De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 14 februari pagina 7

14 februari 1897 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No 1025 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. dat ze later den steun der broeders niet meer behoeven. Er is, er wordt reeds veel gedaan in die rich ting en toch lang niet genoeg. De eischen van den tijd zijn zoodanig, dat. de opvoeding van het meisje gelijk moest staan met die van den jongen en dat ouders hun dochters even goed voor iets moesten opbrengen als hun zoons. Elk meisje moest een vak leeren, onverschillig wat, waarmee zij zich later onafhankelijk zou kun nen maken. Eensdeels om niet tot last te zijn harer broe ders, en ook omdat geen leven gelukkiger is dan «en werkzaam rustig leven. En als ze trouwt, want dat is en blijft de be stemming der vrouw en ik zou onze meisjes geenszins in anti-huwelijksplannen willen opvoe den als ze trouwt, welnu ook dan zal haar die verworven kennis weder te stade komen. 't Zij om haar man te helpen om niet hem den mast van 't huwelijksbootje omhoog te krij gen en omhoog te houden, 't zij om haar kundig heden ten goede harer kinderen te laten komen. Niemand zal betwisten, dat een ontwikkelde Trouw een betere opvoedster zal zijn dan een on ontwikkelde en het is overbekend, dat de meeste knappe mannen knappe moeders hadden. Wat ik dus hoop en verwacht van «Tle eeuw r dochters" is dat elke dochter er zich pp toe zal leggen zich een werkkring, een carrière te kiezen. Ik geloof niet, dat de maatschappij er minder om zou zijn, integendeel ze zou flinke werk sters rijker worden en ze zou de nuttelooze, over dreven, zenuwzieke luxe-poppetjes langzamerhand zien Terdwijnen. Eén groot bezwaar zou zijn of zooveel werk krachten de markt niet zouden overstelpen en de salarissen niet zouden verminderen, doch daar staat tegenover, dat energieke, bekwame arbeidsters zóó reei kunnen verdienen, dat zij op haar beurt an deren weer werk kunnen verschaffen. Een leerares bij 't Middelbaar Onderwijs b. v. zal haar japonnen niet zelve maken, noch haar eten zelve koken, ze heeft dus menschen noodig om 't voor haar te doen en hoe grooter de kring van werkende vrou wen wordt, des te meer ondergeschikten zij zullen behoeven. Bovendien, wie werkelijk iets goeds kan presteeren en praktisch is, kan altijd iets te doen Tinden. De zaak is dus om keunis te verwerven en.... kennis is macht! Den Haat/, Qctober '96. TUÉRËSE HOVES. imiluiifiiiiiiiiiiiiMiUHMiiMiiiHimiHiiiiiiiiitiiiiiiiMMiiiHiiiutmimiiiiiiiil Sowf. Balcostuum, décolleté, kapsel. De prinses de Chimay. Wielrijdsters. Ook een hooyescliool. Recepten. Opmerkelijk is het, dat in families, waar een tiental of twintigtal jaren geleden het dragen van rouwkleeren was afgeschaft, thans deze ge woonte weer wordt opgenomen. Misschien is het «en reactionnaire geest die zich doet gelden, misschien ook berust onze impressie alleen op bijzondere gevallen uit onze omgeving, en staan «r andere families tegenover, die vroeger wel roawden en nu weer niet. Toch zijn er eenige algemeene verzachtingen gekomen. Vroeger droeg men de rouwshawl, lang of vierkant; de weduwe in elk geval kon daar niet buiten. Nu heeft men aangenomen dat hy nog noodzakelijk is, maar alleen de drie of vier eerste dagen na de begrafenis; en het is zoo gemakkelijk die drie of vier eerste dagen thuis te blyven. Wat japonnen betreft, draagt men het eerst enkel HtHtllllllHMIIIIIIIII III IIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIII 7de Jaarga»g. 14 Februari 1897. Redacteur: Run. J. LOMAH. Adrea: Stonehaven Streatham Londen S. W. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. llllllltMMIIIIIItltlllllllMllllllllHIIIIIIIIIIIIIII E r r » t a. In de vorige rubriek zijn enkele druk fouten geslopen. Probleem N». 368 (Jespersenj is een tweezet, niet vierzet. Ie regel 3de kolom leea: tijd genooten, niet «trijdgenooten. 3e kolom 15de rtgel lees: met name onder de aanbidders enz. De ver betering der overige drukfouten ligt voor de hand. CORBE8PONDENTIE. TL. te T. Hartelijk bedankt voor uw brief. De zaak, ws*rT*n gij melding maakt, berust, zooals gij terecht vermoedde, op misverstand. Yan P. G. L. Fothergill, te Lymington. Vervaardigd voor den 5en Internationalen probl. wedstrijd in dit blad. No. 369. Mat in drie (3) zetten. abcde f g h AVit: K a8, D b4, T c3 en g3, P <15 en 1'8; c6 en M = ; 8. Zwart: K f5, P a3, R dl; d4, e5, h5 en h6 7. Oplossing van No. 367 (Mendes). l P hf8, R d4 : 2 P e5 :. d e5 : 3 D h:-! enz. K cG 2 d5 f. K e7 3 D b3 R gl 2 D b3, K c6 !! d5 t R d4 : 3 D b7 f ed4: 2 P b8, HhG 3 P e6 cd4 2 3 P a6 : dofzwart vigogne of cachemire d'Ecosse, en ver mijdt daarbij alle by'zonder modieuze dingen, al wat op in 't oogvallende nouveautéof overdreven sierlijkheid gelijkt, hooge kragen, bolero's, nieuwe mouwen, geestige ceintuurvorm; de eenige ver siering is hetzelfde erêpe-chiffon dat men voor den hoed en de voile gebruikt; hiervan legt men op den rok een breeden biais; de weduwe neemt zulk een biais tot boven de knie. Dan volgen de eenigzins wereldscher weefsels, crèpe de laine, popeline, toile de laine, crépon, en in den zomer batist, voile, dof satinet. B\j den zeer zwaren rouw zoowel als by dezen lichteren draagt men nog denzelfden hoed, en hierin zijn twee stroomingen. Eenigen nemen den hoed van krip maar in modevorm; anderen dragen uitslui tend den Amerikaanschen rouwhoed, een capote Marie-Stuart, op het hoofd geheel plat, eigenlijk een muts van drie stukken met strakgetrokken strik en een sluier erover heen die den heelen hoed bedekt. Hierbij behoort een rouleau van wit krip op het haar en kraag en manchetten van dun wit batist, zoo dun dat men er zwart doorheen ziet. Bont draagt men eigenlijk niet in den rouw; maar in koude winters zijn eenige soorten, astrakan, zwart vossevel, zwart chèvre de Mongolië, donker loutre, toegelaten. Gedurende den zwaren rouw woont men geen diners of soirees by ; vroeger ook niet gedurende den halven of lichten rouw, nu wel. Ook huwelyksplechtigheden in de familie woont men thans by, men draagt dan voor dien enkelen dag mauve, grisperle of wit en zwart; den volgenden dag neemt men den gewonen rouw weer op. Wat sieraden betreft, men begint met alles van mat git of bois durci te hebben, ook portemonnaie, visiteboekje, zakboekje, hoedepen, moeten bijpassend wezen, dan komt blinkend git, dan zilver, dan mat goud met amethysten. Jonge kinderen kleedt men niet meer in 't zwart; tot hun vy'fde jaar dragen zy witte wollen stoffen, dun of dik naar het saizoen, met neteldoeksche kragen, zonder eenige versiering dan gestikte randen; op de hoeden enkel strikken van surah of bengaline, geen blinkende zijde. Kinderen boven de vyf jaar kry'gen, als men wil, zwarte jurken, met doffe zijde of zy'den mousseline, men laat hen geen krip dragen, en al na drie maanden zy°n witte matrozenkragen en manchetten toegelaten; ook laat men hen niet langer dan een half jaar rouwen. * * * Gelijk men weet, maakt men aan de meest ge decolleteerde balcostuums nu lange mouwen tot op de hand. Alleen liefst van doorzichtig gaas, dat maar een beetje ingerimpeld wordt, zoodat, gelyk de Franschen zeggen, Ie diablen'yperdrien. Het décolletéwordt van voren meest vierkant genomen en van achteren puntig (zooals ook Febea Strakosch het als »l)onna Anna" droeg), maar op de bals te Pary's en te Weenen zet men dit laatste, het puntige, letterlijk tot aan het ceintuur voort. Het ceintuur behoeft natuurlijk geen smal lintje te zyn; ook de puntkeursjes, de corsages demi-suissesse, de breede ceintures met baleinen of styf gaas erin zyn toegelaten, maar men wil dat het den rug raakt. Wanneer de cefiltunrs in keursvorm een punt naar boven vertoonen, moeten ze er ook een naar beneden hebben; om dan een fraaien vorm te kry'gen, dienen de twee of drie sleepplooien van den rok van boven een weinig te worden opgevuld. Hiertoe naait men eenige stukjes stevig koord onder elkaar in die plooien, van de taille naar beneden, zoodat de stiksteken te zien komen. Het is eigenlijk weer een neiging tot de tournure, maar alles is een IIIIIIIIIIHimMMMIIIIIIIIIIIIllllimitttlllHIHIIIIIIlllllllllllHHIIIIMIIIIIIIIIIlllH Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (2); W. Albregts, Amsterdam (l';<j); E. Wieling, Ur<mingen (4); G. Hovinga, Fmsterwold (3); H. H. v. d. Goot, Haricli (8); H. bmith, Beerta; H J. B. te Krewerd (4). Beoordeelingen No. 367. Von den vierzügigen Nebenspielen istnurl?Rh6! 2 de5: etc. vollkommen correct, die Aufgabe wird daher durch ihre Einleitung niehr erschwert als bereichert. 8ch»ierig ist die Lösung allerdings trotz des naheliegendeii ersten Zuges. C. Eockelkorn. TWEEDE NAT. COKKESP.WEDSTBIJD. Twee-en-Yjjftigate zet van Zwart. A l B j F l P g4 , 3 T hl 7 P b5 f j 6 P e3 5 K a5 9 h& j 8 f5 J. F. H. te S. v. G. De heer v. H. meent, dat met deze zet partij A 7 voor hem gewonnen is, op grond vau de volgende voortzetting , die hij u in overweging geeft. 52?P b5 f 53 K a'i (gedw.) a4 54 T g3 (gedw.) (anders volgt mat in 2 zetten) d4 55 ouversch. P c3 56 T c8: (gedw.) dc3: en Zwart wint. In de 54e zet kan Wit eenige malen schaak gevvn, doch dit veran dert niets aan de zaak. Speelt Wit bv. 55 P f5 dan kan volgen P c3 f 56 T c3; dc3: 57 h6 c2 58 h7 cl D 58 h8 D f T b8 en Wit kan dameverlies of mat iu 2 zetten niet voorkomen. 3. 3. S. 't Volgende overzicht veraanschouwelijkt 't verloop van den meesterwedstrijd te Berlijn. C. von Bardeleben, Berlijn Rud. Charousek; Boedapest Dr. Cohn, Berlijn J. Mieses, Leipzig C. A. Walbrodt, Berlijn Heinrichsen, Berlijn Gntmayer, Manchen O g l j 11 j l''o 1ste prijs l 4 2de p'ijs l U - > l U 31; 01 01 00001 l l O <i| o| (l 2V» cirkelgang, en het is de vraag of de tournure er niet eer weer zyn zal dan men verwacht, vooral nu ook de paniers in aantocht zyn. Nog een andere vorm van décolleté, een heel nieuwe, aan oude Italiaansche schilderyen ont leend, en dan ook vooral by Botticelli-haar ge dragen, is het ovaal-décolleté, van voren heel laag, zonder berthe of omlysting, en van achteren vry hoog. Men moet om het te dragen of een heel bijzonderen hals hebben of zich niet erg genee ren, want het een der brutaalste vormen van décolletédie nog vertoond zijn. Eene verzach ting is, het te vullen met gebouilloneerd wit krip; in dat geval omgeeft men men het ook wel met plooisels, ruches, volants en randen van allerlei aard ; de stijl is dan toch gebroken. Voor het balkapsel gaat men den knoop naar boven brengen en begint hem, tot groot genoegen der kappers, weer te vervangen door een aantal gegolfde lokken, krullen, frisons en rollen; het kapsel boven op de kruin is altoos in het voor deel der kappers geweest, omdat het tot het ver toon van veel haar, en dus tot het gebruik van veel postiches leidt. o-i Wij geven het portret van de prinses de Chimay, de Amerikaansche millionnaire, die na een ongelukkig huwelijk met een prins, nu de vrouw wordt van een zigeuner-virtuoos, en aan leiding heeft gegeven tot al het geschrijf over Amerikaansche geld- en titelhuwelijken, waarvan wij de vorige week het een en ander overnamen. * # * Te Berlyn is een speciaal blad voor wielrijdende dames opgericht, die Sadlerin, onder redactie van Mevr. Josa Matzner von Heilwerth. Het verschynt tweemaal 's maands en bevat aardige( lectuur, studies, novellen, brieven uit de versctrlllende 'hoofdsteden en andere plaatsen in Europa, die voor de wielrijderssport van belang zijn. In elke aflevering komen ook platen voor; in de laatste aüevering een bijzonder mooi en smaakvol gearrangeerd tafereel uit Pary s: Pariser Hennf'ahrerinnen. Bijzondere aandacht wydt het blad vooral aan de mode voor wielrijdsters, waaromtrent toch eigenlijk het definitieve zelfs in hoofdzaken nog niet is vastgesteld, en b.v. De uitslag van den Schaakwedstrijd te Delft op Zondag 7 Februari was als volgt: Ie klas. Brit"' } B Leiden. Rotterdam. Leiden. Delft. 1. Prijs v. d. Heulen, j-imuuu. i T>.. , .. *. Speet, Hr«,l» f mJ 10Hng3. H. Gouwentak, 4. Malta, 5. Esser, 6. Süsholz, He klas. 1. Prijs Strick van Linschoten, Delft. 2. De Koning, 3. ,, Splinter, Leiden. 4. Le Comte, Delft. 5. Ridderhof Jr., Leiden. 6. .. Riederhof Sr., 7. Leussen 8. v. Dam, Ille klas. 1. Prijs Kramer, Rotterdam. 2. Dijkman, 3. Aalhuizeu, 4. ,. Oskam, den Haag. 5. .. Gupperta, Rotterdam. C. Bauer, Delft. 7. Verbeek, B. Boomima, Rotterdam. Jn 't geheel namen aan dezen wedstrijd 42 l leden deel. Voorwaar, een vooruitgang! ) bondsDe onderlinge wedstrijd is den 3den 'ebrnari in liet Rotterdamsch Sehaakgenootsehap aangevangen. De deelnemers zijn verdeeld als volgt. 1ste klasse. De heeron : Synions, v. Woelderen, v. Roosendaal, Malta, Hartong, Ilartnng. 2de klasse, afdeehng A De hoeren: IVancois, Wulfraat, Güppertz, v. d. Voo, Hoes, Aalnuizen, Bauer. Afdeeling li. De heeren : Elzas, Cohen, Geverding, Huinck, Dijkman, Lutterbach, Scnipper. C.W. No. 8 DEENSCHEWit. C. T. v. Ham, Gorredijk. l e4 e5 2 P f S f5 ? 3 P eö: P c6 4 P c6: dc6: 5 e5 P h6 Op ef5: v-olgt R f 5: en Wit blijft in ontwikkeling Ter achter. Door den tekst zet verkrijgt Wit een ster ken vrijen pion en wordt /wart's ontwikkeling te gengehouden. groep A. GAMBIET. Zwart. E. H. E. van Woolderen, Rotterdam. 6 (U 7 R c4 8 0-0 9 R e3 P f7 R e7 0-0 K hS Gespeeld omdat Wit c5 vreesde. 10 c3 a5 11 at D e8 12 P a3 P d8 13 f4 P e( 14 P c'2 ba? Hiermede gaat opnieuw de Engelsche school lijnrecht tegenover de Fransche staat. Op het landgoed Nieder-Ofleiden by Homburg in Oberhessen, zal door de Vereeniging tot het oprichten van «Wirtschaftliche Frauen-Hochschulen" de eerste dezer scholen geopend worden, met Paschen van dit jaar. Aan het hoofd dezer Vereeniging staat Fraulein Ida von Kortzfleisch te Hanover; de cursus omvat keuken, wasch, tuin bouw, kippenteelt, hygiëne en andere dingen, waarbij eigenlyk het woord »Hochschule" voor onze ooren want vreemd klinkt. Directrice is ook eene Freifrau. Panding dijilomate uu kirsch. Men maakt eerst een »gele crème", met vanille geparfumeerd, en laat die koud worden. Voor gele crème laat men twee liter melk koken, met vanille en suiker, klopt dan vijftien eierdooiers met een paar lepels koude melk, voegt er langzaam vyf of zes lepels warme melk bij, neemt de warme melk van het vuur en voegt er de eierdooiers by, op den kant van het fornuis, steeds van denzelfden kant roerend, tot de crème dik wordt. Dan neemt men ze van het fornuis, giet ze door een zeef in een terrine, en roert steeds tot ze lauw is ; dan zet men ze te bekoelen. Voor zoo veel room, is het goed de crème in tweeën te maken, om gevaar van schiften te voorkomen. Nu neemt men een gladden vorm, desnoods een porseleinen kom. In het midden zet men een omgekeerden tumbler en schikt daaromheen oud bakken biscuits, des noods gebogen en gebroken; men stopt alle hoekjes vol met stukjes biscuits. Op de eerste laag legt men een laag abrikozenmarmelade, daarop een laag biscuits, dan een laag bessengel ei, weer biscuits, weer abrikozen, en zoo verder tot den bovenrand van den tum bler. Dan prikt men wat in de biscuits en giet langzaam de lauwe gele crème er op, zooveel als de biscuits maar willen opnemen, men laat den vorm in een hoekje staan en giet ieder uur zoo veel crème als er bij kan; van ty'd tot tyd sprenkelt men een paar druppels kirsch er over. De pouding diplomate moet 's morgens al heel vroeg gemaakt worden, want eigenlijk kunnen de biscuits wel 10 a 12 uur lang steeds room op nemen. By frisch weer moet hy' liefst den vorigen dag gemaakt. Bij het opdisschen keert men hem om, en giet de overgebleven crème er om heen. Veilig is het, in plaats van n grooteren pudding, twee kleinere te maken, om hem niet te breken. Men maakt eerst met een mes de zykanten wat los, neemt dan den tumbler weg en plaatst een plat bord op den vorm; dan keert men vlug den vorm om, haalt het bord er onder uit en laat hem op den compotler glijden. Mocht er een stukje biscuit in den vorm blijven haken, men zet het er netjes in, er gaan een paar lepels kirsch overheen, en dan de overgebleven crème. Als deze pudding mislukt, is hij tocb lekker. Frittole (Venetiaansch gebak). Men kookt 200 gram ry'st in vijf glazen melk goed gaar, neemt ze van het vuur en voegt er 200 gram tarwemeel bij; vervolgens 12 gram gist, in lauw water aan gemaakt, 300 gram krenten, 100 gram sukade, een glaasje rum en wat zout. Dit alles wordt met een houten lepel een half uur lang beslagen, dan twee uren op een lauwe plaats te rijzen gezet, dan schept men het met een lepel in kokende friture, als oliebollen, en dient ze warm op, met suiker bestrooid. E?a. IMItllllMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII een pion verloren. De bedoeling van dit offer is niet recht duidelijk 15 aha: cbö: 16 D f3! T b8 Op T a7 zou volgen 17 l! e6:, B e6 : 18 d5 wint; op T a6, 17 R e6:, R e6: 18 D b7! en mins ten» een pion gaat zeker verloren. 17 R e(i: R e6: 18 T a5! c6 19 b4! R d5 Hiermede worden alle eventueele pogingen om het centrum van Wit te verbreken, voor goed ver ijdeld. Inleiding tot een kans rijken aanval op den wit ten koningsvleugel. 20 D h3 R d8! 2t T a3 T b7! 22 T fal T e7 Wit is thans meester van de a-lijn, doch moet een vrij hevigcn aanval op den koningsfleugel doorstaan. Na nauwkeurig onderzoek bleek echter, dat Wit ten slotte door zijne numerieke meerder heid winnen moet. Dreigend T e(i, en c.q. T g6 of T hG. 23 R f2 T e6 Noodzakelijk om de D in veiligheid te kunnen brengen. 24 D d3 R e4 Om het veld e3 voor P of It open te houden en later na D e2, g2 te dekken en D h5 van Zwart te beletten. 25 D e2 2(5 P el Beter dan veld e3 moei 11 ter verdediging vau f4 openblijven. 27 R e3 g5! 28 fg5: R go: Gedwongen , op D d2 volgt g4 en Zwart's aan val wordt te sterk. D g6 D IK'. P f3, het voor den 29 R g5: D g5: 30 T a8 T ee8 Om zoo spoedig mo gelijk tot afruil te ge raken. 31 T e8: T e8: 32 P f3 D b.5! Dreigend 33?T g8, 34 K f2, R f3: en D b.2 : 33 h3! T g8 34 K h2 I) g6 Dreigend 35?, D g3 f, 36 K hl, R t3:, 37Df3: D f3 38 gf3:, T g3 of T g6 met remisekansen. 35 D f2 D h(J Dreigend D f4 f, Kh, gedw., T g3 en wint. 38 R hl! T g4 37 T el K gl Nu de zwarte T van plaats is veranderd, kan ue witte T veilig vau de a-lijn weggaan. Op g8 dreigde de zwarte T steed s met T a8 en zoo in het witte spel te dringen. 38 » e3 D h& Dreigend T g3, K h2, D g6 en minstens remise. 39 T e2! T g3 40 T f2 K f8 Gedwongen. De eenige zet, maar ook afdoende, voor winst van Wit. Er dreigde li f3 en wint. Niet goed , doch wat zal Zwart anders spelen. Zijn aanval is nu geheel gebroken, Wit kan thans tot den beslissenden aan val overgaan. 41 K h2 T g« 42 P d2 R d5 43 P e4! R e6 De pion i'5 gaat toch verloren. Tevens dwingt Wit thans tot afruil deiDames , waarmede thans het pleit feitelijk beslist is. 44 P g3 D g5 45 P fa: D e3: Op R f6: volgt D g5 : T go: g4! en wint. 46 P e3: t Zwart g'eeft op.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl