De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 28 februari pagina 9

28 februari 1897 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 1027 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Rhodes voor den rechtbank der openbare meening in Engeland. Rhodes: Daar zijn er twee, edele rechters, die ik gelijkelijk veracht, Krüger en de ultan, de Boeren en de Turken... ze van mekaar maar 'k had zelf 'n bloednens en 'n zware verrekking in m'n polsgewrioht zoo gaat het hem ook ! Was die koning, of liever waren z'n troepen t'huis gebleven, dan hadden ze verstandig gedaan. Eerat had ie die eilanders onder mekaar moeten laten bakkeleien, totdat ze lam en beroerd voor den grond leien en dan had ie immers nog altijd kunnen komen met 'n propositie om te helpen, dau was is toch au de eer gebleven. Afijn! ik zou een heel mooie oplossing weten van de Creta-kwestie als ze 't mijn maar vroegen maar Isaük is nog niet familiaar genoeg met de Mogendheden, ze bennen nog niet an hem voor gesteld, daarom kan ie nog niks zeggen. Maar aan n, mijnheer de Redacteur! wil ik wel vertellen wat ik voor een plan heb maar 't blijft voorloopig onder ons, hoorjc ! Nou, dan! ze kunnen die heele Creta-kwestie in ns finaal oplossen. De Turk zal Creta niet hebben de Griek, zal 't niet hebtien, de Enge'.sehmau niet, de Mof niet, de Italiaander niet, maar wij de Hollanders, wij .zullen 't hebbeu. Wij hebben jaren lang 't bewijs geleverd, dat wij onze eilandjes netjes kunnen besturen. Kijk maar naar Java, naar ons brokkie van Bornéo, naar Célébes, naar Lombok. De Hollander is van nature een koloniaal meiisch, hij heeft er slag van om z'n eentjes binnen te halen en toch rust en vredigheid te bewaren, waar 't mogelijk is. En waar 't niet kan, nou! daar timmert hij d'r op dat's klaar als 'n klontje. Daarom zeg ik: Maak Creta tot een Hollandsche kolonie de minister van koloniën krijgt dan als wel 'n beetje meer te doen, maar zoo'n man hoeft niet op een handreiking, die betaalt moet worden, te kijken. Aan koloniën kunneu ze best nog een baantje maken voor den een of ander en liefhebbers daar voor bennen d'r genoeg met verstand of geen ver stand. Voor een baantje is zelfs de grootste ezel te vinden. Mooier oplossing dan: ^Neiledund pakt Creta in," bestaat er niet. Nederland heit van z'n leven zooveel uitgestaan door de Turken, vraag 't maai' aan de Beurs, dat de Cretensers zeker kunnen wezen, dat ze an de Hollanders goeie maatjes hebben en dan waar vindt je verder in Europa iemand zoo geschikt dis onze Dr. II. C. Muller om Gouverneur te worden van Creta Hij is bij de hand voor drie eu door eu door bekend met Griekscli, oud en nieuw; 'n man zoo geleerd als heel Griekenland samen. Ik heb jaren lang bij 'm gepoetst, God laat hem me nog jaren lang als klant houwen. Alles is ge leerd in zijn huis. Z'n bottines zelfs spreken Grieksch. Als ze nat bennen,, en je drukt op de zool, zeggen ze »psi!" (40 Och, och.! wat 'n praclitmooie oplossing zou dat wezen, dan kan de Vredeboud meteen met vacantie naar huis gaan. Alles loopt zonder bloedvergieten af en ieder een is tevreden want 't eigenaardige van 't geval is, versta je? dat al de Mogendheden zeggen: ieder op z'n separaat: ik wil Creta niet hebben, maar 'k gun het een ander ook niet ! Weet u wat, meneer de Redacteur? schrijft u Z. M. Wilhelm II d'ris over. De Duitsche keizer is anders wel met me bekend, want toen ie hier is geweest, heb ik an hem gesalueerd en toen heit ie nog anme terug gewonken, zóó met z'n hand maar ik ben de Duitsche taal niet schrijvenderwijs machtig. Vertelt u hem 'ris wat Isaiik zeit, de keizer houdt nog al van zoo'n beetje redderen eu schipperen, maar de man zal nog niet op 't idee van Holland gekomen wezen. En schrijft u d'r dan bij dat ik, als Z. M. me d'r nog over wil spreken, met plezier naar Berlijn wil komen, maar dau 'n retourtje tweede klas, hoorje? Je begrijpt 'k ga toch derde zitten?en 'u rijksdaalder per dag met volle kost. Als ik m'n vrouw mag meebrengen dan doe ik 't voor vier gulden met z'n beien ? afijn, dat hoor ik dan wel! Hoogachtend, Edele Heer Uw Dienaar en Vriend LSAÜK. iiHtifiimimiiiitiiMMiiiiiiiiiMMiiimim SNUIFJES. Het maakt een weldadigen indruk, dat de Christelijke mogendheden tegenover Turkije en Griekenland het volkenrecht zoo streng handhaven. Waarvan ook iets moge afgaan, aan de wet en de profeten van het ro/L-enrecht zal niet worden geraakt, dat waarborgen ons de Christelijke gezindheid der mogend heden en een millioen vier vijf soldaten, de oorlogsschepen nog niet eens meegeteld. Een groote mogendheid is wel datgene op de wereld, waarvoor men het meeste respect moet hebben. Niet omdat zij mogendheid of omdat zij groot is, rnaar van wege de beginselen, waardoor zij wordt geleid. Zij dulden dood eenvoudig geen onrecht. Zij hebben boven dien dit gemeen met d'e heel groote menschen het zijn in den regel zulke lobbessen. Zooals men dan ook te recht zegt, dat de natuur in de goedaardig heid van een reus een breidel van zijn kracht heeft gegeven. Waren die abnor. male sterke menschen er ook kwaad bij, ' ze zouden weldra het rijk alleen hebben, want er was voor mij en een ander niet met hen te huizen. Maar zooals ik zeg, wat het vroeger ook moge geweest zijn, toen zij DOT in haar jeugdige jaren waren, tegenwoordig onderschei den de groote Mogendheden zich behalve door een aangeboren goedhartigheid ook nog door haar liefde voor het recht, dat, waar dit de inter nationale verhoudingen regelt, volkenrecht is geheet en. Die John Huil bv., de kerel zougeen are land zich willen toeëigenen, die hij niet eer lijk gekocht en betaald had. en nu nog, als iemand in staat was hem duidelijk aan te toonen, dat hij bij vergissing of in een booze bui zijn zak gespekt had met iets, dat een ander rechtens toebehoorde, geen macht ter wereld zou hem kunnen weerhouden het begaan onrecht te herstellen. En nu noem ik John Huil, maar ik zou even goed een der overigen tot voor beeld hebben kunnen kiezen, want eigenlijk zijn ze in dit opzicht zonder uitzondering eikaars model. Ze /ij n n voor n en alle te zamen zóó goed, dat ik aangaande hen gerust zou durven zeggen : de een is geen haar beter dan de ander. Vooral met die Kretenzer geschiedenis treedt hun gemoede lijkheid en eensgezindheid duidelijk aan het licht. Hun schepen liggen zoo echt gezellig in een kringetje om Kanea. Als ik dat zoo lees, is het alsof ik ze zie zitten, samen aan n tafel. Ik kan het denkbeeld maar niet van me afzetten, (lat dit voor de mogendheden nu zooveel is als een oester partijtje zou zijn voor Sam. v. Houten met Tak, met Hottemanne, met Dom. Niemvenhuis, met.ju ff'. Drucker en dr. Kuyper. 't Ennige wat me bij dat denkbeeld vervolgt als een dwang voorstelling, is, dat ze maar dit heeft niets uit te staan met het Volkrnrrcld zoo onge geneerd zitten te hoesten, te niezen en te neussnuiten, al waren zij zwaar verkouden. Dit is natuurlijk lictie, maar al ware liet werkelijk heid, liet zou alleen bewijzen, dat ook bij groote mogendheden de on verst oorbare zielsrus t in een lichaam woont, vatbaar voor attaques van allerlei aard. Misschien heeft dat (irieksche ventje, dat blijkbaar aan inlluenza lijdt, en waarmee zij zich zoo hebben moeten bemoeien om hem binnen de perken te houden, hen een weinig aangestoken ! Intussehen dat is van geen invloed op hun zedelijke beginselen, op hun richtsnoer des levens, op hun liefde voor het volkenrecht, die hen zoo innig saam verbindt. Geheel anders dan struikroovers en bandieten. Als dit soort lui uit stelen gaat. zijn ze het eens om tot den buit te komen, dien ze dan kunnen verdeelen. Groote Mogendheden daarentegen zijn het eens, juist om niet tot den buit te komen. De gedachte alleen dat zij den buit zouden moeten verdeelen ver vult hen reeds met vreeze. Dit is de kieschheid van gevoel, de teerheid van geweten, langzamerhand zoo geworden door rijkdom aan levenservaringen en gestadige oefening in de praktijk van het colkenreclit. Daar komt nu dat Griekjo aanhuppelen, het karakter nog ongevormd, onderhevig aan aandoeningen en aanvechtingen, geprikkeld door begeerlijkheden zonder maat, zoo'n hekkespringer, de school ternauwernood ontloopen.... Welk een schouwspel, die zes zware, kolossale, degelijke, deftige en brave mogendheden met dit opgewonden ventje in hun midden, die daar zijn wijsheid wil verkoopen, dat er ook recht zou bestaan zonder macht. Nu, zij zullen hem dat wel voor goed afleercn, hoop ik. Het zal voldoende zijn dat zij allen te gelijk hem maar eens (link aan kijken om hem te doen beseffen, dat hij zijn mond moet houden, want dat hij meepraat over dingen, waarvan hij geen verstand heeft. 't Is misschien al genoeg als maar n der groote Mogendheden hem zachtkens bij het oor neemt en waarsehuwenderwijs haar i grooten vinger van een groote mogendheid is alles groot laat zien. En mocht dat niet helpen, waarom zou men dan den grootsten der grooten. den beroemden John Huil, die het best in het Wetboek van het volkenrecht thuis is, niet uitnoodigen als groote mogendbeid-professor, dat kleine kereltje de eerste artikelen uit dien codex van het jus gentium met de authentieke commentaren daarop voor te lezen, opdat hij begrijpe wat voor dikke boeken hij nog zal moeten doorwerken vóór hij zich zelfs maar het elementaire van die wetenschap heeft eigen gemaakt. Want als hij dan te hooren krijgt dat expo.-éder beginselen onder het hoofd: A. De Machtsfeer. H. De Rechtssfeer. C. De harmonie tusschen de Machts- en de Rechtssfeer, D. De groote Rechten en de kleine Machten. E. De Macht met Recht en het Recht zonder Macht, en dit alles toegelicht met voorbeelden uit de geschie lenis van Ierland, Polen, Elzas, Bosnië, Tunis, Egypte Z. Afrika enz. enz., zal het heru spoedig genoeg duidelijk worden dat Macht Recht is, en men mitsdien een groote Mogendheid niet heeft te eeren omdat zij groot is door uitge breidheid des lands of sterkte van zielental, maar in de eerste en voornaamste plaats, omdat zij daar voor ons staat als de goddelijke draag ster van het verhevenste aller ethische beginse len : het Recht. En, mocht dan zulk een onontwikkelden jongeling John Buli's onder richt nog te hoog gaan, zoolang deze theore-' tisch doceert, laat hij hem dan eens een blik gunnen op de kaart met de grafische voor stelling van de rei-h/m dermogendheden, zoo als, ik twijfel er niet aan, in elk kabinet van onze Europeesche diplomaten, er een aan den wand hangt. Dan zal hij zien, dat de lijn der rechten voor Rusland tot boven het hoogst aangegeven cijfer uitsteekt, zoodat haar lengte niet te bepalen is, en dat zij naar beneden loopt over Duitschland, Eninkrijk, Engeland, Oostenrijk, Italiëenz. geleidelijk afdalende tot waar zij de lijn van het nul-puntsnijdt,om daar onder terecht te komen in het negatieve gebied, dat van de iiliddcu,, en Griekenland te raken dat ten slotte met een heel hoog minus-cijfer zich i u de benedenste laag bevindt. Waarlijk ter onderrichting van de jeugd gaat er niets boven een grafische voorstelling. Kan echter zelfs zoo iets den Griek niet tot besef van den toestand brengen, zeg dan maar dat het den Moriaan geschuurd is hem wijzer te willen maken. Voor het volkenrecht is hij verloren, en als Mogendheid komt er in 't zedelijke niets van hem terecht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl