
Zwart; K d5, R e3; a6, a7, c5, dG en ea 7.
i p f6
7 P d4: 6 K d7:
9 14
i 3
i ?") liga:
i 8 K ga
In partij F 3 gf-en opgave ontvangen.
C. T v. H. te G. Naar ik meende was reeds ver
meld dat partij A 3 door /wart is opgegeven.
J. J. S.
UIT DE SCHAAKWERELD.
De match om 't kampioenschap vau Amerika, nam
Maandag jl. tu Brooklyn een aanvang. \Vij hopen in
miciens a liminer ?" een beminnelijk, nijdig of
onverschillig antwoord gegeven. Aardig en kort
zyn Edouard Dujardin:
«Les dix académiciens a liminer ? Zeker, de
tien «Goncourt's" als de academie tenminste de
academie is.
M. Paul Fort: «Maar voor alles, wie zyn de
tien medewerkers die uit de Mercure gegooid
moeten worden?
Men moet er aan denken eerst in eigen kring
schoonmaak te houden, voordat men er by
anderen mee begint."
Mme Rachilde (mevrouw Alfred Valette):
«Omdat ik niet mag binnentreden in den kring
der Onsterfelijkheid, lijkt 't mij kinderachtig
eenige oude heeren, op wier gezelschap ik niet
gesteld ben, er uit te verwyderen."
Jean Rameau: »Zij die 't meeste talent hebben
natuurlijk, de anderen hinderen niemand.''
Jules Renard : »Waarom onze meesters in een
booze bui te brengen? Een beetje geduld. Als
er te veel académiciens zijn, laat de Dood er
dan maar voor zorgen. Hij zal niet veel ty'd
noodig hebben, om de Onsterfelyken tot het
behoorlijke aantal te verminderen en hij zal beter
dan wij een keus weten te doen, zóó dat niemand
er iets op te zeggen heeft." F. R.
Censuur.
In John Gabriel Borkman, het nieuwe stuk
van Ibsen, komt eene passage voor, het hoogte
punt van het drama en misschien de teerste en
diepste gedachte die er in voorkomt. Het is in
het gesprek tusschen Borkman en Ella, de vrouw
die hij heeft liefgehad, maar van wier liefde hy
terwille van het geld, heeft afstand gedaan.
«Misdadiger !" roept Ella in heftige smart, als
zy het hem verwy't. »Een moordenaar zy't ge; de
groote doodzonde hebt ge begaan." En na nog
een paar woorden vervolgt zy: «Je hebt het
liefdeleven in mij gedood. Begrijp je wat dat
beteekent ? De bijbel spreekt van een geheim
zinnige zonde, waarvoor geen vergeving bestaat.
Ik heb vroeger nooit begrepen wat daarmee be
doeld werd. Nu begrijp ik het. Die groote onver
gefelijke zonde, dat is de zonde die men begaat
als men het liefdeleven doodt in een mensch."
Borkman : »En dat zou ik gedaan hebben ? Ella:
»Dat heb je gedaan."
De Frankforter theatercensuur heeft goedge
vonden deze passage, de belangrijkste eigenlijk
voor de geheele verhouding tusschen de twee
hoofdpersonen, te schrappen. Wat zij er
aanstootelijks in gevonden heeft, is niet na te gaan.
Een paar woorden in het vierde bedrijf zijn ook
geschrapt, waarvoor des noods eenige reden kan
bedacht worden, maar het zou werkelijk de moeite
waard zijn, van de Frankforter censoren eens te
vernemen, wat zy eigenlijk wel achter deze mooie
en zeer belangrijke passage hebben meenen te
vinden.
De Keizerin van den Balkan.
Onder den titel llalkanka Zariza heeft vorst
Tvikita van Montenegro een drama geschreven en
gepubliceerd, waarvan de opvoering in Oostenrijk,
met name in Cattaro en Ragusa, verboden is. Dit
drama, waarvan Dr. Heinrich Stümcke eene
Duitsche vertaling heeft bezorgd, die bij Ebering
te Berlijn het licht zag, behandelt het verraad
van Stanko, den jongsten zoon van den Hospodar
van Zeta, Ivan Beg Tschernojevitch. Deze Hos
podar speelt in de literatuur van Montenegro
eene groote rol en is het middelpunt van een
kring van sagen en legenden.
Een der door de censuur geïncrimineerde pas
sages luidt in de Duitsche vertaling als volgt:
lm Gegentheil! Ihr solt aus diesen Bergen
Ein neues stolzes Serbenreich errichten.
Doch wird 's nicht eher Euch gelingen, bis
lm borden Ihr den grossen Srtider findet.
ons volgend nummer onzen lezers een der partijen
te kunnen voorleggen. De match zal in niet minder
dan verschillende cluba gespeeld worden en wel
achtereenvolgens in de Hamilton", de Crescent"
en de Brooklyn Club" (allen te Brooklyn), daarna
in de club ie Boston, de Franklin Club" te
Philadelphia en de Metropolitan" te New-York. Pillsbury
schijnt zich vrij zeker van zijn zaak te voelen, het
bericht gaat althans dat hij zijn inleg v<>or't grootste
gedeelte uit eigen middelen heeft bijgedragen, nat
de uitslag met groote spanning wordt tegemoet ge
zien behoeft wel niet gezegd.
Whowalter heelt zich in de laatste jaren als een
voortreffelijk match-speler doen kennen. Hij versloeg
achtereen voUens : Judd, Kemeny, Barry en Lipschiitz.
Wil Pillsbnry winnen, wat algemeen verwacht wordt,
dan zal hij zijn beste beentje moeten voorzetten.
Lasker speelt op 't oogenbllk een match met paard
voorgift tegen zekeren Bajorkoll' te Moskou. Voor
zijn terugkeer naar Londen is hij voornemens Pe
tersburg te bezoeken.
In de schaakclub Zentrum" te Berlijn werd de
vorige \veok een zeer bt-langrijke wedstrijd geopend,
w^ar o. a de volgende beroemdheden aan deelnemen:
Charousek uit Boedapest, v. Hardeleben en Walbrodt
uit Berlijn, Mieses van Leipzig en verder nog drie
sierke Bcrhjnsche amateurs.
SPAANSCHK PARTIJ,
Kun v.'m vier oo;isrJt;tn^p,irti]eri, onlangs gespeeld
in de Metropolit,.ii Club" te New-York. Aau
elk bord bad Piilsbury drio amateurs in
consultatie te bestrijden.
Wit. Zwart.
Amateurs. H N. P-llsbury.
l e4 fft de">:, P b5: 7 a4, d(i! 8
'* I» *"?* l» t-ti a''5:' l' e5: 9 T el,lle7
~1- I.Ïl 11* lui'eS:, d,-5: U D dB: f,
S K 1>5 P 1'6 K d«: 12 T e5: enz.
4 0-0 P e4: 6 do6:
5 dl P de 7 deö: P C,
C, R cfi: * D d8: ?»?
In de partij te lioeda- s D 2 lla" p d4 9
pest tusschen dr. farra^ch r d4:. D d*: enz.
en Pillsbuiy deed zich de 8 K d8;
volgende variant vo.tr G 9 P c3 h6!
Das heil'ge Ruszland wird wie eine Muttes
Für euch den Bruder liebend auferziehn;
Die welt wird staunen ber seiner Thaten,
Und Niemand wird aus Furcht vor seiner Starke
Eueh künftig zu beleid'gen wagen...
Het stuk speelt omstreeks het midden van de
15de eeuw. De hier aangehaalde woorden maken
deel uit van eene voorspelling, welke betrekking
heeft op het verbond, op 3 Maart 1711 door Peter
I van Rusland met Montenegro tegen Turkije
gesloten. Het drama dagteekent reeds van 1878;
dus werd het geschreven lang voor dat de vorst
van Montenegro tot »eenigen vriend van Rusland"
werd gepromoveerd. Het is opgedragen aan de
vrouwen van Montenegro, omdat het eene
verheerlyking is van Montenegrynsche vrouwentrouw.
Verkooping H. Valkenburg.
De heeren H. G. Tersteeg en Frederik
Muller & Co., zullen op 2 Februari a.s. een
aantal schilderyen, aquarellen en schetsen
verkoopen, nagelaten door den onlangs overleden
schilder H. Valkenburg. Ook de in het atelier
van den kunstenaar aanwezige voorwerpen zullen
dan onder den hamer komen. Wij deelen den
wensch, door de leiders der verkooping uitge
sproken, dat menig paneeltje van de hand van
dezen, ook in het buitenland zoo gewaardeerden
artiest, voor Nederland moge behouden blyven.
De schilder der Twentsche en Gooische binnen
huisjes heeft daarop, door het echt en intiem
nationale zy'ner kunst, dubbele aanspraak.
BOEKBEOORDEELING.
Kinderen der zon, door W. MEISCHKE-SMITH,
Magister Scientiarum (Victoria University)
schrijver van «Chineesche Karaktertrekken".
Geïllustreerd door H. J. VAN OOYEN.
Haarlem, de erven F. Bohn. 1896.
Een prettig boek, aardig geïllustreerd lectuur
voor oud en jong. De heer W. Meischke-Smith
schrijft ondanks zijn niet Hollandsch klinkenden
naam goed Nederlandsch?de «luxurieuse" wagens
op bl. 139 zullen wy maar naar het ly'stje der
drukfouten verwijzen en de heer Van Ooyen
schetst Achter-Indische, Chineesche en Japansche
tooneeltjes, alsof hij zelf gezien hadde.
Als het schrijven den heer Meischke evenveel
genoegen geeft als het lezen den lezers, zoo
zullen deze de hoop kunnen koesteren nog dik
wijls op aardige reisverhalen en ingenieurs
herinneringen te worden vergast.
F. A. B.
Almanach Hachette. Petite encyclopedie
populaire de la vie pratique.
Den geheelen titel zal ik niet overschrijven:
er zoude een halve kolom mede gemoeid zijn,
doch wel durf ik dezen almanak een ieder aan
te bevelen. Voor nauwelijks een gulden kry'gt
hier de kooper een schat van gegevens,
ongerekend nog de meer dan vijftig premiën, o. a. als
bons voor halve entreepryzen in de voornaamste
schouwburgen van Parijs, Lyon en Marseille, enz.
Doch wat het voornaamste is de inhoud van
dat boek, meer dan vijfhonderd bladzijden groot,
is degelijk en interessant; de figuren zijn dui
delijk en de gegevens betrouwbaar. Als agenda
is deze almanak met vrucht te gebruiken en zeer
practisch ingericht, bijv. tot het aanteekenen van
dagelijksche ontvangsten en uitgaven.
Waarlijk, men zegt niet te veel, als men beweert
iemand een dienst te bewijzen, door hem dezen
almanak aan te bevelen.
B.
10 P dl
Wit doet o. i. 't best
met T dl f den Koning
den toegang tut den
Dvleugel te versperren
en zoodoende tevens de
ontwikkeling van den
Ktoren tegen te houdin.
10 R e6
11 P e3 P e3:
12 R e3: c5
13 P d2 K d7
14 f4 R f5!
15 h3 K t-6
R c2: dan natuurlijk
T cl en R c5:
16 c4 T d8
17 T fdl R e7
18 P f3 R c2
19 T d2
T d8: ware beter ge
weest.
19 T «12:
20 R «12: T «18
21 R c3 R d3
22 b» R e4
23 K f2 ga!
't Spel wordt nu zeer
interessant, 23?R t'3:
24 gt'3 :, T d3 25 T cl
zou waarschijnlijk e^en'
eens tot winst hebben
geleid. De voortzetting
in d.-n tekst is echter
doeitr< 'ender.
24 T el R f3:
25 K f3: gl'4:
26 K e4
Noodig om T d8 te be
letten.
26 R ai
27 T e2 R go
28 T f2 T «17
29 R d2 R ht
Een nuttelooze zet.
30 T e2 R g5
31 T f2 T d4 f
32 K f5 K «17
33 R c3
R f4:V dan R f4: 34
T f4:, T d2 en wint. Wit
moetcoüte que coüte ver
hinderen dat Zwart de
2de lijn met zijn toren
bezet.
33 T d:?
34 R d2 f3!
35 R g5: fg2:!
36 T g2: hg5:
37 K g5: T h3:
38 T f2 K e7
39 K g4>
Hier was K f5 de zet.
39 T «13
40 K f5 :i5
41 T e2 a4
42 K e4 T cS
43 K do ab3:
44 ab3: T 1)3:
45 K c5: T c3
46 K d4 T a3
47 T b2 b6
48 K d5 T aa f
49 K d4 K e6
50 T c2 c5 f
De Witten geven op.
51 K e4 dan T a4 52
T c2, b5 enz.
Het llotterdamsch Schaakgenootschap houdt bij
eenkomst des Woensdags en /aterdagsavonds van
8-11 uur, in het Rutterdamsch Leescabinet. Daar
enboven dagelijks gelgenheid in de namiddaguren
in bovengenoemd locaal.
Do Nieuwe Rotterdamsche Schaakclub vergadert
Dinsdagavond en Zaterdagmiddag in CaféRondeel'',
Hoogstraat.