De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1897 7 maart pagina 3

7 maart 1897 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1028 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Oyer Ibsen en zijn jongste drama, Het drama John Gabriël Borkman heeft bijna het geheel litterair en critisch Europa dag- en nachtwerk gegeven. Er is geprezen en verworpen, niet begrepen en wel begrepen, gepraat en ge dacht. De meeningen wanken, de vele s'eramen spreken luid, tegen elkander in, sterker dan vroeger volgt kritiek op weder-kritiek, op weder kritiek weer nieuwe discussie. Om te beginnen met de respectabele Revue des deux Mondes. Daarin schreef de verstandige Jules Lemaïtre zeer betwistbare meeningen : »Een drama is er om zoo te zeggen niet. Geen zweem van strijd in een dezer gemoederen tusschen tegenovergestelde gevoelens; en geen zweem van voortgang in den stryd, die tusschen de personen gestreden wordt.... Iedereen heelt maar n, hoogstens twee ideeën, waarin hij verstard bly'ft." Zonderlinge opinie. Juist het droevige, het dramatische van het stuk is, dat iedere persoon aan n bepaald idee vasthoudt met al zijn levens kracht. Vooreerst Borkman, de maatschappelijk vernietigde, aan 't idee fixe nog eens als Direc teur van de Bank groot en machtig te worden; Gunhild, zijn vrouw, aan de illusie, dat haar zoon Erhart de schande van zyn vader door de glorie van zijn eigen naam eenmaal weg zal vagen uit de herinnering der menschen; Ella, de zuster van Gunhild, aan de ydele hoop, dien zoon geheel als haar kind tot zich te kunnen nemen... Deze ideeën wyzen de levensrichting aan van dat in leegheid voortlevende drietal wezens en die ideeën veroorzaken een geweldigen stryd. Heeft die strijd genoeg waarde, zyn die ideeën allén voldoende om er een werkelijk drama van te maken of niet'! De heer Leinaitre in Frankrijk, de heer J. N. van Hall hier te lande in den Gids beweren het tegendeel. De heer v. II. vindt het stuk be langwekkend als s>karakterstudie", maar kan er noch uiterlijke, noch zielehandelirg in bespeuren. Vreemd ! Zielehandeling ij er toch wis en zeker zeer sterk in het tweede bedryf b. v., het tafreel, waarin Elia den man dien zy liet beeft, den ge wezen directeur van de Bank, in zijn eenzaam heid op komt zoeken. Hij heeft het liefdeleven in haar gedood en zy verwy't hem zy'n laagheid en egoïsme. Een gesprek met zeer veel uiterlijke en innerlyke handeling en dramatiek volgt daaruit. Ook in het derde bedryf, waar de zusters vin nig stryden om de genegenheid van Erhart. Daar schynen de heeren v. Hall en Lemaïtre niets van gezien te hebben. Een ander criticus, de heer F. van der Goes heeft weer andere, scherpe maar betwistbare meeningen : »Ibsen's personen schijnen ons alle te komen uit de broeikast van 's sehryvers hersenen, en niet uit de moderne maatschappy die wy kennen en waarin zijne drama's gezegd worden te spelen. Als dit de moderne maatschappij is, dan is de moderne maatschappij een krankzinnigengesticht. Dan is zy een verzamelplaats van menschen die den ty'd doorbrengen met hun levensgevallen niet te beleven en te gevoelen, maar met hen te be redeneeren en te kritiseeren." ailtiiiiiMllillllllllliiiiiiiiiiiiiiimiMlilimtiillimiliiimuiHuilmmmmüiiii o/'milkbn. «niiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiininiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiJiirnniiiiiii.iiniiiiiu IN HET TBAHBÏISJE. Naar het Italiaanse/i VAN FANNY VANZI-MUSSINI. Ze hadden afgesproken bijeen te komen op de kamers van hun vriend Edoardo Longhi, die te Milaan woonde, Vin Sol/'erino No. 5, derde ver dieping. Ze stelden zich voor den mooien zomer avond gezellig door te brengen, pijpjes en cigaretteu rookeud, een stevig glas wijn drinkend en elkaar hun laatste avonturen vertellend. Maar Edoardo scheen hedenavond niet in z'u humeur, tot ergernis van de vrienden, die hem plaagden en sarden om te weten te komen wat er de aauleidiug toe was. Een jong luitenantje met eeu begin van 'n snor retje, vertelde snoevend dat hij 'n machtig succes had gehad en noemde Edoardo zijn j'nili'; maar deze snauwde hem af en zei dat hij eindelijk genoeg liad van de vrouwen; ze begonnen hem te ver velen ; ze wareu allemaal eender, vond hij, 't zij blond of bruin, eentonig zelfs in haar caprices. Schrijlings op een stoel hangt nd, de armen gekruist op de leuning, de kin er op rusteud, bleef hij lus teloos z'n vrienden aanstaren, de cigarette1, die uitgegaan was, tusscheu de lippen bengelend. Hij had reeds eenigeu tijd dat lustilooze, dat onverschillige ; het jongeheerenleven had zijn aan trekkelijkheid verloren, 't Scheen hem alles zoo hol, zoo afgezaagd ; in den grond van 't hart was hij alles . . . beu. «Zeg eens, ouwe jongen, ais je van plan bent ons deu heelen avoud op het ijzegrimmige gezicht te tra.teeren, dan bedanken wij je lekker en gaaa er van door," zei Einilio Pirola, op eeu toon, Dit is tegen die bewering dadelijk in te brengen: Ibsen brengt in Borkman en vele andere drama's zijn personen in omstandigheden en in stemmingen, die hen dwingen over zich-zelf en over de maatschappij te redeneeren en over den stryd, dien ze met hare machten hebben te voeren. Daaruit volgt nog niet, dat ze hun leven lang daarover nadenken en spreken. Ibsen laat alleen zien hoe hun ongeluk hen op gegeven oogenblikken tot critiseeren en denken noodzaakt. Borkman b.v. heeft op 't merkwaardige moment dat wij niet hem in aanraking komen, niets anders te doen als over zich-zelf en zijn daden te denken. De verdere personen eveneens. Daardoor ontstaat wel eens te veel droge ver handeling en langdradigheid bij te weinig dra matiek. Het eerste bedrijf van Borkman b.v. is uitvoerige meditatie, met veel geredeneer over afgeloopen gebeurtenissen. Dat Ie bedrijf zou met het 2e samengetrokken n acte met meer leven en handeling hebben gegeven. Nu is er te veel gezeur over verleden en herinnering, en er moest actualiteit zijn.. Daartegenover staat het vele goede. De figuur Borkman vooreerst is met vastheid en groote scherpte voorgesteld. Een echte type van dezen tijd ! De man, die wil heerschen, als 't moet door gewaagde en onrechtmatige daden, maar dui zenden gelukkig wil maken door zijn macht. Er is grootheid en majesteit in het tafreel, waar een koortsfantasie hem in den killen sneeuwnacht weer alle visioenen van macht en welvaart voorvoert. Jarenlang, den besten tijd van zijn leven, sleet hy' in mokkende trots op zijn kamer en in de gevangenis, dan zich vrijvoelend, zich verhef fend boven de wijde fjorden, ijlt bij als een dorstlijder, die in de woestijn vruchtbaar land hoopt te bereiken Om hem heen treuren en kwijnen en denken de twee ongelukkige vrouwen hun leven weg. De uren en uren die zij verdroomen trekken, trekken voorbij als de schimmen uit de »Danae Macabre", die 't slot van de eerste acte versom bert, als een stoet van dooden, hand aan hand. Tegen die doffe droefheid van verlorenen uit een vroeger geslacht, juicht de stem in van Borkman's zoon, die uit de lugubre omgeving vlucht met een vrouw naar 't Zuiden, om leven, liefde en zon te vinden. Een sterk en mooi contrast in 't monotone sleepen van droefenis r a droefenis in het drama. Een fraaie en menschelijke type is OOK de sukkel Foldal, de mislukte tragedie-dichter, die geen vriendschap meer kan voelen voor Borkman, als hij voor zijn miskende treurspel-aanleg on verschillig wordt. Hun vriendschap berustte op wederzydsche streeling van ydelheid. Overigens is dit drama niet het beste en groot ste van Ibsen, maar 't geeft toch zeer sterk de stemming van dezen tijd weer: 't machtelooze en trieste van dit geslacht, gedrukt onder de benauwende crisis die het doorleeft, maar ook ver licht door de hoop op een zonnige toekomst voor de geheele menschheid. WHITE. 111 n i n M 111111111 u 111111111111 Muziek in de Hoofdstad. Het schrijven van een kroniek, eenmaal in de week, heeft zijn voor- en nadeelen. Het kan een voordel l zijn dat, de ruimte beperkt is en dat men het meest esseutitële uit hetgeen men die week gehoord en genoten heeft, alleen waaruit bleek dat 't meenens was, terwijl hij door een handbeweging den ganschen vriendenkring mee liet spreken. Hij zat boven op de piano, liet van tijd tot tijd de hak van zijn laars op de toetsen neerkomen, en bracht hierdoor de meest helsche dissonanten voort. iiMunihimi uldiucoln fErard !" riep Edoardo, maar zouder in het minst zijn lustelooze houding te laten varen, terwijl de anderen als uit mond instemden : Ja, 't is per bacco 'n mooie boel, dat je ons hier haalt om Barolo te drinken, en ons dan op je landerigheid tracteert." Carlo Casariti, die languit op een canapét je lag, rekte zich geeuwend uit, n gerekte geeuw, eiudigeud in een cadens van vijf tonen. Merci, uit aller naam," zei Edoardo. //Waarvoor merci'f" Dat je ons nog niet allemaal hebt ingeslikt in dien wilde-beesten-muil, dien je daar oplette. Maar a propos," viel de luitenant hierop in, liet onderwerp van zooeven hervattend, je hebt ons nog niets vau jou avontuur verteld." Ja, ja ! Hoe is 't met je tentoonstelling afgeloopeu r"'stemden de andereu in. ., Hoe .sta je er mee.': Maar slaperig, lauderig, klonk het antwoord Och, schei toch uit met dat gemaal ! 't Verveelt me, heb ik je gezegd." Als dat wasr is/' brulde Emilia, boven van de piauo, terwijl hij met zijn voeten de bas deed (Ionderen, dan breekt voor jou de tijd aan om je op te hangen.'' Eerst zal ik dun zorgen dat je me een nieuwe piano geeft. D'r af! Ben je nou heelemaal gek, kerel !" schreeuwde Edoardo, waarna hij weer in ziju vorige onverschilligheid verviel. «Zou er misschien iets ernstigs wezen met een van die meisjes ? ' ilu sterde er een. En toen, in koor: Allo, voor den dag met je portretten ! Ja, ja, daar komt iets van! J)im:oln! Zou je nu waarach tig je avontuurtjes besluiten met die ijobliina met 'r gele tanden? Maar daar moeten we alles van weten !" en schertsende en hun gastheer plagende, kan vermelden, doch het kan ook anders uitvallen en zoo gaat het mij thans. Ik had alweer zoo netjes mijn plan de campagne gemaakt voor deze kroniek. Nog eens over het prachtige Boheemsche Kwartet schrijven? Dat zou ziju: to carry coals to Newcastle. Maar dat was ook niet noodig, want bij de Nederlandscbe Opera was de première aangekon digd van een werk van een der meest vooruitstre vende Duitsche componisten: Ver Meermaun van Hans Sommer. Over deze, voor ons nieuwe, compositie en over de uitvoering van dit muziek-drama zal heel wat te zeggen vallen, dacht ik, en daarom stapte ik, gelukkig een nieuw werk te zullen liooren en even gelukkig een interessant onderwerp voor mijne kroniek te hebben gevonden, naar het Leidsche Plein. Dat er bezwaren zouden zijn vermoedde ik niet, want zooals gewoonlijk was de datum van de première reeds eenmaal uitgesteld en de compo nist was aangekomen. Geen wonder dat ik het aanpiakbiljet, waarover zooals later bleek een groot papier was geplakt, _ met geen blifc verwaardigde. Doch vóór de dirigent zijn hoogen zetel had ingenomen, rees het scherm al en kwam het nood lot in de gestalte van den heer Poons ons vertellen dat door de bijna onoverkomelijke be zwaren bij de instudeeriug, op verzoek van den componist, de uitvoering van De Meerman weer eenige dagen moest uitgesteld worden en dat de Eei/iiffelieman zou worden gegeven. Nu hebben de Eoangelieiuun en de De Meerman dit gemeen, dat op beiden een vloek rust, doch uit den tekst had ik geleerd dat een Meerman heel iets anders is dan een Eoungelieman, met wiens lamentatiën en verwaarloosd uiterlijk ik eerst diep medelijden had, doch hetgeen mij bij een tweede ontmoeting wee had gemaakt. Wanneer de minnaar tusschen de eerste en tweede akte in, al voor 20 jaar wordt gevangen gezet eu het meisje zich uit wanhoop verdrinkt, is er in de volgende tafereelen niet anders dan misère te verwachten, wat dan ook ruimschoots htt geval is. De slechte broer sterft ook nog in de laatste akte en de prior is in die dertig jaar tusschenruimte eveneens overleden. Gelukkig waren er echter verscheidene kfnderen in dien tijd ge boren, die probeerden aan te vulleu wat, de dooien niet meer doen konden. Als ik Kier.zl was, zou ik de jongelui in de tweede akte hebben laten trouwen en den ver rader laten ontmaskeren, dan zou de voorstelling ons al die misère bespaard hebben. Nu deden wij de treurige ervaring op, dat ua dertig jaar de menschen er niet, mooier op worden en dat de muziek zeker onder den invloed van den tekst zich te veel in oude herinneringen verdiept. Allen deden hun best, m dit, eer.st op het laat ste oogenblik aangekondigde, muziekdrama, zoo goed mogelijk te zingen. Ik prijs daarom de toewijding en den vaak goeden zang van de heeren Urlu9,|Florissen. mevrouw Thijssen?Bremerkamp en van allen die verder medewerkten, doch dat, alles vergoedde ons den Meerman niet; die nu nog een week langer onder den druk van zijn vloek zal moeten blijven. (Men denke vooral niet dat ik hiermede bedoel dat het als een vloek te beschouwen is dat de Ned. Opera /,ich te voorbarig aau dit zoo veeleischende werk heeft gewaagd, en te laat heeft ingezien dat er meer aan vast is dan men eerst dacht). Na de Ecaugelienian giug l'alja?, vooral belang rijk door de vertolking van den heer Orelio, die als Tonio weer eene superieure creatie gaf en ook om de goede wijze waarop mevr. Engelen-Sewiug Ned/la speelde en zong. Vooral in de Arlequinaile heb ik nu voor het eerst, de juiste bewegingen en het juiste karakter gezien. Daar komt, zeker de nieuwe regie lof voor toe, evenals voor sommige andere verbeteringen. Het publitk was voor den heer Thijssen wel wat hardvochtig, daarom releveer ik, dat hij als Ct'i/io zeer goede oogei,blikken had. Opwekkend zijn beide stukkeu met. Wat, jong is en elkander bemint, ziet men onverbiddelijk sterven of te gronde gaan en dat, alles door de schuld van een booswicht, (in zulke gevallen bijna altijd de baritonzanger). begonnen ze te snuffelen in de laden en vakjes van ziju schrijf bureau. '/M kunnen lang zoeken," dacht Edoardo. Huur portret is er toch niet bij ; zij heeft het anders ge daan de anderen. Zij het ft iiet, niet gezonden/' I u triunif werden de pliotogralicé'u voor den dag gehaald en bekeken, gaande van hand tot hand. Urn, hm ! 'u Aardig dikkertje, dat blondje." Allercharmantst, die brunette!" Geef mij die sentimenteele juffrouw nog eens, met die gevouwen handen en loshangende haren ; . 't lijkt waarachtig wel 'n réclameplaatje voor 'n kapper!" Zoo, schertsend en lachend, plaagden zij Edoardo, in de hoop hem te verlokken tot eeu plastische beschrijving van de juffereiischaar, die zich in het wachtliuisjc van den train vertoond had, naar aanleiding eeuer huwelijksadvertcutie, door hem voor de grap in de courant, gezet. Maar Edoardo bleek niet te vermurwen voor amusante bijzonderheden. Hij herhaalde alleen, dat 't hem gruwelijk verveelde. Wat hoefden ze altijd over datzelfde onderwerp te zaniken?! Intusïchen hield Ambrogio Colombo zich onle dig met op ecu romance van Godard, op zijn ge mak een caricatuur te maken van dun gastheer. Juist echter begon hij met't meest karakteristieke, toen Edoardo vau zijn stoel opvloog, den eersten den besten hoed greep, dien hij onder ziju bereik had, en de kamer uitrende. Raimoiido Tenclia ijlde hem ua om zijn rechtmatig eigendom terug te halen, maar de anjer \vas verdwenen als een bliksemstraal. Een algemeen hoera, een jubelend gelach volgde op dit onverwacht, verdwijnen, eu de glazen wer den nogmaals gevuld en geledigd. Wat, scheelde Edoardo toch ? De vrienden ver diepten zich in allerlei gissingen, doch het raadsel bleef onopgelost. 't Was niets dan 'n grap geweest, toen hij een advertentie in de courant zette, als van iemand, die in ernst een vrouw zoekt. Hij had het enkel gedaan om zich te amusceren met de liefhebsters te tellen, die op ten rijtje zitten zouden op de Hoewel de dood altijd weemoedig stemt, is het toch beter te sterven na een lang en welbesteed leven, dan te vallen door verraad, als slachtoffer van ongeoorloofde of geoorloofde lafde. Wanneer ik van den dood spreek na een lang leven van arbeid denk ik aan de» componist Woldemar Bargiel die voor eenige dagen te Berlijn in den ouderdom van 68 jaar is overleden. Hoewel de jongere musici Bargiel niet persoon lijk zullen kennen, zijn er nog velen die hem ge durende zijn werkzaamheid als muziekdirecteur te Rotterdam (van Isöa?1873) hebben gadege slagen. Zij zullen de herinnering behouden hebben aan een man, wel eens streng en kortaf, doch al tijd waar en getrouw tegenover zijne kunst; een man die wat hij vour schoon eu goed hield op zocht eu onder de aandacht bracht, onverschillig of die naam klank had of niet. Als onderwijzer was Bargiel een buitengewoon man. Dat hebben zijne leerlingen op de harmonie n compositie klassen, waartoe ik een viertal jaren het voorrecht had te behooren, ondervonden. Ziju heldere, klare betoogtrant die ons dadelijk liet juiste licht gaf en die liet zelden noodig maakte te vragen de uitlegging nog eens te herhalen, heeft mij later de overtuiging geschonken dat er dikwijls veel te veel over oubevatulijkbeid vau leerlingen geklaagd wordt eu dat het 111 zeer veel gevallen aau den leeraar te wijten kan zijn, wan neer de leerlingen rnoeielijk Begrijpen, liet zich verplaatsen in den yeduchlenyitny cini den leerling, was Bargiel's voortdurend streven en daarom zullen zijn leerlingen zich steeds met dankbaarheid heriunereu wat zij aau hem te danken hebbeu. Bargiel was aan Schumann verwant. Glara Wieck was zijn halve zuster (zooals uien dat noemt). Hi] is te erliju opgevoed waar hij bij Dehu m contra punt en compositie werd onderwezen. Later kwam liij te Leipzig aan het conservatorium waar Hauptmann zijn leermeester werd. Hij vestigde zich te Beilijn en ging daarna naar Keulen waar hij tot leeraar aan het conservatorium werd aangesteld. Zes jaar later kwam hij te Rotterdam eu ging daarna als leeraar aau de Hochsc/iale der Musi/c naar Berlijn, in welke betrekking hij tot zijn laatste ziekte weikzaam bleef. Ik zeide dat Bargiel een streng man was, eu dat was hij, vooral tegenover de nieuwere kunst van Wagner eu Liszt. Hoezeer hij ook altijd geneigd \vas met zijne leerlingen van gedachten te wis selen over muziek, legde, zoodra die Beide namen genoemd werden, de meester ons het zwijgeu op en voorspelde hij ons dat, als wij vau zulke muziek hielden, er wel noo;t veel van ons terecht zou komen. Dit klinkt uu zonderling, doch toen was de Meudelsohn-Schumauu periode de heerschende, de nieuwe richting van ons land. Wel gaf men m de Duitsche Opera Tannliaüxer eu Lottengrttt docli de latere werken van Waguer waren toen geheel onbekend. Ook Bargiel moet in den laatsten tijd meer waardecriug voor die richting hebben getoond, doch ais componist is hij de trouwe leerling van Schumaun gebleven. Opmerkelijk is het echter dat hij in de laatste jaren weinig meer gecomponeerd heeft. Hij gevoelde voorzeker dat hij reeds gezegd had, wat hij te zeggen had. In zijne toonwerken, zijne fymphoiiie, de ouvertures Medea eu Promclheux, zijne tal rijke werken voor piano, piano en viool eu zijne drie Trias, benevens eeu i-tcf, heeft hij zich. als een zeer degelijk componist met rijke fantasie doen keuueu. Bijna al die werken zijn voor eu in ziju Rütterdamsche peiiode ontstaan. Hij was een echt Berlijnsch kind en nog altijd klinkt mij zijne stem in de ooreu, en hoor jk hem zeggen: VV"ie hat Ibneii dass denu jefallen, of: Na horen sie mal, draus wird uix (als er van Waguec of Liszt sprake was). Eu als ik aan die stem denk, herinner ik mij weer met groote dankbaarheid den ernstigeii, welwillendeu leermeester, die zich verheugde wanneer hij zijne leerlingen kon brengen waar hij ze hebbeu wilde, eu die altijd onvermoeid ijverde om hen liefde in te boezemen voor de groote meesters die hij vereerde. Ik voud nog een schrijven vau hem aau mij toeu ik reeds elders gevestigd was. iiiiMitiiiiiiiliiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiiiii bank onder het reclame of adverteutiebord der Nieuwe Huishoud zeep m het wachthuisje vau deii i ram. Maar 't was ten slotte voor deu jongen mau uitgeloopeu op alles behalve een grap. Ziju vrienden echter wareu thans te jolig eu te rumoe rig om een psychologische studie van hem te makeu, eu toeu de laatste druppel Barolo geschonken was, gmgeu zij er van door". ft + * Hare moeder had dikwijls tegen haar gezegd : Alleen een huwelijk kan je behoeden voor een leven van armoede en ontbering wauueer ik dood ben ! En. . . zelfs al mag ik nog wat bij je ulijven, kiud, dit is geen leven voor je ! Ik altijd ziek, eu jij je afsloveud om mij op te passen eu pianolessen te geven iu alle weer eu wiud, of 't koud is of warm ! God bewaar je er voor om ooit uit wan hoop iets slechts te doen ! Maar dit is zeker zoolang je hier bij mij in huis opgesloten blijft, of met zoo'u treurig gez.chtje door de straten loopt... neen, zoolaug kun er geen sprake vau wezeu, dat je ooit tot eeu goed huwelijk komt! Eu met, ee;ii zucht liet de arme vrouw het hoofd in de kussens zinkei), met de oogeu de docater volgend wier leveu een cu al zelfopofferende liefde was, die, terwijl ze haastig zich gereed maakte om uit te gaan, prevelde: Ja, mama, ja zeker. Ik zal er aan deukeu." Maar toeu ze haar moeder een kus gegeven had, waaruit al de liefde en het medelijden sprak, die heu samen verhoud, eu ze alleen was iu de drukke straten vau Müaau, liep ze als altijd schuw gelijk een hinde vlak laugs ue huizen, zouder de oogeii op te slaan. Niemand had ooit gelet op die kleine blanke hand, die zoo geduldig tal vau kiuderviiigerijes leidde in hun eerste schermutselingen met de toet sen der piauo. Nooit, had ze gevoeld den druk, die meer zegt dan woorden uitdrukken kuuuen, nooit hadden die lippen, oleek als herlstrozeu, ge trild van den kus, die het leven schoon eu heerlijk maakt ! Dag aan dag vervulde ze hare taak als dochter eu als leermeesteres, niet treurend over den dag vau gisteren, zouder hoop voor deu da^

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl